De Hind Rajab Foundation (HRF) zegt kennis te hebben genomen van de mededeling van de Belgische federale procureur waarin wordt bevestigd dat er een strafrechtelijk onderzoek is ingesteld naar aanleiding van de door HRF ingediende klacht van 18 juli 2025 over oorlogsmisdaden die door Israëlisch militair personeel in Gaza zijn begaan.
De twee verdachten, beiden actief dienstdoende leden van de Israëlische strijdkrachten, zijn door de Belgische autoriteiten op het Tomorrowland-festival in Boom formeel geïdentificeerd, gearresteerd en ondervraagd. Deze ongekende actie was volgens HRF alleen mogelijk omdat de beschuldigingen ernstig genoeg werden geacht om directe gerechtelijke stappen te rechtvaardigen. Volgens de organisatie een erkenning dat het voorgelegde bewijs overtuigend is en binnen het toepassingsgebied van het internationaal strafrecht valt.
HRF: ‘We nemen met voorzichtige bemoediging kennis van het besluit van de Belgische federale procureur om de zaak door te verwijzen naar het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag, onder verwijzing naar het samenwerkingskader van België met het ICC. Deze verwijzing bevestigt dat de zaak de hoogste internationale juridische aandacht heeft gekregen.
Wij zijn echter van mening dat België verder had moeten gaan. Naar onze mening hadden de verdachten niet alleen gearresteerd moeten worden, maar ook in hechtenis genomen en ofwel in België vervolgd ofwel uitgeleverd aan het ICC. België heeft de wettelijke basis en verantwoordelijkheid om dit te doen. De huidige interpretatie van zijn jurisdictie is naar onze mening onnodig beperkt.
Het vrijlaten van personen die op geloofwaardige wijze worden beschuldigd van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid ondermijnt niet alleen het vertrouwen van het publiek in het rechtssysteem, maar dreigt ook het gevoel van straffeloosheid te versterken en kan deze personen in staat stellen verdere gruweldaden te begaan.
Deze verwijzing is geen conclusie. Het is een strategische verschuiving naar het internationale niveau. Hoewel dit juridisch toegestaan is, weerspiegelt het ook diplomatieke voorzichtigheid in een tijd waarin genocide plaatsvindt. Naar onze mening mogen politieke overwegingen nooit zwaarder wegen dan de noodzaak van gerechtigheid.
We dringen er nu bij het ICC op aan om onverwijld actie te ondernemen en arrestatiebevelen tegen de verdachten uit te vaardigen. Elke dag dat internationale instellingen niets ondernemen, is een dag van voortdurend lijden en straffeloosheid.
Laat het duidelijk zijn: deze zaak schept een juridisch en moreel precedent. Israëlisch militair personeel, waar ze ook naartoe reizen, ontsnappen niet aan het gerecht. We zullen doorgaan met het identificeren en het indienen van strafrechtelijke klachten tegen verdachten van oorlogsmisdaden die het Belgische grondgebied binnenkomen, met name tegen personen met een dubbele nationaliteit of duidelijke banden met België. We zullen ook blijven samenwerken met juridische netwerken in heel Europa om ervoor te zorgen dat de universele rechtsmacht effectief wordt toegepast en niet geleidelijk wordt uitgehold.’
Geef een reactie