Ajahn Santamano is een boeddhistische monnik in de Theravada traditie. Hij werd in 2008 in het Verenigd Koninkrijk ingewijd en leerde in kloosters in de VK, Nieuw-Zeeland, Portugal en Thailand. Hij is nu een onafhankelijke, rondtrekkende monnik die zich openlijker wil uitspreken voor gendergelijkheid in het boeddhisme en ook heel begaan is met het lot van de Palestijnen.
Ik leerde Ajahn Santamano kennen toen hij vorig jaar een aantal maanden bij ons in the klooster in België verbleef. Ik leerde hem kennen als een hartelijke, vriendelijke en zachtaardige monnik, die een diepe droefheid met zich meedraagt door de genocide die zich afspeelt in Palestina.
Recentelijk trok hij daarom naar de Westelijke Jordaanoever om daar als “beschermende aanwezigheid” te dienen om de aldaar levende Palestijnen te beschermen tegen het geweld waar ze bijna dagelijks mee te maken krijgen door de Israëlische kolonisten in het gebied. Het bieden van een beschermende aanwezigheid door een boeddhistische monnik in een islamitisch land met een joodse bezetting is zeer ongebruikelijk en ongelooflijk moedig. Het is in dit soort situaties dat de tijdloze leer van de Boeddha van de grootste waarde en steun kan zijn. Tijdens zijn leven trad de Boeddha zelf verschillende keren op als buffer om zijn geboortedorp te beschermen tegen de aanval van een vijandige koning, waarbij hij niet alleen veel mensen redde van geweld en vernietiging, maar ook de koning en zijn leger van het creëren van slechte karma. Ajahn Santamano toont ons met zijn dappere gedrag een levend voorbeeld van hoe we als boeddhisten kunnen leven en anderen kunnen helpen. Hij heeft een begin gemaakt met het schrijven over zijn ervaringen daar en ik heb geprobeerd zijn woorden zo goed mogelijk in the Nederlands te vertalen.
——————-
We kwamen in Palestina (de Westelijke Jordaanoever) aan op 15 februari 2025 en kwamen zonder noemenswaardige problemen door de immigratiedienst. We probeerden al maanden te gaan maar wisten niet hoe. In eerste instantie probeerden we het met verschillende organisaties, maar dat lukte niet. Uiteindelijk hebben we gewoon kaartjes gekocht en zijn we gegaan. We sloten ons ter plaatse aan bij het netwerk van lokale activisten.

We waren gestationeerd in de regio Masafer Yatta, net ten zuiden van Al-Khalil of Hebron om te helpen met beschermend aanwezigheidswerk. We verbleven bij een familie in het dorp Qawawis. Als we hoorden van aanvallen door kolonisten, vernielingen van huizen, militaire intimidatie enzovoort, probeerden we erheen te gaan om op deze manier het geweld tegen de Palestijnen door onze aanwezigheid te verzachten. Ook documenteerden we wat er gebeurde en proberen dit onder de aandacht te brengen.
Wat mij opviel, en wat voor mij ook wel beangstigend was, was hoe het gewone leven in Palestina gewoon door leek te gaan zonder enige invloed van de genocide. Terwijl de veel intensievere fase van de genocide onverminderd doorgaat in Gaza, Jenin, Tulkaram enz., in Masafer Yatta is het meer de langzame genocide die al minstens sinds 1948 aan de gang is. De mechanismen en architectuur van de kolonisatie verweven zich met alle aspecten van het gewone leven. Sinds oktober 2023 is de intensiteit van de kolonisatie in deze streek alleen maar toegenomen. Huisuitzettingen, geweld door kolonisten, intimidatie door leger en politie, toe-eigening van land, uitbreiding van nederzettingen, de bouw van nieuwe buitenposten, enz.
Het is gemakkelijk om wanhopig te worden van de meedogenloosheid van de machinerie van de kolonisatie, maar wat ik het meest inspirerend vind is de veerkracht van de mensen, hun standvastigheid. Bestaan is verzet en het gedicht “We teach life, sir” van de bekende Palestijnse dichteres Rafeef Ziadah, wordt veel concreter dan alleen maar zinnen. Ongeacht het geweld, de pesterijen, de intimidatie waaraan ze worden blootgesteld, blijven de mensen gewoon doen wat nodig is om het leven in stand te houden: schapen hoeden, olijfbomen planten, schapenkaas maken (Sara, mijn anderhalf jaar oude lerares Arabisch, stond erop dat ik haar daarmee zou helpen door het op te eten!).
De familie waar we verbleven had vier generaties. De overgrootmoeder, haar dochter en zwager, de grootouders, een van hun zonen en zijn vrouw en hun vier kinderen. Het was zo’n steun om bij hen te zijn! Als er niets aan de hand was, speelden we met de kinderen of waren we bij de ouderen. Dit maakte de woede die ik voelde zoveel concreter, omdat dit de kinderen waren die ze probeerden te verwonden of, in Gaza, zelfs uit te roeien.
Dan was er nog de spreekwoordelijke Palestijnse gastvrijheid en vrijgevigheid. Overal waar we kwamen probeerden de mensen ons te voeden of iets te drinken aan te bieden. Zelfs als de mensen zelf in tenten woonden, zelfs als ze vastten tijdens de Ramadan en zelfs als ze zelf heel weinig hadden, was de impuls er altijd om te delen; een heel andere houding dan bij de kolonisten.
Tijdens de Britse bezetting van Palestina, verbleven de Engelsen net als wij in dorpen en maakten ze gebruik van deze Palestijnse gastvrijheid. Ilan Pappe beschrijft in zijn boek hoe ze dit konden gebruiken om informatie over de dorpen te verzamelen, de zogenaamde dorpsdossiers. Deze informatie werd later gebruikt door de zionistische milities tijdens de Nakhba om hun etnische zuiveringen uit te voeren.
Ik zal in de toekomst meer schrijven. Maar nu beperk ik mij ertoe om een aantal dingen op te sommen die ik heb meegemaakt tijdens mijn verblijf in Palestina.
Bij onze aankomst werd ons verteld dat Hajj Khalid, de grootvader van de familie waar we verbleven, een aantal weken eerder ’s nachts aangevallen was door kolonisten. Ze kwamen ’s nachts het huis binnen, braken zijn schedel en veroorzaakten vele andere verwondingen, waarvan hij nog niet was hersteld. Het was dus al snel duidelijk dat onze aanwezigheid een groot verschil zou kunnen maken. We hoorden gedurende ons verblijf veel van deze nachtelijke aanvallen van kolonisten, zowel op mensen als ook op bezittingen zoals brandstichting in auto’s.
Op onze eerste dag in Umm al-Khair waren we getuige van de sloop van een huis. Verschillende eenheden werden verzameld in de buurt van het dorp: bulldozers, militairen, politie, enz. Dit proces duurde zeker een paar uur, maar er werd aan de Palestijnen niet verteld welk huis gesloopt ging worden, wat uiteraard voor de Palestijnen zelf een psychologische marteling is. Zodra de troepen klaar waren, reden ze naar een huis en begonnen het te slopen, zonder de mensen genoeg tijd te geven om hun bezittingen eruit te halen. De militairen omsingelden het huis en duwden iedereen naar buiten waarna de bulldozers hun werk deden. Wat me vooral opviel was de onverschilligheid van de jonge, 18-jarige, soldaten; voor hen was het gewoon een routineklus!
Vroeger woonden veel Palestijnen in grotten. Deze grotten zijn veel beter voor de temperatuurregeling; gemakkelijker te verwarmen in de winter en gemakkelijker koel te houden in de zomer. Maar nu worden de meeste Palestijnen gedwongen om in betonnen huizen te wonen die elk moment kunnen worden gesloopt.
Aanvallen van kolonisten zijn niet alleen beperkt tot de dorpen. Ook het grazen van de schapen is niet zonder risico, want de Palestijnen die dit doen zijn vaak alleen of in een kleine groep en een daarom een gemakkelijk doelwit. Ze worden soms ook gewoon gearresteerd zonder reden en zelfs naar een militaire basis gebracht. Tijdens ons verblijf vergiftigden de kolonisten ook een waterput waardoor de schapen stierven die ervan dronken.
Intimidatie en pesterijen door kolonisten zijn aan de orde van de dag. Zo kan het zijn dat kolonisten in grote auto’s in de dorpen gaan rondrijden om de Palestijnen te intimideren, of ’s nachts grote stenen midden op de weg leggen of olijfbomen ontwortelen. Als er kolonisten in de buurt waren, was het onze taak om de kinderen naar school te brengen zodat hen niets kon overkomen.
Tot zover een paar voorbeelden van wat ik heb meegemaakt. Ik heb geleerd hoe belangrijk het werk is van de buitenlanders, die daar als beschermende aanwezigheid zijn.
Als laatste wil ik de mensen die dit lezen aanmoedigen om te overwegen ook naar Palestina te gaan als “beschermende aanwezigheid”. Als je er van buitenaf naar kijkt, kan het een onmogelijke zaak lijken, met dingen die zo intens zijn in Gaza en delen van de Westelijke Jordaanoever. Ik wil echter zeggen dat het veel beter te doen is dan het op het eerste gezicht lijkt. Als je dit wilt overwegen, neem dan gerust contact met mij op zodat we erover kunnen praten en ik kan je in contact brengen met activisten die al langer in het gebied actief zijn. Je kunt mij bereiken via mijn Substack: https://substack.com/@buddhismandsociety
Geef een reactie