Met ingang van 1 juni 2025 volgt André Kalden interim-voorzitter Jos Nusse op als voorzitter van de Boeddhistische Zendende Instantie (BZI). Hij neemt daarbij diens portefeuille Defensie over. Als voorzitter zal Kalden in samenspraak met de overige portefeuillehouders in het bestuur de BZI vertegenwoordigen naar de diverse externe relaties waarmee de stichting contact heeft.
Daarmee bestaat het BZI- bestuur uit de volgende personen:
André Kalden, voorzitter
Portefeuille Defensie
Diana Vernooij, secretaris
Babeth VanLoo, bestuurslid
Portefeuille Vrije Universiteit
Jos Nusse, bestuurslid
Portefeuille Justitie en Veiligheid
Daan Meerburg, bestuurslid
Portefeuille Boeddhistisch Vormingsonderwijs (BVO)
De BZI speelt een centrale rol bij het verlenen van ‘zending’ (een term door de overheid gebruikt voor erkende genootschappen) aan Geestelijk Verzorgers en Vormingsleerkrachten die leven, werken en handelen vanuit een Boeddhistische traditie. Boeddhistisch Geestelijk Verzorgers zijn op moment werkzaam bij de ministeries van Defensie en Justitie en Veiligheid en Boeddhistische Vormingsleerkrachten zijn werkzaam in het basisonderwijs.
Al ruim 15 jaar zijn er Boeddhistische Geestelijk Verzorgers actief binnen de overheid. Eerst alleen binnen gevangenissen, de laatste 5 jaar ook bij Defensie en vormingsleerkrachten in het onderwijs. Ook andere werkvelden binnen de overheid, zoals de Zorg, kennen Geestelijk Verzorgers en de BZI wil ook daar actief zijn.
Info over de BZI: https://boeddhisme.nl/groepering/boeddhistische-zendende-instantie/ en over wat de BZI doet: https://bodhitv.nl/wat-doet-de-boeddhistische-zendende-instantie/
Email: bzi@boeddhisme.nl
André Kalden is in Boeddhistisch Nederland geen onbekende. Hij vervulde eerder onder meer functies als voorzitter van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) en voorzitter van stichting Vrienden van het Boeddhisme (VvB). Van die laatste rol nam hij met oog op andere verantwoordelijkheden begin dit jaar afscheid. In het licht daarvan heeft Kalden toegezegd het BZI voorzitterschap tot 1 januari 2027 te vervullen om vervolgens te bepalen of andere verantwoordelijkheden, waaronder de mantelzorg voor zijn moeder, verlenging toestaan.
Geef een reactie