De Zen Kring in Amersfoort is het oudste zencentrum van Nederland. In de Zen Kring is geen plaats voor een lerarencultus; de leraar is er slechts de eerste onder zijn gelijken. De deelnemers dragen geen voorgeschreven kleding of oosterse namen, hoeven geen geloften af te leggen en houden zich niet bezig met rituelen die thuishoren in Japan. Wat onderwezen wordt is een westerse manier om zen in het dagelijks leven tot uitdrukking te brengen. Daarbij speelt de ontwikkeling van inzicht en mededogen een belangrijke rol en staan de beoefening van objectloze meditatie en het leven en werken vanuit een open geest centraal. Vandaag deel twee en slot van een artikel over het ontstaan van de Zen Kring Amersfoort.
In 1989 keerde de Zen Kring terug naar Amersfoort, waar sindsdien naast meditatiebijeenkomsten ook lezingen worden georganiseerd en workshops rond thema’s als leven en dood in zen, zen en zelfmanagement, zen en psychotherapie.
In 1996 verscheen van Erik Bruijn ‘Ontmoetingen met meesters en dwazen’, een bundel kritische reportages over oosterse spiritualiteit, met bijdragen over de trainingsperiode bij zijn Japanse Soto-leraar en over zijn ervaringen in zenkloosters in het Verre Oosten. Bruijn, die behalve als schrijver ook werkzaam is als psychodynamisch therapeut, schreef in 2006 het boekje „Ziekte, pijn en de invloed van de geest‟, waarin onder andere nader wordt ingegaan op de relatie tussen meditatie en pijnbeleving. Aan de hand van praktijkvoorbeelden bevestigt hij daarin de boeddhistische opvatting, dat de invloed van de menselijke geest niet alleen een uiterst belangrijke factor kan zijn bij het ontstaan van ziekte en pijn, maar ook bij het genezen ervan. In zijn onderricht volgt hij de vrije Soto-stijl van zijn eerste zenleraar, wat betekent dat er zo nu en dan radicaal wordt afgeweken van het vaste programma. Ook heeft hij elementen opgenomen uit meditatietradities waarmee hij vertrouwd is geraakt tijdens zijn verblijf in Japan, Zuid-Korea, Taiwan en het Tibetaanse cultuurgebied.
Het zitten is bijvoorbeeld niet met het gezicht gericht naar de muur, zoals in de Soto-traditie gebruikelijk is, maar op dezelfde wijze als in de Rinzai-kloosters wordt beoefend, en langzame kinhin kan worden afgewisseld met snelle loopmeditatie, zoals ook door sommige Chinese meesters wordt onderwezen. Soetra-recitatie wordt incidenteel geoefend, maar maakt geen deel uit van het vaste programma. In de Zen Kring is geen plaats voor een lerarencultus; de leraar is er slechts de eerste onder zijn gelijken. De deelnemers dragen geen voorgeschreven kleding of oosterse namen, hoeven geen geloften af te leggen en houden zich niet bezig met rituelen die thuishoren in Japan. Wat onderwezen wordt is een westerse manier om zen in het dagelijks leven tot uitdrukking te brengen. Daarbij speelt de ontwikkeling van inzicht en mededogen een belangrijke rol en staan de beoefening van objectloze meditatie en het leven en werken vanuit een open geest centraal.
Naar deze ‘open geest’ wordt in de zentraining ook wel verwezen met de term shoshin, dat door de Japanse zenmeester Shunryu Suzuki in het Westen werd geïntroduceerd als ‘beginners mind’. Het wekelijkse programma van de Zen Kring bestaat uit zitmeditatie (zazen), loopmeditatie (kinhin), theedrinken in stilte, houdingscorrectie, groepsinstructie en persoonlijke instructie. Daarnaast worden één- of meerdaagse meditatieretraites (onder andere sesshins) georganiseerd en werkweekends die gericht zijn op het krijgen van inzicht, het oplossen van innerlijke en fysieke blokkades en het ontwikkelen van de eigen mogelijkheden. Vrijwilligers uit de Zen Kring zetten zich in voor sociaal minder bedeelden en hebben in 2006 Stichting Steppekinderen opgericht, een hulporganisatie voor kansarme kinderen in Mongolië (zie: www.steppekinderen.nl).
De voortrekkersrol die de Zen Kring een aantal jaren heeft vervuld bij de introductie van het zenboeddhisme in Nederland, werd na 1973 geleidelijk aan overgenomen door andere organisaties.
Literatuur: L. Boer, Inzicht en uitzicht. Twee opstellen over Zen. Stichting Nederlands Buddhistisch Centrum, 1975.
- Bruijn, De weg van zazen. Inleiding tot zenmeditatie, Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1975.
- Bruijn, Tantra, yoga en meditatie, De Tibetaanse weg naar verlichting, Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1996(3).
- Bruijn, Ontmoetingen met meesters en dwazen. Achter de schermen van de oosterse spiritualiteit. Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1996.
- Bruijn, Leven en dood in zen, Prana 135 – tijdschrift voor spiritualiteit en randgebieden der wetenschappen, p. 14-26, 28e jaargang nr. 3, februari/maart 2003.
- Bruijn, Zen en de speciale overdracht van inzicht, Prana 149 – tijdschrift voor spiritualiteit en randgebieden der wetenschappen, p. 8-17, 30e jaargang nr. 5, juni/juli 2005.
- Bruijn, Ziekte, pijn en de invloed van de geest, Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 2006.
- De Bruyne, De introductie van Zen in Nederland en Vlaanderen in de 20e eeuw, licentiaatsthesis, Leuven, 1986.
Kakuan Shien, De prenten van de os, Zen Kring, Amsterdam, z.j.
- F. Laterveer, Het verschijnsel „Haiku‟ in het Nederlands taalgebied, Bloemendaal, 1982.
- Suzuki, Zen Mind, Beginner‟s Mind. Informal talks on Zen meditation and practice. Weatherhill, New York, 1970.
- van de Wetering, De lege spiegel. Ervaringen in een Japans Zenklooster, De Driehoek, Amsterdam, 1971.
- van de Wetering, Het dagende niets. Beschrijving van een eerste bewustwording in Zen, De Driehoek, Amsterdam, 1974.
- van de Wetering, Zuivere leegte. Ervaringen van een respectloze zenleerling, Asoka, Rotterdam, 2000. © 2007 Zen Kring, Amersfoort.
- Bruijn, Tibet-China & Japan, catalogus van meesterwerken uit de etnografische kunstcollectie van het Wereldmuseum, Deel II, Brussel en Rotterdam, 2011.
- Bruijn, Spirit Embodied: Japanese Esoteric Buddhist Art at the Wereldmuseum Rotterdam, Orientations Magazine, p. 58-65, Hong Kong, January/February 2012.
- Bruijn, Een heilige met kiespijn. Observaties bij een boeddhistische mummie uit China, in: V.T. van Vilsteren (red.), Mummies: overleven na de dood, Drents Museum, Assen en Wbooks, Zwolle, 2014, p. 104-115.
- Bruijn, Et al, Die Mumie im Inneren – eine übermodellierte Mumie eines buddhistischen Mönchs, im: A. Wieczorek & W. Rosendahl (Hrsg.) Mumien – der Traum vom ewigen Leben, Darmstadt, S. 337-342.
- Bruijn, Zien door zen: hard hollen of stilstaan in de Tempel van het Ware Oog, Bres 300, p. 62-69, 51e jaargang, november/december 2016.
G.J. Smeets zegt
‘Zen in het westerse leven toepasbaar maken.’
Huh? Alsof het hier niet al eeuwenlang floreert. Te beginnen met Francois de Villon, Miguel de Cervantes, Michel de Montaigne, drie Europeanen rond de 16e eeuw die lak hadden aan elke orthodoxie en zelfonderzoek propageerden. En eindigend met de Muppet show van de onvolprezen Jim Henderson waarin alles en iedereen met pretenties liefdevol en meedogenloos op de hak wordt genomen. De cartoons van Peter de Wit zijn zen. Om maar te zwijgen van de hacks van Hans van Dam.