In 1985 had ik een afspraak met Henri van Zeyst bij hem thuis in Kandy, Sri Lanka. Eind jaren ’40 was hij als Theravada monnik tot de conclusie gekomen dat het boeddhisme niet nodig is om de dhamma te praktiseren. Hij heeft toen de pij aan de wilgen gehangen en is gaan reizen om met leraren van diverse snit te praten. Terug in Sri Lanka trad hij in 1949 in het huwelijk en publiceerde boeken over de dhamma zonder boeddhisme. Die publicaties hebben twee generaties studenten en politici in het boeddhistische Sri Lanka beïnvloed. Menige boeddhistische bobo op Sri Lanka was er niet blij mee. Nadat zijn vrouw in 1983 overleed kwam Henri van Zeyst uit de kast en veranderde zijn naam in Pushpa, een courante vrouwennaam op Sri Lanka.
Terug naar de afspraak waarover ik hierboven begon. In het jungleklooster waar ik in 1985 verbleef had ik een boek gelezen en ik wilde graag met de auteur – Henri van Zeyst – over een paar meditatie-technische kwesties van gedachten wisselen. En ook wilde ik advies inzake het vraagstuk waarmee ik worstelde: wel of niet ingaan op de suggestie van mijn leraar om een tanend junglekloostertje nieuw leven in te blazen.
Na een halve dag lopen en busreizen bel ik aan. Een lange lijs met lange witte haren en gouden oorringen doet open en begroet me. Als ik bij een kopje thee eraan gewend ben dat Henri van Zeyst en Pushpa twee namen zijn voor dezelfde persoon komen we ter zake en wisselen info en ervaringen uit.
Een uur later zitten we op de vloer van de werkkamer gebogen over een schematisch overzicht van de abhidhamma, de vroeg-boeddhistische psychologie en filosofie. Het schema is in het Engels opgesteld en is geschreven in het prachtige kalligrafische handschrift van iemand die het schrijven geleerd heeft met de kroontjespen toen de Eerste Wereldoorlog nog moest beginnen. Het schema bestaat uit zes vellen ruitjespapier (formaat A3) die bij elkaar ongeveer een vierkante meter van de vloer in beslag nemen. We hebben het over de zintuigen, over de betekenis van het concept wedergeboorte en nog een paar dingen die ik inmiddels vergeten ben. Pushpa lacht een spottend lachje als ik met een hoofdknik naar het imposante schema zeg dat ik onder de indruk ben. Ze verzamelt de zes vellen en doet ze terug in hun map. Op mijn vraag of ik de aangeboden rol van chef van een junglekloostertje al dan niet zal accepteren gaat ze niet in en zegt dat ik dat best zelf kan uitzoeken. Als we afscheid nemen sta ik erop iets terug te doen in ruil voor de hartelijke en leerzame ontvangst die ze me heeft bereid.
“Je doet me een plezier met cheddar cheese, daar ben ik gek op. Maar niet overdrijven, hoor!”
“ Dan zal ik toch naar Engeland moeten om die kaas te kopen.”
“ Dat hoeft niet, in het winkeltje van de British Society hier in de stad is het ook te krijgen.”
Een paar maanden later keer ik terug naar Nederland. Ik doe er tien dagen over om mijn leraar los te laten en de trappen van het vliegtuig naar Amsterdam te bestijgen. Gedurende die tien dagen ben ik toerist. Fraaie tempels, oogverblindend mooie stranden, pooiers die hun meisje voor een prikje aanbieden, een voorstelling van het nationaal dans ensemble, restaurants in achterafstraatjes waar de kloosterkeuken niet aan kan tippen, nog meer fraaie tempels. De laatste dag koop ik in Colombo bij een kleermaker een paar lappen stof. Die doen tot op heden dienst als tafellaken en als sarong en als beschermdoek voor de computer waarop ik deze tekst zit te tikken. Een paar dagen geleden trof ik een foto van Pushpa op mijn computer aan:
Pushpa alias Henri van Zeyst is overleden in 1988. Er is sindsdien geen jaar voorbij gegaan of ik heb aan haar gedacht. Het is onderhand tijd dat ik die gedachte doorgeef. Er is een website gewijd aan dhamma-zonder-boeddhisme.