De brahmaan die de Tathāgata reeds zag aankomen, zei: ‘Blijf daar, jij verschoppeling, blijf daar jij ellendige monnik, blijf daar verschoppeling.’
Zo toegesproken, zei de Tathāgata tegen de brahmaan: ‘Weet je, brahmaan, wie een verschoppeling is en wat de voorwaarden zijn die je tot een verschoppeling maakt?’
‘Nee, klopt, eerwaarde Gautama, ik weet niet wie een verschoppeling is noch de voorwaarden die je tot een verschoppeling maakt. Het zou goed zijn als eerwaarde Gautama de dharma aan mij zou uitleggen zodat ik weet wie een verschoppeling is en wat de voorwaarden zijn die je tot een verschoppeling maakt.’
(…)
‘Niet door geboorte is men een verschoppeling, niet door geboorte is men een brahmaan. Door daden wordt men een verschoppeling, door daden wordt men een brahmaan.’
(Vasala Soetra)
Op deze wijze rekende Boeddha in reeksen vergelijkingen af met zijn Indiase tijdgenoten die zich door hun geboorte hoger achtten dan anderen. En zoiets vind je in India nog steeds binnen het kastensysteem, maar in allerlei andere vormen vind je dit racisme of klassen-denken terug ook binnen ons welvarende landje.
Ik wil het deze keer echter toch over India hebben, want daar gaf deze soetra, die overigens door onaanraakbaren-leider Ambedkar vaak geciteerd werd, weer nieuwe inspiratie aan mijn reis dit voorjaar. Voor een toonzetting: lees het drieluik beginnend met een solex en de boeddha
Mijn allereerste kennismaking met de neo-boeddhisten een jaar of acht terug was al duidelijk genoeg: ik liet me door een tuktukchauffeur naar een grote boeddhistische tempel brengen, en toen hij zag dat ik er écht naar binnen wilde gaan raakte hij bij het teruggeven van mijn wisselgeld mijn hand niet meer aan doch liet het van vijf centimeter hoogte erin vallen. Ujukarin was immers voor hem blijkbaar ook ‘onaanraakbaar’ (paria) gebleken en zou hem bij verder aanraken mogelijk kunnen besmetten…
Deze toer, wederom een week of twee, gaf de normale gewenningsproblemen. In Mumbai was iedereen even vriendelijk en behulpzaam, maar alle écht vantevoren verzochte zaken waren vergeten of onzeker: geen veilige opslag voor transitbagage, geen lezingen geregeld de eerste avonden, en pas na drie keer vragen vonden ze een matras zodat ik op de grond van het woongroepskantoortje m’n jetlag kon uitslapen. Ik begon dus al volop te piekeren hoe ik zou kunnen ontsnappen aan de chaos op minimaal budget, tot ik me realiseerde waarom ik er ook alweer de komende tijd zou zijn: ‘om mijn Indiase vrienden te helpen, in welke vorm dat ook nodig zou zijn’.
En ja dat betekent in mooi Engels ‘going with the flow’ en eerst maar eens ontdekken wat er nu precies behulpzaam was. En daarin stond voorop dat ik alle pretenties dat ik hoger of beter was dan de Indiërs gelijk weg moesten; ik was en ben anders ja, o.a. door de eet- en slaapgewoonten die mijn fysieke gestel blijkt te bepalen, maar in het proces van wederzijds geven en nemen moesten we daar gewoon uit kunnen komen. Als nou eerst maar eens mijn daden het advies van de soetra zouden volgen…
Toen ik eenmaal die switch begon te maken vielen plotseling heel wat zaken op hun plaats en bleken nieuwe deuren open te gaan. Gelukkig is Mumbai een redelijk gemengde Indiase stad, dus op straat merkte ik weinig van discriminatie op basis van kaste; in kleinere dorpen waar ik lezingen gaf komt dat wél geregeld voor.
De rondreis na Mumbai liep allemaal wat georganiseerder, o.a. omdat ik de kontaktpersonen onderweg beter per e-mail had kunnen bereiken dan die in Mumbai. Met een groter en kleiner hoeveelheid publiek, met soms een wat kil-zakelijke sfeer en soms een écht meditatief aanvoelend kontakt met de groep. De laatste middag en avond terug in Mumbai verliep echter initieel weer even rommelig als voorheen, ondanks dat ik de geplande vertaalster voor de lezing nog aan de telefoon en SMS had de avond ervoor. Rond een uur of zeven begon er zelfs het nodige publiek binnen te stromen, maar de vertaalster was nergens te bekennen en nam ook de telefoon niet op. Maar nergens hoorde je verwijten, nergens paniek – men is dat ‘going with the flow’ gewend en maakt van alles het best mogelijke. Pas rond acht uur kwam ze binnen, er bleken een paar treinen uitgevallen te zijn, maar we gingen gewoon met gezwinde spoed aan de slag.
M’n moed zonk nog even in de schoenen toen er ook nog na de korte meditatie een warming-up lezing bleek te zijn van een Indiase lerares die zeker twintig minuten duurde en waar het publiek- en zeker ik die geen Maharati machtig ben, deels in slaap viel, maar daarna konden we dan écht gaan. Het thema was karma, zie het eerdere tweeluik in BD, en dat sluit direkt aan bij bovengenoemde Vasala soetra. Wat er precies gebeurde tijdens het praatje en zeker de uitstekende vraag- en antwoordsessie erna kan ik niet in taal verwoorden – maar er ontstond iets dat nog veel dieper gaat dan ‘meditatief kontakt met de groep’. Dit was niet meer Ujukarin of de vertaalster, dit was de dharma aan het werk. Of om in Mahayana-termen te spreken: ‘De Bodhicitta die ervoor kiest zich via jouw persoontje te manifesteren om de mensen te kunnen bereiken.’ Na afloop was het beter te zwijgen, het gevoel van zuiverheid zou anders wegvloeien…
Petra Klene zegt
Zodra je je Nederlandse verwachtingen en verwachtingspatronen durft los te laten in India en zeker in een miljoenenstad als Bombai-Mombay gaan de zaken veel makkelijker. Afspraken in Nederland gemaakt worden immers op z’n India’s vertaald, in dit geval dus Marathi, er vallen als het ware letters en woorden weg en komen er net zo hard bij. Kortom, durf te genieten van India