Als ik in Breda langs het nieuwe stationsgebouw loop, rijst de toren van de Faam aan de linkerkant voor mij op. De vroegere snoepfabriek heeft een andere bestemming gekregen. Nu is er onder andere Fameus in gevestigd. Fameus is het centrum voor herstel en ervaringsdeskundigheid van de GGz Breburg in de regio Midden- en West-Brabant. Het is even zoeken naar de juiste ingang. Eenmaal ademen de stalen deuren en de hoge ruimtes nog de sfeer van de vroegere bedrijvigheid uit.
Ik ben hier op uitnodiging van Ypsilon -vereniging van familieleden en naasten van mensen met een verhoogde kwetsbaarheid voor psychose- voor de vertoning van de film ‘Leven met levend verlies’. De titel heeft mijn interesse gewekt. Het is warm in het lokaal waarin de stoelen staan opgesteld als in een bioscoop. Met een bekertje koffie in de hand wil ik gaan zitten naast een mevrouw in een wit shirt. Zij heeft die stoel echter gereserveerd voor een andere vrouw. Later blijkt dat beiden elkaar kennen als familie van een patiënt met een psychose. Na een korte introductie kijken we naar de film waarin Manu Keirse zijn vertoog houdt. Ik ken deze Leuvense professor van zijn boeken over rouwverwerking.
Rouwen is hard werken
Manu vertelt dat de confrontatie met een psychotische patiënt volgens hem een rouwproces voor de partner, de kinderen en de naasten van die patiënt veroorzaakt. Je komt in een rouwproces omdat je het beeld dat je van die persoon had, verliest. Hoe nauwer de band, hoe heviger de confrontatie. Verlies verwerken is rouw verwerken. Het is een zware arbeid. Manu gaat in op de vier taken in het proces van rouwverwerking bij een levend verlies. Tijdens het proces lopen deze taken door elkaar heen. Als eerste is daar de taak om de werkelijkheid van het verlies te laten doordringen. Daarna komt het ervaren van de pijn van het verlies en vervolgens het aanpassen aan de nieuwe situatie. Tot slot is er de taak om opnieuw te leren houden van mensen en weer te genieten van het leven. Bij het woord rouwproces denken we aan verdriet en rouw om een dierbare overledene. Na verloop van een zekere tijd, die voor ieder mens ander is, wordt het rouwproces afgesloten.
Bij een rouwproces om levend verlies is de dierbare nog in leven. Als partner, kind of naaste van iemand met een psychose heeft het rouwproces een permanent karakter. Manu geeft aan dat in de zorg het paradigma van dit levend verlies nog niet of onvoldoende wordt onderkent. Daardoor krijgen familieleden en naasten van mensen met een psychische stoornis nog onvoldoende erkenning voor het verdriet en de rouw waar zij mee te maken hebben. Voor hen is er een blijvend verlies van hoop en idealen. Er is een voortdurende onzekerheid over wat er kan gebeuren. Anders dan bij gewone rouw kan het rouwproces juist sterker worden en het kan toenemen. Je kunt door golven van verdriet overspoelt worden. Als dit niet wordt (h)erkend, raak je verder in de put. Familieleden en naasten moeten tot acceptatie komen en vanuit een nieuwe realiteit verder met hun leven en de zorg om en voor hun dierbare. Het is van belang dat zij op z’n minst gezien worden door de zorg.
Niet loslaten maar anders vasthouden
Tegenwoordig hoor je overal de kreet: “Je moet het loslaten”. Anders dan loslaten gaat het er volgens Manu om dat je moet leren om anders vast te houden.
Het gaat er niet om dat je afstand neemt van je dierbare met een psychotische aandoening, het gaat erom dat je leert om de werkelijkheid onder ogen te zien: hij of zij zal nooit meer ‘beter’ worden, wordt nooit meer degene die hij ooit was. Dat vraagt om aanvaarding en om een andere, nieuwe verbinding. Het vraagt om anders vasthouden. Daarbij mag er ook aandacht zijn voor wat je zelf nodig hebt om door te kunnen gaan en ook weer plezier in het leven te hebben.
Aan het einde van zijn verhandeling vraagt Manu aandacht voor kinderen in een gezin met een ouder met een psychotische stoornis. Zij moeten goed opgevangen worden. Als zogeheten Kopp kind kom je thuis in een onzekere situatie. Deze kinderen kunnen eenzaam zijn. Ze krijgen geen grond onder de voeten. Hoe moeten zij op eigen benen gaan staan als ze nooit zijn vastgehouden?
Nadat de film is afgelopen is de titel mij volkomen duidelijk. In de nabespreking speelt de film zich in werkelijkheid voor mijn ogen af. De vrouw die een stoel voor een andere vrouw vrijhield, is al jaren in de rouw om haar schizofrene zoon. Een echtpaar dat vanavond voor het eerst naar een avond van Ypsilon is gekomen, staat aan het begin van een levenslang rouwproces. Hun dochter heeft een chronische psychose. Zij weten niet of en hoe zij met de GGZ in gesprek kunnen komen. Wat is het goed dat Ypsilon bijeenkomsten zoals deze avond organiseert. Bijeenkomsten waarin lotgenoten elkaar kunnen vasthouden. Terwijl ik terug naar het station loop, besef ik dat er een wezenlijk verschil is tussen loslaten en vasthouden.
De film ‘Leven met levend verlies’ is gemaakt door Anoiksis.
zeshin zegt
Bij los laten denk ik dat het niet gaat het om verlies van zaken, loslaten betekent je gekleurde blik op zaken loslaten. Je vooroordelen en ingesloten patronen loslaten, de zo-heid van het bestaan omarmen en aanvaarden. Van daar uit ontstaat mededogen, alles aanvaarde zo als het is. Mede komt van samen, denk maar aan medepassagier en dogen komt van dulden of gedogen. Loslaten is iedereen laten zijn wat of wie hij is, jou (voor)oordeel op hem of haar los te laten. Dit is geen passief iets, als iemand je om hulp vraagt gehoor geven aan de zo-heid van het moment. Loslaten is jezelf los laten en zo jezelf ontmoeten in elkeen die je ontmoet, aanvaarden dat jij jezelf in de ander weerspiegelt ziet. Hoe zou je je zelf kunnen afvallen? Ik geloof dat zo iets bedoeld word met loslaten.
kees moerbeek zegt
Jij en ik, Zeshin, zijn oudgedienden als het gaat om het omgaan met lijden. Niet alleen wij twee zijn dat. We zijn allemaal oudgedienden en het went nooit.
Verlies van een geliefde door dood, echtscheiding, misverstanden en ruzie is al pijnlijk genoeg op zichzelf. En dan zijn er ook nog (jonge) kinderen bijvoorbeeld. Het gevoel van tekortschieten als ouder, kind, liefdespartner of gewoon als vriend, en het gevoel machteloos te zijn is killing. ‘Had ik toen en toen, iets anders moeten zeggen of doen?’ Het kan eindeloos doormalen, je kunt er gek van worden en niet zelden na het heengaan van een geliefde storten mensen in.
Dan helpt gefilosofeer over zo-heid m.i. niet echt, omdat het te cerebraal is. Wat mij in het begin geholpen heeft is eindeloos praten met anderen en in mezelf, kilometers lopen en urenlang en urenlang de toevlucht nemen tot het kussentje (dit is een metafoor). Maar het sucks nog steeds met tussenpozen, terwijl de laatste keer meer dan twee jaar geleden is. Het gaat maar door. Ik heb een zieke hoogbejaarde moeder en…
Ik weet het soms echt niet meer en hoewel ik een zennie ben is het geen pose :-) En toch weet ik dat na het verlies iets anders komt. Raar eigenlijk, alhoewel raar? Mooi eigenlijk.
zeshin zegt
Ik heb de tragedie van dit aards tranendal in mijn commentaar achterwege gelaten, omdat naar mijn menig er oordelen op het ‘los laten’ werden geplakt die het los laten in een egoïstisch daglicht plaatst.
Maar die tragedie is er wel degelijk, dat ontken ik niet.
Stiltespinster zegt
Probeer het eens met muziek als je het soms echt niet meer weet. Wie weet kan dat je troost bieden.
Stiltespinster zegt
Sorry, dit stukje had bij Kees moeten staan.
kees moerbeek zegt
Dank voor de suggestie, Stiltespinster. Gershwin wil inderdaad nog weleens helpen.
Siebe zegt
Ik geloof dat het een hindernis is als je te menselijk wilt blijven. Zo zaai je onheil en misleidt je jezelf en anderen. Want juist heel veel neigingen die heel menselijk zijn, zoals begeerte en gehechtheid, kun je beter niet koesteren.
Maar de wereld is een soort bad van passie en gehechtheid. Iedereen is er nat van. Nog belangrijker, we spatten elkaar ook nat! De sociale druk is enorm om vooral ook passievol te zijn en gehecht aan gezondheid, gehecht aan het lichaam, aan naasten, je baan, je huis, je dieren, je leven, je bezit. Begeerte en gehechtheid en zelfs het lijden dat dat geeft, zoals verdriet/rouw/wanhoop worden eigenlijk gezien als hele mooie menselijke eigenschappen. Zelfs dit geromantiseerd vinden mensen een kwaliteit.
En daar zitten we dan allemaal in dat schuimend bad. De Boeddha stapte er uit. Hij had er genoeg van. Hij zag onvrede niet langer als een kwaliteit. Begeerte niet langer meer als reddingslijn maar als oorzaak van lijden. Gehechtheid zag hij niet meer als een kwaliteit, net als rouw, verdriet, hebzucht, haat, trots etc. Hij hoefde niet meer zonodig menselijk te zijn. Hij zag de bezoedelingen als de bezoedelingen, kwaliteiten als kwaliteiten. Maar mensen in het bad zien bezoedelingen als kwaliteiten en kwaliteiten als bezoedelingen.
De Boeddha heeft wat mij betreft gelijk. Mensen in het bad hebben onvoldoende wijsheid. Helaas, maar het is gewoon zo. Ze identificeren niet op juiste wijze wat oorzaak is van lijden en makkes, en wat de beëindiging teweegbrengt. Ze zien dit totaal verkeerd zelfs. Ze hebben ook verkeerde ideeen over wat geluk brengt en niet. Over wat vrijheid is en niet. Ze zien vrijwel alles verkeerd.
Reken er dan maar op dat het badwater zo steeds vuiler wordt. Reken er maar op, in de toekomst komen alleen maar meer mensen met makkes. Reken er maar dat zonder respect voor de lessen van de wijze Boeddha er geen enkele hoop is op het verminderen van de ellende voor wezens, vooral ook psychische makkes. Dit komt niet allemaal zomaar toevallig tot stand.
Siebe, nat achter de oren
angel zegt
Hoe zit het dan met grenzen stellen naar anderen ?
Ik heb iets ergs meegemaakt, ik heb grenzen gesteld maar kan het niet loslaten. Ik ben nog altijd ontzettend boos op die persoon.
Ik heb wel begrip en toch…
Ik weet dat mensen fouten maken en toch…
Stiltespinster zegt
Vergeef die persoon…doe dat voor jezelf.
angel zegt
Ik heb begrip, vergeven dient voor mij vanuit het hart te komen.
Telkens ik op een of andere manier met die persoon geconfronteerd word, dan voel ik boosheid of herinner ik me wat ze gedaan heeft.
Ik kan het dus ondanks mijn begrip niet loslaten op die momenten.
kees moerbeek zegt
Het verwerken van een pijnlijke ervaring gaat door verschillende fases. Woede hoort daarbij en het slijt. Het wordt nooit meer hetzelfde, maar dat was toch al niet het geval :-) Heus ik heb ook mijn ervaring.
angel zegt
Dag Kees,
Het is 12 jr geleden gebeurd. En het slijt niet. Ik weet wat ik eruit te leren had, ik kan een en ander wel begrijpen en toch…
Vergeven is een les volgens “een cursus in wonderen”. Ik kan mij daar allemaal wel in vinden, en toch…
zeshin zegt
welke anderen? als je jezelf in iedereen weerspiegeld ziet?
Siebe zegt
Als iemand met een makke geloof ik dat het waardevol is realistisch te worden. Ik denk dat mensen met psychische problemen niet zo realistisch zijn, over het algemeen.
Een diagnose of etiket, zoals het etiket xxx stoornis, verhult vaak wat er echt gaande is bij jezelf vind ik.
Als je jezelf en anderen bekijkt door zo’n etiket-bril zie je niet wat er echt gebeurt in je eigen en andermans geest, vind ik, terwijl dat nu juist wel nodig is.
Want als je ziet wat er echt gebeurt, dan weet je ook beter waar je eigenlijk echt last van hebt, bijvoorbeeld van overmatige agressie (angst), overmatig hebzucht (controledwang, niet kunnen loslaten). Je ziet dan wellicht ook dat je niet bepaald een vriendelijke geest hebt, niet mild, niet wijs ook. Dat is niet leuk om te zien maar wel nodig denk ik.
Het allerbelangrijkste voor mensen met makkes vind ik, refererend ook aan mezelf, is dat je realistischer wordt. En realistisch wordt je als je goed in beeld krijgt wat er eigenlijk in je eigen geest speelt, zo onverbloemd mogelijk, dwz. op een rechtstreekse wijze indachtig wat er speelt in je geest.
Als je psychische makkes hebt is voor mij inmiddels wel duidelijk dat je dan zaken bij je hebt die niet bepaalt kwaliteiten zijn, niet bepaald heilzaam, zoals overmatig veel agressie, overmatig sterk hebzucht, veel trots, zeer gevoelig voor beeldvorming (sterke begoocheling), luiheid en traagheid. Dat soort zaken.
Het is vaak niet zo leuk wat je ziet maar ik denk dat je tenminste zo wel realistisch wordt en dat je ziet dat je door het actief worden van je eigen opgehoopte neigingen lijdt en niet door situaties of reacties van andere mensen.
Als je hierin je eigen onmacht en onbeschermdheid erkent, kun je misschien toevlucht nemen en bescherming zoeken tegen dit onheil wat je hebt verzameld en bij je is. Inspiratie vinden bij heiligen zoals Jezus of Boeddha. Hun om hulp vragen, om leiding en dagelijks oefeningen doen volgens hun instructies.
Zaak is dat je jezelf gaat beschermen want je lijdt onder je eigen onbeheersbare geest. Hoe dat gebeurt is, dat is eigenlijk niet belangrijk. Of het nu vorige levens waren, invloeden tijdens de zwangerschap van je moeder, trauma’s in dit leven, je bent met die onheilzame neigingen die je leven erg belasten opgezadeld.
“En toch”…dat kun je je altijd wel afvragen en opmerken. “En toch”…heb ik recht op deze haat/boosheid/ergernis. “En toch”…zorgelijkheid is toch goed…”En toch”…kwade wil is toch soms best oke. “En toch”…is mijn hebzucht echt verkeerd…”En toch”….ben ik echt zo begoocheld?
Ik denk dat wat de Boeddha aangeeft dat je met dit “En toch…” eindeloos veel levens lang kunt doorgaan. Eigenlijk rechtvaardig je zo alleen maar je eigen lijden want die kwade wil is lijden, die zorgelijkheid is lijden, die haat/woede/ergernis is lijden, niet kunnen loslaten is lijden, al die belasting is lijden.
De Boeddha is hierin heel ver gegaan en heeft gewoon volledig afstand genomen van alles wat bedrukt, beklemt, verlamt, versmalt, sluit, verblindt.
Hij ging volledig voor vrede, voor de beëindiging van alle haat, hebzucht en begoocheling en maakte dat waar.
Het is denk ik eigenlijk de enige wijze manier.
Want als je dit niet doet, en bezoedelingen niet als bezoedelingen erkent, niet als een probleem ziet, niet als een gevaar, dan blijf je in dit leven en volgende levens alleen maar weer meer ellendige bagage verzamelen. Leven na leven wordt je belasting alleen maar groter.
kees moerbeek zegt
‘Leven na leven wordt je belasting alleen maar groter.’ Hoe weet je dat, Siebe? Wat is er dan dat leven na leven over gaat. Toch een ziel, toch een onsterfelijke ‘ik’? Ik zou me, als ik jou was, daarmee niet bezig houden. De Boeddha gaf zelf al aan dat dit niet gezond is :-) Heus, er is wel iets anders te doen.
Siebe zegt
Hallo Kees,
Kortgezegd leert het onderricht dat er een oorzakelijk verband is tussen het ene leven en het volgende, maar dat er geen ziel zich verplaatst van het ene naar het volgende leven. Het voert te ver dit allemaal te bespreken.
Ik heb wel al studerende en mediterende meer en meer gevoel ontwikkeld voor Boeddha’s onderricht over kamma. Ik heb er wel zoveel gevoel voor ontwikkeld dat ik het omarm.
In het kader van psychische ellende zie het nu vooral als een essentieel probleem wanneer mensen wijsheid en heiligheid minachten, of, iets minder sterk, er mee overhoop liggen, de draak mee steken, moeite mee hebben.
Het is heel belangrijk Kees achting te hebben voor wijsheid en heiligheid. Waarom eigenlijk? Omdat dit eigenlijk je natuur is. Eigenlijk is achting voor wijsheid en heiligheid niks anders dan achting voor de onbezoedelde natuur, voor wie/wat je in wezen bent. Want een mens zal nooit wat anders worden en zijn dan vrede, onbezoedeld.
Geen achting hebben voor wijsheid en heiligheid betekent dus eigenlijk niks anders dan in conflict zijn met jezelf. Dit is echt een reeel probleem Kees. Hier kampen we allemaal in mindere of meerdere mate mee.
Er is in de geest ook een beweging die schijt heeft aan wijsheid en heiligheid. Die walgt van onbezoedeldheid. Die het liefst pist op zuiverheid.
Die er zelfs niks van wil weten ook.
Vereer het ajb niet.
Ja, vergis je niet in de nadelige effecten hiervan op je eigen en andermans leven. Vergis je niet hoe je zo jezelf aldoor onderuit haalt, minacht, bezoedelt, verlaagt en anderen vaak meesleurt in de zekere weg omlaag.
Het overhoop liggen met wijsheid en heiligheid is een soort basisconflict in de geest wat enorm veel ellende geeft. Ik geloof dat psychische ziekten er mee samenhangen, maar ik vrees ook lichamelijke.
Maar wat is het toch belangrijk dat die impuls van haat/afkeer van het zuivere en onbezoedelde in jezelf (en anderen) wordt erkend, gezien en begrepen als een impuls van afkeer jegens je eigen natuur, een afkeer van wat je in wezen bent.
https://suttacentral.net/nl/mn135
Siebe zegt
Ik zal in het onderstaande proberen aan te geven wat de Boeddha’s instructies waren aangaande het bestuderen van het onderwerp kamma, afgaand op de teksten in de Pali Canon.
De Boeddha adviseerde in Anguttara Nikaya 6.63
“Kamma dient begrepen te worden; de bron en oorsprong van kamma dient begrepen te worden; de diversiteit van kamma dient begrepen te worden; de gevolgen van kamma dienen begrepen te worden; de beëindiging van kamma dient begrepen te worden; de weg leidend naar de beëindiging van kamma dient begrepen te worden”.
http://www.accesstoinsight.org/tipitaka/an/an06/an06.063.than.html (onder punt 5).
Kamma wordt in de geschriften ook gepresenteerd als een onderwerp om vaak bij stil te staan. Het is een belangrijk thema. In Anguttara Nikaya 5.57 spoort de Boeddha aan om vaak bij vijf thema’s stil te staan. Kamma is één van die thema’s. De eerste vier (in eigen woorden, kortgezegd): 1. Dat je veroudert en daar niet van uitgezonderd bent. 2. dat je gevoelig bent voor ziekten. 3. Dat je gaat sterven. 4. Dat je moet scheiden van alles en iedereen die je lief is. 5. Is het thema kamma en de reflectie gaat als volgt: “Ik ben de eigenaar van mijn kamma, de erfgenaam van mijn kamma; ik heb kamma als mijn oorsprong/komaf, kamma als mijn naaste, kamma als mijn resort; ik zal de erfgenaam zijn van wat voor kamma, goed of slecht, ik ook doe”.
Anguttara Nikaya 10.48 moedigt ook aan vaak stil te staan bij het onderwerp kamma, ook op bovenstaande manier.
Dus de instructie van de Boeddha is niet om dit onderwerp kamma maar helemaal links te laten liggen. Ook boeddhistische leraren wiens werk ik gelezen heb en onderricht beluisterd, wijzen er op dat het voordelig is dat je begrijpt wat kamma is, dat je het kan identificeren bij jezelf en globaal weet hoe het werkt.
Dit gezegd hebbende komt dan een belangrijk ander punt ter sprake in Anguttara Nikaya 4.77 wat niet losstaat van de vorige instructie maar, mijns inziens, in samenhang moet worden gezien met de vorige instructies. Dit luidt: …”er zijn deze vier onvoorstelbare zaken die men zich niet moet proberen voor te stellen/verbeelden; iemand die probeert ze voor te stellen zou ofwel gek worden of gefrustreerd. Welke vier? (1) Het domein van de Boeddha is een onvoorstelbare zaak die men niet moet proberen voor te stellen; iemand die het probeert voor te stellen zou ofwel gek worden of gefrustreerd. (2) Het domein van iemand in jhana is een onvoorstelbare zaak die men niet moet proberen voor te stellen; iemand die het probeert voor te stellen zou ofwel gek worden of gefrustreerd. (3) Het gevolg van kamma is een onvoorstelbare zaak die men niet moet proberen voor te stellen; iemand die het probeert voor te stellen zou ofwel gek worden of gefrustreerd. (4) Speculatie over de wereld is een onvoorstelbare zaak die men niet moet proberen voor te stellen; iemand die het probeert voor te stellen zou ofwel gek worden of gefrustreerd. Dit zijn de vier onvoorstelbare zaken die men zich niet moet proberen voor te stellen; iemand die probeert ze voor te stellen/snappen zou ofwel gek worden of gefrustreerd”.
Dus de geschriften geven twee soorten instructies:
1. ontwikkel begrip van kamma, bijvoorbeeld ‘wat is kamma’? Wat is de oorsprong?, de diversiteit en gevolgen, en de beëindiging en de weg die leidt tot de beëindiging. AN 6.63. Sta vaak stil bij het thema kamma (AN5.57 en 10.48)
2. maar pieker je niet suf over gevolgen van daden noch pieker je suf over de vraag of ziekten of tegenspoed in je leven of andermans leven iets te maken hebben met wandaden in het verleden (kamma-vipaka). Als je dit niet direct intuitief weet, breek er je hoofd niet over, laat het rusten want anders wordt je er gek van. Ken dus je grens (AN4.77).
De Boeddha gaf dus niet aan dat het ongezond is je met het onderwerp kamma bezig te houden alleen je moet wel weten hoe je je er mee bezighoudt en ook je grens hierin kennen.
De soort kennis die de Boeddha had van kamma was direct, intuitief. Het onderricht geeft eigenlijk ook aan dat iedereen dit soort kennis van kamma wel op rechtstreekse wijze kan ontvangen, als de geest maar eenmaal voldoende gezuiverd en kalm/helder is. Eigenlijk instrueert de Boeddha je daar eerst op te richten dan wordt de intuitie van geest vrijgemaakt.
Verder is het voor mij duidelijk geworden dat voor de Boeddha kamma, wel de hoofdverklaring was. De manier waarop hij vaak zaken intuitief verstond. Zo duidde hij vaak de voorspoed en ellende van wezens bijvoorbeeld. Ook zag hij met het goddelijk oog dat wezens heengaan en weer verrijzen overeenkomstig hun daden en visie. Hij besprak in MN135 ook hoe de diversiteit in wezens kan worden verklaard van armoedig naar welgesteld, lelijk en mooi, lang levend en kort, ziekelijk of gezond, machtig en onmachtig, wijs en dom, en deed dit door te verwijzen naar eerder daden/kamma.
Dit is in MN135 de betekenis van: “Student, wezens zijn eigenaren van hun daden, erfgenamen van hun daden; zij zijn gevormd door hun daden, zij zijn verbonden aan hun daden, zij hebben hun daden als hun thuisbasis. Het is door de daad dat wezens minderwaardig of voortreffelijk zijn.”
Je kunt moeilijk zeggen dat voor de Boeddha kamma geen belangrijk onderwerp was of zelfs een soort bijzaak, of dat hij er als verklaring pas in laatste instantie een beroep op deed. Nee, eerder tonen de sutta’s dat inzicht in kamma het domein is van de natuurlijke intuitieve vermogens van geest, en dus wijzen op een heel fundamenteel soort weten.
De Boeddha onderwees echter niet dat *alle* actuele ervaringen worden veroorzaakt door eerdere morele of immorele wilsdaden. Actuele onaangename gevoelens kunnen bijvoorbeeld veroorzaakt worden als gevolg van kamma, maar de geschriften onderscheiden daarnaast vijf andere oorzaken (SN 36.21). Dit geldt ook voor het ontstaan van ziekten (AN 10.60) en actueel ongemak (AN 5.104).
Er zijn dus aanwijzingen in de geschriften dat de Boeddha niet alles wat je actueel ervaart aan ziekte, ongemak, nare gevoelens zag als rijping van, of de oogst van, je eigen eerder immorele wilsdaden. Dit is denk ik ook goed te weten.
Ik heb wel zoveel vertrouwen ontwikkeld in het onderricht over kamma en in de wijsheid van de Boeddha dat ik durf te zeggen dat je met slechte wilsdaden nu, jezelf meer kan belasten in dit leven en toekomstige levens. Maar je kunt ook een richting op gang brengen van minder belasting in dit en volgende levens. Minder ellendige bagage bij je.