Chef is vandaag bezig geweest met de berichtgeving over de Belgisch staatserkenning van het boeddhisme. Hij vindt het maar een vreemde kwestie. Waarom zou België het boeddhisme moeten erkennen. Het antwoord is: De Boeddhistische Unie België (BUB) heeft de erkenning aangevraagd vanwege de pegels, de poen, het geld. ‘We willen op dezelfde voet behandeld worden als de andere godsdiensten en levensbeschouwingen. De boeddhistische gemeenschap –in België- levert een positieve bijdrage aan deze samenleving,’ vindt de voorzitter van de BUB en dat mag weleens beloond worden, is zijn gedachtegang. Hoe groot kan een ego zijn.
Wie maakt in België uit wie er boeddhist is? Is dat de BUB die niet eens alle boeddhistische organisaties vertegenwoordigt? Maar wel een toelatingsbeleid hanteert. Hoeveel volgelingen moet een monnik hebben om een wedde te ontvangen? Is er controle, een toetsing, op zijn of haar functioneren?
Met de miljoenen euro’s die de erkende boeddhisten op termijn in België ontvangen wil ze docenten gaan betalen die les gaan geven op scholen. Terwijl het boeddhisme wars is van zendingsdrang. In ziekenhuizen gaan betaalde krachten aan de slag om stervende mensen te begeleiden? Wie gaan ze begeleiden, alleen boeddhisten of ook andersdenkenden? Wie maakt de selectie. Het is werk dat prima door vrijwilligers kan worden gedaan. En op scholen kan je best het boeddhisme onderwijzen in het vak maatschappijleer. Als dat in België bestaat.
Zo moeilijk is het niet. De leer van de Boeddha is in enkele minuten samen te vatten. In zijn grootsheid is het eenvoudig.
Chef vraagt zich af: als er geen zak met geld aan de erkenning zou hangen, zou dan ook de staatserkenning zijn aangevraagd? Hij vermoedt van niet. Het is ook niet uit te leggen. Een traditie die draait op dana, belangeloze goedgeefsheid, valt in handen van graaizucht. Ordinair gewin. Het aantal boeddhisten in België is minimaal. Stop ze bij elkaar en ze vormen een kleine dorpsgemeenschap. En keer flink gas geven en je rijdt er pardoes langs met het kleine of grote voertuig.
Chef vermoedt dat het niet alleen bij de salariëring van lama’s en andere leraren blijft. In België worden ook op kosten van de overheid kerken onderhouden. Tempels zullen wel volgen.
En zo sluipt hebzucht het boeddhisme binnen. Staatsmonniken, wie had dat gedacht. Argwaan volgt. De Belgen hebben honderden jaren geleden onder de dwang van de rooms-katholieke kerk. Meneer pastoor oordeelde of iemand een job kreeg toegewezen of niet. En net nu ze dat juk hebben afgeworpen komt er een nieuwe lading geestelijken aan die de goegemeente op kosten van de staat gaan vertellen hoe je gelukkig wordt.
Wat verschrikkelijk. Wie gaat dit stoppen?
kristof zegt
Erkenning is goed. Dit om een aantal praktische zaken wettelijk te kunnen regelen. Ik denk hierbij aan visa en verblijfsvergunningen voor monniken. Salaris en geldelijke steun zijn helemaal niet nodig en ook niet gewenst. Een van de belangrijkste pijlers van het Theravada boeddhisme is dana ( vrijgevigheid ). Kortom. Wettelijke erkenning wenselijk, centen helemaal niet.
D zegt
Wie of wat heeft er moeite met een zak geld?
Zeshin zegt
Ik zou zeggen laten we kijken hoe het uitpakt, erkenning is geen slecht ding, institutionalisering is een ander ding, Hoe geïnstitutionaliseerd is Thailand, Srilanka, Bhutan, Cambodja enz. De BUB zorgt in elk geval voor erkenning, hier in Nederland is niet eens sociale erkenning voor het Boeddhisme laat staan door de overheid. Ik heb mij jaren lang sterk gemaakt voor de interreligieuze dialoog, ik heb lessen op scholen studentenclubs, bejaarde centra, enz gegeven. Toen onze shanga in de problemen kwam kon de BUN niet meer dan medelevend zijn. Niemand van de BUN heeft ooit zich verdiept in de wet en regelgeving waar Shanga’s tegen aan lopen. Iedereen is genoodzaakt om zelf het wiel uit te vinden. Bijvoorbeeld moet je als shanga een stichting of kerkgenootschap worden, advies bij opstelling van statuten. Is een cursus belastbaar, een winkeltje met religieuze artikelen hoe moet je dat belasting technisch op een goede manier aanpakken. De BUN richt zich naar de overheid en niet op de shanga’s. Ik zou zeggen laten we afwachten hoe het zich in België ontwikkelt voordat we ons mee laten slepen met de waan van de dag.
Gerben Hieminga zegt
Eens met je opmerkingen Zeshin. Erkenning is niet verkeerd!
Herkenbaar ook als oud bestuurder van twee Sangha’s. Iedereen vindt inderdaad zelf het wiel uit. Er wordt weinig bij elkaar in de keuken gekeken en van elkaar geleerd. Laat staan dat er heldere richtlijnen of DO’s en DON’Ts beschikbaar zijn over zaken die jij noemt. Als die er zouden zijn, zou je als Sangha ook meer baat hebben om je bij een ‘boeddhistische branchevereniging’ aan te sluiten.
WVDE zegt
In een ander artikel in het BD gaat het over de erkenning en het salaris van de monniken. Omwille van de reacties hier kom ik daarop terug: er is nog geen erkenning zoals gesuggereerd lijkt en betreffende een salaris voor monniken vraag ik “over hoeveel monniken praten we, vijf, tien?”
Ten overvloede toch nog dit: met ‘erkenning’ gaat het niet om de letterlijke interpretatie van dat woord gaat wordt gewoon een wettelijke regelgeving voor ‘religieuze’ (lees: inclusief filosofische) organisaties bedoeld.
De boeddhistische organisaties (tempels, monnikenordes, …) in Azië zijn in hun nationale situaties ook onderworpen aan legale en sociale regels (met culturele scherpe kantjes!), een ‘FRAMEWORK’ dat in onze contreien níét van toepassing is. Daarom moet hier dat framework vervangen worden door een aantal wettelijke regelingen met als voornaamste de wettelijke entiteit, doorgaans de vzw – die NON-PROFIT behoort te zijn.
Laten de seculiere zowel als ‘religieuze’ managers echter niet hypocriet wezen: ze zijn zeer veel bezig met geld. Religieuze verenigingen zijn meestal kleine marginale organisaties, gekenmerkt door onprofessioneel, illegaal en weinig sociaal (democratisch) gedrag, verborgen achter een vzw omwille van het belastingvoordeel. Belastingvoordeel, subsidies enz., daar hoeft echter niets mis mee te zijn. Religieuze organisaties en hun leden betalen taksen en belastingen waarmee de overheid ALLE organisaties moet reguleren. Ook de boeddhistische.
Laten we de scheiding van kerk en staat niet negeren. Een tempel heeft een seculiere kant die moet geregeld worden door de seculiere (democratische) regels van onze maatschappij. Wat de boeddhistische kant en de monniken betreft kunnen we het heel eenvoudig houden. Eigendom, bezit, handelen met geld, en andere materialistische aspecten, daar bestaat een oeroude regelgeving voor: de Vinaya Pitaka. Ik verwijs naar een uitspraak in het BD, waarin de abt, voorzitter van de Europese Unie van Thaise Sanghas zegt: iemand die de Vinaya niet respecteert is geen monnik.