Deze week zei iemand tegen de chef van de redactie: ‘Die slaan elkaar de hersens ook in zo nu en dan?’ Het ging over boeddhisten, boeddhistische monniken eigenlijk. We hebben er op de redactie over gesproken. Is het een lullige opmerking van een onwetende of zit er een kern van waarheid in? Wat voor beeld heeft de gewone man van het boeddhisme? Van de beoefenaars? En hoe komt hij aan die informatie? Feit is dat de hype met boeddhabeelden en wierook in spirituele winkels en tuincentra voorbij lijkt te zijn. Wierook is slecht voor de gezondheid en de Boeddha misschien ook, als je de ontwikkelingen in zogenoemde boeddhistische landen, zoals Birma en Thailand in ogenschouw neemt. Fraude, moorden, list en bedrog in en buiten kloosters door monniken zijn er aan de orde van de dag. In het boeddhistisch koninkrijk Bhutan worden niet-boeddhisten om zeep gebracht, in kerkers opgesloten of het land uitgejaagd. En dichtbij huis is het ook niet pluis en is er sprake van machtsmisbruik in sangha’s.
In de Lage Landen heeft het boeddhisme naar buiten toe geen gezicht. Wie wordt er gevraagd in praatshows en actualiteitenprogramma’s op tv, in de politiek, in het openbare debat, om gebeurtenissen in een boeddhistisch perspectief te zetten? Te duiden. In Nederland schijnen er 500 sangha’s en/of centra te zijn. Hoeveel dat er in België zijn weten we niet. Ze doen allemaal hun ding in hun gebouwen en onderkomens. De meeste boeddhistische leraren zijn oud en bejaard, of ziek. Twee bekende voorlieden, Bernie Glassman en Thich Nath Hanh, zijn uitgeschakeld na een hersenbloeding.
Het Boeddhistisch Dagblad wordt grotendeels gelezen door goed opgeleide mensen die de veertig zijn gepasseerd. De meeste leraren zijn blank en man. Wat is de toekomst van het boeddhisme in de Lage Landen met zoveel treurnis? Wij hier van de redactie houden van de Boeddha, zijn leer. Maar we zien weinig liefde, empathie en compassie in de maatschappij, in de wereld, terwijl er toch meer dan 300 miljoen boeddhisten op aarde zijn. Zo jammer. Zo mara.