In 1917 ontdekte de Thaise theravada boeddhistische monnik Luang Pu Sodh Candasaro, door zijn volgehouden beoefening van meditatie het bestaan van de Dhammakaya in zichzelf. De Dhammakaya is de zuivere aard, de oorspronkelijke natuur die verscholen ligt in ieder mens.
Luang Pu Sodh Candasaro werd de grondlegger van de Dhammakaya-meditatieschool. Deze methode wordt gekenmerkt door volledige ontspanning en verstilling van de geest in het centrum van het lichaam, waarbij een diepe staat van vrede en oprecht geluk worden ervaren, als een permanente en zuivere toevlucht binnen onszelf.
Deze meditatietraditie omvat tien eenvoudige aanbevolen oefeningen om de aandacht in het dagelijks leven terug naar onszelf te brengen, kracht, vrede en geluk in onszelf te ervaren en een positieve kijk op het leven te ontwikkelen. Deze oefeningen vinden hun oorsprong in de Abhidhamma.
De Abhidhamma is het derde deel van het Pali Canon van de Theravada traditie (de Oude School) van het boeddhisme. Abhi betekent hoog of hoogste; dhamma betekent leer of waarheid. ‘Abhidhamma’ betekent aldus ‘hoogste waarheid’ of ‘hoogste leer’.
Momenteel is het Dhammakaya klooster in Bangkok het centrum van een van de grootste boeddhistische organisaties ter wereld met vertakkingen wereldwijd. Wat Phra Dhammakaya Benelux bevindt zich in Lede, Oost-Vlaanderen. Mensen van het Vlaamse boeddhistisch centrum Ehipassiko zijn er regelmatig te gast.
Op vrijdag 22 januari 2016 is Luang Phi Ruben Visalo te gast in Ehipassiko. Hij is monnik in Wat Phra Dhammakaya Benelux, Lede, Oost-Vlaanderen. Hij geeft een Dhammatalk over het wat, hoe en waarom van de 10 meditatieve oefeningen, eigen aan de Dhammakaya-traditie.
Luang Phi Ruben Visalo: ‘Tot juli 2008 ging ik door het leven als Ruben Mollij. Ik werd katholiek opgevoed, behaalde een diploma industrieel ingenieur en was aan de slag gegaan als productieverantwoordelijke in een voedingsbedrijf in Brugge. Een leven dat me goed beviel. In 2006 kwam ik door een collega in contact met de techniek van het mediteren waarbij ik voor het eerst leerde in mezelf te kijken. Dat was verhelderend en ik mediteerde een tijd lang in Ieper. Nadien volgden nog retraites in het Franse Strasbourg.
Op een bepaald moment besliste ik langdurig verlof te nemen en voor twee maanden als leek naar de hoofdtempel van Dhammakaya in Bangkok te trekken. Wat ik daar beleefde was een ontwaken. Waar eerst mijn interesse in het boeddhisme groeide, leek het ginds of ik me iets vergeten herinnerde. Dan volgde nog een retraite in Texas en in juli 2008 liet ik me tijdens de jaarlijkse internationale monnikenwijding tot boeddhistisch monnik wijden. Ik studeer momenteel ook volop Thai omdat niet alle geschriften naar het Engels vertaald zijn.
In tegenstelling tot leken die vijf regels moeten naleven, leeft een monnik 227 voorschriften na. Een daarvan is een celibatair leven. Problemen daarmee heb ik niet. Boeddhistisch monnik ben je niet voor het leven. In Thailand is het de gewoonte dat jongemannen gedurende drie maanden leven als monnik. Het is dus een keuze die je van dag tot dag maakt en daardoor wel een leven lang kan duren. Het boeddhisme is heel praktisch. In tegenstelling tot onze Westerse gewoonten, zoeken wij rust in kleine dingen. Een van de belangrijkste zaken is het volledig reinigen van het toilet. Dat is heel belangrijk om monnik te worden. Alleen als je dat kan, ben je in staat je ego los te laten.
Mijn keuze voor het monnikschap werd bij mijn familie niet op applaus onthaald. Mijn vader is overleden en mijn moeder had het moeilijk omdat Thailand zo ver weg is. Deze levensweg is echter goed voor mezelf en dus ook voor anderen. Bijkomend voordeel van deze locatie, hier in Lede, is dat ik makkelijk de trein kan nemen om naar huis te reizen. Andere treinreizigers trekken dan wel grote ogen als ze me in mijn oranje monnikspij zien.
Het is de bedoeling dat ik hier in Lede een aantal maanden per jaar verder werk aan ‘Peace Revolution’. Dat zijn meditatielessen via internet en skype. Omwille van de tijdzone richten we ons van hieruit vooral op Europa.’