Naarmate er meer naar buiten komt over het seksueel wangedrag van de Thaise monnik en vipassanaleraar Mettavihari, groeit het onbegrip over het feit dat dit misbruik niet eerder door leraren en anderen die daarvan op de hoogte waren openbaar is gemaakt. Volgens een verklaring van een slachtoffer- in de berichtgeving van de NOS in samenwerking met de jurist Rob Hogendoorn, is de monnik in het begin van de jaren tachtig wegens seksueel misbruik uit de boeddhistische theravadatempel in Waalwijk verwijderd en heeft het bestuur van de tempel nagelaten diens gedrag publiekelijk bekend te maken, zodat de monnik zijn wangedrag kon voortzetten.
De huidige voorzitter van het tempelbestuur, Toine van Beek, praat vandaag met vipassanaleraren over de kwestie. Van Beek zegt zijn ogen niet te willen sluiten voor wat zich in de tempel heeft afgespeeld, de reactie daarop van het toenmalige tempelbestuur en de gevolgen voor de leerlingen en Vipassanaleraren.
Gezondheidspsycholoog en vipassanaleraar Johan Tinge sprak in 1995 Mettavihari aan op diens gedrag, nadat er klachten waren binnengekomen over seksueel misbruik van leerlingen. Die nog langer weigerden met de man op retraite te gaan. Mettavihari gaf het misbruik toe en zei dat hij met het gedrag gestopt was. Er werden geen sancties tegen de man genomen, ook werd het misbruik niet naar buiten gebracht. Pas in 2014 onderzocht Tinge met een collega opnieuw de omvang en mate van het misbruik. Dat leidde begin mei van dit jaar tot een publicatie in het Boeddhistisch Dagblad, waarin zes vipassanaleraren vanwege de in 2014 gebleken omvang van het schandaal- eenentwintig mensen hebben zich gemeld die zeggen door Mettavihari seksueel mishandeld te zijn, de wandaden van de leraar bekend maakten.
Scheuring
De bekendmaking leidde tot een scheuring in de door Mettavihari benoemde lerarenraad. De zeven andere leden- de groep met de woordvoerder Aad Verboom, wilden het misbruik wel naar buiten brengen, maar zonder de naam van de verdachte leraar te noemen. De groep dacht dat slachtoffers zich toch wel zouden melden. De vraag is: waarom is al niet in de jaren tachtig en later, in 1995, het gedrag van Mettavihari publiek gemaakt. Hoe erg moet het zijn alvorens tot zo’n stap wordt overgegaan. Is één slachtoffer niet voldoende? Ligt de grens bij twee, vijf, tien of meer? En waarom is er indertijd geen aangifte bij de politie gedaan?
Johan Tinge: ‘Ik sprak in 1995 voor het eerst met Mettavihari over de beschuldigingen van drie meldingen over seksueel misbruik die al voor de beginjaren negentig hadden plaatsgevonden. Ik vond het erg moeilijk om Mettavihari op zijn gedrag aan te spreken en stelde toen niet de vragen die ik nu wel zou stellen. Je moet je voorstellen, Mettavihari was een leraar met groot gezag.. Dat maakte het voor mij in ieder geval minder gemakkelijk om hem ter verantwoording te roepen. Mijn terughoudendheid moet je zien in de geest van die tijd. Een leraar, en zeker hij, had erg veel status, was een autoriteit en hooggeplaatst. De verhoudingen zijn nu heel anders, de meeste leraren zijn hier geboren.
Emotionele schade
Er waren toen ook nauwelijks leraren of tradities die uit Azië kwamen, of anderen met wie ik kon overleggen. Dat heeft allemaal een rol gespeeld. Eind jaren tachtig hoorde ik voor het eerst geruchten over seksueel grensoverschrijdend gedrag van Mettavihari. Leerlingen wilden niet meer met hem op retraite. Ze kozen voor mij. Mettavihari gaf in dat gesprek in ’95 zijn gedrag meteen toe en zei dat hij er mee gestopt was. Ik was leraar en geen hulpverlener en was opgelucht door de uitkomst van het gesprek. Het leek er op dat er bij zijn slachtoffers geen al te grote problemen waren ontstaan. Daarom zijn er geen maatregelen tegen hem genomen. Ook de gedupeerde leerlingen lieten het zo. Achteraf zeg ik: ik had het toen anders moeten doen, meer moeten doorvragen, kritischer moeten zijn. Maar dat is achteraf. Toen ging het er om herhalingen te voorkomen. Vorig jaar bleek dat er in enkele gevallen wel degelijk emotionele schade is bij leerlingen van Mettavihari. Of ze belemmerd worden in hun huidige functioneren, weet ik niet, daar heb ik met hen niet over gesproken.
Misbruik vertrouwen
Wat moeten we met dit soort zaken, bezien in een wettelijk kader. Is het strafbaar als twee volwassenen intiem zijn met elkaar? Ja, hij overtrad als monnik regels en geloften die hij had afgelegd. De leerlingen met wie wij gesproken hebben voelden zich niet zozeer lichamelijk mishandeld, maar ervoeren een beschadiging van het systeem, het misbruik van vertrouwen. Hadden we het toch moeten melden bij Justitie? Was het gedrag daar wel ernstig genoeg voor? Nu blijkt van wel. Voor ons was toen het belangrijkste dat Mettavihari zou stoppen met zijn gedrag. Ik heb geen aanwijzingen dat hij er mee door is gegaan.
Er is een lijst met eenentwintig mensen die zeggen slachtoffer te zijn van Mettavihari. Over de betrouwbaarheid van die meldingen kan ik niets zeggen, de verdachte is dood dus we kunnen hem er niet meer mee confronteren en moeten het doen met wat de leerlingen zeggen. Ik ben blij met de openheid die er nu is, je ziet dat binnen sangha’s gewerkt wordt aan het opstellen van ethische codes en regelgeving. En slachtoffers zijn blij dat ze gehoord worden.’
Wel onderhouden
Vipassanaleraar Aad Verboom zegt dat Mettavihari wel degelijk op zijn gedrag in de Boeddhadharma tempel in Waalwijk in 1981 is aangesproken. Dat gebeurde door section five, het bureau in Thailand dat verantwoordelijk is voor de uitzending van Thaise boeddhistische monniken naar het buitenland. Henk Barendregt heeft toen hierover gesproken met Chao Khun Brohmagunabhorn, een hoge Thaise geestelijke die de tempel in Waalwijk regelmatig kwam bezoeken.
Verboom: ‘Er zijn voor deze monniken drie niveaus van overtreding. Die waarin je onherroepelijk geen monnik meer kunt zijn, een tamelijk zware overtreding maar waarin de monnik zich kan beteren en een waarvoor een waarschuwing wordt gegeven. Een herinnering, let op je belofte. In 1981 heeft een hoge monnik van section five een onderhoud gehad met Mettavihari en werd diens gedrag in Waalwijk beoordeeld. Hij kreeg toen -voor zover ik dit heb kunnen reconstrueren- de disciplinaire maatregel twee opgelegd, ernstig maar voor verbetering vatbaar.
De Thaise sangha doet hierover naar leken toe geen uitspraken, maar in het algemeen werkt het als volgt: wanneer een monnik zich gedurende de schorsing correct gedraagt en na afloop van de schorsing zijn monniksgeloftes hernieuwt, wordt hij in ere hersteld en kan hij zijn werk hervatten.
Nu zijn er, naar aanleiding van de meldingen die in de openbaarheid komen over het gedrag van Mettavihari, vanuit de Thaise sangha in Nederland opnieuw contact met section five en andere boeddhistische instanties in Thailand. Door de gebeurtenissen zijn ze daar geschokt, omdat dit ondanks alle genomen maatregelen heeft kunnen gebeuren. Omdat zowel Henk Barendrecht als ik in 1981-1983 actief waren in de Boeddhadharma Tempel in Waalwijk, hebben we afgesproken beiden een verklaring over ons individuele handelen af te zullen leggen. Doordat de gedragingen 34 jaar geleden zijn gebeurd en Henk momenteel op reis is in de USA, kost dit nog een paar dagen.’
Verboom zegt dat het vrij lang heeft geduurd voordat bij de vipassanaleraren uit de groep van Mettavihari de omvang van het misbruik bleek. ‘Waar ging het om. Was er sprake van verkrachtingen, handtastelijkheid. In eerste instantie bleek er sprake van misbruik te zijn met jong volwassen mannen, nu blijkt er ook een kind te zijn misbruikt. Voor 2014 was er niets concreets. Binnen de lerarengroep konden we ons ook nauwelijks de omvang en de heftigheid van het gebeurde voorstellen. Dat besef is er nu wel.
Hoe we hier mee om moeten gaan, zal de tijd leren. Er zijn eenentwintig meldingen, de omvang is nu wel bekend. Zijn het zware, lichte vergrijpen, zijn er spookmeldingen, we hebben er als leraren geen ervaring mee. Johan en Ank –van de groep die wel de naam van Mettavihari bekend maakte- hebben professionele hulp ingeroepen, een therapeut die bekend is met misbruikzaken om ze te ondersteunen. Wel duidelijk is dat er een onafhankelijk meldpunt moet komen, en zullen we moeten definiëren wat onafhankelijk is. Ik denk aan een huisarts of iemand van die categorie, een boeddhistische leraar die meldingen kan beoordelen op grond van de regelgeving binnen het boeddhisme en nog een derde partij.’
Moet er een registratie komen van bevoegde vipassanaleraren. Een toets en een mogelijkheid om het leraarschap te ontnemen?
Verboom: ‘Vipassanaleraar, het is maar een kreet. Je kunt er geen beroep van maken met daaraan gekoppeld een mogelijk verbod. Het is religie, je kunt geen diploma voor het onderricht naar verlichting geven. Je zou het leraarschap wel toetsbaar kunnen maken door een centraal register aan te leggen, waardoor je kwaliteit kunt meten en sancties kunt opleggen. Maar het blijft lastig, het is religie en de vrijheid om die te beoefenen staat in onze Grondwet. Waar ik wel voor sta is het onderschrijven van een ethische code door de leraar en intervisie, zoals dat nu al gebeurt in lerarengroepen. Ik wil er ook op wijzen dat er geen actueel misbruik speelt. Binnen de groep van veertien (leraren) is er slechts sprake geweest van één incident, dat had te maken met onhandig gedrag. Dat viel, zeg maar, in de derde categorie.’
Er zijn slechts drie vipassanaleraren die afgelopen week openlijk hun excuses hebben aangeboden aan de leerlingen van Mettavihari. Wordt het geen tijd voor een algemene verontschuldiging. De feiten zijn toch duidelijk.
Verboom: ‘Dat doe ik als Aad Verboom direct. Ik geloofde namelijk de verklaring van Patrick Franssen niet, die in de jaren zeventig vanaf zijn negentiende naar eigen zeggen veertig tot vijftig keer werd misbruikt door Mettavihari. Hem bied ik mijn verontschuldigingen aan. De groep waarvan ik de woordvoerder ben is zich nog aan het beraden over een verontschuldiging, dat gaat langzaam maar precies, er is sprake van overweldiging door het nieuws en de mate van het misbruik.’
Mettavihari was gebonden aan zijn geloften die hij als boeddhistisch monnik had afgelegd. Zo moest hij zich onthouden van seks en seksueel gedrag. Is dat niet de kat op het spek binden? Hoe sterk moet je zijn om dat vol te houden.
Verboom: ‘Dat is de reden dat ik geen monnik wilde geworden. Maar Mettavihari had de keus om als monnik af te haken en als lekenleraar verder te gaan. Hij had kunnen zeggen: ik hijs het niet, het wereldse verlangen is te heftig voor mij. Niemand had hem dat kwalijk genomen. Ik begrijp niet dat hij die keus niet heeft gemaakt.
Hebben de slachtoffers van Mettavihari iets aan de dhamma om hun trauma’s te verwerken, En in hoeverre is het aanzien van het boeddhisme door het wangedrag van Mettavihari geschaad?
Verboom: ‘Bij de slachtoffers moet je nu niet met boeddhistische beginselen aankomen. Daar zijn ze op afgeknapt. Ze moeten professionele hulp krijgen om hun ervaringen te verwerken. Het is jammer dat Mettavihari overleden is, hij kan nooit meer sorry zeggen tegen zijn slachtoffers. Dat had een hoop geholpen bij de verwerking. En of het aanzien van het boeddhisme is geschaad? Over een paar maanden wordt er niet meer over deze kwesties gesproken. Het boeddhisme kan wel een stootje hebben. We zullen de komende jaren hard werken om te zorgen dat dit niet meer makkelijk kan gebeuren.’
G.J. Smeets zegt
“Het is jammer dat Mettavihari overleden is, hij kan nooit meer sorry zeggen tegen zijn slachtoffers. *Dat had een hoop geholpen bij de verwerking* [nadruk van mij, G.J. S.]. En of het aanzien van het boeddhisme is geschaad? Over een paar maanden wordt er niet meer over deze kwesties gesproken. Het boeddhisme kan wel een stootje hebben.’.”
Als Aad Verboom dat werkelijk gezegd heeft is het probleem wel helder: paternalisme.
Sjoerd zegt
….”Mettavihari gaf in dat gesprek in ’95 zijn gedrag meteen toe en zei dat hij er mee gestopt was. Ik was leraar en geen hulpverlener en was opgelucht door de uitkomst van het gesprek. Het leek er op dat er bij zijn slachtoffers geen al te grote problemen waren ontstaan.”….
Beste Johan Tinge. Net als voor psychotherapeuten gold in ook die tijd al voor een GZ-psycholoog, dat hij zich in zijn privéleven net als in zijn werk in overeenstemming met zijn beroepscode moest gedragen.
Ik ervaar het als collega als schokkend dat je hier onderscheid in maakt.
Sjoerd zegt
Het gaat niet aan om alle leraren, begeleiders of vergelijkbare personen nu te wantrouwen en over 1 kam te scheren.
Voor hen die er van wisten, erbij stonden, toekeken en jarenlang zwegen en ontkenďen ligt het m.i. anders. Zij hebben zich, om wat voor een reden dan ook, onbetrouwbaar getoond en daarmee ongeschikt voor een dergelijke rol en positie.
Ze zijn door hun gedrag medeplichtig aan het voortduren van het misbruik.
Het zou al deze z.g. leraren sieren als zij zich terugtrekken uit hun functie en daarmee de weg vrij maken voor herstel van vertrouwen in de diverse boeddhistische activiteiten en hun begeleiders/leraren.
G.J. Smeets zegt
Sjoerd,
geheel met je eens dat de heren die “…er van wisten, erbij stonden, toekeken en jarenlang zwegen en ontkenden…” destijds onbetrouwbaar en ongeschikt waren. Ik ben het ook met je eens dat ze “…door hun gedrag medeplichtig [zijn] aan het voortduren van het misbruik.”
Ik ben het echter niet eens met je opmerking dat het hen zou sieren zich terug te trekken uit hun functie. Er is immers helemaal geen goede sier meer van te te maken en de bedenktijd om zich terug te trekken duurt inmiddels bedenkelijk lang.
Je sluit af met “Het zou al deze z.g. leraren sieren als zij zich terugtrekken uit hun functie en daarmee de weg vrij maken voor herstel van vertrouwen in de diverse boeddhistische activiteiten en hun begeleiders/leraren.” Daar haak ik van je af: ‘Boeddhistische activiteiten’ is een verzinsel. De enige boeddhistische activiteit is de persoonlijke oefening. De rest is sociale ruis en die ruis is onvermijdelijk maar niet onoverkomelijk : )
Lama T. Wangmo zegt
Wat er ook gebeurd, een handeling verricht vanuit seksueel verlangen met een ander,wanneer ejeculation, or orgasm is ervaren of penetratie, is er sprake van een parajika en de vinaya is verloren. Ingeval dat er zeer incorrect gehandeld is met schadelijke gevolgen, de parajika kan niet meer hersteld worden als Bikshu / Bhukshuni. Een parajika is een volledige breuk van de 12 basis regels van de Bikshu/ Bikshuni. In zo’n geval had Mettavihari ook geen leraar meer mogen zijn.
In onze cultuur hebben we strikte ethische regels aangaande misbruik, deze moeten ook in the Aziatische traditie gehanteerd worden, vooral door hen die les geven! Ik vind het geen probleem en eigenlijk wel goed, als de niet Sramanera/ Sramaneri- Bhikshu/ bhikshuni gemeenschap wat meer bekendheid heeft met dit aspect van de Vinaya en dat is de verantwoordelijkheid van het betreffende Dharma centrum om de studenten hierin voorte lichten.
Sien zegt
“Over een paar maanden wordt er niet meer over deze kwestie gesproken”. Wat een uitspraak. Dit noem ik bagatelliseren en niet serieus nemen wat deze man met slachtoffers heeft gedaan!.
Graag zou ik reactie van Aad Verboom willen horen, wat hij hiermee bedoelt.