Als je de berichtgeving in de media leest, -ook die in het Boeddhistisch Dagblad- waarin melding wordt gemaakt van in alle opzichten onfrisse praktijken tussen al of niet zelf benoemde boeddhistische leraren en hun leerlingen, kan je makkelijk vergeten dat het in tientallen, mogelijk honderden sangha’s, groepen en organisaties wel goed gaat. Dat daar leerlingen en leraren worden gerespecteerd en zich veilig voelen. De leer van de Boeddha op een integere manier wordt onderwezen.
Door de onthullingen over seksueel misbruik in drie boeddhistische groepen, hangt er momenteel een grauwsluier over boeddhistisch Nederland. Er worden vergelijkingen gemaakt met het seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke kerk.
De vraag is: hoe nu verder? Mettavihari is dood, kan zich niet meer verdedigen tegen de beschuldigingen. Of strafrechtelijk vervolgd worden. Of zijn spijt betuigen. Lama Chöpel wordt een zelfbenoemde goeroe genoemd, de Kumaré van de Lage Landen en Pierre Krul is weer Pierre Krul. Hun namen zijn genoemd en ze zijn gewaarschuwd.
Kunnen we het opbrengen te vergeven- niet te vergeten, en lessen trekken uit wat gebeurd is? Kunnen we de slachtoffers onze onvoorwaardelijk troost en liefde bieden? Kunnen we ook compassie hebben met de leraren die hun eigen genot en hebzucht boven dat van het geluk en kwetsbaarheid van hun leerlingen stelden. Of gaan we de toekomst in zoals Marjita die in deze prachtige cartoon schetst: sangha’s met bewakers die de leraar bespieden, camera’s die zijn gedrag vastleggen en een argwanende meute -met open ogen- voor hem.
Juist nu geldt: …nooit komen uitingen van haat in deze wereld tot rust door haat, maar door niet te haten komen ze tot rust, dat is een eeuwige wet.
update 31 mei: bij publicatie stond Marja Timmer vermeld als auteur. De tekst is echter geschreven door Joop Hoek. De cartoon werd gemaakt door Marja Timmer. (red.)
Sjoerd van Leent zegt
We moeten vooral lering trekken uit wat er is gebeurd. Wat er zicht heeft plaatsgevonden, heeft plaatsgevonden. Aan de ene kant moeten we doorgaan, aan de andere kant mogen we niet deze lessen vergeten. Vandaar mijn mening ook, het is een vrachtwagen vol mest, laten we de mest gebruiken om mooie fruitbomen mee te telen.
Marja Timmer zegt
Mooi gezegd Sjoerd, ben ik het helemaal mee eens.
G.J. Smeets zegt
Beste Marja Timmer,
de reactie van Sjoerd op je blogstuk is een en al cliché: lering trekken, doorgaan maar niet vergeten, mest die goed is voor de planten. Het kan letterlijk in de brochure van een consulent en op het tegeltje op de schoorsteen. Sjoerd zegt niets maar dan ook helemaal niets over de konkrete les die hij trekt. En jij gaat met die vaagheid helemaal akkoord. Oef!
Sjoerd van Leent zegt
De les die ik trek is een eenvoudige, namelijk er iets aan doen.
Het is niet voor niets dat ik er een artikel over heb geschreven, zie hier: https://boeddhistischdagblad.nl/51789-het-bouwen-aan-een-betrouwbare-sangha-van-bhikkhu-en-bhikkhunis/
Het is suggestief aan te nemen dat ik er niets over heb gezegd.
G.J. Smeets zegt
Beste Sjoerd,
ik heb je artikel gelezen, met instemming. Het laat onverlet dat je reactie hierboven vaag cliché was en over die reactie had ik het uiteraard.
Sjoerd van Leent zegt
Als ik het herlees begrijp ik die conclusie. Zo is het niet bedoeld. Ik bedoelde met lessen trekken dan ook echt lessen trekken en er iets mee doen. Dat laatste wordt vaak vergeten.
Jos Salutary Moonlight de Vries Spaans zegt
Wie bewaakt de leraar…
Mijn persoonlijke gedachten bij de tekst van de columnist in het Boeddhistisch dagblad.
Vinden we het niet veel te vroeg in dit stadium om om vergeving en begrip te vragen, als onderzoeken nog lopen en ondanks dat Mettavihari gestorven is, is er meér dan genoeg aan getuigenverklaringen van slachtoffers om de waarheid ten volle aan het licht te brengen en onder ogen te zien?!
Het is een non-argument en een slag extra in het gezicht van de slachtoffers om met dit argument aan te komen zetten.
Het zou getuigen van een groot gebrek aan echte compassie en een poging zaken toe te dekken en te verhullen.
Valse schaamte, die juist mede de oorzaak is, dat deze dingen door gemeenschappen zo hardnekkig worden ontkent en voorgangers in de levensgrote valkuil doen stappen, om het in de doofpot te stoppen. Slachtoffer te horen en dan de opdracht te geven zelf met de dader in contact te moeten treden om het eerst met deze te moeten bespreken….
Om maar van een civile procesgang nog maar niet te spreken….
Ik hoop van harte dat deze er komen en openlijk eerherstel voor de slachtoffers.
Me diep schamend dat we hen niet openlijk zouden erkennen.
Binnen de Boeddhistische Unie Nederland hebben we een paar jaar geleden integer vergaderd, als sangha vertegenwoordigers van de vele oprechte sangha’s die er in Nederland zijn;
“Of het geen tijd werd om een deskundige onafhankelijke Vertrouwens commisie aan te stellen, als meldpunt voor klachten, voor welke vorm van machts-misbruik dan ook.”
Er werd een prachtig goed uitgewerkt voorstel gedaan, maar dat werd slechts met aandacht ontvangen.
De sangha vertegenwoordigers vonden de tijd daar nog niet rijp voor en het hoofdargument was dat er binnen de sangha’s zélf voldoende aandacht voor is.
Vanuit mijn GGZ professie heb ik, als deelnemer en op persoonlijke titel, gewezen op het gevaar van partijdigheid als we de leraren zélf tot spreekbuis en vertrouwenspersoon aanstellen.
Zij kunnen zélf onderwerp van de klacht zijn en/of veel te betrokken en belast worden met een ethische kwestie die volstrekte om onpartijdigheid en professionele distantie vraagt.
Dat kunnen en mogen we niet van leraren vragen. Een Vertrouwenscommissie dient van iedere vorm van partijdigheid worden uitgesloten en met professionele integriteit te worden ingericht en bewaakt.
Het tij is gelukkig aan het keren en er zijn, moge ik hopen, deskundige geschoolde vertrouwenspersonen aangesteld. Moge zij in wijsheid met mededogen voor de slachtoffers handelen en de moed hebben professioneel te werk te blijven gaan, voorbij alle schaamte!!!
Met liefdevolle barmhartigheid voor alle betrokkenen.
Jos de Vries Spaans
http://www.zen-in-practise.nl
Marja Timmer zegt
Ik ben het met je eens Jos, dat we niets moeten toedekken. En jouw gedachten over de vertrouwenspersoon vind ik héél goed. Er moeten onafhankelijke vertrouwenspersonen in de sangha’s komen. Daar moeten we ons sterk voor maken!
Sjoerd van Leent zegt
Jos,
Ik zie wat je bedoeld rondom de term vergeving. Ik gebruik zelf dit woord liever niet, omdat er een idee vanuit kan gaan het maar weg te denken.
Mijn perceptie – voor zover die waar mag zijn – is dat we moeten voorkomen dat dergelijke excessen met de mantel der liefde wordt bedekt. Het lijdt ertoe dat de waarheid toch wel bovenkomt, en als dat gebeurt – net als nu – de waarheid alleen maar veel bitterder is, en de problemen veel omvangrijker. Nog maar niet te praten over de schade die de leer hierdoor wordt aangedaan.
Een vertrouwenspersoon, zoals aangegeven binnen deze video die daar betrekking toe heeft (https://www.youtube.com/watch?v=x0AYOcqPTVY), spreekt heel duidelijk over een vertrouwenspersoon in seculiere, onpartijdige vorm, juist een buiten die van de groep. Zeker voor monniken en nonnen geldt dat dit een leken-aangelegenheid en seculiere aangelegenheid is, maar ook voor leek-leraren geldt dat een vertrouwenspersoon vanuit buiten benaderbaar moet zijn.
Een zelfcorrigerend paradigma, hoe mooi het ook zou zijn, is keer op keer een mythe gebleken. Dat is zoiets als WC-eend adviseert WC-eend. Er zijn instrumenten nodig die kunnen ingrijpen daar waar een groep dat niet kan.
G.J. Smeets zegt
Beste Marja Timmer,
je stelt in je blogstuk:
“Of gaan we de toekomst in zoals Marjita die in deze prachtige cartoon schetst: sangha’s met bewakers die de leraar bespieden, camera’s die zijn gedrag vastleggen en een argwanende meute -met open ogen- voor hem.”
Genoemde ‘Marjita’, dat ben je dus zelf en je kwalificeert je cartoon als ‘prachtig’. In het Engels heet dat ‘self-serving’. Die self-serving is nu precies de reden dat iedereen, ook en vooral leraren, in de gaten gehouden worden. Met of zonder camera maar in elk geval met open ogen. Om je historische geheugen op te frissen: meditatieleraren sturen al sinds mensenheugnis hun leerlingen naar collega’s, over en weer. Kwestie van spirituele kruisbevruchting en spionnage. Nix menselijks is de leraar vreemd.
Je blogstuk is naar mijn smaak & inzicht een rommeltje. En je afsluiter over ‘haat’ in deze context is ronduit onnadenkende stemmingmakerij. Foei!
Marja Timmer zegt
Beste G.J Smeets,
Ik heb de column niet geschreven. Ik heb de cartoon getekend. Maar ik vind het wel een heel mooi stukje wat Joop Hoek geschreven heeft. En juist ook de afsluiting is zo mooi, omdat die er ons op wijst dat we moeten blijven oefenen om onze neiging te leven in ‘ik tegenover ander’ niet voortdurend te cultiveren. Ik heb ooit eens in het BD eeen gedicht geciteerd van Thich Nath Hanh. ‘Noem me bij mijn ware namen’. Zolang wij ons distanciëren van daders, van mensen die misstappen begaan, houden we de wereld van haat en boosheid in stand. De weg naar vrede is voor mij je ten volle realiseren: Ik ben het slachtoffer, maar ook de dader.
Anne zegt
Ik zou willen dat mensen die dit soort dingen zo makkelijk roepen en de dader het liefst tot in de oneindigdheid knuffelen met compassie een moment stilstaan bij de slachtoffers. Als slachtoffer van kindermisbruik ben ik voorlopig wel even klaar met de mensen op dit forum. De reacties maken me verdrietig en boos.
Nee, ik ben niet de dader, Nee, ik ben niet verantwoordelijk
Het is mij duidelijk dat je in het boeddhisme in Nederland beter niet kunt spreken over misbruik dat je overkomen is want het gevolg is dat jij verantwoordelijk wordt gemaakt voor wat er gebeurt is en voor het distantieren van daders en het in stand houden van boosheid. Over het kwaad en de levenslange schade door daders geen woord.
Marja Timmer zegt
Ja, Anne, je hebt gelijk. Dat was een domme reactie van mij. Als mijn excuses nog helpen, dan bied ik ze graag aan.
Joop Ha Hoek zegt
De tekst is van mij, de cartoon van Marjita. Het misverstand kon ontstaan door de bio van Marjita die boven dit onderwerp stond. Mijn verontschuldigingen.
Wat is er overigens mis mee om een tekst van de Boeddha te citeren? En te wijzen op de goede dingen in het boeddhisme. Daar wilden we onze lezers met deze cartoon en tekst op attent maken.
Moge iedereen gelukkig zijn, zonder uitzondering.
Metta
Kaarin zegt
“Wie bewaakt de leraar?
door MARJA TIMMER op 29 MEI 2015 · 6 REACTIES”
G.J. Smeets zegt
Beste Joop Ha Hoek,
wat daar mis mee is? Dat het onderwerp een ding is dat nu net NIET naar behoren verloopt. Dat er een heleboel WEL naar behoren verloopt is ons allen genoegzaam bekend maar het is in deze context a) niet relevant en b) niet kies om daar op te wijzen, zeker niet wanneer c) de afsluiter het hele verhaal in termen van ‘haat’ framed. Nogmaals, dat is naar mijn smaak en inzicht stemmingmakerij.
P.s. Onder de titel van het stuk staat toch duidelijk de naam van de auteur en die naam luidt niet J.H.H. maar M.T. Dat is dus geen misverstand (jouw woorden) maar een simpele fout – kan gebeuren, uiteraard, maar noem de mis-informatie geen misverstand.
de redactie zegt
Om verdere verwarring te voorkomen: we hebben de auteur gewijzigd. Eerst stond Marja Timmer vermeld als auteur. Nu staat het artikel op naam van Joop Hoek. De cartoon werd gemaakt door Marja Timmer.
Jos Salutary Moonlight Vries Spaans zegt
Beste Marjita, dank je wel voor je mooie cartoon en reactie. Ik denk persoonlijk dat er een onafhankelijke commissie van Vertrouwenspersonen buiten de sangha’s zou moeten komen, wat iedere zweem van mogelijke gebondenheid weg kan halen. Dat is zo in de GGZ georganiseerd en heeft men al jarenlang goede expertise mee opgebouwd. Mensen die specialistisch geschoold zijn in het hanteren van deze ingewikkelde problematiek. Ik zie een naar binnengerichte huiver van sangha’s en vermoed dat men bang is voor ‘aantasting’ van de gemeenschapscultuur en het onderricht van de betreffende leraren. Het zou goed zijn om die afgeslotenheid te doorbreken. Juist die afgeslotenheid draagt er toe bij dat zaken in het verborgene kunnen blijven. Dat kweekt de collectieve schaamtecultuur in een gemeenschap. Dan wordt het groepsbelang gesteld boven het individuele belang. Ik heb dat veel en vaak geobserveerd binnen systemen, culturen, gemeenschappen van allerlei komaf en tradities. Ik hoop dat dat gaat doordringen tot de sangha’s, het zal een enorme vlucht naar openheid geven en professionele aanpak. Warme groet Jos de Vries Spaans, Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige, Mindfulness MBSR & MBCT trainer, Zen meditatieleider.
Jos Salutary Moonlight Vries Spaans zegt
Beste Sjoerd van Leent,
Hartelijk dank voor je reactie en bijdrage. Ik ben het geheel met je eens!
Dat staat mij óók voor ogen, een geheel onafhankelijk operende landelijke instantie Vertrouwenspersonen, welke aangesteld worden vanuit hun professie en getoetst op hun onpartijdigheid en integriteit.
Als deze echte onafhankelijke instantie gedragen wordt door de unanieme instemming van de sangha’s, zou dat van moed spreken en kan civiele rechtspraak prevaleren boven ‘wij lossen dat intern wel op’.
Mijn mededogen gaat primair uit naar de slachtoffers. Het vragen van begrip voor de daders, tegenover de vaak levenslange schade die aangericht is bij het slachtoffer, gaat mij een stap te ver. Alleen slachtoffers kunnen daadwerkelijk weten wat in deze ‘verzoening en/of vergeving’ betekent. Dat is een uiterst persoonlijken aangelegenheid.
Ik ben persoonlijk die weg gegaan als slachtoffer.
Verzoening vond ik en mijn dader heb ik geconfronteerd en sterkte gewenst zijn verantwoordelijkheid te dragen voor zijn handelen. Daarin bestond voor mij ‘vergeving’. Niet voor zijn handelen, wel voor het ontknopen van mijn karmische verbinding met het geweld en de dader. Ik werd vrij.
Maar dat is voor iedereen heel persoonlijk en er bestaat geen toverspreuk voor of goed bedoeld advies. Slechts een volledig luisteren en erkennen wat IS.
Het mooie gedicht van Tich Nat Han heeft hij alleen kunnen schrijven omdat hij dat zelf heeft doorleefd. Laten we het niet verheffen tot een troostgedicht, waarmee we de mond snoeren van slachtoffers. Er schuilt het gevaar in dat we een ideaal nastreven dat er geen ‘ik en de ander’ bestaat.
Het onderscheid is uiterst helder en zuiver.
De dader is de dader. Welke motieven of achtergrond deze ook in zich draagt.
Er is naast een spiritueel inzicht ook helder een onderscheidende psychologische werkelijkheid.
Het boeddhisme loopt het gevaar, dat vanuit haar wensdenken toe te dekken, door de dharma leer te verheffen boven de dualiteit en pluriformiteit waarin ons menselijk bestaan zich afspeelt.
Luister, ervaar de pijn van het slachtoffer, en wees met haar / hem. Erken wat IS. Niets meer, Niets mineer.
Jos de Vries Spaans
http://www.zen-in-practice.nl
Borisboyo zegt
Ik denk dat het artikel en de reacties op zich goed bedoeld zijn, maar vergeving kan niet zomaar afgedwongen worden.
Even geen voorbeeld van de Boeddha maar van Anselm Grün een Benedictijnermonnik:
“Vergeven: Sommige christenen ( hiervoor kan je ook mensen invullen) vinden het heel moeilijk om iemand te vergeven die hen heeft gekwetst. Bij hen krijgt vergeving de bijsmaak van berusting. Ik mag helemaal niet woedend zijn. Ik moet vergeven. Maar dat wordt beslist niet met vergeving bedoelt. Vergeving is altijd een uiting van kracht en niet van zwakte. Ik kan de ander pas vergeven, als ik mij eerst innerlijk van hem of haar heb gedistantieerd. Daar heb ik agressie voor nodig, een sterke innerlijke kracht, waarmee ik de ander emotioneel buiten de deur zet.
De tweede stap van vergeving is dat ik de krenking bij de ander laat liggen. Vergeven betekent: datgene wat de ander mij aandoet, weggeven zodat het mij niet meer belast. Als derde stap probeer ik de ander te begrijpen. Als ik hem of haar begrijp dan is vergeving niet meer een moeizame plicht, waaraan ik mij onderwerp om het gebod van Jezus ( of wie dan ook) na te leven, maar een daad van bevrijding. Als ik begrijp dat de ander mij heeft gekwetst, omdat hijzelf of zijzelf een “gekwetst kind”is, omdat hij of zij zijn eigen krenkingen aan mij heeft doorgegeven, dan heeft hij of zij geen macht meer over mij. Ik wordt bevrijd van datgene wat hij of zij mij heeft aangedaan. Zolang ik niet kan vergeven, ben ik gebonden aan de ander. Vergeving bevrijdt mij. Tegelijkertijd wordt je door vergeven innerlijk sterker, consistenter en afhankelijker.”
Ikzelf vind dit een mooie tekst, waaruit blijkt dat vergeving stapsgewijs gaat. En voor ieder mens gaat dit op zijn of haar eigen manier. Ik geloof dat vergeving je kan bevrijden, maar het kan je niet opgedrongen worden en zo maar in het Wilde weg roepen dat we zowel slachtoffers als daders zijn, of compassie moeten hebben met de daders of wat er ook allemaal wordt gezegd, vind ik niet handig, vergeving is een nl proces, dat bij iedereen op zijn of haar eigen manier gaat. En vergeven bij sexueel misbruik is van een geheel andere orde als vergeving bij bv iemand die je auto aanrijdt. Er komen een heleboel emoties bij kijken. Ik begrijp Anne heel goed, ikzelf ben ook slachtoffer van sexueel misbruik en aanranding, het heeft mijn leven 180 graden omgedraait en beïnvloedt, maar ik heb deze mensen het wel kunnen vergeven. Maar ik ben wars van het gewoon maar wat roepen. Van wat een Boeddha zegt of wat een Jezus zegt of wie dan ook. Vergeving is niet af te dwingen.
G.J. Smeets zegt
Beste Borisboyo,
dat is een kraakheldere uiteenzetting over de enorme HinkStapSprong die ‘vergeving’ is. Dank daarvoor! Je accent op vergeven als noeste & complexe persoonlijke arbeid is bovendien zeer informatief. Ik onderschrijf je protest tegen ook maar de vaagste suggestie dat vergeving ‘geboden’ is of de woede in stap 1 ook maar iets met haat van doen heeft, zoals het redactionele opiniestuk suggereert.
Jos Salutary Moonlight de Vries Spaans zegt
Dank je wel voor je persoonlijke indrukwekkende bijdrage Borisboyo !
Ben het helemaal met je eens, (h)erken volledig wat je schrijft.
Ik wens je veel goeds.
Jos de Vries Spaans
Borisboyo zegt
Dank jullie wel voor jullie reactie. Eigenlijk zijn de complimenten voor Anselm Grün hoor :-) Maar door zijn teksten en ook deze, zie ik dat er ook andere visies zijn op dit soort moeilijke situaties. Ook ik worstelde heel lang met de daders. ” Compassie en liefde geven” omdat ik vond dat dit zo hoorde, maar ik vergat daarbij mijn eigen gevoelens….. Dus ja, je mag wel degelijk boos zijn! En vanuit die boosheid kan je er wat mee doen, op je eigen manier en je eigen tempo.
Sjoerd zegt
….”Juist nu geldt: …nooit komen uitingen van haat in deze wereld tot rust door haat, maar door niet te haten komen ze tot rust, dat is een eeuwige wet.”….
In mijn praktijk heb ik met zowel “slachtoffers” als “daders” te maken gehad.
Ik gebruik aanhalingstekens, omdat deze termen gebruikt worden om mensen te etiketteren. Het gaat echter in het contact, de relatie en de behandeling slechts om mensen die ofwel iets verschrikkelijks hebben meegemaakt, ofwel iets verschrikkelijks hebben gedaan.
De woorden ‘slachtoffer’ en ‘dader’ worden gebruikt in het juridische domein om schuld toe te wijzen, maar in het intermenselijk verkeer om emoties te structureren, met als direct gevolg onwillekeurige totstandkoming van partijdigheid, haat en de bestraffing door veroordeling c.q. uitstoting.
Als we mensen weer als mensen kunnen zien en hun daden als hun verantwoordelijkheid en ons kunnen losmaken van de sturende etikettering, dan valt de bril van de haat voor onze ogen weg en worden we weer onbelemmerd mens met de mens.
Dan zijn we ook in staat in contact te treden met de ander tegenover ons en onze verbondenheid met elkaar te ervaren.
Dat is de situatie waarin duidelijk kan worden hoe ernstig de schade is die is aangericht en hoe de personen zich daartoe verhouden.
Dan kan ook de beschrijving van het eventuele delictsscenario tot stand komen, net als een risicotaxatie voor de kans op herhaling.
Soms zal het gaan om een uitglijder, waarvan degene die het ondervonden heeft zich relatief makkelijk herstelt, maar in andere situaties zal het gaan om soms zeer ernstig en/of herhaald psychisch en/of fysiek geweld, waarvan degene die het ondervonden heeft een zeer ernstig en langdurig lijden blijft ervaren, door de psychotraumatische beïnvloeding van het cognitief-emotionele functioneren, wat zich ook kan uiten in allerlei lichamelijke disfuncties.
Wat betreft degene die zich heeft misdragen, gaat het erom te beoordelen of hier sprake is van een relatief onschuldige situationele uitglijder, waarvan door intensieve coaching herstel in functie mogelijk is, of dat het gaat om een meer diep in de persoonlijkheid geworteld patroon, waarin weinig of geen wezenlijke verandering verwacht kan worden en de kans op herhaling als groot wordt ingeschat.
Zowel een sociopatische- of psychopatische persoonlijkheidsontwikkeling kunnen hier aan ten grondslag liggen, als ook een nog infantiele en onvolwassen emotionele-/ relationele- en seksuele ontwikkeling bij een verder volwassen persoon.
In deze ernstige gevallen, die we zeker kunnen verwachten bij sommige personen die zelf nogal graag een positie als leider en/of leraar ambiëren, dient uitsluiting van e.d. positie plaats te vinden.
Niet iedereen kan veranderen. Psychopathisch gedrag, vormgegeven in een innemende presentatie kan berusten op een handicap die niet als veranderbaar wordt beschouwd.
Ik beschouw het zelf overigens als bijna misdadig gedrag, om jonge mensen uit een celibataire kloosterpraktijk, met een eenzijdige en slecht ontwikkelde emotionele en relationele persoonlijkheid, als monnik en leraar aan te stellen (in een volstrekt andere cultuur), op grond van hun kennis van de z.g. boeddhistische literatuur en praktijk.
Wat voor een onzinwaarde heeft zulke kennis?
Niet vanuit haat, maar vanuit compassie met en liefde voor zowel de ‘slachtoffers’ als de ‘daders’ zelf willen we handelen.
Niemand heeft het recht een ander in een positie te brengen die tot ernstig gevaar leidt. Dat wel doen, zou pas onversneden egoïsme zijn. Zwijgen dus ook.
Haat keert zich tegen de hater en de gehate en lost niets op, maar compassie en liefdevolle omgang vormgegeven in verstandige omgang met de problemen en de maatregelen die daaruit volgen kan wel strak en begrenzend zijn en als zeer pijnlijk worden ervaren.
Dan het fenomeen leraar versus leerling op zich.
Het is een vreemd verschijnsel dat zovelen zich geroepen voelen dit toneelstuk toch op te voeren.En dat in een traditie waarvan de bron ons aangeraden heeft geen andere leraren te zoeken, maar zijn dharma als leraar te zien en deze zelf te onderzoeken op juistheid en wat onjuist blijkt te laten vallen.
Welke motieven daar voor volwassen mensen sturend in kunnen zijn, kan iedereen die zich in een dergelijk toneelstuk acteur weet, zelf uitvogelen.
Al dan niet in een psychotherapie.
Gezien de grote hang naar groepsvorming in retraites en plaatselijke sangha’s is wellicht groepspsychotherapie een goede keuze.
Daarin komt ook de thematiek rond dominantie en afhankelijkheid, die in misbruik, uitbuiting en grensoverschrijding zo’n grote rol speelt, expliciet aan de orde.
Kies dan wel voor een BIG-geregistreerde goed opgeleide therapeut (onder toezicht van de IGGZ en intercollegiale toetsing), anders krijg je misschien hetzelfde gesodemieter in deze context.
Tot slot, wat is misbruik?
Het seksuele aspect staat nu in de teksten op de voorgrond, maar zoals Edel Maex al opmerkte, het gaat in essentie om alle grensoverschrijdend gedrag. Seksuele begeerte, machtswellust, financiële hebzucht en uitbuiting, fysieke en emotionele exploitatie, etc. etc..
Er is geen enkele reden om ons alleen op het seksuele domein te richten.
Het zou moeten gaan om het ontwikkelen van, en toezien op intentioneel zuiver gedrag, in overeenstemming met het 8-voudig pad en haar praktijk en de Nederlandse wetgeving ter zake. In de sangha’s zelf, maar ook en vooral door een onafhankelijk instituut vertrouwenspersoon op afstand.
Het spirituele is een domein dat om vrijgevigheid, compassie en liefdevolle onthechting vraagt in de omgang met anderen.
Dat verdraagt zich niet met extra aantasting van het milieu, grensoverschrijdend gedrag naar andere levende wezens en het genereren van inkomsten door het verspreiden van de dharma of het aannemen van de rol van leraar of het vragen van inkomsten voor stichting en bezit van centra.
Als we ons de onderstaande raadgeving van Linji eigen maken hebben we geen leraren en centra meer nodig:
“Nestvlieders, wat de leer aangaat, valt er niets te doen. Wees gewoon jezelf. Doe wat je altijd al deed – opstaan, aankleden, zitten, eten, drinken, poepen, plassen, slapen als je moe bent.
“Dwazen lachen me uit
Maar wijzen weten niet beter”
Want
“Zij die er werk van maken
Zijn eersteklas stomkoppen”
Voor wie niets gelooft, is er geen situatie om meester van te worden, geen plek om heen te gaan. Zelfs je oude waandenkbeelden en je zogenaamde karma hebben dan niets meer om het lijf. Wie deel uitmaakt van de feiten, wordt er nooit door ingehaald.”
G.J. Smeets zegt
Zo is het maar net! :)
Sjoerd van Leent zegt
Naamgenoot,
>> Ik beschouw het zelf overigens als bijna misdadig gedrag, om jonge mensen uit een celibataire kloosterpraktijk, met een eenzijdige en slecht ontwikkelde emotionele en relationele persoonlijkheid, als monnik en leraar aan te stellen (in een volstrekt andere cultuur), op grond van hun kennis van de z.g. boeddhistische literatuur en praktijk.
Hier rust vaak de grond van dit soort problemen. De Boeddha was uitermate huiverig met dit soort wensen, en liet alleen minderjarigen (onder de 21 jaar dus) toe als er zekerheid was dat dit mogelijk was, en dan nog onder bijzondere omstandigheden. In Pāli kennen we het woord Samana. Pāli heeft een eigenaardigheid die het gelijk heeft met het Nederlands: verkleinwoordjes. Samana zijnde een volwassen persoon, Samanera zijnde een minderjarige Samana.
In veel landen worden minderjarige vaak in het klooster gezet omdat het cultureel goed zou zijn om zoiets te doen. Vaak ook omdat er geen geld voor onderhoud is. Maar de Sangha is geen school, noch is het een vervanging voor diens ouders.
Alleen bij volle overtuiging mag iemand toegelaten worden. De Vinaya heeft duidelijke redevoering, toch wordt dit niet opgevolgd.
>> maar compassie en liefdevolle omgang vormgegeven in verstandige omgang met de problemen en de maatregelen die daaruit volgen kan wel strak en begrenzend zijn en als zeer pijnlijk worden ervaren.
Voor zover ik weet, is dit exact de reden waarom ons strafrecht mensen opsluit. Dit is niet om pijn te genereren bij een dader, maar evenzo ter bescherming van de maatschappij. Zo ook zijn er in de Vinaya regels, met name de Parajika en Sanghadisesa (https://en.wikipedia.org/wiki/Patimokkha_in_Theravada_Buddhism#Parajika)
Overigens zijn deze op mannen gepaseerd, echter zijn er voor Bhikkhuni’s (nonnen) precies dezelfde regels waarbij alleen het geslacht is omgekeerd.
>> het gaat in essentie om alle grensoverschrijdend gedrag
Eens, zonder meer. Toch dunkt mij dat seksueel grensoverschrijdend gedrag een van de (zo niet dé) ergste is, omdat de impact daarvan zo groot is.
Sjoerd zegt
Vanuit mijn ervaring vermoed ik dat statistisch gezien het percentage seksueel geweld en misbruik, in de kloosters, sangha’s en andere boeddhistische centra, niet zal verschillen van de andere delen van de samenleving.
Dit was in de tijd van Hakuin een pregnant probleem in de dagelijkse kloosterpraktijk en gezien de wijze waarop toetreding heden ten dage gepraktiseerd wordt, zal het nu niet veel anders zijn.
De Tibetaanse kloostercultuur en feodale praktijk van uitbuiting van de bevolking, m.n. vrouwen was, voor zover mij bekend is, ook zeer hardvochtig en ernstig. Het is bijzonder dat we ons in het westen zo door deze cultuur geïnspireerd weten.
In onze westerse cultuur doen we daar overigens op geheel eigen wijze niet voor onder.
Het is inderdaad een zeer ernstig probleem.
Echter, in ernst en beschadiging van mensen laten de diverse vormen van geweld, misbruik en uitbuiting zich moeilijk onderling in een rangorde van ernst schikken.
Suïcide tijdens of na een retraite vind ik persoonlijk een categorie zwaarder. En dat komt ook voor.
Het voorkomen van een neiging tot een sektarische geslotenheid en van de boeddhistische gemeenschap is in deze fase belangrijk om misstanden boven tafel te krijgen.
De tijd zal dan leren wat de grootste impact had.
Sjoerd van Leent zegt
>> Suïcide tijdens of na een retraite vind ik persoonlijk een categorie zwaarder. En dat komt ook voor
Dat is dus persoonlijke voorkeur, beïnvloed door ervaringen. Hoe het ook ervaren wordt, ze zijn inderdaad allemaal verwerpelijk.
Mijn ex-vriendin deed aan Goenka, niet lang daarna moest ze aan de antidepressiva. Ze was totaal labiel geworden. Er was geen relatie mee aan te gaan, want ze was een gevaar geworden (letterlijk) voor eenieder in haar omgeving.
>> Het voorkomen van een neiging tot een sektarische geslotenheid en van de boeddhistische gemeenschap is in deze fase belangrijk om misstanden boven tafel te krijgen.
Mijn idee. De Sangha (kloosterlingen) is van nature open. Het bestaan van Pindapata is er de grondreden voor. Dat laatste wordt door velen niet meer gepraktiseerd, terwijl het echt belangrijk is.
Ik denk dat als het gaat over sektarisch gedrag binnen de Bhikkhu Sangha en Bhikkhuni Sangha (want er is geen Theravada Sangha, Mahayana Sangha, Vajrayana Sangha) het volgende stuk een waardevol lezen is: http://santifm.org/santipada/wp-content/uploads/2012/08/Sects__Sectarianism_Bhikkhu_Sujato.pdf
>> De tijd zal dan leren wat de grootste impact had.
Nu een mooi gezegde: “Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald haar wel.” Het zal niet altijd even snel gaan, maar dit is over het algemeen genomen toch wel het geval.
G.J. Smeets zegt
De titel van het blogstuk luidt “Wie bewaakt de leraar?” Maar het punt is uiteraard wie de leerling bewaakt. Leraren behoren elkaar te bewaken. In de discussiedraad achter het paralelle blogstuk (‘Volledige overgave’ van Tenjo Schröder) heb ik daarover een paar opmerkingen gemaakt. Met als strekking dat meditatieleraren in NL een begrijpelijke maar niettemin ongelukkige dubbelrol vervullen voor hun trainee. De essentie is dat de leraar die de methode / techniek van de introspectie onderwijst beter niet dezelfde persoon is als degene die de individuele ontwikkeling van de trainee superviseert. Twee lerearen dus. Didactisch gezien is daar niets op tegen en als bonus heb je geen gedoe met heimelijke sex, vertrouwenscommissies en meldpunten.
Sjoerd van Leent zegt
Interessante bevinding. In de tijd van de Boeddha, maar ook tot lang erna, waren er altijd twee monniken c.q. twee nonnen die een leidende rol hadden. In de tijd van de Boeddha waren dit Maha Moggalana (de Dhamma-leraar) en Sariputta (de Vinaya-leraar). Dit is in de tijd vaak bewaakt gebleven, en in de overdracht ook vaak terug te vinden.
Dit splitst in de Sangha de rol van methode (een Dhamma-kenmerk) en supervisie (een Vinaya-kenmerk).
Ik claim al lang dat er een adequate hoeveelheid monniken/nonnen nodig zijn, daar waar er sprake is van een Bhikkhu(ni)sangha, anders is de inkleding van rollen gevaarlijk beperkt en komen we tot het probleem van dubbele petten, wat naast gevaarlijk eenvoudigweg onpraktisch is. In het geval van leek-overdracht zou dat precies hetzelfde betekenen,het scheiden der machten.
Willie zegt
Goede vraag! Ik moet daarbij denken aan een Chinese uitdrukking: een mens in totale eenzaamheid, of wel “gūjiā – guărén”. Deze uitdrukking heeft zijn oorsprong in de oudheid toen een keizer over zichzelf sprak als”guărén” (eenzame man).
Mensen aan de top van een onderneming, organisatie of land zijn in zekere zin ook eenzame mensen, ze kennen hun gelijke niet, de meeste mensen hebben groot ontzag en eerbied voor ze. Als gevolg daarvan worden ze niet tegengesproken of terechtgewezen. Soms is dat zelfs bij wet geregeld :-) En anders selecteert het zich vanzelf uit, degene die wel kritiek hebben zoeken hun heil elders.
Dit zie je ook bij boeddhistische organisaties, zenmeesters, meditatieleraren. Er is een overmaat aan ontzag, wat de beoefening voor leraren bemoeilijkt. Ook boeddhistische leraren zullen zich moeten blijven ontwikkelen. Ze zullen zichzelf daarom moeten bewaken. M.i. door zelf hun ‘kritiek’ of feedback te organiseren, bijv. door een of andere vorm van supervisie of intervisie, zodat ze zichzelf blijven ontwikkelen en zicht krijgen op hun blinde vlekken en onheilzame intenties en handelingen. Daarnaast helpt het natuurlijk ook om een open onderzoekende houding te stimuleren bij je leerlingen.