• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Twaalfde jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Ramo de Boer
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Achtergronden » Andrew Peers- Meditatiemachine

Andrew Peers- Meditatiemachine

23 januari 2019 door gastauteur

Diederik spoelt zijn mond en kijkt zichzelf aan in de spiegel. Hij is niet helemaal wakker, zijn ogen als spleetjes geven iets oosters aan zijn kale hoofd. Hij leunt naar rechts met zijn buik tegen de wasbak omdat de spiegel net iets te laag tegen de muur is geschroefd. Zijn vrouw heeft het huis, een boterwaag uit 1700, zelf ingericht in een ‘simpel chic’ woonstijl met attributen die niet allemaal passen bij zijn lengte. Gedachten strekken zich als langzame kometen uit door het binnengewelf van zijn schedel. Hij ziet zichzelf weer in zijn zwarte Renault Mégane door het polderlandschap rijden. Het autodak is naar achter gevouwen en de lucht kietelt zijn oorhaar. Gisteren was Diederik happy. De eerste sesshin van zijn sangha was  goed verlopen.

Gisteren was Diederik happy totdat hij bij het winkelcentrum een stop maakte. De zomerkleding in de C&A had hij even gekeurd en hij was weer op weg naar de uitgang toen hij een doffe slag hoorde en het gepiep van vering. In een van de gangen, tussen de door etalagepoppen bewoonde eilanden, ziet hij een met stomheid geslagen kleuter die zojuist is gedumpt in een kinderwagen. De blik van een jonge moeder is gericht op een ander kind dat er naast staat. De lippen van de vrouw articuleren overdreven maar haar stem is ingehouden en verworden tot een sissend gefluister, overstemd door de winkelmuziek. Het oudere zusje van de kleuter blijft stokstijf staan, haar gezicht verborgen in een lappenpop. Haar linkervoet blijft cirkeltjes maken, de top van de tenen op de grond, en haar ogen gluren door het lange haar van de pop heen. Het zijn holle ogen die niets zien. Plotseling houdt het spervuur van de moeder op. Haar dochtertje gooit haar armpjes omlaag. Ze vallen slap tegen haar dijen en zij blijft maar naar de vloer kijken. De moeder vertrekt. Met rode wangen marcheert het meisje mee de winkel uit, een handje aan de kinderwagen geklemd, stampvoetend als een soldaatje. De boodschap is goed binnengekomen; ze zal zich voortaan gedragen. Diederik keek haar na en voelde zijn hart bonzen in zijn borstkas. De scène bleef de rest van de dag door zijn hoofd spoken, en ’s nachts werd hij ineens klaarwakker.

Diederik legt de zeep terug op de rand van de wasbak en wast zijn gezicht. Hij hoort het stuk zeep in het water vallen en hij schrikt ervan. Hij is niet zo ontspannen en uitgerust als hij dacht. Hij droogt zijn gezicht en legt de zeep weer op wasbak. Na een indrukwekkend dansje waar Diederik pissig naar kijkt, duikelt de zeep voor de tweede keer het vuile water in. In een poging het op de wasbak te kwakken schiet het stuk uit zijn vingers en glibbert weg op de vloer. “Verrek, jij doet wat ik zeg! Blijf daar stilstaan en hou je mond!”

Een vlieg neemt een kickstart van het zonlicht dat ineens binnenvalt en de krijtgeverfde muren van de badkamer verlicht. De vlieg zoemt zigzag weg richting de stilte van de aangrenzende slaapkamer maar bromt weer terug naar waar Diederik nog voor de spiegel staat. Diederik weet het even niet. Gegrepen door een aarzelend innerlijk geluid, staat hij daar met een zwarte badjas om zijn harige buik. Roept er iemand?

Lara, de boxerhond, nog altijd te bang om de stalen trap op te klimmen, ijsbeert in de hal beneden: haar nagels krassen op de keramische tegels. De oranje vacht van de hond lijkt soms het enige scheutje kleur in het zwart-wit decor van hun thuisbestaan. Dat is nu eenmaal de prijs die een man betaalt wanneer hij huwt met een interieurstyliste en kunstenares. De oosterse ogen van Diederik bewegen aarzelend naar boven, naar het oude balkenplafond. Het geluid dat hij dacht gehoord te hebben, had een hoge toon en was verdwenen zodra hij zijn volle aandacht erop richtte. Alsof iemand een radio uitgezet had. Op de tweede verdieping, waar zijn enige dochter haar eigen kamer met badkamer heeft, lijkt het stil. Zijn twee pupillen draaien verder in een baan om zijn neus en komen elkaar weer tegen in het spiegelglas.

Gisterenmiddag, terwijl hij naar huis reed, zong Diederik hardop zijn lievelingstekst uit T.S. Elliotts gedicht East Coker. De zinnetjes ‘Love is most nearly itself, when here and now cease to matter’ bevrijdde hem van de fysieke stramheid van een week zitten op het kussen met de opdracht immer aandachtig te zijn voor al wat er in hem opborrelde. Niet dat hij altijd precies wist wat er in hem omging, maar wat het ook was, het was duidelijk dat hij er de laatste maanden meer voeling mee had. Dat hij een mens was, was nooit eerder zo voelbaar. Dat was niet altijd het geval geweest.

Als middelmatige leraar Engels ging hij na een afvloeiingsregeling in de jaren negentig het zakenleven in. Hij werd successievelijk freelance frietfabrikant, haarsaloneigenaar, business partner van een slagerij, eigenaar van een primitieve houtzagerij die hij later verkocht. Daarna had hij een aantal drinkautomaten gekocht en geïnstalleerd op strategische plekken in de stad, een job die hem meer tijd gaf om in zijn versnellende zencarrière te investeren. In de zendo was bijna niets te merken van de kwaadheid waarin hij verkeerde tijdens deze fase van zijn leven. Alle emotie veranderde hij bewust in een verborgen woede. Van liefde wou hij niets meer weten. De liefde was een verrader. Nooit meer zou een vrouw de kans krijgen hem om de tuin te leiden. Achter de muur van verharding echter, waren intussen alle andere lager gelegen gangen van het Gebouw Liefde verbeten doorzocht. Een reeks kortstondige relaties had zijn morele leven gesloopt en hem alleen maar harder gemaakt. Hij begon anderen te behandelden als meubilair. Seks was een surreëel schouwspel waarin hij én hoofdacteur én verveelde regisseur was in zijn eigen pornofilms. De zenuweinden in zijn vingers en voeten hadden zich al lang teruggetrokken uit het midden van zijn lijf. De verbinding met het hart was bevroren. De herinnering daaraan deed hem pijn maar het was een pijn waarvoor hij dankbaar was. Tegenwoordig kon hij wel weer iets voelen, hoewel hij niet helemaal ontdooid was.

Diederik pakt de zeep van de vloer. Na een vlekkeloos uitgevoerde pirouette glijdt het stuk weer de wasbak in. Boeddha-woede golft door, barst uit in Diederiks bloed en plotseling hoort hij het geluid weer. Opnieuw die hoge roepstem. Het is een kinderstem, de stem van een kind dat door het gedruis van zijn woede heen roept. Een kind dat schreeuwend alsmaar moedig doormarcheert in de wervelwind van zijn innerlijke razernij. “Maar mama, het spijt me, niet boos zijn op mij mama, alsjeblieft, ik houd van je en ik haat je monstergezicht dat mij zo bang maakt!”  

Diederik was bekwaam in koans, misschien omdat hij gemakkelijk aan zijn gevoel voorbij kon gaan. De leegte van zen werd een schuilplaats, een toevluchtsoord waarin hij zich kon verstoppen en zijn eigen duisternis zo veel mogelijk buitensluiten. De boodschap van zijn Japanse zenmeester die hij tijdens de jaren van zijn training te horen kreeg, was er veeleer één van “Vernietig je ego!” en “Ga dood op het kussen!” dan van “Heb jezelf lief”. De knop omdraaien en je gevoel uitzetten, geen probleem, senõr. Toch bleef hij altijd nog op zoek naar een liefde die hem tegelijk angst aanjoeg en waarvoor hij wegrende. Een echte blijk van liefde deed hem dikwijls fysiek schrikken, alsof hij een messteek in zijn hart incasseerde. Bovendien om geliefd te worden, moet je een gelaat hebben. Dat wás een probleem senõr. Toen hij nog een jonge man was, had zijn stiefvader het porseleinen bord van zijn gelaat van de schoorsteenrand, van zijn schouders doen vallen. Het was verbrijzeld in duizenden stukjes. Sinds die dag had hij nooit een liefdevolle blik ooit kunnen terugwerpen.

Diederik kijkt weg van de spiegel en zijn ogen rollen achterwaarts, alsof hij naar binnen valt, tuimelend door zijn leegte. Hij ziet het huis waarvan zijn vrouw en dochter een comfortabele plek voor hun drieën hebben gemaakt, hij ziet de hal beneden waar Lara nu in haar mand onder de trap dut, hij kijkt door de muren heen en ziet de eerste verdieping met het kookeiland en de zelfgemaakte kastenwanden en ineens lijkt het hem allemaal zo vervreemd, alsof hij vanuit de trein naar zijn eigen leven zit te kijken. Diederik valt stilletjes uit zijn designer leven. Een leven waarin alles naar wens verloopt, het stuk zeep altijd blijft liggen waar je het neerlegt en kinderen nooit lastig zijn of moeders boos. Een bedwongen kinderstem verstopt zijn zintuigen en sleept hem weg uit het hier en nu gelijk een lappenpop in de hand van een meisje.

Angst voor een liefdeloos leven was voor Diederik geen illusoir spook, hij voelde het tot in het merg van zijn botten. Was het een illusie om deze angst te ontkennen, alsof hij het niet voelde, alsof zen dé oplossing was voor al zijn problemen en ook die van de rest van de mensheid? Wat is de mensheid? Er is geen mensheid, er zijn maar mensen. De leraar bovenop de zenpiramide zittend was alleen maar een nieuwe vorm van eenzaamheid. Juist door de soms intieme ontmoetingen in de dokusankamer voelde hij zich nog meer verwijderd van het gewone leven. Zijn pad was ongewoon en niemand kon daar inkomen. Zijn zitkussen was jarenlang zijn enige houvast. Het was als een zadel op een onzichtbaar paard geworden, dat hem door verschillende landen en zelfgemaakte beelden van zichzelf gebracht had, tot de recente diagnose van prostaatkanker. Bij de muur van een vervroegde dood bleef het paard stilstaan, niet uitgeput maar afwachtend. Diederik begreep dat hij moest afstappen. Iets in hem wilde gaan buigen, waarlijk buigen, alsof voor de eerste keer, vanuit het hart. Maar buigen voor wie of wat? Hij had daar al jaren gestaan, verlamd door gêne.

Het was de ontmoeting met een ander die hem weer wakker schudde uit zijn impasse. De zachtheid van deze ene mens vernederde hem, schiep nieuw licht op zijn leven en bracht hem op zijn knieën. Kon hij zichzelf niet liefhebben omwille van zichzelf, dan lukte hem dat omwille van Katja,  zijn vrouw en door de kracht van haar tederheid. Zij wist niets over zen en zijn wereld maar haar devotie was puur en ondoorgrondelijk. De leegte was voor haar een pulserende aanwezigheid die alles in de mens omhelst, zonder oordeel. Haar ongeveinsde liefde was leven voor Diederik en als Naäman in de Jordaan rivier baadde hij in de helende wateren van de levende koan die zijn vrouw was.

Hoe lang Diederik voor de spiegel blijft staan, weet hij niet, maar geleidelijk aan wordt hij zich weer bewust van de stilte van de badkamer en de kalmte van de ochtend. Uit zichzelf begint zijn linkervoet naar links te draaien. Zijn enkelspieren doen mee en vervolgens haakt zijn hele skelet aan als treinwagons met als eindbestemming de slaapkamer. Hij blijft staan in de deuropening en kijkt verbluft naar het gezicht van zijn vrouw. De zon streelt de muurlamp, zijtafel en haar schouderblad met een enkele vinger van licht. Hij fluistert haar naam, niet zeker of hij toch ongehoord wil blijven. Zijn geliefde vrouw die als een Griekse godin omwonden in de frisse spierwitte lakens nog ligt te slapen. Achter de oogleden rusten de verleidelijkste katachtige ogen die Diederik ooit gezien heeft. Ogen die lispelen over de warmte van gewone mensen. Liefde is iets van het gelaat, vindt Diederik. Liefde is iets van haar gelaat.

Hij draait zich om en kijkt achter zich. Dat hij zoveel tegenstellingen en duisternis in zichzelf ontdekte, heeft zijn vertrouwen uiteindelijk alleen maar doen verdiepen. Hij weet niet hoe, maar hij beseft dat hij ondanks alles nog altijd is wie hij is in één coherent geheel. Een mens die nu zichzelf in de ogen kan kijken. En in de ogen van zijn vrouw ziet hij de mogelijkheid om compleet te worden, compleet zichzelf en compleet in zichzelf. Aan de legpuzzel van zijn gelaatstrekken ontbreekt geen stuk, alle scherven zijn er weer. Nou, de grootste stukken in ieder geval. De ochtend is kalm en stil en de zon belicht een subtiele glimlach in een gezicht vol gelijmde barsten dat opnieuw op zijn plaats zit. Het is het gezicht van een kind.

Andrew Peers is auteur en freelance schrijver. Hij woonde in Schotland en is/was columnist voor The Tattoed Buddha. Hij was onder andere monnik in de trappistenorde van de abdij Maria Toevlucht in het Nederlandse Zundert. Zijn opleiding genoot hij aan Nottingham High School en de Staffordshire University.

 

 

 

Delen is rijkdom:

  • Twitter
  • LinkedIn
  • E-mail

Categorie: Achtergronden, Boeddhisme Tags: Andrew Peers, identiteit, lappenpop, moeder, partner, Schotland, spiegel, trappist, Zundert

Lees ook:

  1. Hans van Willenswaard – Het mysterie van de Zwarte Tulp (8) – de boeddhistische kloosterling
  2. Hans van Willenswaard – Het mysterie van de Zwarte Tulp (8) – de boeddhistische kloosterling
  3. De smid en de Familiejuwelen
  4. Hans van Willenswaard – Het mysterie van de Zwarte Tulp (5) – De Kosmos opent

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Primaire Sidebar

Door:

gastauteur

diverse schrijvers 
Alle artikelen »

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

23 mrt
Zen Meditatie Introductie
23 mrt 23
30 mei
Vipassana meditatie Rotterdam
30 mei 23
Rotterdam
31 mei
Ontspanningsmeditatie Rotterdam (vipassana)
31 mei 23
01 jun
Rotterdam - geleide meditatie (vipassana meditatie)
1 jun 23
03 jun
Zen in Twente ochtend met Doin Sensei op 3 juni
3 jun 23
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    Hein Thijssen – ‘God was gewoon een implantaat’

    Joop Ha Hoek - 29 mei 2023

    ‘Wanneer precies weet ik niet meer, maar op een bepaald punt in mijn leven brak mijn kritische geest open. Ik kan me ook niet meer herinneren hoe en op grond waarvan, maar er brak een periode aan waarbij ik me serieus begon af te vragen: hoe kom ik aan het begrip god’? God zat in mijn hoofd als een vage, vormloze massa. Ik moest toen heel nuchter vaststellen dat het begrip ´god´ geen weten was, geen ervaring, maar mij door mensen in  mijn omgeving was aangepraat, in mijn geest was geplant. God was gewoon een implantaat.´

    Waarover praten we als we het over identiteit hebben?

    Kees Moerbeek - 28 mei 2023

    Zolang de identiteitsstrijd werd gevoerd uit naam van gemarginaliseerde of als minderwaardig beschouwde minderheidsgroepen, stond deze op het programma van links. Zodra de referentiegroep echter een meerderheid werd, of een groep die zichzelf superieur opstelde naar andere groepen, werd het bestempeld als een rechts of extreemrechts geluid.

    Daoïsme, de mystieke traditie, een bloemlezing

    Erik Hoogcarspel - 27 mei 2023

    Jan de Meyer (1961) is sinoloog en vertaler. Hij doet al 40 jaar onderzoek naar het daoïsme en hij heeft een nieuwe bloemlezing geschreven van de belangrijkste teksten van het daoïsme. De meeste lezers zijn al bekend met twee beroemde teksten uit deze Chinese traditie: de Laozi en de Zuangzi. Beide teksten zijn al verschillende malen in het Nederlands vertaald, onder andere door de bekende sinoloog Kristoffer Schipperṣ.

    ‘Meebewegen met wat er is’

    gastauteur - 15 mei 2023

    Als het gaat om dak- en thuisloze mensen wordt er door de maatschappij merendeels nog vanuit 'schuld en eigen verantwoordelijkheid' gedacht. Men heeft vaak het verkeerde idee dat iedere persoon in Nederland eigen verantwoorde keuzes maakt en dus verantwoordelijk is voor diens eigen lijden. Of men denkt dat het heel makkelijk is om een uitkering aan te vragen. De gewone burger weet niet hoe het is voor iemand die in een totaal andere realiteit zit.’

    Ras – nutteloze, kwaadaardige onzin

    Kees Moerbeek - 14 mei 2023

    Angela Saini heeft voor haar boek Superieur: de terugkeer van de rassentheorie zo’n beetje alle literatuur over rassenwetenschap doorgespit, schrijft ze. Veel genetici menen dat als genetica bewijst dat er nauwelijks reden is om rassenonderscheid te maken, het dus snel afgelopen zal zijn met racisme. Was het maar waar. Racisme is juist een sociale constructie met een enorme invloed, constateert ze.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Over de Lotus-soetra (23): De parabel van de man die naar water graaft
    • Hein Thijssen – ‘God was gewoon een implantaat’
    • haiku
    • Tussen veranderlijk en onveranderlijk vind je de deur naar non-dualiteit
    • Waarover praten we als we het over identiteit hebben?

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.

     

    Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken.  Via de instellingen kun je bepalen wat je wel of niet toestaat: bekijk je instellingen.

     

    Privacy en cookies

    Op deze website gebruiken we cookies voor het bijhouden van bezoekersstatistieken en als je reageert: je naam en mailadres.

    Zo houden we bij hoe de site gebruikt wordt en hoe vaak.

    Hier kun je instellen welke cookies je wel of niet toestaat.

    Noodzakelijke cookies

    Met deze cookies slaan we je voorkeuren in het gebruik van deze website op.

    If you disable this cookie, we will not be able to save your preferences. This means that every time you visit this website you will need to enable or disable cookies again.

    Privacy

    Bekijk wat we wel of niet doen met je gegevens