Op zes mei wordt in Korea de geboortedag van de Boeddha gevierd. Paula Kuitenbrouwer en haar echtgenoot, Thom Kluck, werkzaam voor het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, zijn van 2000 tot 2003 werkzaam en woonachtig in Zuid-Korea. Paula schrijft gedurende deze jaren brieven aan Bert, haar vader, in Nederland. De volgende brief gaat over de voorbereidingen voor de Koreaanse feestdag 석가탄신일, oftewel Boeddha’s Geboortedag. Paula wandelt met haar dochtertje door de fraaie kloostertuin van de Kil Sang Sa tempel nabij haar huis in Sungbuk-Dong, een noordelijke woonwijk van Seoul.
Sungbuk Dong, Seoul
Lieve Bert,
Afgelopen week was ik op een ochtend even na acht uur al bij de Kil San Sa Tempel. Er was nog niemand. De monniken waren ongetwijfeld in de tempels en hun kleine hutten in meditatie verzonken. Ik reed Maryse in de kinderwagen rond. Rond de tempel waren de voorbereidingen op Boeddha’s Birthday al zichtbaar. De veelkleurige lampionnen hingen als een plafond boven het veld voor de tempel en de laantjes rond de tempel zijn aan weerszijden versierd. Ook hingen de knalrode, emeral-groene en fel gele lampionnen in de hoge oude bomen rond de tempel, monnikverblijven en oude hoofdgebouwen. Hoe ze de lampionnen zo hoog in de bomen krijgen, is ons een raadsel.
De tuinman kwam langs en gaf mij -ik ben inmiddels een vaste bezoeker met kleine Maryse- de Boeddhagroet. Ik geef meestal de groet terug door mijn handen samen te vouwen en te buigen, maar ditmaal stond ik met Maryse op een steil heuveltje dus gaf ik een gebaar dat de kinderwagen naar beneden zou rijden als ik meer dan alleen mijn hoofd even zou buigen. Behalve de veelkleurige lampionnen is dit kleine tempelcomplex zo fraai vanwege de kleine beek met rotsen die door Sungbuk-Dong vanaf de Pukasanheuvels stroomt. De monniken hebben veel planten in de kleine rotstuintjes.
De irissen in de rotstuinen stonden in volle bloei. Gele en diep paarse. Niet zoals in Toscane die met de transparante lichtblauwe kleur. Toch -tezamen met de overige blauwe bloemen- raak ik wel eens in verwarring door de herinneringen aan de irissen rond Rofena, in Toscane. Maar de bamboe maakt het plaatje weer onmiskenbaar Korea. Ook de fel gekleurde tempel en de traditionele Koreaanse gebouwen. De lotus in de vijver, de enorm grote klok die elke ochtend en avond stipt zes uur wordt geluid. En de felgekleurde Koreaanse tempelbeschildering: blauwe en fel oranje decoratie met witte kraanvogels.
‘De konijntjes kijken!’. Dat zal de wens van Maryse worden. De monniken hebben een heuveltje met konijnen. Dikke witte, crèmekleurige en grijze konijnen huppelen heen en weer over het veldje met rotsen en bomen. Vanochtend waren ze goed zichtbaar en kon ik ze tot een meter benaderen. Maryse keek haar ogen uit! De dierentuin van Seoul is wel twee uren rijden en andere beesten dan honden en wilde (griezelige en vieze!) katten heb je hier niet. Ja, zo af en toe een eekhoorn en vogels. En laatst, op de typisch Aziatische rommelmarkt achter de bakkerij in Sungbuk-Dong stond een handkar met kleine vogelkooitjes met kanaries en wederom in een vogelkooi een heel aantal kleine konijntjes. Twee gevangen eekhoorntjes en muizen. Leuk voor Maryse om te zien, zielig voor de dieren. De boeddhisten kun je vertrouwen met hun konijnen, zij eten namelijk vegetarisch.
Tijdens het kijken naar de vrolijke konijnen hoorde ik ineens het ‘dudol-joho’ van de wielewaal -the black naped Oriole- (Oriolus Chinensis). Prachtig! Het maakte de verwarring of ik in Korea of Toscane was nog groter. De roep van de wielewaal past toch zo bij Toscane. Bij Rofena kwam de wielewaal steeds langs vliegen maar hebben we hem nooit van dichtbij gezien. Ik zette Maryse terug in haar kinderwagen en ging met haar op zoek op de kleine weggetjes tussen de monnikverblijven. Ik keek naar alle bomen en zag veel geel, want een derde van alle lampionnen is geel! Ik hoorde de wielewaal steeds dichterbij. ‘Nu moet ik hem zien’. Kijken en zoeken. Ineens, daar! Een cadmiumgele vogel ’the golden Oriole’ in het frisse groen. Zwarte wenkbrauwen, zwarte strepen op de vleugels en een oranje bek. Zo fraai!. Ik had zo gezocht dat ik kippenvel kreeg toen ik hem zag zitten. Nogmaals ‘Dudoljohoooo’ en weg vloog de gele vogel.
Twee dagen later was ik weer bij de tempel en sprak ik met een monnik. Weet u dat er een Golden Oriole uw tempel bezoekt?, vroeg ik hem. ‘Yes’, zei de monnik, ‘…the male calls the female with the dudol-joho. It attracts females’. Waarop ik zei: ‘Indeed, like me’. ‘And like me’, zei hij grappend. De monnik speelde ‘peekabooh’ met Maryse en vertelde een en ander over de tempel. Of ik wist dat het vroeger een restaurant was? Ja, dat wist ik al. Ik wist ook dat het eens een bordeel was, want dat was in Korea vaak hetzelfde. Voor Koreaanse mannen volgt na goed eten goede rijstwijn, en na veel wijn volgt jonge vrouwen. De monnik gaf mij een schalkse glimlach want hij had wel door wat ik wist. ‘Yes, it was also a hostess-bar (een net eufemisme) and now it is a tempel’. Hij wachtte even en zei toen: ‘Bar and tempel; two opposites attract each other’. Ik moest daar natuurlijk erg om lachen en hartelijk namen we afscheid.
Vanochtend, Buddha’s Birthday, begon om zeven uur al het boeddhistisch chanten. Korea is het enige land waar Boeddha’s Birthday én Kerstmis wordt gevierd. Vandaag is dus een grote feestdag. Om negen uur was de gehele Sungbuk-Dong wijk al druk met geluiden uit de tempels en veel bezoekers. Je ziet iedereen met manden met rijst komen naar de tempels in Sungbuk-Dong. Wij plannen einde van de middag de Kil San Sa tempel te bezoeken. Want de monnik zei: ‘Komt u toch!’ En hij vertelde mij ook trots dat afgelopen jaar er een hoge Dutch official was geweest. Ja, daar weet ik alles van want dat was minister Jorritsma. Thom had de viering van Boeddha’s Birthday in haar bezoek-programma ingelast. We kregen toen met de minister een privé theeceremonie bij de hoofdmonnik. Dat zit er zit jaar niet in, maar we zullen zeker genieten van de traditionele muziek, dans en spelen.
Liefs van Paula
Tekst Paula Kuitenbrouwer
Foto’s Thom Kluck