Het preventief arresteren door Belgische veiligheidsdiensten in het Belgische Brugge van Tibetanen die op weg waren naar een vreedzame demonstratie tegen de Chinese president Xi Jinping, op 1 april, heeft internationaal de aandacht getrokken. Maar het hinderen van demonstranten komt niet alleen in België voor.
De gezaghebbende Huffington Post zet onder de kop ‘Hoe Europa het recht op vreedzaam protest opoffert voor goede betrekkingen met China’ op een rij in welke landen Tibetaanse en andere pro-Tibetdemonstranten door de autoriteiten worden gedwarsboomd. De schrijvers van het artikel vragen zich af of het recht op een vreedzaam protest een fundamenteel mensenrecht is. Of dat dat afhankelijk is van tegen wie er wordt gedemonstreerd?
Verschillende Europese democratieën hebben ingestemd met het idee dat de prijs voor het zakendoen met China een censuur inhoudt op dat vreedzaam protest. Zo verbood de Franse politie leden van Falun Gong, een spirituele beweging en in China verboden groepering, om bij de Chinese ambassade te demonstreren tijdens het bezoek van Xi Jinping aan Frankrijk. vervolgd. Zonder daar een plausibele verklaring voor te hebben stopte de Franse politie in Parijs auto’s van Reporters Zonder Grenzen, die met fotoshopped posters van Xi Jinping wilden protesteren tegen het ontbreken van vrijheid van meningsuiting in China.
Een Franse rechtbank oordeelde dat het verbod tegen een vreedzaam protest ingaat tegen het recht op vrijheid van meningsuiting. Het Hof wil dat Frankrijk mensenrechten respecteert zoals die op 28 maart dit jaar door Frankrijk en twintig andere lidstaten zijn vastgelegd in een VN-resolutie. In de tekst van de resolutie dringen de landen aan op ‘bevordering van een veilige omgeving voor individuen en groepen om het recht op vrijheid van vreedzame vergadering, van meningsuiting en van vereniging’ uit te oefenen en het bevorderen van ‘vreedzame protesten door demonstranten te voorzien van toegang tot de openbare ruimte en hen, zonder discriminatie te beschermen.’ China stemde tegen deze resolutie.
Frankrijk is niet het enige Europese land dat de rechten van demonstranten schendt. Het Franse incident is onderdeel van een groter en zeer verontrustend patroon dat gepaard gaat aan Chinese staatsbezoeken aan Europese democratieën. In ten minste vier landen -België, Denemarken, Ierland en Hongarije—verhinderde de politie protesten, als ze de indruk bestond dat die door de Chinese gasten als beledigend of vernederende ervaren zouden worden. In België werd de organisator van een door Falun Gong georganiseerd muziekstuk gevraagd posters op de openbare weg te verwijderen. Tibetanen op straat aangehouden en in de cel gegooid. Tibetaanse vlaggen werden in beslag genomen. Datzelfde gebeurde in Denemarken toen de toenmalige Chinese president Hu Jintao in juni 2012 Kopenhagen bezocht. Demonstranten werd bevolen om te vertrekken en ze werden aangehouden. Een Deense rechtbank oordeelde dat het aanhouden van een arrestant door de politie alleen maar was gebaseerd op het feit dat deze demonstrant een Tibetaanse vlag droeg.
De Deense politie ontkende dat in eerste instantie maar gaf later toe dat inlichtingendiensten hadden gewezen op het belang van voorkomen van gezichtsverlies bij de Chinezen (bij confrontatie met pro-Tibetdemonstranten) en dat Chinese beveiligers herhaaldelijk hadden verzocht om volgens hen illegale Tibetaanse vlaggen in beslag te nemen. Tijdens hetzelfde bezoek reed de Deense politie bestelwagens voor Falun Gong-demonstranten, ter afscherming van de kolonne auto’s waarin Hu Jintao zich liet vervoeren. Datzelfde gebeurde ook in Amsterdam, daar liet de politie toe dat Chinese veiligheidsdiensten schermen plaatsen tussen demonstranten en Xi Jinping.
De rechten van pro-Tibetaanse demonstranten werden opnieuw geschonden toen Xi Jinping, toen nog vice-president, in februari 2012 Ierland bezocht. Volgens drie demonstranten werden hun spandoeken en Tibetaanse vlaggen in beslag genomen en werd hen de toegang tot een park geweigerd. Een ander demonstrant beweert dat de Ierse politie buitensporig geweld gebruikte om haar te verwijderen. Nog alarmerender was het gedrag van Hongaarse autoriteiten tijdens het bezoek van de toenmalige premier Wen Jiabao in februari 2011. In Hongarije verblijvende Tibetanen werden op de dag van het bezoek opgeroepen zich te melden bij de immigratieautoriteiten. De parlementaire commissaris voor burgerrechten was later van oordeel dat daarmee de rechten van pro-Tibetdemonstranten en de menselijke waardigheid waren overtreden en geschonden.
Tijdens een staatsbezoek aan Nieuw-Zeeland stond de politie onder grote druk van China om een Tibetaanse vlag, waarmee de politicus Russell Norman zwaaide, in beslag te nemen. Deze incidenten zijn volgens de Huffington Post niet geïsoleerde en willekeurige voorbeelden van wangedrag van de politie. Ze vormen een patroon van toegeven aan de eisen dat de Chinese autoriteiten niet geconfronteerd mogen worden met wat in eigen land niet toegestaan is: vrijuit van meningsuiting. Uit vrees voor het mislukken van lucratieve deals. Europese politiekorpsen, gebonden door constitutionele beginselen zoals vastgelegd in zowel nationale als internationale wetgeving, hebben- in lijn met wat de autoriteiten willen, ingestemd met naleving van door China uitgezette rode lijnen.
Het respecteren van de Chinese eisen kan volgens de Post rampzalige gevolgen voor het maatschappelijk middenveld hebben, zoals ook blijkt uit de behandeling van Tibetaanse vluchtelingen in Nepal. Een recent rapport van Human Rights Watch beschrijft gedetailleerd hoe China Nepalese autoriteiten onder druk zet om de rechten van Tibetanen, die willen deelnemen aan vreedzame protesten en het afbeelden van Tibetaanse nationale of culturele symbolen, aan te pakken.
Europese democratieën zouden dergelijke acties moeten veroordelen en zwakke staten, die veel kwetsbaarder zijn voor Chinese druk als gevolg van geopolitieke omstandigheden, bijstaan, dan ze eerder in eigen land na te bootsen. De bereidheid van democratieën om hun eigen burgers van de uitoefening van fundamentele vrijheden, zoals het recht op vreedzaam protest, te beroven, belooft volgens de Huffington Post niet veel goeds voor de mogelijkheid van democratieën om op te komen voor de vrijheid van onderdrukten in het buitenland. Het zal opkomende machten nog meer stimuleren om onder de noemer van handeldrijven de eerbiediging van fundamentele vrijheden in te perken.
De Belgische senator Bert Anciaux heeft inmiddels aan de minister van Binnenlandse Zaken vragen gesteld over de arrestatie van minstens twintig Tibetanen in Brugge.
Drie mensen van de Tibet Support Groups/Vrienden van Tibet, werden op 1 april 2014 preventief gearresteerd door leden van de federale en Brugse politie. Daarbij werden ze niet alleen vijf uren vastgehouden, maar werd hen ook het democratische recht op vrije meningsuiting ontzegd om te protesteren tegen het bezoek van een leider van een autocratische, dictatoriale staat, de Volksrepubliek China. Daarbij gebeurde de arrestatie met veel machtsvertoon, zonder enige terughoudendheid, terwijl de drie mensen geen enkele vorm van provocatief gedrag vertoonden. Op de vraag van een van de gearresteerden over het waarom van deze preventieve arrestatie, kwam geen enkel antwoord, ook niet op welke tenlastelegging er werd geformuleerd.
Dit schrijnende verhaal is volgens de senator niet het eerste; al eerder confronteerde hij de minister met soortgelijke getuigenissen. ‘Het lijkt wel of onze democratie – die zwaar met de lippen wordt beleden – in concrete gevallen compleet verdwijnt en wordt opgeofferd in functie van een slaafs en totaal onterecht respect voor een dictatoriaal regime. Deze verhalen zijn niet alleen een democratie en een rechtsstaat onwaardig, het blijkt bijna systematisch dat de ordetroepen zich van deze basisrechten geen ene moer aantrekken en zelf gedrag vertonen dat bij autocratie past.’
De senator wil van de minister weten waarom de arrestaties plaatsvonden en de demonstranten vijf uur werden vastgehouden. ‘En hoe de minister rechtvaardigt dat mensen die hun recht op vrije meningsuiting op een gewone, zeker niet gewelddadige maar beschaafde wijze willen uitoefenen, hierin hardhandig worden gefnuikt? Of vindt de minister het niet veroorloofd dat mensen protesteren tegen een dictatoriaal regime of prevaleren eventuele economische belangen op mensenrechten?’
Bert Anciaux: ‘Beaamt de minister dat de politie met dit soort van ingrijpen de basisrechten van een democratie en een rechtsstaat met de voeten treedt? Gaat de minister akkoord dat het regime van de Volksrepubliek China mag worden bestempeld als mensenrechtenonvriendelijk – gezien de vele internationale veroordelingen en de quasi oneindige opsomming van o.a. wederrechtelijke bezetting van Tibet, executies en hard, repressief optreden tegen binnenlandse maar vreedzame opposanten? Zal zij duidelijk en ondubbelzinnig hiertegen optreden en de politiediensten en betrokken politieverantwoordelijken hierover convoceren en indien nodig straffen, of vindt de minister dit optreden passend en toelaatbaar?
Deelt de minister mijn analyse dat de Belgische federale en lokale politiediensten op een angstwekkende wijze het respect voor vrijemeningsuiting verliezen en geen gemodereerde afwegingen maken hoe ze met beschaafde, geweldloze protesten moeten omgaan? Wat zal de minister hieromtrent als maatregelen treffen?’
Bron Huffington Post en Tibet Support Groups Belgium / Vrienden van Tibet.
Jules Prast zegt
Het is goed voor de politiek-maatschappelijke discussie dat dit aan de orde wordt gesteld. De vraag is echter of de auteurs van het artikel in de Huffington Post niet doorschieten in hun argumentatie: http://www.huffingtonpost.com/aaron-rhodes/how-europe-sacrificed-the_b_5132809.html
Voor hen gaat het recht op vrije meningsuiting vóór alles. Bovendien menen ze dat dat recht altijd op iedere gewenste plek moet kunnen worden uitgeoefend.
Bij bezoeken van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders moet het gastland echter een delicate balans vinden tussen verschillende belangen zoals veiligheid, diplomatieke betrekkingen en openbare orde. Recht op demonstreren hoort ook in dit rijtje thuis, maar dit is niet absoluut.
Het is gebruikelijk dat overheden bij het bezoek van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders aanwijzingen geven over plaatsen waar wel en niet kan worden gedemonstreerd. Het is eveneens gebruikelijk dat personen en groepen in de gaten worden gehouden die het plan zouden kunnen hebben om desondanks te gaan demonstreren op een plaats of een wijze die conflicteert met andere belangen.
In een gegeven situatie moeten agenten soms zelf snel beslissen om al dan niet op te treden. Het is mogelijk dat ze daarbij te ver gaan. Het is eveneens mogelijk dat de autoriteiten bewust de grenzen van de wet opzoeken. Daarover kan de rechter dan nadien een oordeel vellen.
Met uitzondering van Hongarije heb ik er geen twijfel over dat de andere Europese landen die genoemd worden in het artikel in de Huffington Post, de democratische grondrechten worden gerespecteerd.
Dit neemt niet weg dat het goed is de grenzen van die grondrechten goed te bewaken.
Legein Gregor zegt
Wetten dienen door A L L E partijen worden nageleefd! Niet in het minst door de ordehandhaver! Criminelen worden bijna dagelijks vrijgesproken omdat ordehandavers zich niet aan wetmatige afspraken houden.