“Hoe fris en helder vind ik de maan, zo rustig stralend in het blauw.” Enkele verzen van de Japanse zendichter Ryokan Taigu (1758-1831) in het Nederlands vertaald.
Mos drijft met het water mee.
Luisterend naar ‘t stil gekabbel
voel ik me even kalm en vluchtig worden
als het geruisloze geluid van de stroom.
Alleen levend in de bossen,
geen bezoek dat de rust verstoort;
Hoe fris en helder vind ik de maan,
zo rustig stralend in het blauw.
Elk ahornblad,
dwarrelend op zijn weg,
toont zijn voor- en achterkant
een en wel.
Konden bij ‘t vallen van het duister
de pijnbomen op de heuvel spreken:
‘k Zou ze vragen stellen
Over dingen die zijn voorbijgegaan.
Hoe verlaten is mijn leven hier!
Maar hoe helder is mijn geest,
dag na dag,
zoals het komt en gaat.
In de wereld der dromen
heb ik gedroomd en gedroomd.
En wat word ik bij ‘t ontwaken
door eenzaamheid doorboord.
Mijn tranen bevochtigen mijn mouwen
terwijl ik pieker over het op en neer
waar de wereld zo vol van is
in verandering die nooit ophoudt.
In de wereld
zullen dingen die lijken te bestaan
een voor een voorbijgaan:
Hoe lang kan ik niet treuren!
Als iemand vraagt
wat in deze monnik omgaat,
verzoeke dan te antwoorden:
Niets dan wat de wind in ‘t voorbijgaan fluistert.
Ryokan Taigu
Lisette van Ardenne zegt
dank voor het vertalen van deze gedichten. Uit welk boek komen ze?
Taigu zegt
Dit artikel betreft een herpublicatie van mijn vertaling uit 2014 van een selectie verspreide korte gedichten van Ryokan uit het boek ‘The Zen Fool Ryokan’ door Misao Kodama en Hikosaku Yanagishima uit 1999.
De selectie in het Engels vind je onder deze link: http://www.julesprast.nl/dharma/zen/Ryokan-Selected.pdf
Het boek kun je voor zes dollar als eBook downloaden bij Amazon.com of het opzoeken op Google Books.