Enige tijd geleden zond de cultuurzender ARTE een film uit over het leven van de historische Boeddha.
In het tv-blad las ik de korte inhoud: “De jonge prins Siddhartha, ontevreden met zijn oppervlakkige luxeleven, besloot om familie en bezittingen achter te laten, de wildernis in te trekken en boeddhist te worden.”
Dit klinkt op zijn minst raar; prins Siddhartha die besloot om ‘boeddhist’ te worden…
Laten we even in de Pali-Canon, de meest oorspronkelijke teksten, zien hoe een volgeling van de Boeddha wordt genoemd.
Op het einde van veel suttas vinden we volgend vers dat uitgesproken wordt door de persoon (of personen) tot wie de Boeddha de toespraak richtte:
“Voortreffelijk, heer Gotama, voortreffelijk!
Het is alsof iemand wat omvergeworpen was, weer overeind heeft gezet, wat verborgen was, onthuld heeft, iemand die verdwaald was, de weg heeft gewezen en een olielamp in de duisternis heeft gebracht, zodat zij die ogen hebben vormen kunnen zien.
Daarom neem ik mijn toevlucht tot de Verhevene Gotama, tot de Dhamma en tot de gemeenschap van monniken; laat de heer Gotama mij vanaf vandaag voor de rest van mijn leven als lekenvolgeling beschouwen, die zijn toevlucht genomen heeft.” ( Subha-Sutta DN 10 )
Zij noemden zichzelf dus ‘volgeling van de heer Gotama’. In dezelfde teksten worden de lekenvolgelingen van de Boeddha, door de bevolking, ‘de in het wit geklede huishouders’ genoemd (Kandaraka-Sutta MN 51 en Maha-Vacchagotta-Sutta MN 73).
En toch zijn diegenen die het gedachtegoed van de Boeddha volgen zichzelf boeddhist beginnen noemen.
Door de hedendaagse verscheidenheid aan scholen en strekkingen volgt er gewoonlijk, als je, je als boeddhist kenbaar maakt, ook de traditie en als het nog even kan de subtraditie waartoe je behoort.
[bijvoorbeeld: Tibetaanse traditie: Kagyu, Gelug of een andere school en dan nog die of die lama of rinpoche, of in de zen traditie: rinzai of soto en dan nog die of die roshi ].
Het is zoals in het leger: naam, nummer en rang.
Handig, zo weet je direct tot welke groep de ander behoort; welke teksten als belangrijk worden beschouwd en welke niet.
Sedert ik toevlucht genomen heb, noem ik me nu al zo’n twintig jaar volmondig ‘boeddhist’; maar met de jaren ben ik aan dit woord beginnen twijfelen. Daarom stel ik me, als dit ter sprake komt, liever voor als ‘volgeling van de Dhamma’.
Zelfs niet als volgeling van de Boeddha; want op verschillende plaatsen in de Maha-Parinibbana-Sutta ( DN 16 ) zegt de Verhevene immers dat de Dhamma het toevluchtsoord voor zijn volgelingen is en niet zijn persoon:
“Daarom moeten jullie in je leven jezelf tot eiland zijn; jezelf tot toevlucht zijn en niemand anders tot toevlucht hebben. Laat de Dhamma jullie tot eiland zijn, laat de Dhamma jullie tot toevlucht zijn en niet iets anders.”
Ook drukt de Boeddha, in dezelfde sutta, Ananda op het hart dat zijn volgelingen na zijn dood niet moesten denken dat zijn Woord vergaan was en dat zij geen meester meer hadden:
“De Leer (Dhamma) die door mij onderwezen en uiteengezet is, die zal na mijn heengaan jullie leraar zijn.”( DN 16 )
Als we dus toevlucht nemen zouden we, de woorden van de Boeddha indachtig, enkel toevlucht moeten nemen tot de Dhamma. De historische Boeddha en de Sangha kunnen ons als voorbeeld dienen; maar de enige toevlucht is de Dhamma [ Wie mij ziet, ziet de Dhamma; wie de Dhamma ziet, ziet mij. SN III 120 ].
En dan stelt zich de vraag: “Wat omvat de Dhamma?”
Hierop antwoordt de Boeddha:
“De Dhamma is door mij onderwezen zonder onderscheid te maken tussen exoterische en esoterische leringen [exoterische = leringen voor iedereen en esoterische = leringen voorbehouden aan ingewijden]. De Voleindigde heeft geen gesloten vuist waarin hij, zoals veel leraren, leringen verborgen houdt.” ( DN 16 )
Heel de Dhamma is dus, zei het in geredigeerde vorm, terug te vinden in de oudst bewaarde teksten, de Pali-Canon. Dichter bij de oorspronkelijke woorden van de Boeddha kunnen we niet komen.
Ook moeten we niet op zoek gaan naar, voor latere, meer intelligente generaties, verborgen teksten: “De Voleindigde heeft geen gesloten vuist waarin hij leringen verborgen houdt.”
Thich Nath Hahn zegt hierover in zijn boek “Adem is bewustzijn”:
“Als we de latere sutras bestuderen, moeten we niet nalaten de fundamentele ‘bron’-teksten [=Pali-Canon] ernaast te leggen om de diepte ervan te ontdekken. Het zaad van alle belangrijke ideeën uit het mahayana ligt verborgen in deze ‘bron’-suttas. (…)
Als we op de beide reuzenvleugels van de mahayana vogel blijven zitten, vliegen we waarschijnlijk ver weg en verliezen we alle contact met de oorspronkelijke bron waaruit de vogel oprees.”
Maar de in het westen bekende Japanse boeddhistische geleerde Daisetsu Teitaro Suzuki, beter bekend als D.T. Suzuki (auteur van ‘An introduction to Zen Buddhism’ 1954) is een andere mening toegedaan en schrijft in zijn “Outline of Mahayana Buddhism” (London 1907 pag. 15):
It doesn’t matter if the Mahayana sutras can be historically linked to the Buddha or not; since Mahayana is a living tradition on his own and its teachings are followed by millions of people.”
[ Het speelt geen rol of de Mahayana sutras historisch terug te brengen zijn tot bij de Boeddha; want de Mahayana traditie is een levende traditie op zich met miljoenen volgelingen.]
Dit brengt mij de voorspelling en waarschuwing van de Boeddha in herinnering, zoals geschreven staat in de Ani Sutta ( SN 20.7 ):
“Lang geleden monniken, hadden de Dasaraha’s een trom genaamd de Samenbrenger.
Toen deze versleten raakte, brachten de Dasaraha’s een andere pen aan.
Zo kwam er een moment dat de oorspronkelijke klankkast volledig verdwenen was. Er bleef niets anders over dan een verzameling pennen.
Net zo, monniken, zullen de monniken in de toekomst worden.
Wanneer de leerredes uitgesproken door de Voleindigde gereciteerd worden, zullen zij er niet naar luisteren. Maar wanneer er leerredes, door dichters gemaakt, met fraaie klinkers en medeklinkers, geschapen door buitenstaanders worden uitgesproken en gereciteerd door hun leerlingen; dan zullen zij ernaar luisteren, zullen zij hun oor eraan lenen.
Aldus, monniken, zullen de leerredes, uitgesproken door de Voleindigde, die diep zijn van betekenis, die in verband staan met de leegte, verdwijnen.”
Deze woorden van de Boeddha zijn niet langer een voorspelling.
Elke zondag morgen van 8.30u tot 8.45u zendt France 2 ‘Sagesses boeddhistes’ uit.
De voorbije twee weken (dus samen 30 min) waren de uitzendingen gewijd aan ‘Le patrimoine littéraire bouddhique’, de canonieke teksten uit het boeddhisme. De specialist ter zake was Philippe Cornu; Tibetaanse boeddhist [je weet wel: naam nummer en rang], professor, vertaler en mede oprichter van de ‘Europese boeddhistische universiteit’ in Parijs. Deze brave man is er in geslaagd om in zijn uiteenzetting welgeteld één zin aan de Pali-Canon te besteden. De resterende 29,5 minuten handelden over latere Tibetaanse, Chinese en Japanse teksten.
Zoals de Boeddha voorspelde bestaat de klankkast van de trom ondertussen volledig uit vervangstukken…
Tom zegt
Dank je wel André, de bevestiging om te blijven zoeken en werken volgens de oorspronkelijkheid vind ik voor de volle 100% in dit artikel. Nogmaals dank!
kristof zegt
goed gezegd ! goed gezegd ! goed gezegd !
Henk zegt
‘Zoals de Boeddha voorspelde bestaat de klankkast van de trom ondertussen volledig uit vervangstukken…’
Maar de Boeddha wist ook: die klankkast is slechts een benoeming op basis van zijn onderdelen. Ze bestaat niet echt, zo kwetsbaar als luchtbellen op het wateroppervlak. Ook hier is vorm leegte en leegte vorm.
Je kunt er niet aan vastklampen.
utamwara zegt
Dank je wel, André. Een mooie afsluiter voor dit jaar. En inderdaad, zoals de Boeddha duidelijk zélf aangeeft: het gaat slechts over de Dhamma, niet over sectarisme.
Kees Moerbeek zegt
Ook dank je wel, André. Maar het sterkt mij in de opvatting dat de Dharma over levende wezens gaat en dat alleen in de omgang met levende wezens verlichting van het lijden gevonden kan worden.
“To study the Buddha Way is to study the self. To study the self is to forget the self. To forget the self is to be actualized by myriad things. When actualized by myriad things, your body and mind as well as the bodies and minds of others drop away. No trace of enlightenment remains, and this no-trace continues endlessly.” Ik vertaal Dogen’s uitspraak niet, omdat dit citaat het beter verwoordt.
Laten wij als boeddhisten in 2014 eens wat vaker ons ‘ik’ vergeten.
Rob zegt
Bedankt, hier zie ik de bevestiging van het zoeken naar mijn eigen weg. Gasho en een diepe buiging.
Menno Prins zegt
Vergelijk: “Wie mij ziet, ziet de Dhamma; wie de Dhamma ziet, ziet mij. SN III 120 ].” met: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven!” … Jo 14:6. Natuurlijk, er zijn verschillen in de tekst, zoals er verschillen zijn tussen de mannen die ze hebben uitgesproken,verschillen in de tijd, de plaats, de cultuur en nog veel meer. Het ligt misschien aan mij, maar ik “versta” hetzelfde. Kan ook moeilijk anders, denk ik dan, want als er één Dhamma / Weg is, geldt die voor alles en iedereen door alle tijdruimten. Siddharta was geen boeddhist. Jezus was geen Christen. Zij waren beide volgers van de Weg en Voleindigden die.
Gassho
Sjoerd zegt
Helemaal mee eens Menno!
Het toevlucht nemen tot de boeddha, de dharma en de sangha, wordt door TNH uitgewerkt in zijn boek “Het hart van boeddha’s leer”, in het hfdst. “De 3 juwelen”.
Hij werkt het uit in de context van Gotama’s aanwijzing aan Ananda, om de de dharma de toevlucht en een eiland in jezelf te laten zijn.
Ik heb het bovenstaande artikel als een prachtige tekst gelezen. Een thema dat de komende maand onze speciale aandacht in de sangha heeft.
Robert Keurntjes zegt
Ik heb even getwijfeld of ik op deze tekst zou gaan reageren of niet en uiteindelijk besloten het toch maar wel te doen.
Ik vind het namelijk jammer dat hier een historische onjuistheid in staat en dat er gesuggereerd wordt dat “latere Tibetaanse, Chinese en Japanse teksten” minder in overeenstemming zouden zijn met “de oorspronkelijke woorden van de Boeddha”.
Ik heb doorgaans geen moeite mee wanneer iemand uit de Theravada traditie het idee heeft dat de Pali-Canon “de meest oorspronkelijke teksten” zijn. Tibetanen zeggen op hun beurt dat zij de meest complete verzameling van boeddhistische teksten hebben. Zo lang je weet vanuit welk traditioneel perspectief ze dat zeggen is daar goed mee te leven.
Een betoog, dat kennelijk de bedoeling heeft de tradities te overstijgen, kan op anderen als behoorlijk sektarisch over komen.
De historische onjuistheid is dat de Pali-Canon “de oudst bewaarde teksten” zijn. “Dichter bij de oorspronkelijke woorden van de Boeddha kunnen we niet komen”. Het Mahayana boeddhisme is in het geheel niet gebaseerd op de Pali Tipitaka, maar op Tripitaka van de Sarvastivadins die in het Sanskriet opgesteld is en in zijn geheel in Tibetaanse en Chinese vertalingen bewaard is gebleven. Beide, zowel de teksten in Sanskriet als in Pali zijn opgeschreven na de eerste splitsingen in verschillende tradities zonder dat je kunt zeggen dat de éne verzameling ouder of oorspronkelijker is dan de andere. Je kunt iets “dichter bij de oorspronkelijke woorden van de Boeddha komen” door beide canons met elkaar te vergelijken. Wat dan in ieder geval op valt is dat ook de Pali teksten door de tijd heen veranderd zijn.
Dat is helemaal niet erg, maar het vraagt wel om iets zorgvuldiger om te gaan met kwalificaties als ‘oudste’ en ‘meest oorspronkelijk’.
Het andere punt, de suggestie t.a.v. de “latere Tibetaanse, Chinese en Japanse teksten”, vraagt op zich al om een toelichting om welke teksten het gaat. Veel van die teksten zijn namelijk ook vertalingen van Sanskriet teksten. Sanskriet teksten die gebaseerd zijn op kennis van een volledig Sanskriet Canon. Met andere woorden gebaseerd op “oorspronkelijke teksten”, net zo goed als latere sutras, en aanpassingen in sutras, in zowel de Pali als Sanskriet Canon.
Bovendien begrijpen we de “oorspronkelijke” sutras op grond van latere interpretaties.
Kortom, als je traditie-overstijgend bezig wilt zijn is het niet handig om het “oorspronkelijk” argument te gebruiken. Tradities kun je alleen overstijgen wanneer je begint met te onderkennen dat er verschillen zijn en voor de duidelijkheid aangeeft vanuit welke traditie je spreekt. En in die zin was Philippe Cornu in ieder geval helderder dan Andre Baets, die kennelijk zelf niet beseft dat hij een perspectief bezigt dat zeer aan één traditie gebonden is.
Jules Prast zegt
Er wordt verder geknaagd aan de pijlers van de ‘oudste traditie’ door de vondst van de Gandhara-rollen in de jaren negentig van de vorige eeuw. Mogelijk is de Pali Canon niet dé traditie maar slechts één traditie temidden van vele anderen. Het woord van de historische Boeddha raakt verder uit beeld dan ooit, wanneer je Linda Heumans artikel hierover leest in Tricycle van 2011: http://www.lindaheuman.com/stories/Tricycle_Magazine_Whose_Buddhism_is_Truest.pdf Een gelukkig nieuwjaar aan allen! Dat het opnieuw een jaar mag worden van niet-weten!
Sjoerd zegt
Zo kennen boeddhisten dus hun eigen “dode zee rollen”-kwestie.
Het kijken naar de overeenstemming in al die teksten levert wellicht meer energie en eensgezindheid in het moment van nu op, dan het uitvergroten van alle verschillen.
Het gaat om ons leven op dit moment!
Joop Romeijn zegt
Ook een gelukkig nieuwjaar aan allen! Dat het opnieuw een jaar mag worden van verminderde onwetendheid (avijja).
Robert, ik had me kunnen voorstellen dat je niet had gereageerd omdat André schrijft als de traditionele Aziatische leraar, ponerend zonder zichtbare interesse in discussie of tegenspraak.
Ik kan me echter ook voorstellen dat je wel heb gereageerd. Alleen schiet je wat door als je over de ‘Sankriet Canon’ schrijft, alsof er een homogeen en ongeveer tegelijkertijd gecomponeerd geheel van teksten is.
Sommige Mahayana-teksten zijn van voor onze jaartelling en sommige van (eeuwen) na onze jaartelling. Sommige zijn in het Sanskriet geschreven en later in het Chinees vertaald, sommige zijn oorspronkelijk Chinese composities zoals de Hart Sutra (en misschien geldt dat ook wel voor Tibetaans, daar weet ik te weinig van).
Ditzelfde geldt voor de Pali Canon; al denk ik wel dat de gemiddelde leeftijd daarvan wat hoger is; maar ook hier is er sprake van voor (misschin 400 jaar voor, misschien 100 jaar voor) en teksten na onze jaartelling.
Maar wat doet dat er toe? Theravada en Zen zijn toch gewoon twee verschillende religies (of filosofieën); net zo als Nichiren en Tibetaans boeddhisme dat zijn? Ze hebben maar twee zaken gemeenschappelijk: het gebruik van de naam ‘Boeddha’ en de neiging om hun teksten ouder te laten lijken dan ze zijn: te antedateren
Wij zijn dol op authenticiteit, waarbij het lastig is dat dat twee betekenissen heeft:
– zuiver, direct uit het hart komend
– oorspronkelijk en dus uit de oudheid komend.
Die twee zijn wat lastig te verenigen, dat is het hele probleem.
Robert Keurntjes zegt
Joop, je hebt gelijk dat mijn aanduiding van ‘Sanskriet Canon’ onzorgvuldig is. Sterker nog, ik heb het zelfs over een Tripitaka van de Sarvastivadins. Tibetaans Boeddhisme is gebaseerd op, overwegend, Sarvastivada sutras (en dan heb ik het nog niet over de Mahayana sutras), Vinaya van de Mulasarvastivadins en voor de Abhidharma richten ze zich vooral op het werk van Vasubandhu.
De Sarvastivada en Theravada sutras hebben echter overduidelijk dezelfde oorsprong, de verschillen zijn nu ook weer niet zo groot. De oorsprong van beide collecties, maar ook die van andere scholen, zijn dezelfde. De verschillen lijken voornamelijk ontstaan in de periode tussen de eerste splitsingen en het moment waarop de verschillende scholen hun teksten op gingen schrijven. Toch menen sommige dat er ook later uitwisselingen en beïnvloedingen geweest zijn. Wat op zich ook niet zo vreemd is aangezien het er alle schijn van heeft dat in de studiecentra, zoals Nalanda, verschillende tradities vertegenwoordigt waren.
Dat jij het graag typeert als verschillende religies was mij al wel duidelijk. Dat gaat mij dan weer wat erg ver. De overeenkomsten zijn aanzienelijk groter dan jij dat schets.
Waarop baseer je trouwens dat de hartsutra van origine in het Chinees geschreven is?
Henk zegt
Door mijn vorige reactie probeerde ik al een beetje discussie aan te zwengelen, wat niet erg lukte. Bedankt Robert voor je uitstekende inbreng. De historische Gotama werd de Boeddha genoemd omdat hij de weg naar bevrijding had gevonden en onderwees. Theravada, Mahayana, Tantrayana zijn allemaal hulpmiddelen op die weg. Het doel van alle stromingen is hetzelfde. Door interpretatie creëert iedereen zijn eigen waarheid, een waarheid die altijd relatief is.
Tom zegt
“Bovendien begrijpen we de “oorspronkelijke” sutras op grond van latere interpretaties.”.
Robert, ik neem aan dat je hier “ik” bedoelt ipv “we”?
Zelf denk ik dat hoe dichter je bij de oorspronkelijke bron (stukken direct van de hand van Siddharta als die er nog zijn) bent, des te beter de interpretatie is te maken. Maar het blijft altijd een interpretatie….
Robert Keurntjes zegt
Tom, ik bedoel ‘we’ in het algemeen en niet mezelf in het bijzonder.
De meeste sutras zijn in woordkeuze al enigszins aangepast door de tijd heen, op grond van “latere interpretaties” die de woordkeuze beïnvloed heeft.
Als je verschillende versies van een specifieke sutra naast elkaar legt en daar uit weet op te maken wat de ‘oervorm’ geweest zou kunnen zijn dan kom je een stukje dichter bij hoe Boeddha het mogelijk zelf verwoord heeft, maar daarmee begrijp ‘ik’ nog niet wat er staat.
Als jij het dan wel helemaal begrijpt zonder enige uitleg uit welke traditie dan ook, dan val je buiten de groep die ik met ‘we’ bedoelde.
Ik denk echter dat dat voor de meeste mensen niet het geval is en dat ik derhalve ‘we’ kan gebruiken.
met mijn excuses aan de enkeling die ik er mee tekort doe.
Jules Prast zegt
Mag ik nog één keer aandacht vragen voor het bovengenoemde artikel in Tricycle uit 2011?
De vondst van de Gandhara-rollen duidt op het bestaan van verschillende overleveringen over de Boeddha. De Pali Canon is er daar maar eentje van. Het idee dat je sutra’s kunt vergelijken om een gemeenschappelijke kern te ontdekken, moet als verouderd worden beschouwd, wanneer je het artikel volgt.
Het woord van de historische Boeddha is in de nevel van de geschiedenis verdwenen, als het al ooit bestaan heeft. In de drang naar de reconstructie van een tekstuele stamboom onthult zich de menselijke behoefte aan houvast. Wij staan oog in oog met ons niet-weten.
Over een generatie of zo zullen we terugkijken op de huidige theorie. Maar eerst moet de onverbiddelijke waarheid nog even indalen in de doctrinaire geest der boeddhisten.
De Gandhara-rollen zijn ongeveer even explosief voor het ‘oude denken’ in het boeddhisme als de vondst van het Thomas-evangelie voor het orthodoxe christendom. Een paradigmawisseling. Gevestigde posities worden omvergeworpen. Er is verzet.
Ik denk dat we er beter aan zouden doen Linda Heuman te lezen en de discussie hierop te concentreren dan door te gaan met het recyclen van houvast waar geen houvast is.
Robert Keurntjes zegt
Zeker een artikel dat de moeite van het lezen waard is voor wie interesse heeft in de ontwikkeling van het boeddhisme.
Ik had het voor het gemak nog maar even niet over de teksten in Gandhari gehad. Ook omdat deze geen complete verzameling opleveren.
Het toont in ieder geval aan dat geen enkele traditie het primaat heeft.
Tegelijkertijd bevestigigt het dat er teksten geweest zijn die bekend waren voordat er afsplitsingen waren. Tenzij je er van uit wilt gaan dat alle teksten na de splitsing in verschillende scholen ontstaan zijn en deze vervolgens tussen de scholen uitgewisselt zijn.
Ook al wordt het er niet gemakkelijker op je kunt nog steeds teksten naast elkaar leggen om te kijken of je tot een analyse kunt komen hoe een specifieke tekst er uitgezien heeft in het presectarische boeddhisme.
In hoeverre dat zinvol is voor de hedendaagse praktiserende boeddhist zou ik overigens niet durven zeggen.
Joop Romeijn zegt
Robert; ik benadruk inderdaad de verschillen tussen de boeddhistische tradities als reactie op populaire gedachte dat alle religies – en zeker alle boeddhistische tradities – in wezen hetzelfde zijn en hetzelfde doel hebben.
Sommige teksten (sutta’s en sutra’s) tonen weliswaar overeenkomsten maar de soteriologie is verschillend; laat vertegenwoordigers van de verschillende tradities maar eens proberen te definieren wat ‘verlichting‘ is; en wat je moet doen om dat te bereiken; en of je daarna nog wat te doen hebt.
En compassie bv speelt in de Theravada een nogal ondergeschikte rol terwijl anderen zoals de Dalai Lama het bijna over niets anders hebben.
En wat denk je wat een Theravadin vindt van de Vimalakirti Sutra met haar Sariputta-bashing?
Wat betreft mijn ‘mededeling’ dat de Hart Sutra van origine in het Chinees geschreven; die is gebaseerd op een boeiend research-artikel van Jan Nattier, o.a. te vinden via http://archiv.ub.uni-heidelberg.de/ojs/index.php/jiabs/article/download/8800/2707
Zoals het goede wetenschap betaamt, is niet iedereen het met Nattier eens.
Een verder achtergrondartikel hierbij: http://jayarava.blogspot.co.uk/2007/09/heart-stra-indian-or-chinese.html
Robert Keurntjes zegt
Dank voor de links. Ik weet niet beter dan dat de Heartsutra vanuit het Sanskriet naar het Tibetaans vertaald is, dus ik ga het met aandacht lezen.
Voor het overige heb je gelijk, er zijn verschillen. M.i. zijn die verschillen echter van een dusdanige omvang dat we prima kunnen spreken over verschillende tradities binnen het boeddhisme, maar niet groot genoeg om over verschillende ‘boeddhismen’ (o.i.d.) te spreken. (Vimalakirti was overigens in Tibet ook niet erg populair, maar dat had er mee te maken dat hij geen Monnik was).
M.R.Biesheuvel zegt
Hmm, ik bedoel dit geenszins kwetsend of denigrerend naar iemand toe maar is het niet zo dat we moeten oppassen dat we niet schriftgeleerden worden i.p.v. het actief beoefenen. Althans zo komt deze discussie op mij nu een beetje over, ik spreek mezelf nu ook aan, vanuit intellectueel entertainment hou ik mijn eigen ook te vaak bezig met dit soort triviale zaken. Ik zeg triviaal omdat een andere stem in mijn hoofd mij verteld dat de vier edele waarheden en het achtvoudige pad uiteindelijk in het leven zelf te zien en te beoefenen zijn. Uiteindelijk heeft een tekst toch de meeste draagkracht als diezelfde tekst iets van het leven zelf zegt of toevoegt? Dus geenszins is mijn opmerking veroordelend bedoelt naar iemand toe, misschien wel het hardst uitgeschreeuwd tegen mezelf.
Overigens wens ik iedereen een voorspoedig 2014 toe!
Robert Keurntjes zegt
Op zich helemaal mee eens. Historische beschouwingen en praktische beoefening zijn twee verschillende zaken, die elkaar over en weer kunnen beïnvloeden maar elkaar strikt genomen niet perse nodig hebben.
Mijn eerste reactie die deze ‘schriftgeleerde’ uitwisseling tot stand heeft gebracht was gericht op de historische claim die Andre Baets verwoorde en de suggestie dat latere (niet-Pali) teksten daarom minder relevant zouden zijn. Die suggestie is zeker niet van toepassing voor de actieve beoefening van mensen die van andere huize zijn dan Theravada.
M.R.Biesheuvel zegt
Het “gevaar”van dit soort discussies (al zie ik dat hier niet zo gebeuren) is dat mensen vaak de neiging krijgen om in tegenstellingen te denken. Op die manier kan het voor sommigen dan zo zijn dat zij met het vuile waswater het kind wegspoelen. En wederom, ik zeg dit het hardst tegen mezelf. Jarenlang ben ik met westerse filosofie bezig geweest waar ik vaak de ene stelling tegenover de andere zette. Allemaal leuk totdat je dan op een gegeven moment bepaalde voorkeuren ontwikkelt. Filosofie werd voor mij op die manier een dood project, waarbij ik mezelf steeds meer begon te bevestigen.
Het is dankzij meditatie en daarna mijn interesse in boeddhisme dat ik mijzelf weer open stel voor vele ideeën. Ik zou het daarom jammer vinden als mensen vanuit hun traditie de ene tekst aannemen en de andere verwerpen op basis van een vaag iets als “oorspronkelijkheid”.
Ok, dan is het natuurlijk ook zo dat ik me niet moet afsluiten voor dit soort interessante discussies (want het blijft interessant), maar ik denk toch dat uiteindelijk dit een soort intellectueel entertainment is. Ikzelf gebruik de ideeën van TNH als leidraad, maar lees met grote interesse ook teksten van theravada leraren. Maar ook christelijke teksten en bijvoorbeeld soefisme. Ik wil alleen maar aangeven dat we dit soort discussies natuurlijk moeten voeren maar ons er niet door laten opsluiten. Dat is iets wat ik van mezelf heb geleerd en voor mezelf blijft herhalen.
Joop Romeijn zegt
Op Jules’ dringende verzoek: “Mag ik nog één keer aandacht vragen voor het bovengenoemde artikel in Tricycle uit 2011?“; een reactie, net terug van een bezoek aan het Drents Museum over de ‘Dode Zee rollen’.
Het is al lang bij boeddhologen en nieuwsgierige boeddhisten bekend dat er allerlei versies zijn van de teksten zoals die in de Pali Canon staan. Ergens voor het begin van onze jaartelling in India en omringende landen gecomponeerd en verdere verspreid. De vroeg naar China gebrachte Agama’s zijn er het bekendste voorbeeld van.
Dus wat dat betreft is wat er in Gandhara gevonden is, niet schokkend, wel een interessante uitbreiding van onze historische kennis (die nog zeer incompleet is) van het vroege boeddhisme. Nieuw voor mij is dat de teksten als zo vroeg (voor onze jaartelling?) zijn opgeschreven; ik had begrepen dat het veel langer orale tradities waren geweest.
Een belangrijke site waarin de diverse sutta’s/sutra’s worden vergeleken, is: http://suttacentral.net/
‘Early Buddhist texts, translations and parallels ‘: (deels zelfde) teksten in Pali, Sanskriet, Chinees, Tibetaans en (voorzover aanwezig) andere talen zoals Gandhari ! Tegelijk interessant en oefening in bescheidenheid.
Dus een ‘paradigma-wisseling’ zoals Jules (met de journaliste Linda Heuman) nogal zwaar aan zet, zie ik niet. Wiens paradigma moet er dan wisselen? Kennelijk alleen dat van orthodoxe aanhangers van de Pali Canon. Die zijn er, net zo als er nog Christenen zijn die alles wat er in de Bijbel staat (inclusief het spreken van de slang in Genesis) als letterlijk gebeurd zien.
Goed, nu weer ons eigen boeddhisme gaan beoefenen?
ujukarin zegt
Hmmm… allemaal naar aanleiding van, geen deelname van Andre zelf. Ik heb een heel ander issue met de tekst, namelijk Dhamma central stellen en de historische Boeddha en Dharma slechts-als-voorbeeld. Boeddha is voor mij nl. juist het toonbeeld van Dhamma, dus hoofd-inspirator. En Sangha interpreteer ik als Kalyana Mittata (Spirituele Vriendschap) in enige vorm, dus in ieder geval een groep vrienden/innen op het Pad om je heen om als klankbord te fungeren en te voorkomen dat de Eigen-weg die velen zoeken een egotrip wordt waar alleen de stukjes Dhamma die je (ego) aanstaan van dienst zijn plus vermoedelijk ook allerlei van elders geshopte dingen die bij het ego passen; vooral geen zaken die je zouden helpen je ego te overstijgen :-)
In die zin is Sangha essentieel deel van de Dharma, zie het statement van Boeddha zelf aan Ananda in de Upaddha Sutta (SN 45.2): ‘zeg dat niet Ananda, zeg dat niet – spirituele vriendschap is het hele spirituele leven!’.
En wie daarvan wil afwijken en niets van Vriendschap/Sangha respecteert is dus m.i. ook geen volgeling van de Dhamma, wat die persoon zelf ook Moge beweren…
With folded palms,
Joop Romeijn zegt
Schitterend, ik zou haast zeggen: hier spreekt de nieuwe BUN-voorzitter
Terecht leg je nadruk op de sangha, in plaats van op de leraar zoals velen helaas doen.
Alleen vind ik je wel wat oordelend als je zegt “wie … niets van Vriendschap/Sangha respecteert is dus m.i. ook geen volgeling van de Dhamma “. Zelfs als je het teveel gebruikte woord ‘respecteren’ vervangt door bv ‘nodig denkt te hebben’, dan nog vind ik deze laatste zin van je heldere betoog overbodig.
ujukarin zegt
Dank je Joop, al heb ik weinig met je vooroordelen over BUN enzo.
De laatste zin is kern van mijn betoog, de rest is aanloop erheen. Teveel mensen noemen zich volgeling van Boeddha/Dhamma zonder sangha te willen bouwen. En wat ze ook beweren, ik herken ze niet als mede-gangers op het pad van Gautama omdat ze een m.i. totaal essentieel deel, het sangha-bouwen, hebben weggelaten. Dit betekent niet dat ik het oneens ben met Andre’s bespiegelingen, veel van wat we direct associeeren met ‘Boeddha’ en ‘Sangha’ is ballast, maar door die woorden helemaal naar de 2e rang te duwen gooit hij het kind met het badwater weg. Sangha mits geinterpreteerd zoals boven IS deel van de Dhamma.
With folded palms,
Joop Romeijn zegt
Waarom niet, je naam wordt genoemd, het is maar voor twee jaar, Ujukarin?
Nu de kern: ik ben het wel met je eens dat samen beoefenen essentieel want verrijkend (mudita-gevend) is, maar wil een anderen uitsluitende zin als “ik herken ze niet als mede-gangers op het pad ” niet voor m’n rekening nemen.
En uiteindelijk moet men ook z’n groep durven kunnen loslaten.
Geheel terzijde, voor de liefhebbers van de Hart Sutra (u weet wel, van ‘Vorm is leegte’), een variant gecomponeerd in de 20e eeuw van onze jaartelling:
” The Hard Sutra
Thus have I heard. At one time the Blessed One was staying at Savatthi,
in Jetavana, Anathapindika’s Park. ‘Monks,’ the Blessed One addressed
the community of monks. ‘Yes, Blessed One,’ the monks replied. The
Blessed one stated: ‘Monks, there is but one way to learn and that is the
hard way. Do not be deceived.’ The monks rejoiced at the Blessed One’s
words. ”
‘De harde weg’;, daar houden sommige beoefenaren vast niet van.