Spiritualiteit en seks

Siddhartha Gautama was geen maagd meer toen hij zijn zoektocht begon van zes jaar. Hij verliet zijn familie, vrouw en kind. Zover ik begrepen heb, heeft hij seks nimmer aangemoedigd, eerder ontmoedigd. Ga vrouwen uit de weg (indien mogelijk), leerde hij.

In deze tijd van het internet en sekswerkers ontkom je er niet meer aan, om aan seks te denken. Maar in hoeverre beïnvloedt het ons slecht?

Kijk, het spirituele pad vraagt absolute overgave. En als je een gezin begint, heb je je tijd heel hard nodig voor je gezin, nietwaar? Nu heb je de pil en in de tijd van de Boeddha niet. Dat is in mijn ogen wel degelijk een groot verschil.

Boeddha was geen voorstander van verstrooiing, dus dans en muziek hadden niet zijn voorkeur. Als je een zoeker wilt zijn van de waarheid, dien je verstrooiing zoveel mogelijk te negeren.

Hij was een prins geweest en wist natuurlijk alles over wat feesten en dergelijke met je geest konden doen, nietwaar? Ook wist hij uit eigen ervaring dat het jezelf alles ontzeggen, jezelf geheel onderdrukken en op een vreselijke manier sober leven ook niet de weg was. Misschien heeft hij wel af en toe spontaan de schoonheid van het andere geslacht nog stilletjes bewonderd, ervaren. Zoals je even verrukt kan zijn door de pracht van een kleurrijke vogel.

Dit is misschien een leuk (bekend) verhaaltje:

Een oude monnik en een jonge beginnende monnik willen een smalle waterstroom oversteken. Dan staat daar een dame in mooie kleding! Zij wil wel even gedragen worden en de oude monnik doet het. Achteraf, als ze weer hun pad vervolgen, zegt de jonge monnik: ‘Wat deed u nu? U raakte een dame aan! Droeg haar zelfs. ‘Oh, was ik alweer vergeten maar jij bent er blijkbaar nog mee bezig.’

Tja, waar liggen onze grenzen? Zoeken we echt alleen maar verstrooiing of kan de boog nu eenmaal niet altijd gespannen zijn?

De leermeester Gurdjeff zei, dat je iets verdienen moest. Hij kon zijn volgelingen tot het uiterste drijven, met bepaalde opdrachten die hij hen gaf. En dan volgde naar zijn beste inzicht de ontspanning. Ook gunde hij zichzelf niet zomaar een sigaar.

Over zenkloosters hoor(de) je dat ook wel eens. Dat opeens wel alles mogelijk is. Ja, dat er zelfs zwaar gedronken wordt. Volgens mij wilde de Boeddha dat juist niet: Vermijdt uitersten. Ze zijn beide onedel en ijdel.

Ja, het kan ijdel zijn als je indruk op anderen wil maken met je rechte rug en het lange stilzitten. Maar het kan ook ijdel zijn, om andere de ogen uit te steken met hoe geweldig jij eruitziet en goed kunt dansen.

Wat wel heel belangrijk in mijn ogen is: wordt geen huichelaar. Daarom dan ook dat het belangrijk is dat je niet tegen elkaar liegt natuurlijk. Zeg gewoon wat je leuk vindt of niet. Haal als man vrouwen bijvoorbeeld niet naar beneden. Probeer niet harder te lopen dan je kunt.

Ja, ik ben getrouwd, mijn vrouw is zelfs ruim elf jaar jonger – of is dat weer net te ijdel? Laten we ons nergens aan hechten. Laten we het onthechten beoefenen. Maar laten we uitkijken onszelf ergens toe te dwingen. Laten we onderzoeken wat voor ons nu werkt.

Je kunt veel leren van een pittige relatie. Ik in ieder geval wel.