Maha Karuna Ch’an is verbonden met de uitgangspunten van de FAS Society van Hisamatsu. FAS staat voor Formless Self, All Mankind and Suprahistorical history: vormloos zelf, de gehele mensheid en suprahistorisch, voorbij ruimte en tijd. Het begon in 1971 met een ontmoeting van Ton Lathouwers met Masao Abe, leerling van Hisamatsu, die hem bij een bezoek aan Japan doorstuurde naar het klooster van Kobori, neef van de toenmalige Japanse keizer. Het was het begin van een jarenlange relatie met Masao Abe en kennismaking met het werk van Hisamatsu, wiens erfenis deel uitmaakt van de beoefening van Maha Karuna Ch’an.
Hisamatsu leefde van 1889 tot 1980. Hij groeide op in een familie toegewijde Zuivere Land boeddhisten met geloof in het oneindige Licht en Mededogen van Amida Boeddha. Het doorlopende reciteren van ‘Namu Amida Butsu’ (Jap.) ‘Amituo Fo’ (Chin.) is de ultieme beoefening in het vertrouwen deel te zullen uitmaken van het zuivere land van de Boeddha’s. Zijn geloof liep een enorme deuk op toen Hisamatsu zich ging verdiepen in de wetenschap. Hij keerde zich af van de religie en richtte zijn hoop op een studie filosofie aan de Universiteit van Kyoto, waar hij later zelf les zou gaan geven. Het bracht hem niet dichter bij een oplossing voor de vragen over de zin van het bestaan. Acht jaar later belandde hij in een diepe crisis. Ook de filosofie schoot tekort voor de oplossing van de existentiële vragen, waarmee hij worstelde. Het bood slechts een theoretisch begrip van de mens en zijn/haar wereld. Diep teleurgesteld in religie en filosofie, wierp hij zich wanhopig op de zentraining, verteerd door een verlangen om de ultieme grond van het menselijk bestaan te doorgronden.
Hij nam deel aan de negendaagse intensieve rōhatsu, die in alle zenkloosters over de wereld op 8 december begint om het ontwaken én parinirvāna van de Boeddha te gedenken. Tijdens deze sesshin maakte hij een innerlijke doorbraak door. Later zou hij hierover zeggen dat hij ‘ontwaakte tot het Ware Zelf’, tot ‘het volkomen ongehinderde en vrije Ware Zelf’ (2010, 44). Zijn verdere leven wijdde hij aan het uitwerken van een ‘religie en filosofie van het ontwaken’, die het ‘ontwaken tot het ware zelf’ centraal stelt als een levende werkelijkheid.
In zijn Filosofie van Ontwaken bespreekt Hisamatsu de ontoereikendheid van zen vanwege haar eenzijdige nadruk op ontwaken. Aan de andere kant schoten ook wetenschap en socialisme tekort, omdat die uitsluitend gericht waren op de concrete problemen van deze wereld. Om de existentiële problemen van de mensheid op te lossen waren beide nodig. Het menszijn kent twee dimensies: een horizontale- en een dieptedimensie. De horizontale dimensie is die van de wereld waarin we leven, met alle problemen van oorlog, armoede en natuur- en klimaatcalamiteiten. De dieptedimensie bevindt zich in ons mensen zelf. Door kalm en evenwichtig steeds dieper stil te staan bij onze alledaagse manier van zijn, kunnen we een vermoeden krijgen van die dieptedimensie in onszelf. Het onthult de bodemloosheid van mijn naakte menselijke bestaan. Hoe dieper we daarin doordringen, hoe meer het een appel op ons doet, want we kunnen niet anders dan wakker worden voor het feit dat het ‘het ik’ of ‘het zelf’ is, dat lijdt. Als dit inzicht in het lijden tot ons doordringt, zijn we in staat waarachtig te leven. Dan staan we open en zijn ontvankelijk voor de noden van de wereld, het brengt ons bij de Gelofte van de bodhisattva en de Gelofte aan de mensheid, een leven voorbij alle angst en onvoldaanheid, leven met alles wat is.
Hisamatsu’s kritiek richtte zich ook op de houding van de zengemeenschap tijdens de tweede wereldoorlog en de rol van leraar[1]. Daarnaast had hij bedenkingen bij de traditionele koanstudie, die in zijn ogen niet wezenlijk aan de menselijke conditie zou raken en oppervlakkig zou blijven als het doel zich teveel zou richten op het afvinken van koanlijsten, dat onmogelijk kon leiden naar een existentiële doorbraak. Hisamatsu zocht daarom naar een alternatief voor de onmogelijke vraag, die mensen tot wanhoop en tot het uiterste zouden drijven. Hij vond die in de koan: ‘als je niets kan doen, als niets meer helpt, wat doe jij?’ Je wordt volledig in een hoek gedreven en kan geen kant meer op, Wat doe jij? Hij noemde het de fundamentele koan, die je bij elke levensvraag kunt stellen. ‘Ga staan op een plaats waar geen plaats meer is om te staan’. En juist daar, door het uiterste gedreven, alleen daar vind je een uitweg (2010, 46). Hij voerde Mutual Inquiry in, waarin leerlingen elkaar wederzijds bevragen in hun zoektocht naar het ware zelf. Het was een vorm die het formele gesprek met de leraar aanvulde, want voor hem was iedereen een leraar, voor zichzelf én voor anderen.
De Gelofte aan de mensheid is zijn meest bekende tekst[2]. De eerste regels worden vrijwel door iedereen begrepen.
Laten we kalm en evenwichtig ontwaken tot ons ware zelf, mensen worden, vol van mededogen. Onze gaven ten volle ontplooien, ieder volgens de eigen roeping in het leven. Worden wie we ten diepste zijn! Waarachtig leven!
Dan volgt een stuk dat veel vragen oproept: Ons bewust worden van de doodstrijd, persoonlijk en maatschappelijk en de bron ervan onderkennen. Persoonlijk en maatschappelijk staat er, want we zijn onderling verbonden met alles wat is en dragen daarom ook mede verantwoordelijkheid voor alles wat is. We kunnen ons niet afwenden van de wereldproblemen, want we zijn één! Daarin ligt ook tegelijk onze bevrijding. Masao Abe spreekt in dit kader over een individueel karma en een collectief karma. Hij geeft hiermee een heel mooi handvat voor wat ermee wordt bedoeld. We zijn verantwoordelijk voor ons eigen handelen, maar omdat we deel zijn van een geheel in de horizontale dimensie, en dit handelen altijd doorwerkt in ons, de dieptedimensie en onze omgeving, zijn we ook medeverantwoordelijk voor het geheel, het collectief. Het werkt als een steen die in een vijver valt en rimpelingen veroorzaakt aan de oppervlakte of zoals de beweging van de vleugels van een vlinder op het ene continent, een orkaan teweeg kan brengen op een ander continent. Het zogenaamde Butterfly effect[3]. Onze handelingen werken in alles door, reden waarom we voor de gehele werkelijkheid zitten en nooit alleen voor onszelf. Het is suprahistorisch, want het werkt door in ruimte en tijd. De Gelofte aan de mensheid spoort ons aan ons hiervan bewust te worden. Ze appelleert aan onze maatschappelijke verwevenheid en verantwoordelijkheid. Het moet ons innerlijk raken en dat kan ons op het spoor zetten van de koan van Hisamatsu.
Hisamatsu doet in de Gelofte aan de mensheid een moreel appel op de gehele mensheid en op mij, om in beweging te komen. Hij roept om daadkracht van iedereen. Ton trekt in zijn boek ‘Kloppen waar geen poort is’ een vergelijking met Han Fortman, die in Nederland, in dezelfde periode als Hisamatsu dat deed in Japan, een hartstochtelijk pleidooi hield voor het samengaan van de revolutionair die de wereld wil veranderen maar geen oog heeft voor de bestaansgrond van het menszijn en het standpunt van de yogi, die wel op zoek is naar de bestaansgrond, maar zich afwendt van de wereld en haar geschiedenis. Tot op de dag van vandaag is het een worsteling om beide met elkaar te verzoenen. Hisamatsu voegde er een religieuze dimensie aan toe: worden wie we ten diepste zijn.
De oproep van Rutger Bregman in de Correspondent van 26 september 2022 deed me aan beide denken. Bregman richt zich tot mensen, “die alle kansen krijgen, maar die onbenut laten, die de wereld aan hun voeten hebben liggen en toch stranden in nutteloze of zelfs schadelijke banen”. Hij roept op tot ‘morele ambitie’, de wil om van de wereld een betere plek te maken. “Moreel ambitieuze mensen geloven in een diepere vorm van vrijheid. Het is de vrijheid om conventionele maatstaven van succes opzij te schuiven en je levenspad te bewandelen als een weg die je ook echt maar één keer kunt afleggen.”
“Wie de wereld een betere plek wil maken, hoeft anno 2022 niet ver te zoeken. Terwijl de mensheid nasiddert van een pandemie, zien we de ongelijkheid, armoede en honger toenemen. Terwijl oorlog is uitgebroken in Europa en elders in de wereld, zijn er voor het eerst meer dan honderd miljoen mensen op de vlucht. Terwijl het ene na het andere hitterecord sneuvelt, hameren wetenschappers op de noodzaak van ‘de grootste en meest fundamentele transformatie’ van de samenleving die ooit heeft plaatsgevonden in vredestijd (2022).”
Laten we de handen uit de mouwen steken en voor iedereen betekent dat iets anders. Voor de één betekent dat dagelijks zitten voor de gehele werkelijkheid en voor de ander betekent dit vrijwilligerswerk of actie voeren.
Laten we Onze gaven ten volle ontplooien, ieder volgens de eigen roeping in het leven en worden wie we ten diepste zijn! Een waarachtig leven leiden!