Edel Maex beweert in zijn tekst dat de bij de BUB aangesloten verenigingen slechts een minderheid van de boeddhistische verenigingen in België vertegenwoordigen. In 2013 telde de BUB inderdaad 20 aangesloten verenigingen, maar sindsdien zijn 15 andere verenigingen tot de BUB toegetreden, waarvan één nog een gaststatus heeft in afwachting van een volwaardig lidmaatschap.
Negen Belgische boeddhistische verenigingen maken geen deel uit van de Boeddhistische Unie van België. Van deze verenigingen hebben er zeven belangstelling getoond om lid te worden van de BUB. Bijgevolg is de BUB inderdaad het representatieve orgaan van de boeddhistische verenigingen in België.
Bij de aanvragen tot lidmaatschap was de erkenning van het boeddhisme telkens de hoofdreden voor de kandidatuur.
Bij twee aanvragen tot lidmaatschap werd de procedure niet volledig doorlopen omdat het dossier niet volledig was. Voor twee andere verenigingen achtte de BUB de aanvraag voorbarig en vroeg hen hun activiteiten verder te ontwikkelen alvorens hun aanvraag opnieuw in te dienen. Eén vereniging trad af nadat bleek dat het Ethisch en Deontologisch Charter van de BUB niet werd nageleefd. Een andere vereniging, OKC, kan geen lid worden vanwege een strafrechtelijke veroordeling. Een laatste vereniging respecteert het Maatschappelijk Charter van de BUB niet.
Edel Maex noemt in zijn artikel uit 2013 ook de grote diversiteit van het boeddhisme dat door de verschillende tradities wordt onderwezen en het positieve effect van de daaruit voortvloeiende debatcultuur. Hij zou het een enorme verarming vinden “als deze cultuur wordt opgeofferd aan het gouden kalf der erkenning”.
De ervaring van de BUB bewijst net het tegendeel. Ze werd opgericht om de erkenning van het boeddhisme aan te vragen. Tot op heden heeft dit initiatief onmiskenbaar een intensivering van de intra-boeddhistische dialoog tot gevolg gehad. Deze dialoog heeft geleid tot het ontstaan van een Belgische boeddhistische gemeenschap, gekenmerkt door vriendschap en wederzijds respect. Vóór de oprichting van de BUB bestond er slechts een veelheid van gemeenschappen per afzonderlijke traditie zonder echte onderlinge interactie.
Een groot aantal initiatieven ligt aan de basis van deze toenadering. Zo heeft de cursus Introductie tot het boeddhisme, in samenwerking met de universiteiten UGent en UCL, de intra-boeddhistische dialoog aanzienlijk verrijkt dankzij een wetenschappelijk en neutraal perspectief dat door hun aard niet door de afzonderlijke tradities kan worden onderwezen. De Inspiratiedagen van de BUB zijn een tweede voorbeeld van intra-boeddhistische dialoog. Ze behandelen actuele maatschappelijke kwesties die in de tijd van de Boeddha niet aan de orde waren. Het is doeltreffender om mensen die in deze zaken gespecialiseerd zijn uit te nodigen voor een koepelvereniging dan om individuele verenigingen uit te nodigen.
De BUB vraagt al haar aangesloten verenigingen om zowel het Ethisch Charter als het Maatschappelijk Charter te ondertekenen, zodat mensen die de door de BUB erkende centra bezoeken dit in alle veiligheid kunnen doen. De aanvraag tot erkenning van het boeddhisme heeft geleid tot het opstellen van deze Charters. Dit maakt wel degelijk een verschil op het terrein.
Een ander element is het feit dat de erkenning verzekert dat gevangenen kunnen beroep doen op boeddhistische consulenten en vrijwilligers van de BUB. Het is nl. zo dat enkel erkende levensbeschouwingen dit recht hebben. Andere levensbeschouwingen moeten bij de aanvraag tot bezoek van een gedetineerde hopen dat de directeur van de instelling dit toestaat als gunst.
Vele ouders vinden het belangrijk om hun kinderen te mogelijkheid te bieden om het vak boeddhisme te volgen op school. Het is niet de bedoeling van de BUB om in de scholen kinderen te bekeren tot het boeddhisme, maar wel om hen kennis te laten maken met eenvoudige vormen van meditatie en met een levensvisie die op sommige punten uitnodigen om op een andere manier in het leven te staan.
Deelname aan dialoograden van de erkende levensbeschouwingen op federaal niveau en in de gefedereerde entiteiten is de toegangspoort om werkelijk betrokken te worden bij het maatschappelijk beleid. Gezien de erkenning van het boeddhisme is opgenomen in het huidige regeringsprogramma kan de BUB al deelnemen aan de vergaderingen van onder meer de FIDIF (Federale Interlevensbeschouwelijke Dialoograad) en van de Dialoograad onder voorzitterschap van de Eerste minister en de minister van Justitie. Tijdens de COVID-pandemie was dit het platform voor het opstellen van protocollen om de gezondheid veilig te stellen van bezoekers van de boeddhistische centra. Ook deze dialoograden blijken trouwen een unieke kans te bieden om de dialoog met de andere levensbeschouwingen te bevorderen.
Tenslotte waarschuwt Edel Maex voor het risico dat materiële en financiële belangen voorrang krijgen op de inhoud van het boeddhisme. Dit is zijn persoonlijke mening, geformuleerd in 2013. Zijn kritiek op het systeem van financiering van erediensten en niet-confessionele levensbeschouwingen wordt geuit op het Belgische systeem in zijn geheel en niet alleen op de erkenning van het boeddhisme. Het is duidelijk dat er veel inconsistenties in dit systeem zitten, maar als dit systeem in de toekomst hervormd wordt, is het voor de boeddhistische gemeenschap belangrijk om dan tot de erkende levensbeschouwingen te behoren. Enkel deze zullen nl. kunnen deelnemen aan de voorbereidende werkzaamheden.
In afwachting daarvan is het aan de BUB en haar lidverenigingen om de overheidssteun te gebruiken om hun activiteiten te professionaliseren ten voordele van iedereen die gebruik maakt van hun diensten voor boeddhistische morele bijstand.