De Tibetaanse premier-in-ballingschap Lobsang Sangay heeft de People’s Democratic Party (PDP) en zijn president Tshering Tobgay deze week gefeliciteerd met de overwinning bij de verkiezingen van Bhutan.
Namens de Kashag (kabinet) van de regering van Tibet bracht hij zijn gelukwensen over. De premier bedankte ook de kandidaten van de Druk Phuensum Tshogpa (DPT) partij (er zijn slechts twee politieke partijen in Bhutan) voor de ‘vlotte en vreedzame democratische overgang van de macht en het leiden van het land in de afgelopen vijf jaar.’
De PDP won zondag 32 van de 47 zetels in de nationale vergadering van het Lagerhuis in het Bhutanese parlement. Een dag eerder kon de bevolking van in totaal 750.000 inwoners van het boeddhistische ministaatje zijn stem uitbrengen. De DPT werd afgestraft voor een door de bevolking niet begrepen buitenlandse koers en de politieke en financiële heisa met India.
Gelegen tussen de met malaria-aangetaste bossen van de Indiase vlaktes en de met sneeuw bedekte bergen die het staatje van Tibet scheiden, is Bhutan trots op zijn onafhankelijkheid en boeddhistische tradities. Bhutan is een koninkrijk, met een vorstenhuis en een elitaire bovenlaag van hogergeplaatste burgers. De eerste koning, Ugyen Wangchuck, vestigde in 1907 er de monarchie.
In het verleden maakte China aanspraak op delen van het Bhutanese grondgebied. De derde koning van Bhutan, Jigme Dorji Wangchuck, kon die dreiging weerstaan door een alliantie met India te sluiten. Dat was ook het begin van een –trage- modernisering van Bhutan, waar tot een jaar geleden het kijken naar tv-stations niet mogelijk en wenselijk was. In naam is Bhutan nu een democratie, op weg naar verworvenheden die bij zo’n beginsel horen.
Bhutan leunt financieel gezien op India. Een toenaderingspoging met Nepal voor financiële bijstand was in het verleden minder succesvol. Waarop het koninkrijk aansluiting zocht bij andere landen, waaronder China. De vriendschapsbanden met India dateren al van 1958, toen Nehru (de premier van India) een bezoek bracht aan Bhutan. Met dat bezoek werd ook de vriendschap tussen twee families- de Wanchucks en de Ghandis bezegeld. Nehru benadrukte toen al de onafhankelijkheid van Bhutan. De regering en bevolking van de ministaat blijft bezorgd over de mogelijke claims van China op het grondgebied van Bhutan. Tijdens de klimaattop in Rio de Janeiro vorig jaar ontmoette de eerste democratisch gekozen premier van Bhutan, Jigmi Y. Thinley, de toenmalige Chinese premier Wen Jiabao en spraken over het verbeteren van hun betrekkingen. Het was de eerste bijeenkomst tussen de premiers van beide landen.
Tot een verbetering van de relatie is het (nog) niet gekomen, Bhutan heeft ook te leiden onder de wereldwijde economische crisis. Er is niet genoeg valuta om de invoer te bekostigen. Politici leggen de schuld bij de bevolking die meer consumentisme en een hogere levensstandaard wenst. De oppositie legt de schuld bij de regering die de moeilijkheden niet op tijd het hoofd bood. De vermeende vrijage tussen Bhutan en China is in India niet onopgemerkt gebleven. Daar is men ongerust over deze toenadering. De betrekkingen tussen de beide landen zijn niet optimaal meer.
Terwijl de minister-president van Bhutan (DTP) de hele wereld over reisde, bezig met het smeden van diplomatieke banden met andere landen, en pratend over het bruto nationale geluk (BNG) dat het land propageert, en bij de VN een Happiness Conferentie leidde, negeerde hij de verslechterende betrekkingen met India. Terwijl de activiteiten een goede pers en publiciteit voor Bhutan brachten, werden ze in Bhutan niet goed ontvangen. Reizen is leuk, maar politici zijn ingehuurd om thuis orde op zaken te stellen, was de boodschap. Dat ongenoegen zorgde er voor dat de DTP, die sterk op China is gericht, in de verkiezingen het afgelopen weekeinde werd afgestraft.
De kiezers maakt het niet uit dat Bhutan diplomatieke betrekkingen met 53 landen onderhoudt. Dat leeft meer in de verbeelding van de politieke elite, maar niet bij de gewone Bhutanees die zijn aankopen doet in Indiase grenssteden in Assam en Bengalen.
Tobgay heeft beloofd de betrekkingen met India te verbeteren en de economie een flinke injectie te geven. Dat schijnt ook de wens van de Indiase regering te zijn. Die al genoeg heeft aan het oplossen van binnenlandse problemen en niet zit te wachten op een onrustige en niet te vertrouwen buur.