I bow to the Blessed One,
Glory of glories,
The one who is beyond speech, thought, and utterance.
I heard these words at one time:
The Blessed One, the glorious Vajrasattva, was in a single company and gathering with the Bodhisattva Vajrasattva in the abode of the All Good, Akaniṣṭha, a palace of awareness, an inconceivable dominion that is called: “Promulgation of Miraculous Blessings.”
At that time, Vajrasattva addressed the Blessed One, the All Good One, with these words:
Please give us a method
By which those who have failed in their samaya May heal.
The Blessed One, the Lord of the Dharma, gave an oration:
O Mahasattva,
Now listen!
The god of the five Atiyogas
Is a superior yoga
That is even better than yoga.
It is a nobility
That is even greater than nobility.
The vajra Victorious One
Is the ancestor of us all.
The most holy and revered one,
The All Good,
Is a refuge from fear
For king Vajradhara.
When it happens that we get cut off
Due to a failure,
There is no one else for us
Then this revered protector.
The protector of living beings has correctly stated That samaya are just the mind.
The mind itself has no substance,
So what could cut it off?
What could discontinue our equanimity?
What did we fail at?
What is the failure?
How did we fail?
This is precisely what an attitude of failure is.
This is precisely what clinging to a downfall is.
When we wash our minds with the water of purity There is nothing that will not become pure.
If we understand the meaning of isolated emptiness We will not have even a name for happiness and sorrow.
Lama Christopher Wilkinson begon zijn loopbaan in de Dharma op 15-jarige leeftijd met het afleggen van de toevluchtsgeloften van zijn stamleraar Dezhung Rinpoche. In de jaren die volgden introduceerde Dezhung Rinpoche hem bij Geshe Ngawang Nornang, Lama Kalu Rinpoche, Dilgo Kyentse Rinpoche, Nyoshul Khen Rinpoche, en vele anderen. Chris identificeerde zich vanaf het begin met de Rime Non-Sectarische beweging.
Na een formele opleiding in Tibetaanse en Sanskriet talen, studeerde hij in 1980 af met een BA in Aziatische Talen en Literatuur en een BA in Vergelijkende Religie aan de Universiteit van Washington. Na twee jaar rondreizen langs de heilige plaatsen van Azië, onder meer in India en Nepal, werkte hij vijf jaar in de vluchtelingenopvang in Seattle, Washington. Omdat hij zich weer wilde verdiepen in boeddhistische studies, ging hij naar de Universiteit van Calgary, waar hij in 1988 zijn MA behaalde.
In 1990 ging Chris naar Sulawesi in Indonesië, waar hij drie jaar lang docent Engels was en onderzoek deed naar het oude Sri Vijaya-rijk. Terug in Amerika werkte hij als Research Associate voor de Shelly and Donald Rubin Foundation, waar hij een kleine rol speelde bij de vroege ontwikkeling van het Rubin Museum. Daarna doceerde hij vijf jaar lang als adjunct-professor aan de Universiteit van Calgary. Hij werd ook gedurende twaalf jaar Research Fellow aan het Centre de Recherches sur les Civilisations de l’Asie Orientale, Collège de France.
Vanaf 2012 begon hij vertalingen van Tibetaanse literatuur uit te brengen, te beginnen met de zeven delen van de Sakya Kongma Serie en momenteel met inbegrip van 30 delen van Grote Perfectie Tantras, en hij gaat nog steeds door met deze inspanning.