Boeddha gebruikte regelmatig de parabel van de lotus, die vanuit een modderige vijver de prachtigste bloemen kan laten ontluiken. Net zo is het advies voor de boeddhist om ‘in de wereld maar niet van de wereld’ te leven. De stromingen die daar speciale aandacht aan geven heten ook wel “geëngageerd boeddhisme”, en proberen begrippen als liefdevolle vriendelijkheid en compassie te verenigen met leven-in-de-wereld.
Spagaat
Het is een mooi doel, maar ik kan je vanuit ervaringen met veel van deze stromingen/sanghas vertellen dat het een heel, heel lastige combinatie is. Niet alleen omdat leven in de Wereldse Winden altijd vechten tegen je eigen (en andermans) neigingen tot haat, hebzucht en onwetendheid is. Maar ook en vooral omdat het beïnvloeden van de maatschappij altijd groepsprocessen raakt, en die zijn zelf ook weer erg samsarisch van aard. In die zin ligt bij het proberen als een lotuswortel te leven dus altijd het ‘vechten voor de vrede’ syndroom op de loer. Maar voor veel boeddhisten is het andere extreme ‘zitten op je kussentje en de wereld zijn eigen troep laten ervaren’, nog beduidend slechter.
Doch houdt dit wel als voetnoot in je achterhoofd: deze verhalen zijn altijd een subjectieve weergave van mijn eigen gekleurde begrip van dharma op basis van tientallen jaren ervaring daarin. En vooral van de altijd onvollediger ervaringen als deelnemer aan het zakenleven (ook opgeleid als econoom) en politiek; daardoor zullen ze een aantal minder universele en ‘met zekerheid boeddhistische’ statements bevatten dan wat ik over meer ‘direct’ boeddhistische thema’s probeer te communiceren. En waar er in mijn sangha/orde beslist een gemeenschappelijk begrip van boeddhisme bestaat, daar zal het op dit terrein van vertaling-naar-maatschappij beduidend gevarieerder zijn, ik spreek dus echt als individu hier.
Om kort te gaan: dharma communiceren is gebaseerd op een paar hele simpele basiswetten, die daarna in tientallen vormen toegepast kunnen worden. Uitspraken over maatschappij-ethiek zijn juist gebaseerd op de leefsituaties en handelwijzen van tientallen verschillende soorten mensen en de door hun gevormde groepen. Welke je dan in simpele basisprincipes probeert samen te vatten om vervolgens je handelen op te kunnen baseren. En in die poging zit gewoon altijd een stuk onvolledigheid en twijfel, een kans op uitzonderingen-op-de-regel. Dus houdt dit in je achterhoofd bij het lezen.
Ondanks die slagen om de arm gebeurt er de laatste tijd in de maatschappij en op het www nét wat te veel voor me om er nog over te kunnen zwijgen. Het betreft zowel mensen die roepen ‘vanuit mijn boeddhisme móet ik wel voor/tegen XYZ zijn’ als andere mensen die roepen ‘ik ben dan wel boeddhist maar kan daarnaast toch ook mening PQR verkondigen’. Dus vandaar dit klimmen op de zeepkist om beide soorten misverstanden eens aan te pakken; het omver kegelen van de heilige huisjes van sommige (groepen) lezers is geen doel op zich maar kan beslist niet uitgesloten worden ;-)
Eerst een stapje terug: de Boeddha zelf was bepaald niet wars van ‘zich bemoeien met de wereld’, en gaf gedetailleerd advies aan zowel koningen als handelaren, aan zowel boeren als aan courtisanes (dames-van-plezier). In zijn kielzog zie je in alle stromingen engaged-buddhism bewegingen of zelfs scholen. Denk aan Sulak Sivaraksa’s eco-boeddhisme, het INEB-netwerk, Zenleraren Thich Nhat Hanh en Bernie Glassman en moderne tradities zoals het Indiase Ambedkar-boeddhisme en delen van mijn eigen Triratna-sangha.
Waarden
Mocht je zoals ik in deze verhalen uitwerk toch reden hebben om van je kussentje te komen en te kijken wat je met dharma kunt doen aan maatschappelijke idealen, dan zijn drie basispunten van dharma het waard om elk moment in gedachten te houden.
- Het gaat om door-leven van de ethische regels, en dan met name hun basis metta (liefdevolle vriendelijkheid). ‘Verontwaardigd zijn over onrecht’ is géén goede motivatie, de wil om anderen meer langdurig geluk te brengen is dat wél. En dan ontstaat compassie (mededogen, géén mede-lijden) en de wil tot geweldloos handelen.
- De Boeddha stuurt altijd aan op een middenweg. In zijn tijd o.a. tussen totale lichaamsverzaking en luxe, tussen eternalisme en nihilisme. Voor onze tijd zouden daar bijvoorbeeld het vermijden van extremen als ‘ieder alleen voor zich zonder door enige wet afgeremd te worden’ (extreem roofkapitalisme) en ‘het collectief voor ons allen zonder echt privébezit’ onder kunnen vallen. Straks meer over die moderne voorbeelden. Maar let wel: de Boeddha koos niet voor slappe polder-compromissen tussen de extremen maar voor een ‘op hoger niveau tillen en transformatie van het probleem’: een oplossing die door alle partijen (uiteindelijk) als goed gezien wordt. Dus in de context waar we het nu over hebben gaat het om staatsmanschap, niet om handjeklap-politiek.
- Kerndoel voor ieder van ons heb ik uitgewerkt in https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/47743-schaap-of-slimmerik-groepsdier-of-individu-op-het-spirituele-pad/. En om zo’n Arya oftewel individu te worden streef je ernaar te handelen als zelfstandig denkend persoon die toch totale verbondenheid met alle levende wezens ervaart. En daarmee eerder denkt in door je hart gedreven ‘plichten’ (naar andere levende wezens toe) dan door je ego geclaimde ‘rechten’. Elk denken in groepen van mensen met wie je emotioneel meer verbinding zou hebben dan anderen, in wij/zij, ondermijnt dat juiste pad. En dat groepsdenken zou je best wel eens kunnen hinderen in situaties waar je om praktische redenen een stuk samenwerking met anderen nodig hebt; ook vanuit idealen ontstane samenwerkingen zoals een sangha kunnen in groepsgedrag verzanden.
Economie en handel
Okay, we zijn toe aan een eerste toepassingsgebied. Dat van nature leunt op zowel individuele verantwoordelijkheid als op de wet-der-grote-getallen, en dat tweede brengt ons in ieder geval geregeld als ‘groep’ samen. Eerst maar eens één set adviezen er uit lichten die voor sommigen werkt:
- Werk naar vermogen (dus geen niet zelfgespaarde beloning voor ‘creatieve pauzes’ of zo waardoor anderen extra hard moeten werken, en geen onzinnige straf voor hard werken zoals het basisinkomen).
- Maar gebruik alleen wat nodig is. Dus niet per se extra uren maken om meer luxe te kunnen veroorloven, een basisleven is eigenlijk conform het derde voorschrift rust, eenvoud en tevredenheid en een ‘tiny house’ is daarbij misschien zo slecht nog niet. En ook genoegen nemen met wat minder rendement om je geld iets ethischer te sparen/beleggen is zeker een goede zaak.
- Op deze socialistisch-geïnspireerde basis zie je bijvoorbeeld ‘boeddhistische’ bedrijven opereren, zoals wij in onze sangha er tientallen kleine hebben en ooit het grotere Windhorse Trading; maar ook sanghas zoals Shambala en sommige zen-scholen bewegen zich op dit vlak.
- Maar mocht je vanwege je ambities/kwaliteiten wél een betere baan hebben en ook nodig vinden: de waarde van dana (vrijgevigheid) zorgt er dan voor dat een serieus boeddhist ook daarvan anderen laat profiteren. Juist levensonderhoud betekent in heel wat sanghas, naast het vermijden van een aantal door de leefregels afgewezen beroepen, een ideaalbeeld van 5-10% van je (bruto) inkomen aan dana besteden – in alle mogelijke goede doelen.
Dan de basisprincipes, bovenop de al eerder genoemde drie, om economische ideeën de maat der ethische gedragsregels te nemen. Ten eerste gaat het om de intentie waarmee mensen een model voorstellen; belasting bijvoorbeeld kan zowel vanuit een positieve staatsman-gedachte opgelegd worden als vanuit negatieve achter-de-ellebogen-politiek. Ten tweede is elk geweld uit den boze tenzij het echt om (collectieve) verdediging gaat tegen lieden die zelf met geweld beginnen. En ten derde weiger ik elk advies dat geen ‘totaalplaatje’ (inkomenseffecten, overheidsbudget enz.) bevat serieus te nemen; dus ook geen losse referendums. Californië bijvoorbeeld is vrijwel onregeerbaar omdat de inwoners steeds nieuwe mooie ideetjes bij referendum aannemen en het daaropvolgende referendum dat de benodigde extra belasting voorstelt afschieten.
Nu over naar wat concrete politiek-economische suggesties, tegen het licht van mijn begrip van dharma-ethiek gehouden.
- Een eerste denkrichting: alle verantwoordelijkheid op het collectief oftewel de Staat afschuiven werkt zelden goed. Waar overheidstaken vermeden kunnen worden, bijvoorbeeld in handel en dienstverlening met een concurrerende markt, werkt de privésector met zijn ‘a private vice is a public virtue’ vaak een stuk beter.
- Het andere extreem, roofkapitalisme zoals in veel 3e wereldlanden maar ook zeker een deel van de rechtervleugels in o.a. de USA, levert beslist ook niet iets op dat boeddhistisch-ethisch uit te leggen is. De overheid moet ter bescherming van ons burgers zowel een aantal kwaliteitseisen stellen en monopolies voorkomen (met controle door publieke instanties) alsook een ‘minimum’ aan kerntaken zelf bepalen. Denk aan verplichte collectieve ziektekostenverzekering (overheid danwel particulier), voedselhygiëne, beperking van vervuiling.
- Maar die bescherming van burgers moet niet doorschieten in nodeloze importbeperkingen. Vrijhandel werkt écht voor betere welvaart overal, en de kunst is dan wel om te zorgen dat de kwaliteit in o.a. gezondheidseffecten niet terugvalt naar de-zwakste-schakel. Dus een verdrag als TTIP of CEPA is qua idee zeker niet slecht, over de uitwerking kun je heel wat verschillende meningen hebben allemaal in lijn met Boeddhisme.
- Dus het is zoals wel vaker een zaak van kind-en-badwater. Het hele Occupy-gebeuren is m.i. een veel te ver doorgeschoten stuk woede zonder dat alternatieven geboden worden. Fundamenteel zie ik weinig onethisch in mechanismen zoals aandeelhouders-invloed en salarisverschillen tussen top en werkvloer; mits steeds ‘binnen redelijkheid’ en in lijn met de Middenweg. Dus met de juiste intenties, niet met tomeloze hebzucht – vandaar de noodzaak van staatslieden om die redelijkheid te vinden.
- Nog zo’n hete-aardappel: ‘banken mogen zelf de geldpers gebruiken, dat is fundamenteel fout’. Juist geldschepping uitsluitend door de overheid heeft ons met staatscommunisme en nu nog de vele ‘gesloten valuta’ in o.a. Zuid-Azië alleen maar stagnatie gebracht. Staatsmodellen waarin iedereen van overheidswege gelijk betaald moest worden en geen bezit mocht opbouwen brachten ook vooral ellende met zich mee, inclusief afdwinging met grof geweld. Het huidige Europese model van geldcreatie is nadrukkelijk overheids-gereguleerd, en helpt zoals we de laatste jaren zien de banken écht niet automatisch aan winst.
- Dus voor wie van samenzweringstheorieën houdt zoals ‘het is allemaal een complot van de rijken die de wereld in hun greep hebben’, of de eraan gerelateerde Bilderberg-complottheorie of de nog meer vergezochte Chemtrails: als je per se je verstand en onderzoeksplicht thuis wilt laten, zoek dan alsjeblieft een andere levensfilosofie dan boeddhisme.
- En vergeet niet dat jij en ik indirect óók aandeelhouder zijn; de fondsen die onze pensioengelden beheren investeren veel in aandelen. Dus hogere winsten voor bedrijven (mits op eerlijke wijze behaald, en met respect ook voor hun klanten en werknemers) zijn zeker niet altijd verkeerd, ze komen uiteindelijk mede terecht in jouw en mijn pensioenen!
Sociale zekerheid
Een dimensie van economisch beleid is het bieden van sociale zorg, zoals de verplichte collectieve ziektekostenverzekering en een minimumloon. Ook uitkeringen zoals WW, bijstand en bij ziekte dienen als sociaal vangnet centraal geregeld te worden als een politiek systeem enigszins in lijn wil zijn met boeddhistische compassie. Met andere woorden: een bepaald niveau van ‘welvaartsstaat’.
En tja, zo’n systeem van collectieve verzekeringen heeft altijd op zakelijke gronden bepaalde groepsgrenzen. Ieder betaalt (via premies of belastingen) mee en kan er, wanneer nodig, op terugvallen. Wie niet verzekerd is kan, helaas pindakaas, ook geen schadeclaim indienen. Dat is geen groepsvorming op emotionele basis (wat spiritueel gezien dom is, zie boven) maar een simpele zakelijke afspraak tussen de deelnemers aan deze welvaartsstaat.
Zo’n welvaartsstaat heeft een magnetische aantrekkingskracht op wat tegenwoordig ‘gelukszoekers’ (economische vluchtelingen) heet: zij die ook willen meedelen in die welvaartsstaat, ook zonder dat er banen, huizen en van dies meerzij beschikbaar zijn. En ook geregeld eerst denkend aan de uitkering en dan pas aan hoe hard er gewerkt moet worden om die te financieren. Jij en ik zouden als we in een arm land woonden óók die neigingen hebben.
Nee het dit is m.i. geen stereotype of xenofobie. Toevallig meen ik (met intensieve familie- en reiservaringen in arme landen) de ervaring te hebben dat deze magnetische aantrekkingskracht van het idee-van-welvaart, en de neiging tot een omgekeerd evenredig waarheidsgehalte in de spraak als welvaart in zicht is, écht op grote schaal bestaan. De m.i. juiste boeddhistische benadering is
- De anderen de mogelijkheid te bieden vooruit te komen, o.a. door vrijhandel (zonder met exportsubsidies hun eigen markt te verpesten!) en nog specifieker fair trade met o.a. eerlijke salarissen. De hete aardappel wat in deze context ‘ontwikkelingssamenwerking’ of –hulp moet betekenen daarvoor heb ik geen sterke boeddhistische mening over kunnen vinden, dus daarvan mag m.i. ieder het zijne vinden.
- In die fair trade moet ook eerlijkheid beloond worden, en corruptie/leugenachtigheid mag níet lonen.
- En dat zal betekenen dat je niet zomaar de zakelijke groepsgrenzen gaat oprekken, en iedereen toe zou staan om in ‘jouw’ gebied neer te strijken en recht te hebben op alles van de welvaartsstaat. Dat zou neerkomen op “wel schadeclaims honoreren ook voor wie niet verzekerd is”, oftewel laten nemen wat niet gegeven is.
In het volgende praatje komen we wat meer op de bredere vluchtelingencrisis; laten we het hier alleen hebben over mensen van wie de door ons parlement aangestelde ambtenaren en rechters de conclusie getrokken hebben dat ze uit economische redenen komen. Omdat namelijk datgene wat hen in het thuisland zou wachten niet zozeer extreme onveiligheid of oorlogen of onderdrukking is, maar ‘gewoon’ een derdewereldland met bijbehorend niveau van armoede, raciale en religieuze intolerantie (niet: expliciete vervolging) en corruptie.
En deze groep tot uitzetting verordonneerde illegalen (zoals de We-Are-Here groep in Amsterdam) heeft vaak allerlei smoezen om maar niet naar eigen land terug te gaan, door bijvoorbeeld zelf de paspoorten verscheurd te hebben. Vrijwilligers die hen struktureel helpen met als motivatie laten-blijven zouden m.i. best wel eens bezig kunnen zijn met gebrek aan metta voor je medelanders, naïef geloven in de hen vertelde leugens, meehelpen aan het overtreden van de wet en onterecht mede-lijden met mensen die de waarheid wel érg rekbaar interpreteren of zelf (paspoorten verscheuren) geweld gepleegd hebben. En ook door hun hele gedrag het ‘draagvlak’ en de ruimte voor échte vluchtelingen in gevaar brengen, ‘de goeden leiden onder de misbruikers’. Dus voor vrijwilligers die dáár veel tijd in steken, al dan niet vanuit boeddhisme, voel ik ernstige plaatsvervangende schaamte. - En ook verder is je missie als boeddhist om, geestelijke én waar dat helpt materiele welvaart voor anderen mogelijk te maken. Dus je stuurt er ook op aan dat in de ‘arme’ landen corruptie en machtsmisbruik niet vergroot worden, zodat jouw importcenten ook echt terechtkomen bij wie dat nodig heeft. En waar er wél plek is op de arbeidsmarkt, zoals voor arbeiders uit andere EU-landen (tegen minstens Nederlands minimumloon) en IT’ers uit India, geef je die ruimte natuurlijk genereus.
- En tja, op lange termijn betekent dit dat economisch vluchten niet meer nodig is omdat men inziet dat in de eigen landen vooruitgang mogelijk is. Op korte termijn zijn, helaas, zakelijke groeps-grenzen nodig. Grenzen die afgedwongen worden, zodat alleen genomen wordt wat ook vrijelijk gegeven is. In het volgende praatje, over maatschappij-ethiek en groepsdenken, lees je daar nog veel meer over.
Bottom line: statements als ‘vanuit mijn boeddhisme móet ik wel voor/tegen XYZ zijn’ klinken zeker niet verkeerd, maar dienen wel goed onderbouwd te worden ter vermijding van dingen die wel degelijk ernstig onethisch zijn vanuit een ‘wat minder oogkleppen gebruikende’ invulling van boeddhisme. De middenweg van de Boeddha staat toe dat er heel wat soorten levensonderhoud en economie-inrichting, van gematigd links tot gematigd rechts, allemaal ‘ethisch’ kunnen zijn. En dus allemaal behulpzaam om je als lotus te gedragen, en de modder onderin de vijver tot de prachtigste bloemen kan omzetten. Maar kies je idealen en de invulling ervan nauwkeurig, en probeer waar mogelijk iets op te zetten met je spirituele vrienden. Begin klein, juist om de eerder beschreven risico’s van groepspatronen te beperken. Door dit alles kun je zowel op materieel als op spiritueel vlak helpen werken aan een betere wereld.