In een vorig artikel is vooral aandacht besteed aan de waarde van uitwisselingsgesprekken tijdens vipassanā-meditatieretraites. Als een korte samenvatting zijn toen de volgende aspecten benoemd:
- Bewust worden van valkuilen in de beoefening en van blinde vlekken.
- Het checken van de motivatie en de toewijding.
- Het ondersteunen van zich verdiepend vipassanā-inzicht.
- Ruimte creëren voor verwerkingsprocessen.
- Geruststelling door het besef van common humanity.
- De gezondheid van de mediterende checken.
In dit artikel wil ik pogen iets te verwoorden omtrent de inhoud van dit gesprek. Want wat hoort er nu besproken te worden in een uitwisselingsgesprek dat vaak slechts een kwartier duurt? Allereerst kan het behulpzaam zijn te weten dat je als retraitedeelnemer alleen hoeft te vertellen wat veilig voor je voelt; dat je zelf kunt bepalen wat je wel en wat je liever niet aan bod laat komen. En dat een uitwisselingsgesprek een waardevolle mogelijkheid biedt om vragen te stellen en twijfels te bespreken die te maken hebben met de beoefening. Ik was als mediterende in het begin vrij voorzichtig met het stellen van vragen tijdens een uitwisseling met een leraar. Ik had schroom en het gevoel dat ik het allemaal zelf wel kon ontdekken. Ik ben geleidelijk aan gaan beseffen dat dit een niet behulpzame leerhouding was en ben me gaan oefenen in het ‘over de drempel van schroom stappen’. Ik stel tegenwoordig als mediterende tijdens een uitwisselingsgesprek veel gemakkelijker allerlei vragen die te maken hebben met de beoefening. Ik herinner mezelf hierbij aan het eenvoudige credo: Er bestaan geen domme vragen; vragen niet stellen terwijl ze je wel duidelijk bezighouden is wél dom.
‘Check your attitude’
Toen ik een aantal jaren geleden onder leiding van Sayadaw U Tejaniya in Myanmar mediteerde hoorde ik hem tijdens groepsuitwisselingen vaak zeggen ‘Check your attitude’. Wat hij bedoelde was dat we ook opmerkzaam kunnen zijn met betrekking tot de houding waarmee we mediteren en gedachten, gevoelens en dergelijke aanschouwen. Hoe is de innerlijke houding? Jack Kornfield zegt er bijvoorbeeld het volgende over: ‘Ik dacht altijd dat ik – om vrij te worden – behoorde te mediteren als een samoerai krijger. Maar nu begrijp ik dat we ook kunnen beoefenen als een toegewijde en zorgzame moeder van een pasgeboren kindje. Het vraagt even veel energie maar heeft een heel ander karakter. Het zijn meer compassie en aanwezigheid dan het moeten overwinnen van een vijand in een gevecht.’
We kunnen mediteren met een milde, geduldige houding, of juist met een ongeduldige houding, met een ontspannen houding of met een perfectionistische houding … het opmerken van de innerlijke houding bij wat je ervaart en het soms checken van de toon waarmee je gewaar bent en benoemt blijkt een zeer waardevol aandachtsveld te zijn. Ik weet dat de innerlijke houding bij mij in de eerste jaren doorgaans heel gedreven en gemotiveerd was. Ik deed dan bijvoorbeeld bij het lopen mijn uiterste best om zo gedetailleerd en opmerkzaam mogelijk te lopen, vervolgens was ik tijdens het zitten vaak bekaf en viel dan in slaap. Door meer gewaar te worden van deze twee sferen ontstond er vanzelf meer van wat in de boeddhistische psychologie viriyupekkha wordt genoemd: evenwicht in de toewijding waarmee ik mediteerde.
Een Chinees gezegde luidt: ‘Spanning is wie je denkt te moeten zijn; ontspanning is wie je werkelijk bent’. Er wordt ook gezegd dat bij paniekvoetbal doorgaans de meeste blessures ontstaan. Het is me in de retraites die ik begeleid heb vaak opgevallen hoe streng westerse mensen voor zichzelf kunnen zijn. En ik was dit zelf ook. Door meer te letten op innerlijke patronen bij de beoefening en door hierover te delen met een retraitebegeleider kun je meer zicht krijgen op je innerlijke houding bij het mediteren en daarin meer en meer innerlijke ruimte en vrijheid gaan ervaren.
Rapportage
Het kan ook heel goed zijn dat je tijdens een retraite geen specifieke vragen of twijfels tegenkomt. Dat betekent dan niet dat een uitwisselingsgesprek zinloos zou zijn. Je hoeft een uitwisselingsgesprek bij een meditatieretraite immers niet te beschouwen als een therapiegesprek, waarbij het inhoudelijk vooral over levensproblemen gaat. Mogelijk is een uitwisselingsgesprek eerder te vergelijken met een overdrachtsgesprek waarin verpleegkundigen aan het einde van hun dienst rapporteren over het reilen en zeilen van patiënten op een afdeling in een ziekenhuis. Alleen gaat het bij een uitwisselingsgesprek tijdens een retraite niet zozeer over anderen maar over de eigen ervaringen. Je hoeft daarbij niet altijd iets bijzonders te rapporteren. Alle ervaringen hebben bestaansrecht, juist ook de hele gewone ervaringen. Maar je kunt dan bijvoorbeeld aangeven of je een gemakkelijke of een moeilijke dag hebt gehad en ervaringen rapporteren met betrekking tot de zitmeditatie.
Zitmeditatie
Bijvoorbeeld of je gemakkelijk de bewegingen van de buik of de borstkas gewaar kunt zijn. De retraitebegeleider zal dan mogelijk wel verkennende vragen stellen, zoals bijvoorbeeld of de adembewegingen lang en diep zijn, of juist kort en snel, of de adembewegingen aansluitend zijn of dat er een kleine pauze na het dalen plaatsvindt… Stroomt de adem uit zichzelf of ben je geneigd het ademproces te beïnvloeden? Wat is gemakkelijker: gewaar zijn van de bewegingen van de buik/borstkas of gewaar zijn van het gehele zittende, ademende lichaam?
Zo kun je ook aangeven of het zitten fysiek goed te doen is of dat je veel ongemak tegenkomt, hoe je ongemak benoemd hebt, of je bent gaan verzitten bij ongemak of dat je er mee bent blijven zitten …. Hoe ga je om met innerlijke reactiepatronen, zoals bezorgdheid of verlangen?
Een ander waardevol thema kan zijn hoe je met gedachten bent omgegaan. Daarbij kan altijd meegenomen worden dat inzichtmeditatie eigenlijk een fenomenologie is: een studie van verschijnselen. Het woord vipassanā betekent ‘anders zien’. We nemen bij de beoefening een ander perspectief in, waarbij we voorbij gaan aan de inhoud van gedachten en gevoelens en ze meer gaan aanschouwen als veranderende verschijnselen. Voor de mindfulnessbeoefening maakt het bijvoorbeeld niet uit of een oordeel over iets of iemand nu opbouwend of afbrekend is; je hoeft alleen op te merken: ‘er is oordelen’. Je kunt dan bijvoorbeeld rapporteren of gedachten gemakkelijk als gedachten herkend worden. Of er geduld is in het opmerken van gedachten. En wat gebeurt er met gedachten als je ze herkent? Blijven ze doorgaan of verdwijnen ze? Is benoemen als bijvoorbeeld ‘denken’, ‘oordelen’ of ‘plannen’ behulpzaam of juist niet?
Wat voor emoties en gemoedstoestanden ben je tegengekomen? En hoe ben je hier mee omgegaan? Hoe ga je met zintuiglijke gewaarwordingen om zoals horen, zien of ruiken? Zo kun je dus ervaringen met betrekking tot lichamelijke gewaarwordingen, fysieke sensaties, gedachten, gemoedstoestanden en zintuiglijke prikkels tijdens het zitmeditatie verkennen en beschrijven.
Loopmeditatie en dagelijkse activiteiten
Andere waardevolle onderwerpen voor een uitwisselingsgesprek zijn de loopmeditatie en het opmerkzaam zijn bij de dagelijkse activiteiten. Thema’s die hier benoemd kunnen worden zijn bijvoorbeeld:
- Loop je langzaam of wat sneller?
- Wat neem je waar? De bewegingen van de voet of meer het gehele lopende of wandelende lichaam?
- Hoe ga je om met gedachten, geluiden en dergelijke tijdens het lopen of wandelen?
- Hoe is de opmerkzaamheid bij het opstaan, gaan zitten, het eten, drinken, tanden poetsen, naar de WC gaan, aankleden, uitkleden, wassen, douchen en dergelijke?
Op je gemak leren zijn bij ongemak
Velen (ikzelf ook) ervaren bij een uitwisselingsgesprek vooraf vaak enige gespannenheid. Alleen hierom kan een regelmatig uitwisselingsgesprek al van waarde zijn. Gewoonlijk gebeurt dit immers niet alleen bij een retraite maar reflecteert dit vaak een vertrouwd patroon bij stressvolle gebeurtenissen, waarbij interpersoonlijk contact als stressvol wordt ervaren. Het stelt je dan in de gelegenheid dit patroon van bijvoorbeeld faalangst, onzekerheid of bewijsdrang te leren zien en te benoemen; innerlijk of soms ook hardop in het uitwisselingsgesprek. Dit vermogen, dat ook wel exposure of vrijwillige blootstelling genoemd wordt, blijkt een waardevol effect van de beoefening te zijn. Je leert op deze manier immers meer op je gemak te zijn bij ongemak. Daarnaast blijkt een regelmatig uitwisselingsgesprek ook al te kunnen dienen als een waardevolle oefening in mindful communiceren in het algemeen. Zo kun je als retraitedeelnemer de voorbereidende gedachten en de innerlijke dialoog voorafgaand aan een uitwisselingsgesprek al erkennend opmerken op de momenten dat dit gebeurt. Vervolgens het oefenen in mindful spreken en luisteren tijdens de uitwisseling en ten slotte ook gewaar zijn van de naweeën of echo’s van het gesprek na afloop. Zo trainen we ons via een individueel of groepsmatig uitwisselingsgesprek ook in het mild en mindful communiceren. Dit alles onder het mooie kernachtige motto van Loesje: ‘Iedereen accepteert me zoals ik ben. Nu ik nog’.