The sentience of our awareness
Is not itself evident.
We do not engage in any unmoving samadhi.
The awareness that we do not seek
Is beyond our thoughts.
In the wheel of perfect wisdom
The circle of great bliss is inconceivable.
Our playfulness holds bliss,
Like waves upon the water.
Wisdom as it is does not move.
We have been this from the beginning,
So we do not need to do anything.
The mudra of Secret Wisdom
Turns the wheel of our demarcated wisdom.
We are beyond every grasping nature.
When our self-originating heart-essence does not move We will be equal to the heart of a king who grants empowerment.
Samadhi that settles itself is like the sky.
Unchanging wisdom is pervasive like the sky.
In our wisdom
Of an awareness that is beyond hunting,
We do not waver.
We settle into our own true natures.
Anything that may appear to the faces of our senses Is clearly an awareness of our non-conceptual true nature.
Our wisdom of the All Good
Does not beam out or draw in.
We do not cling to anything.
Our sentience is self-originating.
Names and practices will change,
So we give the instructions for entering through the doors of symbols.
We cut through any praise or blame
About the entourage of our samadhi.
The wheel of wisdom has no periphery or center.
The wheel of self-awareness is beyond any subjects or objects.
Our awareness of knowledge manifests as a true wisdom.
It must encompass the gradual engagements Of those who cling.
They have ideas about recognition,
And they work on visualizations.
All of those who cling to their desires, With no exceptions, Are empty.
Christopher Wilkinson begon zijn carrière in de boeddhistische literatuur in 1972 op vijftienjarige leeftijd, toen hij de toevluchtsgeloften aflegde van zijn goeroe Dezhung Rinpoche. In datzelfde jaar begon hij met de formele studie van de Tibetaanse taal aan de Universiteit van Washington onder Geshe Ngawang Nornang en Turrell Wylie. Daarna ontving hij vele instructies van Kalu rinpoche en voltooide hij de traditionele beoefening van vijfhonderdduizend Mahamudra-voorbereidingen. Op achttienjarige leeftijd werd hij boeddhistisch monnik en woonde hij in het huis van Dezhung rinpoche terwijl hij zijn studie voortzette aan de Universiteit van Washington. In 1980 studeerde hij af met een B.A. in Aziatische talen en literatuur en een B.A. in vergelijkende religie (College Honors, Magna Cum Laude, Phi Beta Kappa). Na een rondreis van twee jaar langs boeddhistische pelgrimsoorden in heel Azië werkte hij vijf jaar bij de hervestiging van vluchtelingen in Seattle, Washington, waarna hij naar de Universiteit van Calgary ging voor een M.A. in boeddhistische studies, waar hij een baanbrekend proefschrift schreef over de Yangtik-overdracht van de Grote Perfectie-traditie, getiteld “Clear Meaning: Studies over een dertiende-eeuwse rDzog chen Tantra”. Vervolgens werkte hij aan een kritische editie van de Sanskriet tekst van de 20.000 regels tellende Perfectie van Wijsheid in Berkeley, Californië, gevolgd door een intensieve studie van de Birmese taal in Hawaii. In 1990 begon hij drie jaar als gasthoogleraar Engelse literatuur in Sulawesi, Indonesië, waar hij de overblijfselen van het oude Sri Vijaya-rijk onderzocht. Hij werkte enkele jaren als research fellow voor de Shelly and Donald Rubin Foundation en speelde een rol in de vroege ontwikkeling van het Rubin Museum of Art. In de jaren daarna werd hij Research Fellow aan het Centre de Recherches sur les Civilisations de l’Asie Orientale, Collège de France, en doceerde hij vijf jaar aan de University of Calgary als Adjunct Professor. Hij heeft vele boekdelen met vertalingen gepubliceerd, en gaat hiermee door.
Perfect Wisdom: Four Early Tantras of the Great Perfection. Vertaald door Christopher Wilkinson. Boekomslag Tsering Kelsang.