Een hedendaagse fysicus en filosoof met grote invloed is Bernardo Kastrup. Kastrup is naast een Ph.D. in de filosofie ook Ph.D. in computer engineering. Hij wordt de laatste jaren steeds bekender, mede doordat hij zijn filosofische inzichten baseert op de kwantumfysica.
Een van de bekendste conclusies uit de kwantumfysica is dat fysische grootheden, voordat ze zijn waargenomen, slechts mogelijkheden zijn. Dit betekent volgens Kastrup dat de wereld niet zo is zoals we die waarnemen. Voordat we de wereld waarnemen is er iets waar we ons geen voorstelling van kunnen maken. In onze perceptie gebruiken we ruimte/tijd categorieën en daardoor creëren we een wereld van aparte te onderscheiden dingen. Anders gezegd: Er bestaat geen materiële werkelijkheid buiten het bewustzijn. En het bewustzijn wordt niet gecreëerd in de hersenen. Op deze wijze ziet de kwantumfysicus Kastrup het universum.
Ongeveer 200 honderd jaar geleden onderwees Arthur Schopenhauer zijn studenten dat alles in het universum WIL is. De kwantumfysica werd pas zo’n honderd jaar na hem ontwikkeld, maar het lijkt erop dat Schopenhauer al iets op het spoor was. Alles is WIL en wat we waarnemen is de WIL gezien vanuit een bepaald perspectief. Wat wij waarnemen is dus ook WIL. ”De wereld als Wil en voorstelling”, is de titel van zijn belangrijkste studie. De naamgeving is interessant. Schopenhauer heeft het bijvoorbeeld niet over universeel bewustzijn, zoals men in het boeddhisme misschien zou zeggen. De WIL is zich niet bewust, maar blind. We leven met een klein beetje intellect op een grote oceaan van instinct. En ook ons intellect is instinct, omdat alles WIL is. Onze identiteit vloeit voort uit ons denken, perceptie en geheugen. De WIL is mogelijk op te vatten als wordingsdrang.
De mens is in staat om via introspectie zich bewust te zijn van zijn ervaringen. Hierdoor kan wat onbewust is bewust worden, alsof de mens met een zaklantaarn naar de WIL kan schijnen. De mens is in staat om zich bewust te zijn van hoe hij/zij zich voelt. We noemen dit meta-bewustzijn of zelfreflectie. We beschikken over de introspectieve mogelijkheid om na te denken over onze gedachten, emoties, percepties en fantasieën. Naast een stap voorwaarts is dit ook de bron van al het lijden. We kunnen ons via introspectie wel bewust worden van wat we voelen en denken, maar we kunnen het d.m.v. introspectie niet veranderen. Positief denken geeft op zijn hoogst oppervlakkige verbeteringen, als je last hebt van een depressie. De enige weg is voorwaarts, zich bewuster worden van de WIL en hoe deze te ervaren is in jezelf. Dat is onze opdracht. Van bewustzijn naar meta-bewustzijn en zo verder. Meta bewustzijn is op te vatten als bewust worden van verbanden van het bewust zijn van representaties van wat wij waarnemen, zowel in ons als buiten ons. En uiteindelijk is één zijn met de WIL, streven naar non-dualisme zoals in het boeddhisme en Advaita ook bij Schopenhauer een streven.
De kwantumfysica leert ons tegenwoordig dat materie niet bestaat voordat het waargenomen wordt. De waarneming schept een illusionaire wereld van Ik en het andere. In de kwantumfysica, ongeveer 100 jaar oud, ontdekte men dat het doen van een waarneming op de één of andere manier het fysieke doet ontstaan. Voor de waarneming is er een veld van mogelijkheden, ook wel aangeduid als superpositie. Door de waarneming wordt de mogelijkheid omgezet in iets fysieks. Van alle mogelijkheden wordt er één mogelijkheid gerealiseerd. Die fysieke werkelijkheid is context afhankelijk, d.w.z., afhankelijk van de positie van degene die waarneemt. Het is een relatieve wereld, i.t.t. de absolute wereld van voor de waarneming die één is. De fysieke wereld is relatief aan de persoon van de waarnemer. Net zoals de snelheid van de trein afhankelijk is van de snelheid van de persoon die de trein waarneemt.
Volgens Schopenhauer, 100 jaar eerder, wordt de WIL voorstelling. De voorstelling is de dagelijkse werkelijkheid. De werkelijkheid, die daar achter ligt, is niet stoffelijk, maar mentaal volgens hem. Wellicht is het juister om te stellen dat die werkelijkheid niet waarneembaar en niet definieerbaar is. De representatie in ons privé-bewustzijn is zeker mentaal. Schopenhauer kiest voor het begrip WIL. Dat is onze niet stoffelijke essentie. Ons privé-bewustzijn is te zien als een afsplitsing van het universele bewustzijn (de WIL).
Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland. Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.