Shaila Catherine is de stichter van een online school waarin bodhi cursussen. En van de Insight Meditation South Bay, een boeddhistisch meditatiecentrum in Silicon Valley in Californië, VS. Ze mediteert al sinds 1980 en beoefende meer dan acht jaar stille retraites. Shaila studeerde met leraren in Nepal, India en Thailand, en ook met de oprichters van westerse meditatiecentra zoals Joseph Goldstein en Christopher Titmuss.
Zij sloot een eenjarige intensieve meditatieretraite met de focus op concentratie en jhana af en is auteur van verschillende boeken over dit onderwerp. Shaila praktiseerde in de periode 2006-2015 intensief onder leiding van Pa-Auk Sayadaw aangaande het absorberen van een nauwkeurige benadering van samādhi en vipassanā om die voor westerlingen toegankelijk te maken. Op uitnodiging van Sangha Metta, leidt Shaila sinds 2015 retraites in Nederland.
Het is midzomer 2017 als een 35-tal meditatoren en drie man ondersteuning voor tien dagen neerstrijken in drie gebouwen en een paar tenten in een bosje bij Naarden. Sangha Metta, de organisator heeft voor de derde maal de instructrice, Shaila Catherine, uitgenodigd.
Shaila volgt tijdens deze meditatie de anapanasati sutta (instructie over attentie bij in- en uitademing) uit de Majhima Nikaya**. Zij adviseert iedereen om te beginnen met de adem. Omdat ook als je geen ‘absorptie’ bereikt je leert de geest te kalmeren, aandacht bij het lichaam te vestigen, en met een heel simpel object, je adem, die je altijd bij je hebt. Maar als een meditator de verfijnde staten van verzinking, de jhana’s, wil bereiken dan zou zo’n iemand op een speciale manier moeten werken met de ademhaling. Door de ruwe fysiekheid van de ademsensaties zacht (smooth) te maken. Diegene zou op zo’n manier focussen op de ademhaling om de ruwheid (coarseness) te laten afnemen en de geest in staat te stellen om te versmelten (merge) met de ademhaling als een heel subtiele vorm van mentaal weten. Er is dus een manier waarop de adem gebruikt kan worden om deze heel diepzinnige (profound) staten van absorbtie te ontwikkel en ervaren.
Maar of mensen nu wel of niet absorptie ontwikkelen, het is een hele goede praktijk die, als wij niet de tijd of beoefening hebben om de jhāna’s te bereiken, die verfijnde staten van concentratie, het hoe dan ook een bruikbare oefening is. Je ontwikkelt gewaarzijn van het lichaam en je hebt geleerd de geest te kalmeren de geest met een heel simpel en waarneembaar object als ademen. So, its good! Een goede oefening, hoe dan ook.
Als er rusteloosheid is of veel gejaagdheid (flurry) of zorgelijkheid in de geest, dan kunnen beoefenaars alles doen wat hen helpt om ‘te settelen’ (settle). Dat kan bijvoorbeeld met ‘buddho’ of ademtochten tellen, of luisteren naar de natuur of meditatieve geluiden of A….B…A, Ik onderwijs normaliter niet ‘buddho’ hoewel ik het wel gedaan heb in Thailand, die praktijk wordt daar algemeen onderwezen. Tellen doe ik wel, het helpt vaak maar het belangrijkste is om niet veel grove technieken toe te voegen. Om de adem te vinden en de aandacht daar mee te laten settelen. Dus gewoon zijn met de inadem, het begin, midden en het eind en met de uit-adem, het begin, het midden en het eind is echt de essentiële praktijk. Tellen kan toegevoegd worden als de geest werkelijk erg geagiteerd is. Het kan ons helpen de adem te vinden, maar het meest belangrijke is gewoon zijn met de adem. Mensen kunnen soms competitief worden bij tellen en de score vergelijken met vorige week. Of beoefenaars kunnen op een verloren (road way) manier de adem tellen, niet echt mindful, en bijvoorbeeld van één tot tien tellen en dan terug- maar er ineens achter komen dat ze op zestien zitten.
Gewoonlijk adviseer ik mensen om de adem maar een paar rondes te tellen, gewoon om de aandacht te helpen op de adem te richten en het tellen dan te laten varen (drop). En te zijn met de adem, wanneer de geest afdwaalt terug te komen. En opnieuw. Om geduldig, ijverig (diligently) terug te keren bij het ademen. Nadat iemand de ademoefening gedaan heeft, of ze nu de samadhi training willen vervolgen of naar vipassana gaan er zijn nog vele andere concentratie objecten om mee verder te gaan als dat ze beter ligt. Maar dan nog wil ik graag beginnen met de adem. Omdat het een simpel object is, je kan het vinden, ontdekken, erin variëren, het ademen. We kunnen ermee werken als we in de trein zitten en in de meditatiehal. Het vertelt je veel over je eigen mentaliteit, geagiteerd of niet. De adem geeft een duidelijke indruk van de staat van het lichaam als wel van de geest.
Op de laatste avond van de retraite is Shaila bereid een interview te geven voor het Boeddhistisch Dagblad.
Arjan: Hoe komt het dat op concentratie gerichte retraites zo buitengewoon schaars zijn, in het westen zijn ze nauwelijks te vinden?
Shaila: Ik zie concentratie en jhana oefening als een soort specialiteit van me. Ik heb twee boeken geschreven over dit onderwerp en veel tijd besteed aan het ontwikkelen in mijn eigen meditatiepraktijk aan concentratie en samadhi. Maar ik denk niet dat het de centrale kern van de oefening is. Ik denk dat mindfulness het belangrijkst is. Die vaardigheid (ability) ontwikkelen. Ik adviseer mensen gewoonlijk om concentratie te ontwikkelen nadat ze al een flinke basis gelegd hebben met attentie meditatie (sati). Omdat we met mindfulness kunnen werken met de hindernissen en obstructies die de geest agiteren. Maar vanaf dat we enige vaardigheid ontwikkelen met het werken met de hindernissen zou de geest klaar kunnen zijn om te werken met meer gefocuste praktijk (practises). En zullen samadhi- en concentratieoefeningen toepasbaar en nuttig zijn. De samadhi wordt vele keren genoemd in de uiteenzettingen (discourses) en ook de vier jhana’s. Die zijn duidelijk belangrijk. Mijn leraar herhaalt vaak uit de Samyutta Nikaya: “ontwikkel concentratie, iemand die concentratie heeft ontwikkeld begrijpt dingen zoals ze echt zijn.”
Omdat als we niet geconcentreerd zijn, begrijpen we niet, zullen we niet helder zien, niet weten wat de ware aard is van de dingen die we waarnemen. We zullen dingen zien op een oppervlakkig niveau. Vaak is de geest die niet geconcentreerd is een zekere gradatie van inzicht hebben maar het inzicht zal basicaly zijn, afgeleid en rusteloos en iets van onze habituele tendenties laten zien. Maar we hebben concentratie nodig om dat heldere doorziende inzicht in de natuur van geest en materie, mind and matter, perceptie en gevoel te ervaren. We hebben de concentratie nodig- en een stabiele geest nodig om te zien hoe we in lijden terecht komen. En hoe we het leven tegemoet kunnen treden zonder lijden. De geest moet daarvoor geconcentreerd zijn, in balans, anders gaat ze gewoon mee met de verhalen van het ‘zelf’.
Arjan: Ik vind dat de jhāna’s soms wat gemystificeerd worden. Maar als je ernaar kijkt kunnen vitakka en vicara ook vertaald worden als contemplatie en onderzoek. Ook een vaardige wetenschapper zal, als hij een preparaat bekijkt onder een microscoop met de gedachte ‘waar kijk ik naar?’ dat als een contemplatie beschouwen. En als hij de verschillende objecten ziet, amoebes of zo, dat als een soort van A of B zien. En heeft dan een inzicht, een wereldlijk inzicht, natuurlijk.
Shaila: Veel mensen ontwikkelen een sterke concentratie in hun werk. Chirurgen zijn sterk geconcentreerd in hun werk en worden niet afgeleid, gelukkig.
Arjan: Mijn moeder onderging een hersenoperatie die 8,5 uur duurde maar kwam daarna zo fris als een hoentje bij.
Shaila: Door de kracht van de concentratie zijn artsen heel erg geconcentreerd en stabiel. Maar dat is niet het type concentratie dat ik onderwijs, omdat de concentratie waar ik in geïnteresseerd ben de concentratie is die we juiste concentratie noemen, samma samadhi. Wat betekent dat het geïnformeerd en ondersteund is door juiste visie. Dus de samadhi, de concentratie die we ontwikkelen is het doel voor de bevrijding van de geest. Dus het is niet hetzelfde als een chirurg of wetenschapper die een geconcentreerde staat kan ervaren, zeker, maar waar ik op focus en mijn studenten in aanmoedig is concentratie die ten dienste staat van het vrij makend inzicht.’
Er zijn ook de goede alledaagse effecten van meditatie, maar Shaila gaat voor die concentratie die de geest vrij maakt.
Arjan: Heb je hier een andere stijl van lesgeven hier dan in Californië?
Shaila: Eigenlijk zijn de leringen gelijk, hier en daar. De menselijke geest is zoveel meer hetzelfde als de kleine verschillen in cultuur.
Arjan: Daar stem ik mee in, het is alleen zo dat mensen er lol in hebben het over die kleine verschillen te hebben. Maar ik heb het hier echt naar mijn zin gehad en het contact met de zeven yogi’s uit diverse en de Nederlandse sangha was uitstekend.
Shaila: Ik denk dat er hier een goede en erg oprechte oefening plaatsvindt. En dat mensen voortvarend in hun oefening zijn. Ze horen een instructie, passen hem toe en willen uitvinden hoe die te ervaren. Ik ervaar dat niet als argumentatief maar als bedachtzaam en kritisch. In de sangha is er een fijne combinatie van vertrouwen en een kritische geest om te zien wat bruikbaar is en afhankelijk daarvan aanpassingen te doen. Ik denk dat dit een heel intelligente benadering van meditatie is. Een intelligente benadering van een spiritueel leven, en dat heb ik graag.
Arjan: En dat hebben ze niet in Californië?
Shaila: Zeker wel, dit komt erg overeen met Californië. Het is wel verschillend met andere plaatsen.
Arjan: Nou ja, in de hippietijd was in Amsterdam ook al een vergelijkbare mindset met Californië, San Francisco.
Shaila: De mensen lijken hier erg open van geest, goed opgeleid, voortvarend. Ik waardeer het contact met de sangha hier zeer. Dit is mijn derde trip naar hier, volgend jaar de vierde, ik geniet er erg van.
Arjan: In ongeveer 95% van de keren dat ik merk dat de meditatie er als het ware vandoor gaat is er sprake van een te veel aan energie. Wat vindt jij, is dat normaal bij westerse meditatoren, om het te goed te willen doen?
Shaila: Ik denk dat het heel gewoon is, de meeste mensen hebben een overmatige inspanning. Het manifesteert zich soms als spanning in de ogen of het hoofd, mensen kunnen hoofdpijn krijgen en naar voren leunen, ze kunnen hun nek voorwaarts steken en proberen om de adem te bereiken. Grimassen maken, door gewoon te forceren. Maar werkelijk, het is een belangrijke vorm van vaardig omgaan met inzet en een belangrijke competentie die we ontwikkelen. Uitgebalanceerde inzet is een belangrijke vaardigheid die we ontwikkelen. Zodat we ontdekken wat precies de juiste mate van inspanning is om een simpele ervaring als het kennen van onze ademhaling te hebben.
We hoeven daar niks voor te doen, we ademen toch al. We hoeven niks te rekken, niet ver te gaan. Het gebeurt allemaal precies hier. Al wat je hoeft te doen is je er op instellen.
En toch is er deze overmatige inzet die, als dat gaat opvallen een belangrijke stap in het proces is. We beginnen wat begrip te ontwikkelen in de manier waarin we proberen binnen te dringen in het controleren van situaties uit verlangen, gehechtheid of ego. Of een of andere competitieve verwachting dat het hier zou moeten gebeuren op de manier waarop ik vindt dat het moet gebeuren. Maar onze oefening ontvouwt zich niet in lijn met ons eigen tijdschema. Maar geregeld op een manier die we niet verwachten. Dus zullen we bereid moeten zijn om ons te openen voor de wijze waarop en wat er zich werkelijk afspeelt, zich ontvouwt.
Dus ja, over-inspanning is behoorlijk gewoon, maar ik denk dat het een echt wonderlijk inzicht geeft om dat te zien. Want als iemand in staat is om dat te herkennen in zijn meditatie oefening, de gewoontes die opgelding doen in onze meditatie praktijk zijn ook de ervaringen in het dagelijks leven. Zonder twijfel zijn er momenten waarop iemand die zijn adem forceert of aandacht focust op zijn adem en met kracht iets wil laten gebeuren, ook iemand die in zijn huis of werksituatie iets probeert te laten gebeuren, in plaats van de ruimte creëren om te zien wat een wijze respons zijn op deze situatie?’
Arjan: Ik maak de vergelijking dat ik twee handen nodig had om de vastgedraaide knop van de buitendouche los te krijgen. En dat ik wist dat er iemand was die in zijn meditatie vast ook overmatige energie stopt.
Shaila: Ja, zoveel van de dingen die we zien als obstructies in onze meditatie zijn werkelijk gewoon een goede les. Om op te merken, te observeren. Dus als we ons niet zouden veroordelen, maar ons kwalificeren als een persoon die niet perfect is, in een concept van een perfecte meditator, dan zal elke situatie die moeilijk leek in de meditatie, door ons worden verwelkomd. De gelegenheid verwelkomen om het te zien. Whow, kijk eens naar die inspanning! Het is veel te veel. Er zijn ook mensen die iets te laks zijn en lui en die dat niet uit willen proberen. Maar die komen meestal niet op jhana retraites. Maar ze zouden naar andere type retraites kunnen gaan. Zodat ze kunnen ervaren wat het in het leven oplevert als ze er niet voor gaan. Dus mindfulness en concentratie, als die in balans zijn, helpen die juist om de uitdaging aan te gaan.
Arjan: Voor mij was het op deze retraite op een of andere manier makkelijker om met de vijf hindernissen om te gaan, als in een vipassana retraite. Omdat het daar okay is als ze er zijn zolang je ze maar ziet.
Shaila: Ja dat klopt, als we ze doorhebben zijn ze geen probleem. De hindernissen zijn alleen een probleem als het ons niet kan schelen of we ze doorhebben, want dan nemen ze de controle van de geest over. Maar als we ze doorhebben is het geen probleem.
Arjan: Het is me zo vaak gebeurd dat ik dukkha (lett. het pijnlijk lege) verward heb met boosheid. Dat het boosheid was maar ik dacht dukkha te zien.
Shaila: Ja, maar we beginnen te onderzoeken en bemerken wat het verschil is tussen het onbevredigende van geconditioneerde ervaringen en weerstand daartegen. Ik vind het op die manier niet leuk. Het is niet slechts dat het de natuur heeft van een geconditioneerde aard, maar dat ‘ik’ het zo niet mag. Er is een groot verschil, maar het heeft de tijd nodig voordat een meditator in staat is dat onderscheid te maken. Omdat in de wereld de meeste mensen niet naar de relatie met hun ervaringen kijken. De meeste mensen geven de buitenwereld de schuld dat de wereld niet zo is als ze willen dat ie is.
Arjan: Ik heb mezelf ook vaak genoeg getormenteerd met allerlei zelfverwijten, of ik dacht niet goed, of de goede gedachte kwam te laat of was niet groot genoeg, er was altijd iets mis.
Shaila: De Boeddha zei dat er altijd verwijt in de wereld is. Dus moeten we de capaciteit ontwikkelen dat, wanneer we in de wereld leven die niet alleen helder is. Onze geest hoeft niet meers te produceren. Maar we hebben ook een evenwichtige geest nodig om te leven in een wereld die vol verwijt is. De Boeddha suggereerde niet dat we allemaal in een of ander ideale boeddhistische geïsoleerde groep, omgeving, zullen leven. We leven in de wereld! We leven in de wereld met allerlei soorten mensen. Maar hoe kunnen we al die condities tegemoet treden met evenwichtigheid, wijsheid en compassie? Met begrip? Ik denk dat het boeddhistische pad ons in staat stelt om al die innerlijke vermogens te verwerven, om situaties aan te gaan zoals ze gebeuren, met wijsheid.
Na tien dagen komt de retraite ten einde. Alle yogi’s hebben een tevreden uitstraling. Shaila zorgde ervoor dat in een kleine groep en ook individueel de meditatoren hun oefeningen konden doornemen met haar. De individuele gesprekken gingen te voet. De goede zorgen van het ondersteunende team maakten ook dat er een geborgen en leven-en-laten-leven sfeer was. Augustinus zei al dat het lichaam wel te dwingen is met de geest, maar dat de geest zelf zich niet laat dwingen. De adem blijkt de subtielere hand waarvan de geest wel leiding accepteert.
Concentratie werd door vipassana in de stijl van mahasi sayadaw leraren vroeger vaak weggezet als een onnodig aspect voor de vipassana meditatie. En voor de jhana’s, de verdiepte staten van bewustzijn, werd soms gewaarschuwd, als gevaarlijk voor inzicht, hoewel de Boeddha jhana’s veelvuldig aanprijst in de sutta’s. Maar de inzichten veranderen duidelijk. De retraite bracht me een kalmere staat van zijn waar ik ook later nog af en toe in terug kan keren.
Het is overigens wel grappig is dat het woord adem aan atman verwant is in onze Indo-Europese talen. De adem gaat door in de slaap en is daarmee een, zelfs sub-bewuste, constante verandering in levende wezens.
** http://www.suttas.net/suttas/majjhima-nikaya/mn118-anapanasati-sutta.php