Paragraaf 3.5: Psychologisch misbruik
Psychologische mishandeling kan net zo destructief en schadelijk zijn als fysiek misbruik en kan ernstige gevolgen hebben voor de geestelijke gezondheid. Het wordt vaak gebruikt als een manier om macht en controle over iemand te behouden.
Dat gezegd zijnde kan er sprake zijn van emotioneel misbruik in de vorm van:
– verbaal geweld: beledigen, schelden, intimideren, beschuldigen of bedreigen ; en ook liegen, roddelen, pesten, belasteren, verdachtmakingen uiten en/of verspreiden ; eenzijdige geschriften en publicaties verspreiden: bv. mails over iemand rondsturen zonder dat die persoon daarvan op de hoogte is, of het gebruik van denigrerende taal op sociale netwerken.
– afwijzing: zonder rechtvaardiging voortdurend gedachten, ideeën en meningen verwerpen.
Paragraaf 3.8: Institutioneel misbruik
Omdat een sangha bijna per definitie een hiërarchische structuur kent, is het noodzakelijk om waakzaam te zijn in verband met mogelijkheden tot institutioneel misbruik. In het besef dat de structuur van de sangha niet noodzakelijk samenvalt met het wettelijk kader van een v.z.w., verdienen volgende aspecten bijzondere aandacht:
Vertrouwelijkheid. De relatie tussen studenten en leraar gaat vaak gepaard met het delen van gevoelige, persoonlijke informatie. Dit vereist van de leraren dat zij dergelijke informatie vertrouwelijk houden uit respect voor de studenten en voor de relatie.
Met het oog op het welzijn van bepaalde individuen en van de Sangha, moeten de leraren in uitzonderlijke gevallen over zulke vertrouwelijkheden kunnen overleggen met andere leraren, met leraren in opleiding, met de voorzitter, of, desgevallend, met deskundigen. In zulke omstandigheden moeten de leraren ernaar streven dat hun overleg vertrouwelijk blijft. Ook de andere verantwoordelijken verbinden zich daartoe.
Verantwoording en bestuur. Het handhaven van het welzijn van de sangha is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle leden. Leraren nemen eveneens de verantwoordelijkheid om de doelstellingen van verantwoording en transparantie te bevorderen, met inbegrip van financiën, besluitvorming en klachtenbehandeling met inbegrip van ethisch kwesties.
Transparantie. Transparantie is cruciaal om het evenwicht en de harmonie binnen de Sangha te behouden. Leraren zijn alert op potentiële belangenconflicten tussen studenten en andere leden van de sangha en doen er alles aan om deze te vermijden. Elk belangrijk belangenconflict zal onmiddellijk worden doorgegeven aan de leiders van de sangha.
Paragraaf 3.9: Spiritueel misbruik
Bij spiritueel misbruik wordt voorkomen dat je je eigen mening hebt over religie, culturele overtuigingen en waarden. Dit misbruik kan gebeuren op basis van religieuze argumenten (bijv. karmisch effect).
Het cultiveren van gevoelens van superioriteit van de eigen boeddhistische traditie of van het boeddhisme in het algemeen moet worden vermeden. Personen van andere religies of filosofische tradities zouden zich welkom moeten voelen om te oefenen binnen de boeddhistische sangha’s.
Een leraar kan sterke spraak of handelingen als leermiddel gebruiken. Dit mag echter niet op een systematische manier worden gebruikt en moet met wijsheid, mededogen en zorgzaamheid gehanteerd worden.
https://www.buddhism.be/nl/ethiek/ethisch-en-deontologisch-charter