Als je een dharmapraatje moet schrijven tijdens de vakantie, dan komt soms onverwachts inspiratie aanwaaien. In mijn geval over het droeve lot van de Vasa. Een oorlogszeilschip uit het 17e eeuwse Zweden waar Michiel de Ruyter trots op zou zijn, met Nederlandse scheepsbouwmeesters. Maar al bij de eerste bries zijwind, kilometers van thuishaven Stockholm, bleek hij onstabiel en kapseisde met zeker 30 doden tot gevolg. Nadat het duurste materiaal geborgen was, de kanonnen, verdween hij langzaamaan in de modder om pas 333 jaar later herontdekt te worden. Het restauratiewerk mag er zijn.
Het verhaal waarom een schip zó slecht gemaakt kon worden, ondanks capabele ontwerpers en bouwers, leest als hedendaagse grote projekten. Denk aan elk groot overheidsprojekt zoals spoor- en tramlijnen, maar ook de meeste grote investeringen van multinationals. Het basisontwerp was prima: een uitvergroting van eerdere Zweedse oorlogsdriemasters, met correcte gewichtsverdeling. Maar toen
- Drong de koning, binnenkort ten strijde trekkend tegen Polen, aan op weelderig (en zwaar!) houtsnijwerk- overal aan de boeg.
- En moesten ook per se de kanonnen op het bovendek even zwaar worden als die op het onderdek, allen 24-ponders; geheel tegen normale richtlijnen in, want met 12-ponders zou het gewicht beter verdeeld zijn.
- En tot slot werd, ondanks een korte proefvaart waarin de risico’s al bleken, besloten tot snel uitzeilen; want dat ‘was onmisbaar voor het prestige van Zweden in deze oplaaiende oorlog met Polen’.
En dat brengt ons, voor de Vasa maar ook voor grote en kleine projecten in het moderne leven, op de naaf van het levenswiel. Die bestaat uit:
- Begeerte, het symbool van de haan die alsmaar hongerig is naar voedsel. En daarmee soms de realiteit uit het oog verliest; als je imago naar de Poolse vijand of je Bobo-opdrachtgever toe belangrijker is dan het haalbare, ‘dan negeer je de haalbaarheid toch gewoon’? De rampen, qua geld/planning en soms zelfs mensenlevens, komen pas veel later…
- Afkeer/haat, het symbool van de slang die alles met gif ziek wil maken. Het is vaak de partner van begeerte: als gedachte of bezit X buitengewoon wenselijk is, dan is alles wat die gedachte/bezit tegenspreekt onwenselijk. En moet minimaal buiten boord gehouden worden of zelfs expliciet als ‘fout’ verklaard worden.
- Onwetendheid, het symbool van het varken dat lekker halfblind in de modder wroet. En in de staart gebeten wordt door de slang, en zelf weer de haan als hapklaar brokje ziet. Beslissingen nemen en vooral niet gehinderd door kennis van zaken, en ook niet bereid zijn onderzoek te doen, karakteriseert zowel de koning van Zweden als pakweg de projektbaas van de Uithoflijn of van de volgende Shellfabriek.
Het is vaak iets makkelijker deze problemen ‘ver weg’ te zien dan ‘dicht bij huis’. En daar gaat het bij boeddhisme nu juist net níet om. Juist herkennen waar begeerte, afkeer en onwetendheid onze eigen geest beïnvloeden, en daarna tot onzuiver of in ieder geval ‘gemengd’ handelen verleiden, is de kunst. Dus kijk of bijvoorbeeld je gedrag in consumptie wel zo begeerte- en afkeerloos is, en gebaseerd op je échte behoeften in plaats van wat de reclame je aanpraat? Of je gedrag in vriendschappen en andere intermenselijke contacten mede gebaseerd is op de behoeften van de ander, en niet alleen je eigen? En op weten van wat écht waardevol is, niet allerlei illusies vanuit onwetendheid? Alleen hiermee kun je langzaamaan je gedrag zuiverder maken, en kleine Vasa-rampen in je eigen en andermans leven voorkomen…
Wereldse winden
Voordat we naar de tweede ring van het levenswiel gaan is een uitstapje naar de wereldse winden net wat té verleidelijk om die te laten; we waren immers al bezig met die voor de Vasa fatale windvlaag. Deze winden ervoeren de bouwers van de Vasa, inclusief de koning als opdrachtgever, zeer nabij: het ene moment waren ze een apetrotse hero met het krachtigste zeil-slagschip van die tijd, en minuten later een ‘zero’ die blij mocht zijn dat het opvolgende disciplinaire onderzoek geen eenduidige schuldige kon aanwijzen. Akties gebaseerd op de drie vergiften van begeerte, afkeer en onwetendheid leiden vrijwel onafwendbaar tot een geest die de wereldse winden nastreeft. Dus gaarne de vier positieve winden (lof, roem, plezier, winst) bereikt; en daardoor kwetsbaar is voor de vier tegenpolen: afkeuring, schande, pijn en verlies. De kunst is dus om in te zien dat de vier positieve winden aan het oude gezegde ‘lekker is maar ene vinger lang’ voldoen; het is niet slecht om ervan te genieten, maar gelijkmoedigheid is toch nog een stapje beter. Daarmee ben je mentaal dan ook beter bestand tegen de vier negatieve winden.
Opgaand en neergaand
De tweede ring is veel simpeler en bestaat uit een witte helft, waarin mensen langzaamaan omhoog klauteren. En rechts een zwarte helft, waarin ze naar beneden glijden danwel kukelen. Deze helften geven het vervolg aan van de keuzen die mensen maken. Zoals een bekende soetra zegt:
“Wezens zijn eigenaar van hun karma, erfgenamen van hun karma, karma is de baarmoeder van waaruit ze geboren zijn. Hun karma is hun vriend en hun toevlucht. Wat voor karma ze ook maken, goed of slecht, zij zullen daar de erfgenamen van zijn.” (Majjhma- Nikaya 135)
Wie gemotiveerd door begeerte, afkeer en onwetendheid handelt zal slecht karma opbouwen en gaandeweg afglijden. En wie deze drie vergiften langzaamaan kan loslaten, zoals een pauw in staat is slangen op te eten zonder door het gif geraakt te worden, die zal goed karma opbouwen.
Hierbij laat ik het even – karma is uit den treure besproken in een aantal praatjes.
Against the Wind
De bottom line van deze twee binnenste ringen is sterk vergelijkbaar met die van de buitenste: wees bewust, handel op juiste wijze, en vroeger of later zul je verbetering merken. Een je langzaamaan verwijderen van de ‘zwaartekracht van samsarisch handelen’ als je denkt in de termen van de 12 schakels (nidanas) en hun 12 positieve tegenhangers van het spiralen pad. Of een je langzaamaan bewust worden van de impact die begeerte, afkeer en onwetendheid op je conditionering heeft, in de termen van de binnenste ring; en daardoor die neigingen stap voor stap overstijgen.
En omdat we nu toch met wind (voor een zeilschip of de wereldse winden) bezig waren passen stukken tekst van ‘Against the Wind’ van de ouwe countryrock-held Bob Seger er goed bij. Hij beschrijft eerst het energieke idealisme uit zijn jonge jaren:
Seems like yesterday
But it was long ago
(…)
Against the wind
We were running against the wind
We were young and strong
We were running against the wind
Dan taant de energie, en ziet hij ook hoe moeilijk écht idealisme kan zijn.
The years rolled slowly past
And I found myself alone
Surrounded by strangers I thought were my friends
Found myself further and further from my home
Movin’ eight miles a minute for months at a time
Breakin’ all of the rules that would bend
I began to find myself searchin’
Searchin’ for shelter again and again
Against the wind
Little somethin’ against the wind
I found myself seekin’ shelter against the wind
Mijn interpretatie is dat de context voor idealisme te vijandig was. De schrijver had geen echte (spirituele) vrienden maar was in een slangenkuil van emotioneel gezien ‘strangers’ beland, en dan is het opboksen tegen de wereldse winden erg zwaar. Hij moest er uiteindelijk zelfs voor gaan schuilen!
Well, those drifters days are past me now
I’ve got so much more to think about
Deadlines and commitments
What to leave in, what to leave out
Against the wind
I’m still running against the wind
I’m older now but still running against the wind
Well, I’m older now and still running
Against the wind
Enerzijds is de schrijver blijkbaar ‘meegegaan’ in het wereldse leven, want hij leert omgaan met deadlines en verplichtingen. Maar anderzijds heeft hij hierdoor een stuk idealisme teruggevonden; blijkbaar is het geen zwart-wit idealisme, ‘verwerpen van de gewone maatschappij’, dat op langere termijn helpt. Het is in ieder geval voor deze tekstschrijver een ‘met de wind meebuigen maar niet barsten’ – de idealen bereik je door de middenweg te zoeken. Dus accepteren dat de maatschappij gebaseerd is op begeerte, afkeer en onwetendheid; maar er langzaamaan iets van Loslaten, metta en wijsheid in te brengen. Op die manier kun je een eigen koers blijven varen, en betere doelen bereiken dan wanneer je met alle winden zou meewaaien. Dat past ook mooi bij het andere spreekwoord dat veel voor dit zuivere gedrag gebruikt wordt: ‘Going with the Flow’; als je een rivier wilt oversteken is het beter niet tegen de stroming op te worstelen, maar je er (deels) door laten meevoeren om dan met langzaam bijsturen de overkant te bereiken.
Dat eigen-koers-varen is een wijs advies voor scheepsbouwers in de 17e eeuw, het Indiase publiek van Boeddha 22 eeuwen daarvoor en misschien ook wel voor ons simpele lezertjes in de 21e eeuw!