Agnostisch, atheïstisch, pragmatisch en seculier boeddhisme. Ze verschillen op accenten, maar de beweging erachter is hetzelfde: boeddhisme moderniseren. Waarom zou dat nodig zijn? En voor welke opgaven staan moderniserende boeddhisten in Nederland? Een beschouwing.
Het zijn lastige vragen waarop nauwelijks antwoorden bestaan. Boeddhisten en wetenschappers publiceren er weinig over, merk ik. Daarom doe ik zelf een losse poging. Zie het als een aanzet, een discussiestuk.
Wat is er aan de hand?
Boeddhisme kampt met twee problemen, begrijp ik van Winton Higgins van de University of Technology in Sydney.
Enerzijds gaat de kern van de boeddhistische leer verloren in de wirwar van verschillende canons, doctrines, oefeningen, organisaties en geloven die het boeddhisme rijk is. Wij hebben dit in het westen lange tijd genegeerd of gewoon gemist. Het boeddhisme sprak gezamenlijk als een kleine familie met dezelfde achternaam. Maar het blijkt nu een heel dorp. En niemand weet precies wat de dorpsoudste heeft gezegd. Dat maakt het voor buitenstaanders als westerlingen lastig om mee te praten.
Anderzijds knellen oude tradities. Sommige traditionele culturele en religieuze kanten van boeddhisme passen minder goed bij de moderne maatschappij. We hebben het dan niet alleen over Tibetaanse keelzang en theravadisch aalmoezenieren. Denk ook aan de ondergeschikte rol van vrouwen en gebrekkige democratie in de boeddhistische top. En dat beperkt zich niet tot onze westerse maatschappij, want ook in Azië roepen sommigen om een boeddhisme dat beter past in de moderne maatschappij. Terecht of niet, het knelt en op sommige plekken is meer ruimte nodig.
Neem mij bijvoorbeeld. Ik ben westers, wetenschappelijk geschoold en boeddhist. Dat knelt. Want enerzijds kan ik als westerling weinig met het getoeter van bewierookte Tibetanen, anderzijds kan ik me maar moeilijk een weg banen door het doolhof van allerlei soorten boeddhisme. Verschillende culturen, religieuze poeha en een ondoorzichtig boeddhistisch bouquet staan me in de weg. Het voelt alsof achter-achter-achterkleinkinderen van geïmmigreerde boeddhistische leken me de dharma proberen te leren. Dat werkt niet. Daarom zoek ik zoveel mogelijk de kern van de leer.
Acties
Anderen doen dat ook. Ook zij hebben overzicht nodig om hoofd- van bijzaken te scheiden. Dat kan op allerlei manieren. Je ziet dan ook allerlei vernieuwende bewegingen ontstaan (vooral in het buitenland), zoals agnostisch, atheïstisch, pragmatisch en seculier boeddhisme. Hoewel ze qua inhoud en aanpak verschillen, richten ze zich uiteindelijk op hetzelfde: boeddhisme moderniseren voor betere inpassing in een specifieke (sub)cultuur.
Sommigen houden daarbij vast aan oude tradities, maar proberen die op een andere manier toe te passen. Een voorbeeld zijn sociaal geëngageerde boeddhisten. Zij kruipen uit de traditionele schulp om allerlei sociale, economische, ecologische en politieke problemen met traditionele kennis en vaardigheden te helpen oplossen. In Nederland zou je de oproep om maatschappelijk boeddhisme door Han F de Wit er onder kunnen scharen.
Anderen laten de oude tradities gedeeltelijk of zelfs zo veel mogelijk los. Zij graven de oude wortels uit en houden ze tegen het licht. Denk aan het seculier boeddhisme van Stephen Batchelor. Hij wil een verschoond boeddhisme, gewassen van allerlei culturele en religieuze vervuiling van de afgelopen 2500 jaar. En hij wil een praktischer boeddhisme, los van alle wetenschappelijk onbewijsbare aannames en geloven. Terug naar de kern van de dharma, stelt hij, waarbij we die tekst kritisch moeten lezen en waar nodig moeten herformuleren. Wat overblijft is een kale dharma die makkelijker in te passen is in een moderne maatschappij.
Ook in Nederland zijn seculiere vormen van boeddhisme, zoals het advayavada boeddhisme dat John Willemsens propageert.
Reacties
Vernieuwing wringt. Hier en daar barst het op de breuklijn tussen de boeddhistische traditie en de moderne wereld.
Een voorbeeld is de weinig chique publieke rel tussen B. Alan Wallace en Stephen Batchelor. Seculier boeddhisme zou arrogant en hypocriet zijn. Het evenaart zelfs Chinese anti-boeddhistische staatspropaganda, schrijft Wallace.
Zijn angst is dat secularisering de dharma verbastert en verminkt. Neem een belangrijk idee als afhankelijk ontstaan. Deze stelling over de aard van alles wat bestaat en dat is vooralsnog wetenschappelijk onbewijsbaar. Daardoor valt het buiten de interesse van seculier boeddhisme, want Batchelor wil af van zulke onbewijsbare stellingen. Maar dit is een belangrijk en fundamenteel begrip voor alle andere boeddhistische kernbegrippen, zoals zelfloosheid en vergankelijkheid. Als je dat afwijst of herformuleert, dan heeft dat onvermijdelijk gevolgen voor de rest van de dharma. Het risico op verbastering en verminking loert dus in de luwte.
Wallace’s angst is in dat opzicht begrijpelijk, maar ook ongepast fel. Het is nuttiger om elkaar te helpen dan neer te sabelen. Al is het maar omdat de modernisering gewoon doorgaat.
Tussenstap
Want wat mij betreft zijn deze nieuwe vormen van boeddhisme een tussenstap: ze ontbloten slechts de dharma. Eenmaal bloot past het makkelijker in westerse kleren. En dat maakt het voor westerlingen makkelijker om de dharma in eigen cultuur te volgen.
Maar we zijn er nog niet. Voorlopig bekijken we elkaar nog voor het eerst naakt.
Volgende stap
Na het strippen van de dharma volgt, denk ik, de inpassing in de nieuwe culturele omgeving. Om daarin succesvol te zijn, schrijft professor religieuze studies David McMahan in zijn boek The making of buddhist modernism, moet het kunnen omgaan met die moderne maatschappelijke vraagstukken.
Dat betekent in het westen dat het boeddhisme moet zien te overleven tussen de wortels van de westerse cultuur:
- protestantisme,
- rationalisme en
- romantisch expressivisme.
Anders gezegd:
- westerlingen schuwen religieuze organisaties,
- denken kritisch en wetenschappelijk,
- en eren individuele ontplooiing.
Niet allemaal natuurlijk, maar dit zijn wel diepe wortels van de westerse cultuur. Een modern westers boeddhisme moet daar ruimte aan geven. De kale dharma, zoals die van seculier boeddhisme, kan dat gedeeltelijk. Het is zonder culturele belemmeringen dan wel makkelijker in te passen, maar het biedt nog geen nieuwe oplossingen voor specifieke westerse problemen.
Denk bijvoorbeeld aan democratisering van boeddhisme om machtsconcentratie tegen te gaan. Een typisch modern vraagstuk, aldus McMahan. Dit speelt ook in Nederland. Het is naar mijn inzicht precies waar de discussie over de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) over gaat.
De BUN is de officiële gesprekspartner van de rijksoverheid voor alle boeddhisten. Maar het is eigenlijk weinig meer dan een brancheorganisatie voor organisaties met (een vorm van) boeddhistische grondslag. Het vertegenwoordigt bijvoorbeeld geen individuele boeddhisten. Die hebben daardoor geen inspraak in de toekomst van boeddhisme in Nederland.
Moderniserende bewegingen als het seculier boeddhisme hebben voor dit soort vervolgstappen voor zover ik kan overzien nog geen oplossing. Zij weken zich dan wel los van religieuze organisaties, maar bieden nog geen democratisch alternatief. Zij ontberen nog een heldere visie over relevante maatschappelijke vraagstukken.
Toekomst
Met welke vorm van westers boeddhisme we zullen eindigen, weet ik uiteraard niet. Er zijn wel de eerste tekenen van mensen die moderne boeddhistische stromingen proberen te clusteren en ordenen. Daaruit kun je een richting destilleren.
Neem filosofieprofessor Robert M. Ellis. Hij zet de stromingen uiteen op grond van hoe ze tot ‘ware’ kennis komen. Hij noemt er meerdere; persoonlijk denk ik dat we op minimaal twee nieuwe eigen vormen van westers boeddhisme uitkomen: de een gestoeld op de wetenschappelijke methode (zeg maar externalisten), en de ander op de persoonlijke ervaring (internalisten).
Daarnaast voorzie ik als reactie op deze modernisering dat sommigen de oude tradities fundamenteel zullen benaderen.
Opgaven in Nederland
Afsluitend deel ik een aantal belangrijke opgaven die ik voor het Nederlands boeddhisme zie in het licht van het voorgaande.
1. Statenvertaling van de dharma
Nederland mist een breed gedragen, officiële vertaling van de dharma. We hebben één canon en één vertaling nodig – een Statenvertaling. De beste poging daartoe lijkt me de (nog incomplete) klassieke tekstbibliotheek, maar die is vooralsnog incompleet. Bovendien kan ik me voorstellen dat sommigen het oneens zijn met deze vertaling.
Hoe dan ook, zonder een eenduidige en algemeen erkende dharma met gedegen leeswijzer, blijft het boeddhisme voor velen ontoegankelijk en onbegrijpelijk. Je moet bijna Sherlock Holmes zijn om te weten wat je moet lezen, en een universitaire graad hebben om te begrijpen wat er staat. Dat kan beter.
2. Toegankelijkheid sangha
Niet alleen de dharma kan toegankelijker, ook de sangha’s. Ze zijn er weinig, verstopt en van sterk uiteenlopende kwaliteit. Het accent lijkt op Zen en commercie te liggen. De vraag is of dat de dharma ten goede komt, want beide besteden ondermaats aandacht aan het juiste inzicht, als je het mij vraagt. Bovendien gaan aardig wat sangha’s schuil achter hoge dijken en dikke bossen. Dat is begrijpelijk met oog op rust en vrede, maar het beperkt ook de bereikbaarheid voor (aspirant-)boeddhisten. Terwijl dat contact beide partijen kan dienen, lijkt me.
3. Maatschappelijke toepassing van de dharma
De sangha’s in Nederland zijn dus weinig zichtbaar, terwijl zij toch onderdeel zijn van onze westerse cultuur en maatschappij. Zij hebben kennis om maatschappelijke problemen op te lossen, maar doen er op dat niveau niets mee.
Wat mij betreft stapt het boeddhisme wel de samenleving in.
Niet de sangha’s zelf, maar flankerende non-profit en niet-gouvernementele boeddhistische organisaties. Zij zouden hulpbehoevenden moeten bijstaan op basis van de dharma, zonder zich op religieuze beleving te richten. Net als christelijke hulporganisaties. Zo zie ik ook kansen voor een landelijke jeugdorganisatie om de tweede generatie boeddhisten op te vangen: de Hollandse jongeren die zijn opgegroeid met boeddhistische ouders.
Wat zie jij als toekomst van boeddhisme in Nederland?
Uiteraard zijn er meer opgaven dan deze drie. Dit zijn degene die ik zo voor de vuist weg vanaf de zijlijn zie. Misschien zie jij het anders of zie je nog veel belangrijkere?
Update (1 sept 2014):
Ujukarin zegt
Hoi Ingur,
Aardig samenraapsel van inzichten, en natuurlijk jouw subjectieve mening. Wat ik met name onderbelicht vindt is de noodzaak om dit alles (vernieuwing, maatschappelijk werk, etc. etc.) te doen vanuit een stevige boeddhistische beoefening – dus in sanghaverband. Een ieder die zich meent te moeten inzetten voor ‘democratisering’ enzo zonder zelf een sanghaverband te zoeken mist de kern; sterker nog kan zich in mijn termen niet boeddhist noemen, maximaal zoiets als ‘geinspireerde door de Dharma’!
Ik had er eerder deze week in een ander forum de volgende discussie over:
“Sangha kan als ‘levend voorbeeld c.q. klankbord’ alle vormen aannemen van individueel zo af en toe met vrienden babbelen en in een boeddhistisch forum/reaktiesite als dit plaatsen tot aan geregeld bijeen komen op avonden en retraites.
(Daarnaast heb je de betekenis van Arya sangha maar dat is emotioneel veel verder van je af.)
Criterium voor mij om te bepalen of zo’n netwerk van spirituele beoefenaars écht een sangha vormt is dat je bereid bent om vragen te stellen aan je mede-beoefenaars, en antwoorden van hen aan te horen die je _niet_ al te vleiend in de oren klinken. Of zelfs ongevraagd advies van hen accepteert, van ‘je ziet er vandaag wat down uit’ tot ‘ik heb zitten denken over hoe jij je vorige week gedroeg, enneh…’.
Met andere woorden, die jou aangeven waar je nog werk aan de winkel hebt en andersom mag jij dus ook die rol naar anderen toe vervullen. En daarom is m.i. geregeld bijeenkomen op termijn wel zo’n beetje een voorwaarde.”
En ja, een sangha zal door andere sangha’s als boeddhistisch geaccepteerd worden als ie een authentieke vorm van Dharma volgt; bijvoorbeeld Vietnamees Syncretisme (half Jezus half Boeddha) valt erbuiten, Stephen Batchelor zou ook grote problemen hebben datgene wat hij Dharma noemt door anderen geaccepteerd te krijgen, en ‘samenraapsel XYZ met naast Boeddha ook 5 gram Osho en 10 gram Nietzsche of Deepak Chopra’ kan ook nog wel eens problemen geven.
Dus individuen met een duidelijke mening over boeddhisme: toon dat je het écht serieus neemt, volg de woorden van de Boeddha op en vorm of sluit je aan bij een sangha (de 3e van de drie toevluchten). Wat impliciet ook betekent dat je bereid bent om datgene wat jou geholpen heeft door te geven dus de Dharma te verspreiden, een in zichzelf gekeerd groepje is per definitie geen sangha. Wil je dit niet, dan toon je m.i. aan dat je slechts bezig bent met cherry-picking, een eigen new-age wereldbeeld bouwend waarin jij geen ongevraagd advies van sanghagenoten wenst te accepteren en liever je eigen leraar bent dan de Boeddha echt als Leraar te accepteren. Dus ‘individueel boeddhist’ zonder wil tot sangha is m.i. een contradictio in terminis. En naar dat soort mensen luister ik met een stuk minder interesse dan naar mede-Boeddhisten…
Wijsheid gewenst,
Alluman zegt
Dus volgens jou is iemand pas boeddhist als hij zich aansluit bij een sangha, omdat je alleen de dharma kunt praktiseren in een sangha?
Ujukarin zegt
Hoi Alluman,
Aansluit bij danwel zelf een sangha opricht. En dat hoeft echt (nog) niet iets formeels te zijn, het gaat om die groep mensen die jou gevraagd en ongevraagd spirituele feedback geeft en vice versa; met betrekking tot jouw boeddhistische beoefening natuurlijk en die strekt zich eigenlijk over je hele leven uit. Zie m’n voorbeeld aan de onderkant van de bandbreedte
“individueel zo af en toe met vrienden babbelen en in een boeddhistisch forum/reaktiesite als dit plaatsen”. En natuurlijk moet je uitkijken dat een sangha niet ontaardt in een zware religieuze organisatie annex machtsmodel, zoals vrijwel alle sangha’s heeft ook mijn klupje daar wel eens misgegrepen maar we hebben herpakt en zijn er o.i. nu nog meer alert op. Doch geen samenwerkingsverband-sangha willen is kind met badwater weggooien, zonder Sangha geen echt volgen van de Dharma en de Boeddha.
Mensen die geen ongevraagde feedback wensen daarvan vraag ik me inderdaad écht af wat die dan als de Spirituele Gemeenschap oftewel de Sangha, dat 3e juweel, benoemen. En met alleen 2 van de 3 juwelen ben je inderdaad geen boeddhist lijkt me, maximaal ‘geinspireerde door de Dharma’. Is ook een mooi Wikipedia lemma over ontstaan, over die ‘Dharmisten’.
With folded palms, Ujukarin
PS Voor de rest zitten er best aardige ideeen in je verhaal, maar ik zie ze geen van allen van de grond komen als het zonder sangha is. Of beter gezegd, veel van die ideeen zoals geengageerd boeddhisme, sociaal werk voor hulpbehoevenden, zouden dan vrij makkelijk ontsporen in alleen maar engagement of sociaal werk zonder de in-de-kern-boeddhistische grondslag die er achter moet blijven liggen.
Marx bijvoorbeeld mag mits je naar alle maten doe kunt verdedigen dat ie zus-en-zo concept van de Boeddha uitvoert, zoals ‘Geef en werk naar je maximale vermogen en neem alleen datgene wat je echt nodig hebt’. Marx als geheel echter bevat zodanig vaak grijpen naar onboeddhistische concepten zoals rechtvaardigen van Geweld dat de sangha je daarin wel weer zal bijsturen.
Want ook in dat geengageerde werk helpen je mede-sanghaleden je om de boeddhistische waarden te bewaken.
With folded palms Ujukarin
Alluman zegt
Daarin heb je gelijk, denk ik. Een sangha – ik noem het social support – is belangrijk voor de praktisering van de dharma.
Ik kan moeilijk uit je reactie inschatten of je meent dat ik ergens iets anders heb geschreven. Ik heb alleen voor mezelf (en bij de herposting hier ook voor anderen) een poging tot het begrijpen van de ontwikkeling van boeddhisme in Nederland en het westen willen opschrijven. Zonder een oordeel over stromingen te geven.
Alluman zegt
Oh wacht, je geeft in je opening aan dat je dat in mijn stuk mist. Ja, dat klopt inderdaad, het ontbreekt. Ik denk dat het een goede aanvulling is.
Let wel, het valt ook een beetje onder de noemer ’toegankelijker’ sangha’s.
Jules Prast zegt
Het spijt mij wanneer ik de consensus van de vorige sprekers verstoor, maar je kunt volgens mij ook heel wel de Boeddha volgen of je (mede) door zijn leer laten inspireren zonder boeddhist te zijn of bij een boeddhistische sangha te zijn aangesloten. Een gerechtvaardigde vraag is of aangesloten zijn bij een vorm van georganiseerd boeddhisme voor het ontmoeten (ont-moeten) van de Boeddha-Dharma in al zijn diepte niet evenzeer een hinderpaal kan zijn als een steun in de rug bij de beoefening. Voor verdere geestverruimende gedachten verwijs ik graag naar dit uitstekende (Nederlandstalige) interview met Stephen Batchelor uit november 2012: http://ow.ly/1Rpaab
Alluman zegt
Mwa, consensus was er niet. Hooguit over het belang van een sangha, maar niet over de noodzaak er van. Anders was de Boeddha zelf ook niet verlicht geraakt.
Ujukarin zegt
@Jules: dat zou goed kunnen maar dan ben je geen boeddhist zoals je zelf al schrijft. Allemaal prima, enige beperking is dat ik me als boeddhist en sangha-lid niet graag door buitenstaanders/niet-boeddhisten de les laat lezen over hoe het boeddhisme verbeterd zou kunnen worden. Naar mijn zeer bescheiden mening ;-) is dat i.h.a. voorbehouden aan de boeddhisten zelf, natuurlijk zolang we binnen bepaalde grenzen blijven. Kommentaar bijvoorbeeld van mensenrechtenactivisten van buitenaf waarom in bepaalde boeddhistische stromingen vrouwen en niet-heterosexuelen achtergesteld worden vind ik prima, een aantal andere stromingen waaronder de mijne is het daar juist geheel mee eens en vermijdt die achterstelling.
@Alluman: kernpunt van het boeddhisme is juist dat de Boeddha uniek was in z’n vermogen om zelfstandig verlichting te bereiken en die daarna door te geven. Wil je z’n voorbeeld volgen dan doe je dat middels een sangha. Wil je geheel zelfstandig verlichting bereiken dan is het a) nog maar de vraag of dat boeddhistische verlichting is of juist wat heel anders zoals de Hindu-versie en b) kies je maximaal voor het ondermaatse pad van de Pacceka Buddha, waarvan sommige versies zelfs melden dat het alleen relevant is in tijden zonder boeddhisme. Dus ik vind dat wederom in alle bescheidenheid jezelf voor de gek houden en in veruit de meeste gevallen een excuus om maar geen feedback van anderen te hoeven ontvangen, veelal omdat het eigen Ego in de weg staat van echte voortgang op het boeddhistische pad.
Wijsheid gewenst,
Rob Hogendoorn zegt
Het is goed mogelijk deel uit te maken van een (internationale) sangha zónder te zijn aangesloten bij een Nederlandse boeddhistische organisatie.
De woorden ‘sangha’ en ‘boeddhistische organisatie’ (denk aan stichtingen, verenigingen, kerkgenootschappen, maatschappen, eenmanszaken, besloten vennootschappen, franchise-organisaties) zijn niet synoniem.
Bovendien geldt ook dit: dat een groep of organisatie zichzelf ‘sangha’ noemt betekent niet alle leden daarvan boeddhist zijn, of als boeddhist willen worden aangemerkt.
Het betekent zelfs niet dat voor zo’n groep of organisatie de gezamenlijke beoefening van boeddhisme centraal staat.
Verder kunnen boeddhisten goede redenen hebben om zich niet bij Nederlandse boeddhistische organisaties aan te sluiten.
Ze vinden het niveau van de binnen deze organisaties actieve leraren en leerlingen bijvoorbeeld te laag.
Of ze geloven niet in de door de bestaande boeddhistische organisaties nagestreefde vormen van institutionalisering en/of belangenbehartiging.
Ze kunnen ook moeite hebben met het beleid van deze organisaties, of met de beeldvorming waartoe zij aanleiding geven, of met het verdienmodel dat deze organisaties hanteren.
Opvallend is dat de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) steevast voorop loopt bij het claimen van de niet bij haar leden aangesloten individuele boeddhisten als achterban.
De BUN sluit hen categorisch uit als lid of donateur met spreekrecht maar telt individuele boeddhisten wel op bij de direct bij lid-organisaties aangesloten personen.
De laatste keer baseerde de BUN zich daarbij op een onderzoek dat in opdracht (en voor rekening) van de BOS is uitgevoerd.
De onderzoekers schatten het totaal aantal georganiseerde boeddhisten op hooguit 21.000. Slechts een deel van hen is aangesloten bij de BUN.
Dit alles weerhield de BUN er niet van op grond van dit onderzoek te beweren: a. dat het boeddhisme met 900.000 aanhangers de derde religie van Nederland is, en b. dat de BUN deze hele gemeenschap vertegenwoordigt.
Het is duidelijk dat Ujukarin geen boodschap heeft aan boeddhisten die niet aan zijn (arbitraire) definitie voldoen.
Dat geldt voor het overgrote deel van de 900.000 boeddhisten die de BUN als achterban claimt.
Welke consequenties verbind je daaraan, Ujukarin?
Waar haal jij vandaan dat boeddhistische sangha’s door andere boeddhistische sangha’s ‘moeten’ worden geaccepteerd? Wie bepaalt dat?
Wat ‘moet’ er met sangha’s gebeuren die níet door ‘andere’ sangha’s worden geaccepteerd? Wie bepaalt dat?
Bedoel je met ‘Vietnamees Syncretisme’ de aanhangers van Thich Nath Hanh?
Wie bepaalt of Triratna geen vorm van ‘syncretisme’ of ‘samenraapsel’ is?
Sobhanandi zegt
@rob. Je bent er weer in geslaagd in je commentaar de BUN erin te brengen. Is het ook mogelijk een commentaar te geven zonder het over de BUN te hebben? Het is zo langzamerhand wel duidelijk hoe je over de BUN denkt.
Rob Hogendoorn zegt
Je vergist je, Sobhanandi. Mijn repertoire is veel groter, sla het maar na. Ik breng de BUN alleen naar voren wanneer of zodra dit in de discussie relevant is.
Bovendien richt een deel van de argumentatie van Ingur zich op precies dit punt, ik citeer:
‘Denk bijvoorbeeld aan democratisering van boeddhisme om machtsconcentratie tegen te gaan. Een typisch modern vraagstuk, aldus McMahan. Dit speelt ook in Nederland. Het is naar mijn inzicht precies waar de discussie over de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) over gaat.’
Het is niet meer dan redelijk na te gaan of Ujukarin’s houding, opvatting en gedrag consistent zijn.
Ujukarin zegt
Ik houd me geheel buiten de BUN discussie in het openbaar. Welke ongefundeerde beschuldigingen je er ook op loslaat; wij sangha-boeddhisten zijn van harte bereid om “boeddhisten die niet aan onze definitie voldoen” te helpen maar noemen ze boeddhistisch geinspireerden ofzo.
Ik geef slechts aan dat er een wederzijds netwerk van elkaar erkennende sangha’s bestaat, en dat is opvallend gelijkvormig in heel Europa en zelfs Azië. En sangha is nu eenmaal in boeddhistische zin gedefinieerd als samenkomst van boeddhisten.
Dus statements als
“een groep of organisatie zichzelf ‘sangha’ noemt betekent niet alle leden daarvan boeddhist zijn, of als boeddhist willen worden aangemerkt.”
En
“Het betekent zelfs niet dat voor zo’n groep of organisatie de gezamenlijke beoefening van boeddhisme centraal staat.”
is alleen maar uit de duim gezogen statements en zinloze begripsverwarring, het is net zoiets alsof een groep toegewijd Osho-aanhangers of moslims zich plotseling ‘De Kerk van Jezus’ zou gaan noemen of toegewijd vleeseters zich etaleren als redders van dieren van de slacht. Dus ieder z’n feestje, ik haal er m’n schouders over op en blijf in het openbaar korrigeren als mensen dit soort m.i. ongefundeerde onzin verspreiden. Gelukkig heeft ie wikipedia etc. niet bereikt en ook daarin voel ik me zo af en toe geroepen om aktief te zijn, tot op heden zijn alle gezaghebbende bronnen in lijn met mijn formulering van sangha en niet de jouwe.
En voor je vragen:
* Elke religie kent een begrenzing binnen/buiten. Je bepaalt niet zomaar zelf dat je Christen of Moslim bent, dat bepaalt jouw kerk/school samen met de huidige andere kerken/scholen. Netzo met Boeddhisme.
* Een groep die niet door anderen als sangha geaccepteerd wordt staat publiekelijk niet automatisch als boeddhistisch bekend. Batchelor bijvoorbeeld, voorzover hij een groep zou willen vormen, zou dat probleem hebben. Met de twee scholen die wereldwijd problemen hebben zich in dat netwerk aan te sluiten, Dorje Shugden-volgers en Soka Gakkai, ligt het iets genuanceerder: ik denk dat de meeste sanghas wel erkennen dat deze twee scholen in de kern boeddhistisch zijn, maar “deze twee hebben grote moeite de ethische regels van wederzijds respect en geweldloosheid ook binnen de Dharma te volgen”. Hetgeen met de Shugdens in Engeland ook wel erg duidelijk bleek, want ze waren eerst aan boord en hebben toch wel mede door eigen onrespectvol gedrag daarna bereikt dat ze er uit gegooid werden. In beide gevallen zit in die kloof ook wel enige wederkerigheid, je kunt je afvragen of de gangbare scholen zich wel geheel respectvol naar deze relatieve nieuwkomers gedragen hebben. Anyway ik heb er zelf geen sterke mening over welke kant hier gelijk heeft, en het zal een proces van lange adem worden om die kloof eventueel te overbruggen.
* Ik bedoel Caodaisme, dat is een Vietnamese vorm. Nee is heel wat anders dan TNH wiens sangha gewoon erkend wordt.
* Triratna zit in dat netwerk, dat hebben de andere sangha’s gezamenlijk bepaald. En hangt volop ideeen buiten de Boeddha aan, zoals stukjes Marx of pakweg Plato – maar steeds met een terugherleiding tot Boeddha en afbakening welke stukjes Marx/Plato compatibel zijn met de Dharma en welke niet. Dat is het fundamentele verschil met samenraapsels welke niet erkend worden door de andere sanghas en daardoor bepaald meer risico’s hebben een cherry-picking egoversterkend bouwsel te zijn.
Wijsheid gewenst,
PS Het feit dat ik nu reageer is geen garantie dat je verdere vragen en statements nog reaktie krijgen. Ik vind het echt geen ad-hominem gedrag als ik opmerk dat ze uitpuilen van begripsverwarring, negativiteit over dharma-beoefenaars en al dan niet bewuste foutieve weergave van feiten. Doch het oordeel daarover is aan mede-lezers…
Jules Prast zegt
Bij wijze van doordenkertje: de vraag is wat je onder sangha verstaat. Wanneer je de Pali Canon en andere historische bronnen over de tijd van de Boeddha bestudeert dan zou je kunnen concluderen dat de Boeddha onder sangha verstond de gemeenschap van monniken die zich van de wereld van huis en haard afzondert. In zijn visie lijkt het pad naar bevrijding in dit of een volgend leven voorbehouden aan mensen in deze monniksorde. Realisatie van de vier Edele Waarheden en het Achtvoudige Pad vergt namelijk een mate van concentratie en overgave die je alleen kunt vinden binnen de manier van leven van de orde. Mensen met de zorg om het dagelijks brood kunnen zo’n concentratie en overgave eenvoudigweg niet opbrengen. Leken kunnen wel delen wel in de belofte van toekomstige bevrijding en in dit leven alvast zoveel mogelijk positief karma verzamelen. Dus rekenen leken-volgelingen die zich in de tegenwoordige tijd in sangha’s ‘in de wereld’ organiseren zich niet te makkelijk het pad naar bevrijding toe? Betekent de boeddhaweg gaan niet overstijgen van volgelingschap? Ik verwijs in dit verband graag naar hetgeen ik eerder in Boeddhistisch Dagblad naar aanleiding van Stephen Batchelor’s boek ‘Confession of a Buddhist Atheist’ heb geschreven over het rolmodel van Siddharta, de hoofdfiguur in de gelijknamige roman van Hermann Hesse: http://ow.ly/1RpVbv Ont-moeten van de Boeddha-Dharma in al zijn diepte involveert voor mij ook niet-weten: ‘zij die spreken, weten niet; zij die weten, spreken niet’. In die geest doe ik er wat deze discussie betreft verder graag het zwijgen toe.
Rob Hogendoorn zegt
Precies: het is de vraag wat je onder sangha verstaat, en het antwoord daarop van boeddhisten door de eeuwen heen is niet eenduidig.
Rob Hogendoorn zegt
Wat of wie zijn die ‘gezaghebbende bronnen’, wat is ‘dat netwerk’, en welke zijn die ‘andere sangha’s’, Ujukarin? Maak het eens concreet?
Ujukarin zegt
@Jules:
Zie de beschrijving in Wikipedia, “Tegenwoordig wordt in de westerse landen het woord Sangha vaak gebruikt om losjes te verwijzen naar alle boeddhisten, of een groep leken en/of monniken die regelmatig met elkaar contact onderhoudt, te vergelijken met het woord ‘parochie’. Dit is niet de traditioneel gangbare betekenis van het woord in Azië, maar kent eveneens zijn bronnen in de Pali-canon; bijvoorbeeld Anguttara-Nikaya II.1.vii.[2]”
(De link naar de soetra is overigens verbroken, zal als ik tijd heb gaan repareren c.q. her-linken.)
Dus nee, de Boeddha bedoelde nadrukkelijk meer dan alleen de monnikken/nonnen; upasakas and upasikas waren evenzeer belangrijk en de soetras noemen er genoeg die ook Arhat werden dus de verlichting bereiken.
@Rob: Alle gezaghebbende bronnen over betekenis van sangha vind je natuurlijk via Wikipedia, het Engelse lemma is uitgebreider dan het Nederlandse.
Het netwerk vind je in alle wereldwijde boeddhistische samenwerkingsorganen. Niet alleen EBU-BUN maar ook The Network for Western Buddhist Teachers etc. etc. Zoiets als Caodaisme komt daar echt niet binnen, voor een boeddhistisch leraar/groep al is het maar in de volksmond lijkt het als boeddhist willen worden aangemerkt en het als voornaamste bindende factor het gezamenlijk beoefenen van het boeddhisme toch wel een vrij belangrijke voorwaarde…
Wijsheid gewenst,
Rob Hogendoorn zegt
Ik tel in het Engelstalige Wikipedia-lemma zeven vertalers c.q. auteurs: Bhikkhu Bodhi, Thanissaro Bhikkhu, Melford Spiro, Bhikkhu Ariyesako, Ajaan Lee Dhammadharo, Richard Robinson, en de Aro Community.
Je zegt ‘alle’. Is deze lijst met ‘gezaghebbende bronnen’ volgens jou uitputtend, of zijn er nog meer? Wie bepaalt dat?
In 1993 behoorde Stephen Batchelor tot de oprichters van het ‘Western Buddhist Teachers Network’.
Lees hier zijn verslag van de eerste bijeenkomst:
http://www.stephenbatchelor.org/index.php/en/the-future-is-in-our-hands
Is dat het netwerk dat jij bedoelt?
Staat de ‘gezaghebbendheid’ van een bron los van de inhoud van zijn of haar betoog?
Ik vraag het omdat Stephen en Martine Batchelor onlangs op uitnodiging van de Stichting Inzichts Meditatie (SIM) uitvoerig over het onderwerp ‘sangha’ spraken.
Je kunt hen hier beluisteren:
http://www.simsara.nl/dhammatalks-multimedia/
Doet wat zij over de ‘sangha’ zeggen niet terzake omdat zij geen ‘gezaghebbende bron’ zijn?
Jules Prast zegt
Dank voor je verwijzingen. Ik ga ze bestuderen. Dat is het voordeel van discussie: wie niet kan delen, kan ook niet vermenigvuldigen.
alluman zegt
Wel grappig dat deze discussie een prachtig voorbeeld is van frictie tussen modern en traditioneel.
En van de onduidelijkheden en discusie over terminologie.
Ongeacht wat mensen vinden: het is in ieders belang om gemeenschappelijkheid te zoeken, in plaats van mensen en dingen tegen elkaar af te zetten.
Rob Hogendoorn zegt
Rest alleen de vraag wie hier een ‘modern’ en ’traditioneel’ standpunt innemen, en wat daarmee is gezegd!
In mijn ogen is het standpunt dat Ujukarin inneemt bijvoorbeeld niet traditioneel, maar hyper-modern: een zeer westerse vorm van fundamentalisme.
Let op: ik gebruik het woord ‘fundamentalisme’ hier in zijn oorspronkelijke betekenis!
Ter illustratie hiervan een citaat uit het interview met Stephen Batchelor (SB, RH dat ben ik) dat Jules noemt:
‘SB: Hier is van belang welke ideeën je erop nahoudt over de sangha. Mijn opvatting vind je nergens binnen de huidige boeddhistische scholen, maar wel in de Pāli canon.
Daar valt trouwens nog veel meer te halen. In feite is het een paradox: om hedendaags te kunnen zijn, moeten hedendaagse boeddhisten in het het verre verleden op zoek naar elementaire inzichten die de boeddhistische tradities zelf vergeten hebben.
RH: Dat is de oorspronkelijke betekenis van het begrip fundamentalisme.
SB: Daar word ik van beschuldigd: fundamentalisme. Soms noem ik mijzelf daarom voor de grap een boeddhistische fundamentalist.
RH: Zodra je daarvan je motto maakt, zul je echt overal boeddhistische groepen zien ontstaan, en dan ben jij hun geestelijk vader.
SB: Mijn vriend John Peacock doet hetzelfde. Hij zegt openlijk dat hij een fundamentalist is. En dat is juist, in zoverre dat hij op zoek gaat naar de fundamenten, de grondslagen. Maar, wat hij en ik vinden is allesbehalve fundamentalistisch van houding en toon.
RH: Niet in de 21ste eeuwse betekenis van het woord: dogmatisch, fanatisch.’
alluman zegt
Ja, je zou fundamenteel traditionalisme ook een modern verschijnsel kunnen noemen.
Persoonlijk wil ik liever voorbij aan de semantiek en meer richting een toegankelijker, maatschappelijker en begrijpelijker dharma.
Het zou prachtig zijn als boeddhistische waarden zich dieper in de samenleving kunnen wortelen – al dan niet via sangha’s. – om boeddhisten en niet-boeddhisten te helpen.
En als mensen van ieder willekeurig vermogen en achtergrond een bij hen passende weg kunnen volgen bij een sangha in de buurt.
Jules Prast zegt
Precies: “voorbij aan semantiek en meer richting een toegankelijker, maatschappelijker en begrijpelijker dharma”! Vanuit mijn eigen zentraditie zie ik geen binnen en buiten, alleen verbondenheid van allen met alles. Dialoog is welkom, met iedereen, en verwarring is ook welkom. Cultiveren van de twijfel is onderdeel van de boeddhaweg. Je ziet: je reactie inspireert me, dank daarvoor!
alluman zegt
Wat leuk! Dank!
Rob Hogendoorn zegt
Volgens mij zijn de meesten van ons, in ieder geval ikzelf, vooral aan het verhelderen wat het boeddhisme (of, liever, verschillende boeddhistische stromingen) en boeddhisten voor ons en de mensen om ons heen te betekenen (zouden kunnen) hebben.
Het scheiden van zin en onzin, loze beweringen en gefundeerde uitspraken is daarbij van groot belang, denk ik. En dat komt volgens mij niet vanzelf neer op het je ‘afzetten tegen’.
Zover ik kan zien betwist niemand hier het belang en de betekenis van de sangha.
Ujukarin meent dat de definitie van sangha die hij voor maatgevend houdt, maatgevend is voor alle boeddhisten. Bovendien stelt hij zijn bereidheid in te gaan op inhoudelijke vragen of opmerkingen daarvan afhankelijk.
Dat mag, natuurlijk, maar ik denk dat hij met zijn opvatting niet alleen de heterogeniteit van het boeddhisme miskent, maar ook de vergankelijkheid en veranderlijkheid ervan.
Robert Keurntjes zegt
Het is wel jammer dat deze discussie verzand in een discussie over ‘sangha’ en of je wel een ‘boeddhist’ bent wanneer je niet bij een sangha aangesloten bent.
Voor mij is een dergelijke discussie een reden om zeer terughoudend te zijn wanneer iemand aan mij vraagt of ik een boeddhist ben. Ik vind het voor mezelf boveniden volledig oninteressant of ik ‘boeddhist’ aan mijn identiteit toe kan voegen of niet. Ik leer hoe dan ook erg veel door me te verdiepen in het boeddhisme.
In het Tibetaans is er niet eens een woord voor ‘boeddhist’. Daar kennen ze alleen de term nangpa (iemand die naar binnen kijkt) en dat gebruiken ze ook voor de kluizenaar, die zijn beoefening dus alleen doet zonder sangha.
Wanneer je hier te rigide mee om gaat dan is er alleen de mogelijkheid dat vernieuwers worden verketterd en je eerst door chaos heen moet voor er iets nieuws kan ontstaan.
Dat geldt ook voor zo’n optie als ‘statenvertaling’. Worden de Pali teksten dan opeens een soort van bijbel?
Laat ik hier maar weer naar het Tibetaans boeddhisme wijzen. Wij lezen bijna geen sutra’s die in de tripitaka staan. En toch beschouwen wij ons ook als boeddhisten.
Openheid en acceptatie dat er verschillende vormen van boeddhisme zijn, dat zou echt helpen. Misschien wordt Bachelor of 50 jaar wel als vernieuwer bejubeld.
Alluman zegt
Eens.
Om ook even kort in te gaan op je opmerking over de statenvertaling: het is niet de bedoeling om het de status van Gods Woord mee te geven. Ik zou een statenvertaling of iets dergelijks verwelkomen met het oog op makkelijker discussies over en besprekingen van wat de Boeddha zou hebben gezegd.
Nu slingeren er allerlei vertalingen rond waarvan de leek (inclusief ik zelf) geen idee heeft van welke nu het dichtste bij de betekenis van de oorspronkelijke tekst komt.
Het is handiger als we dezelfde taal spreken.
Alluman zegt
Ik bedenk me nu opnieuw dat het ook handig is om een luisterversie van teksten te maken. Voor blinden en slechtzienden. En voor mij, want ik vind luisteren ook erg prettig. :)
Zo denk ik dat er nog meer manieren zijn waarop we de dharma toegankelijker kunnen maken. Gratis online besprekingen bijvoorbeeld. Verfilmingen. Lespakketten. Noem maar op.
Rob Hogendoorn zegt
Om eerlijk te zijn, Robert: het gemak en de vanzelfsprekendheid waarmee sommige lezers boeddhisme van niet-boeddhisme, boeddhisten van niet-boeddhisten onderscheiden vind ik adembenemend.
Er gaat de suggestie van uit dat ‘hun’ boeddhisme hen in staat stelt dat te beoordelen. Dat betwijfel ik.
Ook je opmerking over identiteit is terecht, denk ik: boeddhisten staan volop bloot aan de verleiding met ‘hun’ boeddhisme een alter ego (of een alternatief, interessanter tijdverdrijf) te creëren.
Overigens kunnen Tibetaanse geshes, bijvoorbeeld, zich (zeer) denigrerend of misprijzend uitlaten over alles dat zij met theravada en zen associëren.
De open houding die de Dalai Lama in het Westen aanneemt is beslist niet maatgevend. Tibetaanse geestelijken leggen zijn opvattingen met het grootste gemak naast zich neer.
Zoals ik eerder schreef, de superioriteit van hun boeddhistische tradities is voor veel Tibetaanse geestelijken zo vanzelfsprekend dat het in hen domweg niet op komt zichzelf met andere boeddhisten te vergelijken.
Vaak weten zij over andere boeddhistische tradities alleen het weinige dat hun eigen leerboeken -niet de meest objectieve bronnen van informatie- daarover vertellen.
Het Tibetaanse woord ‘nangpa wordt in het Engels vaak vertaald als ‘insiders’. Het woord ‘chipa’, waarmee niet-boeddhisten en soms ook Bön-aanhangers worden aangeduid, betekent dan ‘outsiders’.
Robert Keurntjes zegt
Alluman: toch denk ik dat we een redelijk uniforme terminologie hebben over de verschillende boeddhistische stromingen in Nederland.
Ik beheers zelf noch Sanskriet, noch Pali, noch Tibetaans. Om dan toch een beeld te kunnen vormen van wat er in het origineel beoogt wordt leg ik graag verschillende vertalingen naast elkaar. Maar ik begrijp wel wat je bedoelt (ik ga daar nog eens over nadenken).
Rob: Het probleem dat jij schets m.b.t. Tibetaanse Geshes kent vast zijn equivalent in iedere traditie. Ik heb daar niet zoveel moeite mee. Er zijn ook zeer open-minded en vooruitstrevende Tibetaanse leraren die ook heel goed begrijpen hoe de westerse geest werkt en begrijpen dat wat er meer dan duizend jaar geleden gezegd werd over Hinayana niet gaat over wat nu aangeduid wordt met Theravada.
Als je nangpa en chipa vertaald als ‘insider’ en ‘outsider’ lijkt het net alsof het om een wij-zij onderscheid gaat. Dat is niet zoals het mij door Tibetanen uitgelegd is.
Rob Hogendoorn zegt
Zeker, Robert, open, vooruitstrevende Tibetaanse geestelijken ken ik ook.
En ja, superioriteitsgevoelens vind je vast overal. Zelf zit ik er ook niet mee: Tibetaanse geshes op de huid zitten of tegenspreken behoort tot mijn favoriete bezigheden.
Heb je de Tibetanen met wie je omgaat ook naar de betekenis en het gebruik van ‘chipa’ gevraagd?
Deze vertaling is vrij gangbaar, en ik ben benieuwd naar hun commentaar.
Robert Keurntjes zegt
Nee, ik kende het begrip ‘chipa’ niet. Alleen de uitleg dat ‘nangpa’ de betekenis heeft van iemand die zich naar binnen richt in zijn zoektocht naar het uiteindelijke geluk, als tegenpool van mensen die de oorzaak voor hun geluk buiten zichzelf zoeken. Het zal zeker ook gebruikt zijn in het kader van het benadrukken van de eigen superioriteit.
De enige twee die ik er echter over gehoord heb gaven niet echt blijk van die behoefte.
Ujukarin zegt
@Robert: in de klassieke Tibetaanse situatie bestaat er echt niet zoiets als “kluizenaar, die zijn beoefening dus alleen doet zonder sangha”, Deze kluizenaars hebben altijd een spiritueel leraar, hoe weinig ze ‘m ook zien, en die geeft de instructies voor hun beoefening. Ook zullen ze bij hem terechtkunnen met vragen als ze dat willen. Verder zijn er regelmatig assistenten in beeld die bijvoorbeeld 1 x per maand eten neerzetten bij de grot.
Ze zijn niet hun eigen leraar, doen geen cherry picking van allerlei andere zaken die niet compatibel zijn met de Dharma, etc etc. Dus: dát is een reden dat volgelingen van Tibetaans boeddhisme i.h.a. aan de criteria voor sangha voldoen, net zoals volgelingen van alle andere scholen want uiteindelijk zijn het volgelingen van de Boeddha.
Dat is dus heel wat anders dan de mensen waar ik op doelde, die geen sangha conform wikipedia-definitie vormen. Hoezeer ze ook zelf dan een totaal andere invulling van het begrip sangha lijken te bedenken, zoals “geen boeddhist zijn, of als boeddhist willen worden aangemerkt”…
Wijsheid gewenst,
Robert Keurntjes zegt
Sorry, ik had Wikipedia er niet op na geslagen, ik ging enkel uit van mijn vooronderstelling dat een sangha in het boeddhisme uit minimaal 4 personen bestaat en jouw uiteenzetting van wat volgens jou een sangha is. Wanneer ik b.v. de biografie van Milarepa lees past hij niet in dat beeld, de arme man had niet eens iemand die eten bracht, leefde van brandnetels. Maar goed als het hebben van een leraar synoniem is aan een sangha dan past hij er weer wel in.
Lastig hoor die definities. Een leraar van mij benadrukte altijd dat het niet de uiterlijke Boeddha, Dharma en Sangha zijn waar je toevlucht toe neemt maar de innerlijke. Alweer een ander begrip van Sangha.
Persoonlijk houd ik het er ook maar bij dat ik me met boeddhisme bezig houd.
Het roept bij mij wel de vraag op of volgens jou iemand die geen contact meer heeft met een Sangha dan ook geen boeddhist meer is?
Ujukarin zegt
Oeps, goede volgvraag. Ik denk dat het helemaal van zijn/haar reden afhangt. Ben je gewoon op zoek naar een (volgende) sangha omdat je die feedback van/naar elkaar c.q. kontakt met leraar belangrijk vindt dan reken ik dat tot boeddhist.
Ben je niet op zoek omdat je meent dat boeddhist zijn geen sangha hoeft in te houden, dan denk ik dat je Dharmist of zo’n vergelijkbare constructie bent en heb je m.i. ook de 3 Juwelen en de hele Dharma niet echt goed begrepen. Neem ik niet serieus als geclaimd boeddhist dus…
Wijsheid gewenst,
John Willemsens zegt
N.m.m. kunnen 2 of 3 personen die toevlucht hebben genomen een sangha vormen en elke sangha is in principe vrij en autonoom.
Ujukarin zegt
Absoluut waar, John! Als je maar toevlucht neemt tot Boeddha, Dharma en Sangha en niet lukraak allerlei non-boeddhistische denkwijzen erbij naar binnen smokkelt! Dit dus in zekere zin mede ter beoordeling van andere sanghas, als al die andere sanghas jouw ‘sangha’ verketteren omdat ze ‘m niet Boeddhistisch vinden dan zijn er wel wat vraagtekens te plaatsen bij die toevlucht ;-) …
Wijsheid gewenst,
John Willemsens zegt
Vrij en autonoom is vrij en autonoom – andere sanghas hebben hier niets over te vertellen – ook niet andersom – ‘in principe’ betekent hier enkel dat de sangha zich mogelijk wil aansluiten bij andere – hoe ze de triratna willen interpreteren is echt hun zaak en van hen alleen.
Ujukarin zegt
Natuurlijk, maar verketterd worden is ook niet alles. Ik kwam iets van 20 jaar geleden bijvoorbeeld via good old Ria Kloppenborg in kontakt met een Srilankaan die aan Hogeschool Driebergen, toen een erg ‘rood’ nest, gestudeerd had. Zijn statement na best de nodige bron-analyse was dat de Boeddha puur een sociaal vernieuwer geweest was, Marx-avant-la-lettre, en deze man was dus bezig een sociaal vernieuwings-‘sangha’ op te richten die in mijn gevoel veel dichter bij een politieke partij of een vakbond stond dan een sangha. Een van zijn vele statements was bijvoorbeeld dat je 80% van de soetras zo kon weggooien omdat de ideeen van de Boeddha zijns inziens gekidnapt waren door latere generaties Bhikshus, geheel van hun vernieuwings-richting ontdaan, en nu vooral bedoeld om hen als Bemiddelaars-tussen-mens-en-Eeuwigheid permanent een baan te bezorgen. Let wel: dus heel wat radicaler dan Sarvodaya, een SL sociale beweging die ook een eigen Theravada nikaya (school) gesticht heeft die verder religieus gezien vrij traditioneel is.
De ‘sangha’ van deze man zou, als ie verder ontwikkeld was, totaal verketterd zijn door niet alleen de lokale sangha’s maar door het brede boeddhisme, vermoed ik. Net zoals iemand die pakweg Osho of Jezus gaat aanbidden en dat toch toevlucht tot de innerlijke Boeddha noemt wel wat problemen kan verwachten ;-)
Wijsheid gewenst,
John Willemsens zegt
Ik heb heel goede herinneringen aan Ria Kloppenborg, ook in verband met ieders BUN-lidmaatschap! Haar boek The Paccekabuddha staat (heel toepasselijk) bij mij in de kast. Zo’n anecdote als die over die Sri Lankaan zegt mij persoonlijk weinig en verandert niets aan de zaak wat mij betreft. Bij Sarvodaya op Sri Lanka ben ik ook geweest. Zoals iemand reeds zei: The history of Buddhism is a long tale of heresies!
John Willemsens zegt
Even ter verduidelijking:
De aanhanger van het Advayavada-boeddhisme heeft de overtuiging dat de mens als vooruitgang ervaart dat wat overeenkomt met de richting waarin het geheel van het bestaan voortgaat in de tijd; in het Advayavada-boeddhisme wordt daarom het Edele Achtvoudige Pad benadrukt als een weerspiegeling onder de mensen, en in menselijke termen, van die vooruitgang van het bestaan. De Advayavadin ervaart heel duidelijk in zijn volgen van het Pad de algemene vooruitgang, de alles omvattende trek naar beter toe, van het bestaan. Hij vindt in zijn persoonlijk volgen van het Pad het onweerlegbaar bewijs van die vooruitgang van het geheel.
Sven zegt
Beste Ingur,
Echt interessant, jouw bespiegelingen in een “los verband” ! Hier mijn opmerkingen, in nog losser verband:
-je spreekt over “de wirwar van verschillende canons, doctrines,enz…” Inderdaad lastig voor westerlingen, maar toch ook historisch een unieke situatie met potentieel. Wat een komfort voor de beoefenaars in traditioneel boeddhistische landen om die “vreselijke andere strekkingen” niet te hoeven confronteren, zij het enkel op de gezamenlijke bedevaartsoorden of op internationale bijeenkomsten of symposia.
-welke sangha’s hebben voor zichzelf een tijdlijn, of zelfs deadline, opgesteld van “verwesters-ing” ? Sommige sangha’s reciteren al in het nederlands, introduceren mindfulness-jargon of bieden het aan, nodigen andere boeddhistische tradities of “outsiders” uit.
-zoals hier in de reacties aangestipt is een sangha uitstekend om de dharma te VERSPREIDEN en een veelheid aan mensen “op weg” of “aan de slag” te helpen. Maar ’t is goed dat het pratyeka-pad terug ter sprake komt. Ik vermoed dat heel wat boeddhistische “iconische figuren” juist de dharma VERDIEPTEN door hun teruggetrokken, persoonlijke, beoefening in pratyeka-stijl. Niet door hechte binding met een sangha. Milarepa is maar één frappant voorbeeld. Hoog tijd voor boeddhistische koepelorganisaties of vertegenwoordigingen om dat in te zien !
-kwam de dharma naar hier of zijn westerlingen die gewoon gaan halen ? Tegenover “overtuigde boeddhisten” merk ik wel eens op dat niet-boeddhisten (christenen, atheïsten, katholieken, protestanten) sinds 150 jaar hun dierbare teksten vertalen. Voor die laatsten een echt levenswerk om een enorme schat aan hinayana/mahayana/vajrayana-teksten aan te pakken uit het pali/sanskriet/gandhari/tibetaans/japans/chinees/sogdisch/bactrisch enz… te vertalen. En op te sporen in verre oorden. De inspanningen van sinologen en indologen zijn niet altijd bekend bij sangha’s hier ! De buitenlandse filialen en hoofdhuizen van die sangha’s pochen dan over “bringing the dharma to the west” of “ transmitting the dharma to the west”. Uitdagend stel ik me de vraag hoeveel bereidheid er was bij “oosterse boeddhisten” (in de traditioneel boeddhistische landen dus) om hun zo kostbare dharma uit te dragen.
Groetjes en doe zo voort !
alluman zegt
Dank!
Ujukarin zegt
Mooi dat je de Prateyaka weer noemt Sven, maar daar had ik al over geschreven
“Kies je maximaal voor het ondermaatse pad van de Pacceka Buddha, waarvan sommige versies zelfs melden dat het alleen relevant is in tijden zonder boeddhisme.”
De figuren die je noemt hadden allen wel degelijk _een_ binding met een sangha: een leraar bijvoorbeeld (Marpa voor Milarepa), support voor eten, etc. etc. en ze kreeerden een situatie waarin ze zich konden verdiepen in het boeddhisme.
Helaas heb ik tot op heden van diegenen die de Pacceka verdedigen
a) Geen goede motivatie gevonden waarom die een plek zou hebben in het huidige tijdperk waarin we wel degelijk nog de leringen van een Boeddha kunnen meemaken; maar dat is meer een punt voor scherpslijpers.
b) Geen motivatie gevonden waarom die beter zou zijn dan gewoon Dharma-volgeling, in de kern zit er namelijk een gevaarlijk zelfzuchtig element in.
c) Voor heel velen ervan de sterke indruk dat ze het gewoon doen als “excuus om maar geen feedback van anderen te hoeven ontvangen, veelal omdat het eigen Ego in de weg staat van echte voortgang op het boeddhistische pad.” Dus op geen enkele wijze te vergelijken met een Milarepa, los van het punt dat die wel een sangha had dus geen Pacceka-pad volgde!
Ik zie er ook vrij veel cherrypicking bij, met allerlei andere new-age elementen dan Boeddhisme en juist omdat ze zich als hun eigen leraar zien is er geen enkele toetsing van medebeoefenaars of die elementen wel passen bij de Dharma.
Vandaar dat boeddhistische koepelorganisaties/vertegenwoordigingen i.h.a. hun schouders ophalen over deze Pacceka-claimers.
Doch mogelijk is het tijd om hier ergens een nieuw topic van te maken omdat de thread misschien wat té populair wordt en daardoor in potentie onoverzichtelijk?
Wijsheid gewenst,
Paul van Buuren zegt
Wat mis je precies aan overzichtelijkheid?
Rob Hogendoorn zegt
Stephen Batchelor zei in het interview dat ik met hem had over pratyekabuddha’s (paccekabuddha) onder meer het volgende:
“De typologie van de śrāvaka (Sanskriet) of sāvaka (Pāli, toehoorder), pratyekabuddha en bodhisattva (Sanskriet) of bodhisatta (Pāli, op verlichting gerichte) komt vrij vertaald neer op een typologie die drie soorten persoonlijkheden onderscheidt: de discipel, de Einzelgänger en de altruïst.
Boeddhistische instellingen worden, denk ik, vaak gedomineerd door śrāvaka’s ofwel discipelen. Een discipel onderwerpt zich per definitie aan het gezag van anderen, meestal een belangrijke boeddhistische leraar. In zekere zin zijn śrāvaka’s het minst mondig. Het zijn degenen die volgen, luisteren, gehoorzamen, het fundament waarop religies rusten.
Zowel de pratyekabuddha als de bodhisattva breken met dit model. Ook hier is een terugkeer naar de vroegste bronnen nuttig. In de Pāli canon vind je ze alle drie, en het is dus inderdaad een oude traditie. Een traditie die in onze tijd goed van pas komt, omdat deze de idee als zou het aan śrāvaka’s zijn voorbehouden het boeddhisme te monopoliseren, weerspreekt.
De boeddhistische gemeenschap als geheel omvat dus ook de pratyekabuddha’s. Zij zien zichzelf misschien niet eens als boeddhist, maar ze belichamen wel boeddhistische deugden, kwaliteiten en inzichten. Net zo zijn bodhisattva’s degenen die hun leven aan het welzijn van anderen wijden, óók wanneer zij dat buiten een boeddhistisch raamwerk doen.
Hier is van belang welke ideeën je erop nahoudt over de sangha. Mijn opvatting vind je nergens binnen de huidige boeddhistische scholen, maar wel in de Pāli canon.”
Waar komt het leerstuk van de pratyekabuddha of paccekabuddha volgens jou vandaan, Ujukarin? Waarom is het onderwezen? Moet het worden afgeschaft? Verboden?
Ujukarin zegt
@Rob
Ik zie er i.t.t. Batchelor geen plaats voor in het boeddhisme ja, en herken ook z’n argumenten niet. Alsof de huidige sangha’s, inclusief hun leraren, allemaal volgers zouden zijn! Bovendien streven ze allen, Theravada en Mahayana, volop naar altruisme.
Dus verbieden of afschaffen – natuurlijk niet. Maar mensen die er zich op beroepen serieus nemen als boeddhist – in mijn mening niet. Zie de argumenten a) tot en met c) hierboven.
Net zoals mijn mening is dat Pratitya-Samutpada, afhankelijk ontstaan, een hoeksteen van Dharma is en ook daarin wijkt mijn mening af van Batchelor…
Wijsheid gewenst,
Rob Hogendoorn zegt
Volgens jou, Ujukarin, is voor dit leerstuk dus geen plaats in het boeddhisme, en moeten personen die zich er op beroepen niet serieus genomen worden als boeddhist.
Bestrijd je dat het door de Boeddha is onderwezen? Bestrijd je dat het deel uitmaakt van de Pali canon?
Waar bestrijdt Batchelor dat pratitya-samutpada een ‘hoeksteen van de Dharma’ is?
Ujukarin zegt
@Rob
a) De Boeddha onderwees het als uitleg van wat er gebeurt in tijden dat er geen Boeddha opstaat of bekend is. NIET als een normaal onderdeel van de boeddhistische gemeenschap.
b) Dus mensen die claimen dat het nu zin heeft bestrijden de context die de Boeddha er aan gaf. Oftewel rukken het totaal uit zijn verband.
c) Sterker nog, zo’n beetje overal in de canon staat er bij dat dit een lager nastreefwaardig doel is dan de Verlichting bereiken, met tussen de regels doorschemerend dat het ook minder Altruistisch is.
En over Batchelor: ik gaf het als voorbeeld van andere zaken waarin ik het met hem oneens ben. Voor mij is karma zo ongeveer hetzelfde als afhankelijk ontstaan en daar heeft ie, ook in het interview met jou zo te zien, wat andere meningen over.
With folded palms,
Sven zegt
Ujukarin,
Het siert je dat je een duidelijke profilering nastreeft van het boeddhisme, de dharma, en het boeddhist-zijn. En dat meen ik. Dat is goed voor digitale discussies en een levendige woordenwisseling.
Niettemin is mijn indruk dat de paccekabuddha voor de boeddhistische orde gaandeweg een boeman werd. Niet ten tijde van de historische Boeddha, een beetje in de begindagen van het mahayana en zeker in Milarepa’s tijd. Diens belangrijkste pupil, Gampopa, is al beduidend minder positief in zijn “Jewel Ornament of Liberation”. Een paccekabuddha-mentaliteit bestond voor hem in eerder welke tijd. Naarmate het mahayana zich profileerde ging de perceptie van de “solitary realizer” er op achteruit. Waar is het mis gegaan ?
Met je bezwaarpunten a) tot c) kan ik zeker instemmen, maar zijn die van toepassing op de “paccekabuddha” ? Ik weet echt niet of dat per definitie zelfzuchtige of egoïstische individuen waren. Wellicht hadden ze goede redenen om hun wijsheid, inzichten en kennis (nog) niet uit te dragen. Hun pad “ondermaats” noemen durf ik niet.
En Stephen Batchelor’s blijft voor mij vooral nog een vriendelijke, bereisde en belezen, semi-boeddhistische intellectueel, geen aspirant “pacceka-buddha”-enkel met interesse. Mij is niet bekend wie het pad van de “pacceka-buddha”claimt te volgen.
Even goede vrienden Ujukarin. Opinieverschillen worden snel onbedoeld uitvergroot of verkeerd begrepen in zulke onhandige virtuele discussies via keyboard en gaan dan vermoeien –voor ons beiden.
Ik heb genoten van Rob Hogendoorn’s interview met Batchelor, en ga me nog wat verdiepen in zijn schrijfsels en die van Ria Kloppenborg…
Groetjes
Ujukarin zegt
Allemaal aan jou, Sven. Ik heb Ria’s werk er nog even op nageplozen en ze citeert expliciet een eerdere tekst die Paccekabuddha’s koppelt aan tijdperken zonder nog overgedragen boeddhisme. Reden voor mij om dat wikipedia lemma ook nog iets aan te scherpen.
Dus statement a) blijft keihard staan, en wie ermee aankomt dat ie dit concept meent te kunnen kombineren met iets _binnen_ het boeddhisme spreekt zichzelf nogal fors tegen.
Uit Batchelor’s teksten maak ik op dat hij toch een aardig eind de richting uitgaat van deze door mij verfoeide tegenspraak, en dat betekent dat ie voor mij op dit vlak veel geloofwaardigheid verliest…
With folded palms,
Ujukarin zegt
Niks tegen jullie forumsoftware, die behoort tot de beteren op het web, maar in vrijwel elke thread op het WWW die ik ken met meer dan 40-50 reakties raak je op een gegeven moment het spoor bijster. Pacceka is een, op zichzelf interessante, spin-off van waar Alluman mee begon en als die weer pakweg 10 reakties krijgt dan krijg je ben ik bang een bos waardoorheen je de boom niet meer kunt zien ;-)
Paul van Buuren zegt
Daarom hebben we er juist voor gekozen om de reacties threaded te houden, zodat je enigszins een lijn kunt zien welke reactie waarop volgt. Wat vind je: wel of niet threaded?
alluman zegt
Ach, ik was me er niet van bewust dat ik met deze term was begonnen. Kun je me helpen door toe te lichten wat ik zei en hoe dat op deze term slaat. Ik ben er namelijk verder te weinig mee bekend. Mogelijk hebben we onbedoeld langs elkaar heen gepraat. :)
EDIT: oh wacht, ik las je zin verkeerd. Je verwees niet naar iets dat ik zou hebben gezegd. Excuus.
Ujukarin zegt
Threaded is prima, MAAR de knop onderin ‘reactie plaatsen’ gaat automatisch achteraan plakken ongeacht welk stuk van de thread je in zat. Pas als je eerst ‘beantwoorden’ op de juiste plek klikt en daarna op reactie plaatsen komt de reaktie op de juiste plek inplaats van achteraan. Ik zie dat in ieder geval regelmatig over het hoofd dus geheel foolproof is de user interface, bewezen, niet ;-)
Rob Hogendoorn zegt
Ria Kloppenborg schrijft in de ‘Encyclopedia of Buddhism’ over de pratyekabuddha onder meer:
‘In the early tradition of the Pali canon the paccekabuddha (Sanskrit, pratyekabuddha) refers to a male individual who has attained enlightenment or insight (bodhi; hence, buddha) by himself. In contrast to a sammasambuddha (Sanskrit, samyaksambuddha), which is a completely enlightened person, a pratyekabuddha keeps enlightenment for himself (pratyeka) and does not embark on a career of preaching it to others. In early Buddhist cosmology, buddha era and non-buddha era follow each other. During a buddha era, an enlightened being like the historical Buddha (Siddhartha Gautama) is born, attains enlightenment, and eventually preaches the four noble truths that he has discovered. He then starts a dispensation on the basis of his compassion for other suffering beings. A pratyekabuddha also attains enlightenment by his own effort, but does not have the energy to preach or establish a Buddhist dispensation because, as the canonical texts explain, he lacks the compassion of a fully enlightened buddha. Even so, he is considered a teacher, albeit a silent one, teaching by the example of his life and actions. (…)
Pratyekabuddhas therefore have a special, but limited, place in Buddhist ideology. A fully enlightened person, a buddha, finds the eternal truths of the Buddhist message by himself and starts a period of Buddhism. A pratyekabuddha, on the other hand, will not preach and will have no followers. Like a pratyekabuddha, an arhat is a person who attains the highest state of enlightenment. However, according to Buddhist tradition, the arhat did not reach this stage by his or her own efforts, but rather came to understood the four noble truths and traveled the path as taught by the Buddhist tradition. In the mahayana tradition, the paths of arhat, pratyekabuddha, and buddha are initially all considered as leading to nirvana, but the path of a buddha is believed to be the only worthy goal, the One Vehicle of Supreme Buddhahood, which will eventually be attained by all.”
Begrijp ik goed dat jij de vroeg-boeddhistische cosmologie onverkort aanhangt?
Gaat jouw redenering ongeveer zo: ‘Omdat ik in een ‘buddha era’ leef is er voor pratyekabuddha’s geen plaats’?
Uit Kloppenborg’s tekst kan ik niet opmaken dat volgens de vroegste teksten tijdens een ‘buddha era’ geen pratyekabuddha’s kunnen opstaan.
Maar zelfs als dat zo is (dat wil zeggen, de vroegste teksten sluiten het uit) is die onmogelijkheid daarmee alleen nog geen feit.
Jij gaat een heel stuk verder dan Kloppenborg, die het over een ‘special, but limited, place’, een ‘silent teacher’, en de ‘highest state of enlightenment’ heeft.
Dit leerstuk heeft volgens jou geen plaats in het boeddhisme, en wie zich er op beroept moet niet serieus genomen worden als boeddhist.
Weet jij iets dat Kloppenborg niet wist? Gelden jouw twee oordelen ook voor de arhat?
Ik heb de hele ‘Encyclopedia’ op de zoekwoorden ‘pratyekabuddha’ en ‘pacekkabuddha’ doorzocht, en ik nergens een bevestiging (of suggestie of vergelijkbare versie) van jouw opvatting vinden. Wat of wie is jouw bron voor dit oordeel?
Ik heb ook mijn interview met Stephen Batchelor nog eens herlezen, maar ik kan daarin geen verwijzing naar pratitya-samutpada en/of karma vinden. Wat bedoel je precies met ‘zo te zien’?
Rob Hogendoorn zegt
Voor alle duidelijkheid: dit is een reactie op Ujukarin.
Ujukarin zegt
@Paul: q.e.d., ook Rob tuint in de default-aktie van de Reactie Plaatsen knop ;-)
@ Rob: Sorry het wordt kort, zondag heb ik pas wat meer tijd.
Voor de status van Prateyakabuddha: zie o.a. de zin in het Wikipedia lemma
“They are said to arise only in ages where there is no Buddha and the Buddhist teachings (Sanskrit: dharma; Pāli: dhamma) are lost”
Ik heb hier wel eens de bronteksten voor gelezen, zowel van Theravada als van Mahayana, en wil me voornemen die weer eens op te zoeken. (Jazeker, heb ook al het sangha-lemma van Wikipedia repaired maar het kostte echt 2 uur om een goede vervangende soetra-link te vinden voor de link die er stond maar kapot was door een siteprobleem.) En dan zelfs het lemma hierop te verbeteren door de referentie te maken.
Dus nee, ik verzin het niet dat de Praceyaka’s nu niet relevant zijn maar om de 1 of andere reden staat het niet genoemd bij Ria.
En voor Batchelor: ik zag het voorbij vliegen in het interview maar las dan blijkbaar niet goed. Geefnie, hij meldt dit volop in andere plekken zoals
http://www.buddhistgeeks.com/2010/10/a-difficult-pill-the-problem-with-stephen-batchelor-and-buddhism%E2%80%99s-new-rationalists/
Arhats is een totaal ander verhaal, die zijn bij ons op hetzelde hoge voetstuk geplaatst als de Bodhisattva maar de uitleg van o.a. Sangharakshita waarom dat is kost zeker 2 bladzijden dus ga ik in deze thread niet verder op in ;-)
Wijsheid gewenst,
Rob Hogendoorn zegt
Nee, ik tuin niet in de default-instelling: de mogelijkheid om een reactie op een reactie te beantwoorden is niet voorhanden.
Wat je bronnen ook zijn, kennelijk ga je ervan uit dat (vertalingen van) de vroege teksten (of commentaren daarop) die jij voor gezaghebbend houd deze kwestie voor eens en voor altijd (er is sindsdien zo’n 2.000 jaar verstreken) eenduidig hebben vastgelegd.
Beheers jij het Pali en/of Sanskriet?
Rob Hogendoorn zegt
Ik heb het artikel van Buddhist Geeks er even op na gelezen, Ujukarin.
Ook daarin vind ik niet terug dat Stephen Batchelor bestrijdt dat pratitya-samutpada een hoeksteen van de dharma is.
Het onderwerp is Batchelor’s houding tegenover wedergeboorte (noch aangetoond, noch relevant) en tegenover de (door hem bestreden) aanname als zou de relatie tussen karma en wedergeboorte vaststaan.
Dat karma en pratitya-samutpada in jouw ogen (vrijwel) synoniem zijn betekent natuurlijk niet dat dit ook voor anderen geldt.
In feite richt Batchelor’s kritiek zich nog het meest op de vanzelfsprekendheid waarmee boeddhistische bekeerlingen aannemen dat zij de leerstukken karma en wedergeboorte (en het verband daartussen) afdoend hebben onderzocht en getoetst.
Buddhist Geeks haalt (net als Batchelor zelf) de Kalama Sutta aan en parafraseert deze aldus:
‘Do not accept any idea or belief simply because it is commonly accepted or handed down in the tradition, or because it’s written in holy texts, or because someone you venerate stated it to be so. Instead, the Buddha advised followers to use their own prajna or discriminating wisdom to see what really makes sense and accords with reason and leads to happiness, and only then to accept it.’
Ik ken weinig tekstfragmenten waaraan boeddhisten zo veel lippendienst bewijzen, en waarnaar zij zo weinig handelen.
Heb jij zelf onderzocht en vastgesteld dat wedergeboorte een feit is? Heb jij zelf onderzocht en vastgesteld dat het een relevant feit is? Heb jij het verband tussen wedergeboorte en karma zelf onderzocht en vastgesteld? Hoe heb jij onderzocht en vastgesteld dat karma en pratitya-samutpade (bijna) op hetzelfde neer komen?
Aan het eind van het stuk citeert Buddhist Geeks onderzoeker van paranormale verschijnselen Charles Tart: ‘One of the problems we human beings have is that when we have certain beliefs, we usually won’t bother to look at any evidence that might contradict them, and that keeps our beliefs very strong, but keeps our knowledge less than it should be.’
Behartigenswaardige woorden, lijkt me. Ze zijn voor gelovige boeddhisten net zo moeilijk te realiseren als voor andere gelovigen.
Ujukarin zegt
Leuke uitzoekklus voor Paul zou dat zijn, als de threading ’t niet aankan.
* Nee, ik streef naar de geest van de teksten en niet de letter. Dus vertalingen zijn niet allesbepalend. Mijn redenen a)-c) tegen het wakker kussen van het voor mij dood-en-begraven-concept van de Praceyaka’s hebben minstens evenveel met de geest te maken. Maar die geest haal je naast door intensieve ervaring en meditatie/reflectie ook uit het vergelijken van de diverse teksten uit diverse scholen.
* Nee, ik durf zeker niet te stellen dat ik die talen beheers, maximaal een paar honderd woorden en concepten. Maar het gaat me ook niet om het checken van vertalingen, het gaat om het checken van een consistente set van Dharma teachings. Die volg ik (namelijk van onze school) en ik erken/herken die ook bij zo’n beetje andere boeddhistische scholen/sangha’s. Niet bij mensen die geen sangha wensen, die zetten zich m.i. op de 1e stap van het Pad al buitenspel en kiezen ervoor geen boeddhist te zijn. Maar daarover verschillen onze meningen dus…
Tot zover even, vanavond lesgeef-avond en morgen familiedagje dus evt. als het ECHT nodig is volgt er zondag nog wel een vervolg…
With folded palms,
Ujukarin zegt
Okay, duidelijk dat ik hierover met Batchelor EN met jou van mening verschil. Het zij zo, het was in deze hele discussie over Boeddhisme in het Westen een zijspoor dat ik hier niet verder ga uitdiepen. Dank voor het nalezen. Als er nog eens op BD iets uitgebreids over geplaatst wordt is dat mogelijk een goede gelegenheid er verder over te praten.
With folded palms,
Rob Hogendoorn zegt
Ho ho, Ujukarin, zelf heb ik over jouw opvatting (dat pratitya-samutpada en karma (vrijwel) op hetzelfde neerkomen, en dat Batchelor pratitya-samutpada overboord zet) nog geen standpunt ingenomen.
Ik maak alleen duidelijk dat jij je oordeel dat voor Batchelor pratitya-samutpada geen ‘hoeksteen van de dharma’ is niet op de tekst van Buddhist Geeks kunt baseren.
Op mij komen je redeneringen en stellingen erg schematisch over. Je velt categorisch oordelen, veelal ex cathedra, alsof jij feilloos zwart van wit, boeddhisme van niet-boeddhisme, boeddhisten van niet-boeddhisten kunt onderscheiden. Daar geloof ik niet in.
Om het terug te brengen naar Ingur’s bijdrage:
Jij en ik zijn -net als veel andere BD-lezers- exponenten van wat Henk Blezer als Nieuwe Nederlands Boeddhisten aanduidt.
Blezer beschouwt -terecht, denk ik- jouw en mijn boeddhisme als een nieuw, Nederlands cultureel verschijnsel.
Zoals mijn collega Theo Dik en ik elders schreven: ‘Met andere woorden, het Nieuwe Nederlands Boeddhisme moet niet worden gezien als een ‘inheems’ boeddhisme dat zich aanpast aan een ‘uitheemse’ omgeving, maar als een (op)nieuw ontstane vorm van boeddhisme.’
Ingur merkt op -terecht, denk ik- dat ‘het boeddhisme moet zien te overleven tussen de wortels van de westerse cultuur’.
Hij noemt deze wortels ‘diep’, en stelt dat een ‘modern westers boeddhisme’ daaraan ruimte moet geven.
Zien -zoals ik denk- Blezer en Ingur dit goed, dan is het cultiveren van kritische distantie (à la Kalama Sutta en Charles Tart) voor boeddhistische bekeerlingen zoals jij en ik een deugd op zich.
Een bekeerling die zicht wil krijgen (en houden) op de wijze waarop zijn eigen, oorspronkelijke culturele wortels meebepalen welke gedaante zijn boeddhisme aanneemt is meer gebaat bij een open, onderzoekende, vragende houding dan bij een gesloten, stellende, (ver)oordelende houding, denk ik.
Jules Prast zegt
Thich Nhat Hanh interview with Andrea Miller, Shambala Sun magazine, January 2012
Question: What do you think makes someone a Buddhist?
Thich Nhat Hanh: “A person may not be called a Buddhist, but he can be more Buddhist than a person who is. Buddhism is made of mindfulness, concentration, and insight. If you have these things, you are a Buddhist. If you don’t, you aren’t a Buddhist. When you look at a person and you see that she is mindful, she is compassionate, she is understanding, and she has insight, then you know that she is a Buddhist. But even if she’s a nun and she does not have these energies and qualities, she has only the appearance of a Buddhist, not the content of a Buddhist.”
Question: Can a ceremony make someone a Buddhist?
Thich Nhat Hanh: “No, it’s not by ceremony that you become a Buddhist. It is by committing to practice. Buddhists get caught in a lot of rituals and ceremonies, but the Buddha does not like that. In the sutras, specifically in the teaching given by the Buddha right after his enlightenment, he said that we should be free from rituals. You do not get enlightenment or liberation just because you perform rituals, but people have made Buddhism heavily ritualistic. We are not nice to the Buddha.”
Volledig interview: http://ow.ly/h9R9B
Edel zegt
eindelijk een zinnig woord
Alluman zegt
Eens. Eindelijk een nuttige bijdrage.
Wellicht is het ook aardig om de visie van Dzongsar Jamyang Khyentse Rinpoche te delen, die de focus legt op de Zegels van de Dharma:
“One is a Buddhist if he or she accepts the following four truths:
All compounded things are impermanent.
All emotions are pain.
All things have no inherent existence.
Nirvana is beyond concepts.”
Bron: http://khyentsefoundation.org/pdf/WMYNAB-shambhala.pdf
Alluman zegt
En even later schrijft hij:
“The essence of Buddhism is beyond culture, but it is practiced by many different cultures, which use their traditions as the cup that holds the teachings. If the elements of these cultural trappings help other beings without causing harm, and if they don’t contradict the four truths, then Siddhartha would encourage such practices.”
Frank Uyttebroeck zegt
Aardig gezegd, door TNH.
Maar het kan nog eenvoudiger:
“Practice what you preach (Oh, and while your at it, don’t preach).”
Of, nóg korter: “Be a buddha, not a buddhist”.
FU
John Willemsens zegt
Dit is de beschrijving van A Secular Buddhist Meeting Place op Facebook:
Firmly bearing in mind the impermanence and selflessness of all composite things, in Secular Buddhism, as we understand it, the focus is on the correct interpretation and realization of the historical Buddha’s so-called Four Noble Truths: 1) that of the ubiquity of existential suffering in the world, 2) that craving and attachment are the real and ultimate causes of such suffering, 3) that this suffering shall cease altogether when we deal with and overcome its causes, and 4) that the sure way to achieve this is by following the Noble Eightfold Path or Middle Way.
Alluman zegt
Overigens verbaast het me dat de discussie over de grenzen van boeddhist-zijn gaat.
Terwijl ik met mijn tekst vooral de gezamenlijkheid en toekomst heb willen verkennen, met het oog op een toegankelijker dharma en sangha (in zijn totaliteit) voor Nederlanders.
Ik ben nog steeds benieuwd naar meningen en aanvullingen van mensen hierover.
Rob Hogendoorn zegt
Mij lijkt het belangrijk eerst eens grondig na te gaan hoe de receptie van boeddhisme (of ‘boeddhisme’) onder de huidige generatie boeddhisten (of ‘boeddhisten’) verloopt.
Om iets van waarde toegankelijk te maken voor anderen moet je wel iets van waarde door te geven hebben.
Wellicht valt er lering te trekken uit de existentiële verwardheid of ontheemdheid (zie mijn onderstaande reactie) die eerdere pogingen tot bekering (of ‘bekering’) met zich mee brachten.
Kennelijk hechten sommige boeddhisten (of ‘boeddhisten’) groot belang aan het bepalen en bewaken van de grenzen van boeddhisme (of ‘boeddhisme’).
Mij verbaast dat niet.
Het kan een symptoom van het verschijnsel bekering zijn (zoals dat zich ook bij christenen, moslims, enz. voor doet), of van de existentiële ontheemdheid of verwarring waar de Dalai Lama (zie onderstaande reactie) op doelt.
Maar het kan ook iets anders betekenen. De enige manier op daarachter te komen is het verschijnsel zelf (het bepalen van grenzen) te onderzoeken.
Rob Hogendoorn zegt
De Dalai Lama levert in ‘From Here to Enlightenment’ (2012) nóg een belangrijk perspectief:
‘Just as there are many different kinds of people, there are different traditions that suit them. Generally speaking, in the West, Christianity is dominant; the culture has a Jewish and Christian heritage. It is often safer and better to keep to your own religious tradition. (…)
These days, there are Westerners who have taken an interest in Buddhism and have become genuine Buddhist practitioners. But I must say for the general public it is much better, and much safer, to stay with one’s own tradition. (…)
Reality is neither Buddhist nor Christian. When I teach Buddhism in the West, I always make this clear because I do feel some hesitancy.'(p.8-9)
Een noot bij die laatste uitspraak zegt over dat laatste: ‘This hesitancy is an expression of the Dalai Lama’s reluctance to promote Buddhism as a religion among those of a different heritage.'(p.186)
Vanwaar die woordkeus van de Dalai Lama, vraag ik me af: ‘much better’, ‘much safer’, ‘hesitancy’?
Eerder, in ‘Toward a True Kinship of Faiths’ (2010), schreef de Dalai Lama:
‘When genuine practitioners from two different traditions meet, they are able to recognize the qualities present in each other as the very same qualities that they seek to cultivate in there own faith traditions, in the fashion of seeing one’s face in a mirror. Paradoxically, it is only when one has a deep experience rooted in one’s own faith tradition that one is able to appreciate the value of other religions. For without some experience grounded in one’s own faith, one simply does not have a point of reference with which to relate to another’s deep religious realization.’ (p. 136)
Ik denk dat er een verband bestaat tussen beide passages. De Dalai Lama onderkent het risico dat boeddhistische bekeerlingen in het Westen tussen wal en schip belanden. Ze lopen het risico -in existentiële zin, bij gebrek aan ‘point of reference’- ontheemd en verward te raken: ze zijn nóch thuis in hun eigen tradities, nóch in de boeddhistische tradities.
Waartoe dat kan leiden illustreert de Dalai Lama in ‘From Here to Enlightenment’ met twee voorbeelden:
‘To illustrate this, let me relate some things that I have personally observed. There was a Polish woman who was a Theosophist (…) After 1959, when a great many Tibetans came to India, she became very close with Tibetans and she helped many young Tibetan students with their education. As a result of this connection, she came to accept Buddhism as her own religion. But later, when she was more than eighty years old and approaching death, the concept of God as the creator became more and more vivid in her mind. This certainly created some confusion for her.
Here is another story. There was a Tibetan woman who was married to a Tibetan government official. He died, leaving her with several small children. Christian missionaries helped her a great deal, making sure that the children were educated. In the mid-1960s, she came to see me and she was really very sad. Because the Christian missionaries had helped her so much, she had decided that for this lifetime she would be a Christian. But she resolved that in her next lifetime she would again be a Buddhist. Again, you can see that this is a clear sign of confusion.’ (p. 8)