Saskia Kalb: De schoonheid van angst
Helaas heeft Kalb van het boeddhisme niet veel begrepen, blijkbaar is haar enige bron het boekje van Chögyam Trungpa ‘Smile at fear’. Dat blijkt ook uit de nogal gepsychologiseerde uitleg van de angst als een pijnscheut van het ego. Het ego is fragiel en eenzaam en het verstand heeft dat door, vandaar onzekerheid en angst. Volgens Kalb is het ego in het boeddhisme dus een soort interne ruzie.
Met genoegen gelezen. De Boeddha schijnt ook ooit gezegd te hebben: geloof mij niet, ervaar zelf. Vind ik een mooie wegwijzer.
Wat mij betreft een uitstekend overzicht van de boeddhistische adem-kwestie. Ademhalen is nummer 1 in het leven, ook voor boeddhisten. Ik permitteer me er een paar opmerkingen bij te maken – ter info – waar de schrijver van de Anapanasati Sutta geen flauw benul van had en waarover de schrijver van dit overzicht niet rept.
Ademhalen gaat met het ademhalingsapparaat: neusholte, keelholte, strottehoofd, luchtpijp, de linker en rechter bronchiën plus de longen die in de ribbenkast hangen. En vooral niet te vergeten het middenrif en de andere spiergroepen die de ribbenkast als een blaasbalg op en neer laten gaan. In principe maakt het helemaal niks uit op welk van de talloze onderdelen van het ademhalingsapparaat een meditator de aandacht richt. Elk onderdeel van het ademhalingsapparaat is goed genoeg als concentratie punt. Waar het didactisch om gaat is dat je 1 brandpunt hebt waar je gedachten / emoties als motten omheen fladderen. Alles werkt. Disclaimer: een van de twee neusgaten afstoppen of doen alsof je door je poriën ademt heeft met ademhaling niets te maken.