Monnik: Volgens zen zijn er vijf soorten blindheid. Ten eerste de blindheid van de onwetende. Ten tweede de blindheid van de betwetende. Ten derde de blindheid van de zoekende. Ten vierde de blindheid van degene die geen vormen meer ziet. Ten vijfde de blindheid van degene die geen leegte meer ziet.
Meester: Welke van deze vijf soorten blindheid is het die vijf soorten blindheid onderscheidt?
Monnik: Hè? O… eh… de… vijfde soort blindheid, zou ik zeggen.
Meester: De wens is de vader van de gedachte.
Monnik: De vierde dan?
Meester: Optimist.
Monnik: De derde?
Meester: Lauw.
Monnik: De tweede?
Meester: Warm.
Monnik: Dan weet ik het ook niet meer.
Meester: Nou, ik ook niet.
Monnik: Hoeveel soorten blindheid zijn er volgens u?
Meester: Eentje maar.
Monnik: Wat is de enige vorm van blindheid volgens u?
Meester: Denken dat je het ziet.
Monnik: Ik denk niet dat ik het zie.
Meester: Dat is de tweede.
Monnik: Ik dacht dat er maar één vorm van blindheid was?
Meester: En dat is drie.
Monnik: Hoeveel soorten blindheid zijn er wel niet?
Meester: Wel niet.
Monnik: Nou?
Meester: Evenveel als er gedachten zijn?
Monnik: Dan is dit zeker de vierde.
Meester: En de vijfde is denken dat het de vierde is.
Monnik: Komt hier ooit een eind aan?
Meester: Dat heb je goed gezien.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.