In 1992 reisde ik in het najaar af naar Tibet. Na een trektocht door de bergen en een verblijf in Lhasa, ging de reis met de bus verder, richting Kathmandu in Nepal. We kwamen langs het Yamdrok Yumtso, een heilig meer en bedevaartsplaats. De bus hield een lange stop en ik ging op de steenachtige oever zitten. Het weer was donker en grijs en rond het meer zag ik bergen, met in de verte de besneeuwde toppen van de bergen in Bhutan. Na een tijdje brak de zon door en het water lichtte op. Ik zag vloeibaar turquoise, dat zich uitspreidde.
Het meer is een heilige plaats, waar pelgrims naar toe komen. In en rond het meer zijn goden, denken de Tibetanen. Het meer is gesticht door Dorje Gegkyi Tso, een van de twaalf Tenma’s, godinnen van de aarde. Haar naam betekent : ‘Tamer of the Hordes of the Vast Pastures’, temmer van de horden van de uitgestrekte weidegronden. Tibetanen maken een rondreis om het meer, die zeven dagen duurt.
Het meer heeft de vorm van een schorpioen. In het Tibetaans heet een schorpioen: digpa ratsa. Dat betekent schadelijke daad of dreiging. Er zijn ook een rots in Tibet en een paleis in India in de vorm van een schorpioen. De Tibetanen geloven dat dreiging en schadelijke daden kunnen transformeren. Een voorbeeld hiervan is Beg tse, een Mongoolse oorlogsgod die zich in de 16de eeuw tot het boeddhisme bekeerde en een beschermer van de compassie werd. Hij is een dharmapala, een vreeswekkende verschijning. De Tibetanen, die een reis maken naar Yamdruk Yumtso en rond het meer lopen, mediteren over ‘digpa ratsa’. In de wereld en in hen zelf. Hoe wijs zijn zij.
Schorpioenen: de wereld is er weer vol mee. Wat je ook mag denken van religie als achterhaald en onderdrukkend ‘concept’, feit is dat ons westerse denken niet meer weet wat het aan moet met schorpioenen, oftewel ‘het kwaad’. We kijken weg, vergoelijken, zijn bang, of mopperen, klagen en worden cynisch. Hoe onwijs. Het kwaad bestaat, naast de liefde.
‘Ik zie je, Mara’ zei de Boeddha onder de bodhiboom, voor hij verlichting bereikte. Ook toen verscheen na alle beproevingen en verleidingen een aardgodin, toen hij zijn hand op de grond legde.
Het vergt moed om het kwaad in de ogen te kijken en stelling te nemen. En het kwaad is niet ver weg. Niet in Amerika, Jemen of Syrië, maar in en rond ons.
G.J. Smeets zegt
“…feit is dat ons westerse denken niet meer weet wat het aan moet met schorpioenen, oftewel ‘het kwaad’.”
Is dat een feit of een mening?
Ik ben van mening dat het westerse denken behoorlijk wat aandacht heeft voor schadelijke daden. De Verenigde Naties, Unesco, de uitvinding van penicilline, de klimatologie, etc. etc. zijn toch echt vruchten van wat je noemt westers denken.
marein zegt
ik denk dat het onmogelijk is om nog kwaad in iemand te vinden als je iemand goed leert kennen.
Lydia zegt
Dank voor de reacties. Wij mogen ons gelukkig prijzen met de Unesco, V.N. , uitvinding van de penicilline en klimatologie en andere instellingen en uitvindingen die een vrucht zijn van ons westerse denken.
Waar het mij om gaat is het kwaad in ons persoonlijk en rond ons. We gebruiken het woord zonde als we diëten, verder is het in onbruik geraakt. Vermoedelijk vanwege de associatie van in de hel belanden. De zonden zelf zijn niet verdwenen. Hebzucht ontwricht de wereldorde zo langzamerhand, machtsmisbruik en machtswellust richten veel schade aan, seksueel misbruik treft ongelooflijk veel mensen. Noem het beestje bij de naam, is wat ik wil zeggen. Kijk in je zelf en om je heen, en vecht er tegen. Kom je het kwaad niet tegen in jezelf en anderen, des te beter.
Sjaak Bos zegt
Mooi stuk.
marein zegt
het gaat mij juist om de naam van het beestje. ‘kwaad’ is een onderdeel van moreel denken. als mijn moraal afwijkt van die van jou en ik vanuit mijn moraal met je ga praten, zal het lastig voor ons zijn om elkaar te verstaan.
als ik met je ga praten over je behoeften en beweegredenen begrijp ik je denk ik veel sneller.
mijn ervaring vooralsnog is dus dat ik dan geen kwaad in je zie. volgens mij is dat niet omdat ik niks tegenkom dat volgens anderen kwaad is, maar omdat ik uiteindelijk niks als kwaad kan zien.
wel als naar, ellendig, verdrietig, misleid misschien, maar niet als kwaad.
Lydia zegt
Dank voor je reactie Marein. Tegen moreel denken heb ik geen bezwaar. Voor de ‘zonden’ die ik noemde, wil ik geen begrip opbrengen. Ik keur ze af. Dat is iets anders dan begrip willen of kunnen opbrengen voor de persoon die kwaad doet. Er is een onderscheid tussen mensen en hun daden.
Siebe zegt
Daar zit Siebe dan op zijn kont en daar loopt ie dan in de wereld met zijn lusten, zijn opgeblazen neigingen, zijn eigenwaan, zijn dromerijen, zijn nooit eindigende begeerten, zijn ontevredenheid, zijn agressieve neigingen…Zie hem gaan…Belichaming van Boeddha? Nou, eerder van Mara.
Hoe kun je nog met jezelf (of anderen) leven als je al die bende die aan je kleeft afkeurt? “Ik mag geen lust hebben! Lust is fout”. Ik mag geen agressie hebben!” Ik keur het af”. Ach, hoe kun je zo met jezelf en anderen leven?
Zonde of kwaad doordringt immers elke cel van het lichaam. Hoe vaak ben je wel niet verwikkeld in de visie van “Ik” en “mijn”? Hoe vaak dool je niet maar wat rond in verbeelding en laat je je leiden door verbeelding ipv de zodanigheid van alles en iedereen?
Mara is zonder twijfel de heer en heerser van de wereld. De Boeddha verbleekt bij de macht van Mara. Het duister is duidelijk sterker dan het licht. Ontwaken is veel moeilijker dan slapen.
Mara wordt ook in de teksten gezien als de voornaamste van alle heersers en zij die macht uitoefenen.
https://suttacentral.net/en/an4.15
Mara is gewoon heel sterk en Mara zal er alles aan doen om wezens in zijn heerschappij te houden.
“Zoals een vis die uit zijn waterrijke verblijf gehaald is en op het land geworpen is, net zo spartelt deze geest wanneer Mara’s koninkrijk verlaten wordt”
(Dhp34).
Lydia zegt
Wat zou het leven zijn zonder lust, zonder agressie, zonder verbeelding? Dat is ook het kwaad niet, gelukkig! Het gaat mij om de schade die je iemand en de wereld toe kan brengen – zie boven voor de voorbeelden.
En nee, ik vind ontwaken niet moeilijker dan slapen.