Tibet blijft op de lijst van de door de mensenrechtenorganisatie Freedom House beoordeelde landen op de tweede plaats staan van meest onvrije landen. De organisatie beoordeelt de politieke vrijheid in landen en gebieden over de hele wereld en geeft een vernietigend beoordeling van politieke rechten en burgerlijke vrijheden in door China bezet Tibet.
Slechts dertien landen en gebieden ontvangen een laagste mogelijke classificatie, met inbegrip van Noord-Korea, Saoedi-Arabië en Soedan. Freedom House maakte op basis van indicatoren een analyse van politieke rechten en burgerlijke vrijheden.
Ieder land ontving een score tussen de 0 en 4 in elk van deze 25 indicatoren. Tibet scoorde met een één uit de honderd zeer slecht, alleen Syrië werd slechter beoordeeld met min één. Eritrea, Noord-Korea, Turkmenistan en Oezbekistan scoorden met drie op de lijst van honderd. Aan de andere kant van de schaal scoorden Finland, Noorwegen en Zweden een perfecte 100 van de 100. Het Verenigd Koninkrijk scoorde 95 en de Verenigde Staten 89. China, scoorde voor het tweede opeenvolgende jaar met vijftien punten en wordt beoordeeld als onvrij. Ook door het met de voeten treden van burgerrechten en politieke en culturele vrijheden in Tibet.