Er zijn geen vijanden buiten jezelf.
Tulku Lobsang
Tog Chöd is een Tibetaanse dynamische meditatieve zwaarddans. De creator, Tulku Lobsang rinpoche heeft zich hiervoor gebaseerd op de Tibetaanse monnikendans en op de bewegingen van de Kalachakra Tsa Lung oefeningen.
Tog Chöd betekent letterlijk ‘onze gedachten wegsnijden’ . Het zwaard staat symbool voor onze eigen aangeboren wijsheid. We snijden met ons ‘zwaard van wijsheid’ door onze conceptuele geest. Naast de bewegingen gebruiken we ook bepaalde ademhalingstechnieken, mantra’s en visualisaties.
Met de mooie en sierlijke bewegingen gaan we het gevecht aan met onze enige vijand, namelijk onze gedachten en onze negatieve emoties. We volgen heel bewust de bewegingen waardoor onze focus vergroot. Het wordt rustig in ons hoofd . We komen hierdoor rechtstreeks in het nu. We krijgen meer zelfvertrouwen en onze innerlijke kracht vergroot. Tog Chöd kan gebruikt worden als meditatie in beweging of als voorbereiding op meditatie.
Op vrijdag 3 februari is Tog Chöd-instructrice Karianne Janssen te gast in het boeddhistisch centrum Ehipassiko in Deurne, Vlaanderen. Ze geeft een demonstratie en zal deze Tibetaanse meditatievorm in beweging voorstellen en toelichten. Met een zwaard worden gedachten en negatieve emoties ‘weggesneden’.
Karianne: ‘Sinds 1995 ben ik lijnpiloot en momenteel boordcommandant op een airbus 320. Regelmatig word ik met de wetten van de natuur geconfronteerd. De interesse in verbinding met de natuur was al sinds mijn jeugd aanwezig. Ik volgde verscheidene cursussen waaronder yoga ,Tai chi, Buqi, Reiki en nog vele andere. Ook het boeddhisme interesseerde me reeds lange tijd. Pas in maart 2013 ontmoette ik Tulku Lobsang rinpoche. Dat was het begin van mijn verdieping in het boeddhisme. Ik vind het zalig om te werken met energie. Tog Chöd, de Tibetaanse zwaarddans , die Tulku Lobsang ontwikkelde voor de westerse mens sprak me dan ook onmiddellijk aan. Sinds februari 2015 ben ik gecertificeerd Tog Chöd instructrice. Ik vind het een hele eer deze bewegingsvorm te mogen doorgeven.’