- In den beginne was het Woord, en het Woord was stilte, en het was stil.
- Toen het woord was uitgesproken, bleek het woord al uitgesproken, en het bleef stil.
- In de stilte zijn de dingen, en de dingen zijn in stilte, en het blijft stil.
- In de stilte schreeuwt het leven, en het overschreeuwt de stilte, en ze zwijgt stil.
- Maar het schepsel dat haar hoort, wordt de minstreel van het woord, stil.
- En het zinspeelt op het woord, dat nog nimmer is gehoord, stil.
stilte
- [letterlijk] weinig of geen geluid;
- [figuurlijk] innerlijke rust, vrede
- [met hoofdletter] persoon of god die de stilte verbeeldt
- [symbolisch] antwoord van de Stilte (3) op elke vraag
- [ironisch] kakofonie van antwoorden van de mens op elke vraag; synoniem: ruis
Deze tekst maakt deel uit van het het stilte-evangelie, een korte serie over stilte en niet-weten.
Na publicatie van het stilte-evangelie in het Boeddhistisch Dagblad maakte G.J. Smeets, die in Italië woont, een dichterlijke bewerking die ik hier graag opneem:
Vangelo del silenzio
Eerst was er het woord
en het woord was stilte
en het werd stil
Het woord was uitgesproken
en het was uitgesproken stil
in stilte zijn de dingen
en de dingen zijn in stilte
in stilte schreeuwt het leven
en de stilte zwijgt stil
nu is er het woord
en het woord is stilte
en de stilte zwijgt
met het woord