Steeds als iemand wat zei, stak de nieuwe meester zwijgend een vinger op. Binnen een week lachten alle monniken hem uit, binnen een maand deden ze hem allemaal na en binnen een jaar waren ze allemaal vertrokken. Alleen Wu, de oude kloosterhond, kwam trouw iedere dag de kommetjes van de meester uitlikken en op zijn zitkussen pissen.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.