We beginnen met de sangha van Tegen de stroom in, geleid door de inmiddels voor een periode naar Thailand vertrokken Frank Uyttebroeck. De retraite vond plaats in het centrum Cadzandië, in het Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen. De aankomst van de deelnemers was op maandag elf mei, tussen 15.00 en 17.00 uur. Na het inschrijven en eten begon om half acht ’s avonds het formele begin van de retraite die op zaterdag zestien mei om 13.00 uur eindigde. Het betreft hier vijf nachten en ongeveer 4,5 dag effectieve retraite.
De deelnemers betaalden voor een eenpersoonskamer € 390,00 voor verblijf, maaltijden en deelname in de organisatiekosten. Ze konden voor € 10,00 een lakenpakket huren, indien gewenst. Voor het verblijf in een tweepersoonskamer betaalden de deelnemers € 355,00 voor verblijf, maaltijden en deelname in de organisatiekosten. Ook zij konden een lakenpakket huren.
Zoals altijd was er aan het einde van de retraite de mogelijkheid tot het schenken van dana voor leraren. Deelnemers die in een wat lastiger financiële situatie bevonden en toch mee wilden doen aan de retraite, konden zich tot de organisatie wenden. Beloven doen die niets maar misschien wordt er een oplossing gevonden onder het motto ‘help de minder draagkrachtigen’.
Bel ons
TdsI: ‘Het is ons streven dat niemand een activiteit moet missen vanwege de kosten. Als de kosten voor jou onoverkomelijk hoog zijn, schroom dan niet en bel ons op. Misschien kunnen we een manier bedenken om het probleem te verkleinen.
Als je in de gelukkige omstandigheid verkeert dat je wat meer te besteden hebt, dan zou het een mooi gebaar van vrijgevigheid zijn wanneer je -bovenop het inschrijfgeld- een extra bedrag zou overmaken. Hiermee help je om de minder draagkrachtigen ook in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan een retraite.’
Het BD stuurde met de vragenlijst deze tekst mee: Het Boeddhistisch Dagblad gaat –binnenkort- in een artikel aandacht besteden aan retraites en dan met name aan de kosten die deze retraites voor de deelnemers met zich mee brengen. Die kunnen oplopen tot wel honderden euro’s per week. In een tijd van grote armoe en werkloosheid is deelname dan geen vanzelfsprekendheid meer en kunnen mensen, die wel graag zo’n retraite bij zouden willen wonen, buiten de boot vallen.
Wij benaderen een aantal boeddhistische sangha’s in Nederland en Vlaanderen, waarvan wij weten dat ze regelmatig retraites organiseren, met de vraag hoe zij met deze problematiek omgaan. Wat zijn hun ervaringen, welke mogelijkheden zijn er om mindervermogenden/mensen met een uitkering toch deel te laten nemen aan hun retraites. Hieronder vindt u een aantal vragen. Frank Uyttebroeck beantwoordde die.
Waarom worden deze retraites gehouden?
In onze traditie (TdSI/ATS/woudmonniken) maken retraites een integraal deel uit van de beoefening, hetzij als directe vipassanaretraite, hetzij als retraite met een bepaald (ander) thema. Meerdaagse intensieve beoefening, ingebed in een tijdelijke retraite-sangha geeft de beoefenaar de kans om diepgaand onderzoek te plegen naar de werking van eigen geest, hart en lichaam.
Heeft u een eigen gebouw/onderkomen/camping waarin deze retraites plaatsvinden?
Neen. TdSI moet retraitecentra voor bepaalde periodes huren.
Wat is de frequentie van uw retraites? Bijvoorbeeld elk jaar.
Minstens één weekretraite per jaar, meestal in de lente, en daarnaast een drietal weekends
De kosten voor de deelnemers zijn relatief hoog, soms wel honderden euro’s per periode/week/paar dagen. Waardoor potentiele mindervermogende deelnemers worden buitengesloten. Heeft uw sangha/organisatie een fonds waaruit de deelname of tegemoetkoming in de kosten van deze mensen wordt betaald?
Per retraite wordt een soort fonds opgericht. Aan mensen die meer kunnen besteden dan de inschrijfkosten wordt voorgesteld naar draagkracht meer te betalen dan wij vragen. Dit overschot wordt gebruikt om minder kapitaalkrachtigen te helpen. Dit wordt per geval gewogen.
Of worden ze op een andere wijze vrijgesteld van betaling, zeg maar als een vorm van dana.
Daar heeft TdSI geen geld voor. De enige die vrijgesteld is van betaling is de retraitemanager: hij/zij neemt de praktische kant van de retraite voor zijn/haar rekening en kan wel aan de meeste meditaties meedoen.
Of kan er in termijnen betaald worden? Wordt om die vrijstelling, het betalen in termijnen door aspirant deelnemers gevraagd?
Ongeveer een kwart van onze deelnemers betaalt in maandelijkse termijnen. Dit gebeurt vooraf: bij aanvang van de retraite dient de gehele som betaald te zijn. Dit lukt vrijwel altijd. In uitzonderingsgevallen laten wij iemand meedoen die toch nog een termijn dient te betalen. Wij proberen hier zo flexibel mogelijk mee om te gaan zodat wij niemand hoeven te weigeren.
Hoe vaak per retraite wordt er door een deelnemer om een financiële ondersteuning gevraagd?
Rechtstreekse steun door verminderen van inschrijfgeld, aangevuld uit restant teveel betaald is 10% van de deelnemers. Betaling in termijnen: nog 25%.
Maakt uw sangha/organisatie winst bij het organiseren van retraites? En zo ja, wat gebeurt er met dat geld?
Een retraite ‘draait quitte’ bij een bepaald aantal deelnemers. Met meer deelnemers wordt er een bescheiden winst gemaakt. Die wordt gebruikt voor het helpen van minder draagkrachtigen. Wat er dan nog overblijft, vloeit in de kas voor het betalen van de huur van onze wekelijkse meditatieruimte en voor het onderhoud van de website.
Het inschrijfgeld van onze retraites bestaat uit een aantal factoren: kosten retraitecentrum (overnachtingen en maaltijden), reis- en verblijfkosten leraren en manager, administratiekosten. In principe bestrijkt het inschrijfgeld enkel de kosten. Betaling van leraren geschiedt via dana geschonken door de retraitanten.
Merkt u dat uw sangha/organisatie meer moeite heeft om deelnemers te werven in verband met de slechtere economische situatie, hogere werkloosheid en armoede? Zo ja, hoe gaat u daar mee om. Organiseert u minder retraites of zoekt u goedkopere locaties?
Wij merken nog geen echte problemen door veranderende economische omstandigheden. Retraitecentra worden wel steeds duurder en wellicht wordt dat vanaf 2016 wel een probleem. Vijftig euro pp/pd wordt als redelijk beschouwd, exclusief dana. Echter, centra gaan nu al naar 50-60 euro pp/pd, en daar moeten nog andere kosten bij. Dan wordt het wel moeilijker om het betaalbaar te houden.
Soms wordt, bij de publiciteit rond zo’n retraite, een vrijwillige gift als dana gevraagd voor de leraar. Schenkt de leraar dat geld weer weg?
In onze traditie is dana het levensonderhoud van de leraar. Uit het inschrijfgeld gaat dan ook niets naar de leraren. Er is geen enkele reden waarom een leraar zijn dana zou wegschenken tenzij hij/zij die schenking niet nodig heeft voor het levensonderhoud, zoals gepensioneerden, leraren met een andere, rijkelijk betaalde baan.
Zeshin zegt
WAT IS EEN RETRAITE
Toen Boeddha volgelingen kreeg gebruikte hij het jaarlijkse regenseizoen (21 juni-21 oktober) als retraite periode (varshika) De zwervende gemeenschap staakte het ronddolen en vestigde zich bij Benares voor meditatie en recitatie. Sindsdien hebben boeddhistische centra bepaalde perioden van de kalender gewijd aan de strikte naleving van stille contemplatie. Later toen Boeddha van Anathapindika het Jetawana-klooster kreeg, werden deze monastieke retraites een vast onderdeel van de monnikstraining, die van leek tot monnik duizend dagen duurt. Vanaf Boeddha’s tijd was het voor leken geoorloofd om aan gedeeltes van die training mee te doen. Het kloosterleven is sober en zonder enige vorm van privacy of luxe. Het strikte programma is zowel een geestelijke als lichamelijke uitputtingsslag die de grenzen van iemands kunnen zo verlegt dat een ruimer zelfbeeld onherroepelijk is Vanuit dit oogpunt zijn retraites onbetaalbaar dus is het onmogelijk daar voor te betalen. De bedragen die aan deelnemers gevraagd worden behoren onkostenvergoedingen te zijn voor: ‘Eten, nutsvoorzieningen, (eventueel huur) en administratie kosten.’ Als 5 personen € 200,- betalen kunnen er minstens 3 minder draagkrachtige personen mee doen. Waar voor 5 personen eten is, is er ook voor 8 personen eten.
Zeshin zegt
P.S. Een trainingsperiode (Sesshin) is 7 dagen intern.
Henk zegt
Dit is mij uit het hart gegrepen Zeshin.
Lammert Huizinga zegt
Mooi gezegd Zeshin, deelname aan een sesshin moet betaalbaar zijn voor de deelnemers. Het mag geen commercieel belang dienen
Henk Molenaar zegt
Retraites zijn in het algemeen inderdaad alleen voor de rijke mensen, zelf moeten aangeven dat je het niet kunt betalen vormt toch vaak een grote drempel, erg jammer….Volgens mij kan je alleen nog terecht bij Goenka’s Vipassana of zijn er nog andere alternatieven?
Gerben Hieminga zegt
Er zijn twee zaken van belang in deze discussie.
Allereerst de erkenning dat de kostprijs van retraites nou eenmaal rond de 50 tot 75 euro per dag ligt. En dan versta ik onder retraite een groep van 20 tot 50 mensen die samen mediteren, op een geschikte locatie qua onderdak en veiligheid, liefst op een stille locatie nabij natuur, met (goed) eten en goede begeleiding. Ik praat dus even niet over huis- of straatretraites. Dat zijn nu nog kleine niches in het bestaande retraitelandschap. Iedereen met retraite ervaring weet wel wat ik bedoel.
Als je niet over een eigen retraite centrum beschikt dat conservatief gefinancierd is, dan zijn dit gewoon de kosten, of we het nou leuk vinden of niet. Voor een voorbeeld daarvan zie mijn commentaar bij het artikel: https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/67143-gooood-evening-boeddhisten-lage-landen-28/
Vanuit deze realiteit is het dus ook niet zo dat stichtingen of leraren die 50 tot 75 euro per dag voor kost en inwoning vragen, de dhamma verlochenen, zakkenvullers zijn, winst nastreven, enzovoort. De meeste leraren werken op dana basis en zelfs de leraren die dat niet doen worden daar gemiddeld niet rijk van.
Ten tweede kun je, vanuit dat besef, een discussie hebben of die prijzen gewenst zijn vanuit het perspectief van de deelnemers van een retraite. De Boeddha spoorde ons aan om langer te mediteren. Dan lopen de kosten met deze prijzen aardig in de papieren en niet iedereen kan dat betalen. Ook dat is waar! En dan zijn de discussies zoals Joop die oproept ook begrijpelijk.
Frank schetst een heel reëel beeld hoe stichtingen die retraites organiseren hier in de praktijk mee omgaan. Zelf ben ik een paar jaar lang penningmeester geweest bij dergelijke stichtingen en ook bestuurlijk herken ik de discussie. Vanuit mijn ervaring wil ik een aantal punten noemen waar besturen wel mee geconfronteerd worden, maar die nooit genoemd worden in publieke discussie en waar dus ook geen oplossingen voor worden verzonnen of handreikingen worden gedaan naar de stichtingen.
Anna zegt
Als je niet over een eigen retraite centrum beschikt dat conservatief gefinancierd is, dan zijn dit gewoon de kosten, of we het nou leuk vinden of niet, schrijft Gerben. En dat is juist waar het om gaat. Een grote groep mensen vindt dit niet leuk. Er is sprake van een qua kosten door- en dolgedraaide retraitemachine, waarvan gezegd wordt dat die normaal is. Deelnemers worden zelfs met vervuilende vliegtuigen naar verre locaties vervoerd. Hij schrijft over mensen die wel deel kunnen nemen aan deze retraites, maar er zijn duizenden mensen die wel willen maar voor wie het financieel niet haalbaar is om op retraite te gaan, met deze commerciële tarieven. Er worden zelfs complete hotels voor afgehuurd. Hoe gek kan het zijn. Het boeddhisme is al een traditie voor de hoger opgeleide witte man en nu nog meer elitair door het uitsluiten van Jan met de pet. Dat moet veranderen en verwijzen naar het verleden en het nu is not done. Yes we can. Gratis retraites of tegen een maximaal tarief van 100 euro per week, wie denkt er mee.
Zeshin zegt
moet kunnen kom maar
gerben zegt
1) Informatieprobleem:
Belangrijk praktisch probleem is: hoe stel je vast dat iemand geen geld heeft om de normale prijs voor een retraite te betalen, gegeven het feit dat je als bestuur geen inkomensgegevens mag opvragen? Bij mensen die je al lang kent, heb je wel een goed beeld wat hun financiele situatie is en hoe ze leven. Bij nieuwe mensen weet je dat niet en ook zij doen een beroep op korting. Vaak wordt die wel toegekend, maar soms zie je mensen dan in de eigen auto naar retraite komen en vrolijk vertellen over hun reis naar India. Dit is een waar gebeurd maar extreem voorbeeld, maar mijn punt is helder. Lang niet iedereen die om korting vraag spendeert zijn allerlaatste geld aan retraites. Een uitkeringssituatie (ww of bijstand) zijn natuurlijk indicaties dat mensen het niet breed hebben en voor korting in aanmerking komen.
Of misschien moeten we wel concluderen dat retraitecentra een groter dan rechtevenredig deel van de minima in Nederland aantrekt. Ik ken praktijkvoorbeelden waarbij de helft van de deelnemers om korting vraagt.
Scheefwoners zijn mensen met een te hoog inkomen die in een sociale huurwoning wonen. Dit is al jaren een probleem in de volkshuisvesting maar het is pas sinds vorig jaar dat woningcorporaties bij de belastingdienst inkomensgegevens op kunnen vragen om dat te toetsen. Hoe beoordeel je in de praktijk of er geen ‘scheefzitters’ op het kussentje in je retraite zitten? Hoe beoordeel je of iemand echt een korting nodig heeft?
En zelfs al zou je inzicht in de inkomenssituatie hebben dan zegt dat nog niet veel. Ik heb ook spirituele vrienden met twee tot drie keer een modaal inkomen die echt krap bij kas zitten en zich geen of met veel moeite een retraite kunnen permitteren vanwege een dure hypotheek, allimentatie en kinderen.
Wat ik maar wil aangeven: korting geven roept in de praktijk allerlei rechtvaardigheidsvraagstukken op die echt niet zo makkelijk zijn als het lijkt.
2) Financieel beheer van de kortingen:
Gegeven de kostprijs van 50 tot 75 euro per dag moet een stichting over een buffer beschikken wil ze korting kunnen geven, anders houdt ze op te bestaan en wordt de dhamma niet doorgegeven tijdens retraites. Er zijn maar een paar sangha’s die zo ruim in de middelen zitten dat ze structureel retraites onder kostprijs aan kunnen bieden. Een mooi alternatief, dat Frank ook al noemde, is deelnemers de mogelijkheid te geven meer te betalen voor een retraite om zo kortingen te geven aan mensen die het niet kunnen betalen. Ik denk uit de opmerkingen van Frank op te maken dat Tegen de Stroom in de keuze aan de deelnemers laat hoeveel meer zij betalen. Dat is echter lastig begroten: betalen genoeg mensen meer, dan dat je aan korting weggeeft? Gaia House heeft dit meer gestandaardiseerd. Zij werken met een kostprijs dekkende ‘standard rate’, een ‘supportive rate’ voor mensen die willen doneren om anderen korting te geven en een ‘sponsor rate’: de prijs voor mensen met een smalle beurs. Het mooie is dat zo een potje gevormd wordt zodat het beheer van de kortingen makkelijker wordt: het aantal kortingen is afhankelijk van de omvang van het potje. Zo wordt ook een moreel beroep gedaan op de grotere Sangha in plaats van het stichtingsbestuur. http://gaiahouse.co.uk/retreats/group-retreat-programme/
Daarbij zijn twee opmerkingen op zijn plaats. Ten eerste: de ‘sponsor rate’ biedt een korting van 10 tot 20 procent op de kostprijs. Mooi meegenomen, maar daarmee kunnen de minima nog steeds niet (lang) op retraite. Ten tweede: soms zeggen stichtingen met zo’n fonds te werken maar dit wordt niet altijd zichtbaar in de jaarrekening van de stichting. Het zou mooi zijn als er transparantie over het fonds is. Dat zou mensen ook kunnen stimuleren om te doneren.
3) Dana: meten met twee maten
Onder Westerse Boeddhisten wordt het Aziatische danasysteem veelal geromantiseerd. Ze vergeten dan gemakshalve dat we het vangnet voor mensen met een smalle beurs hier in het Westen om goede redenen gewoon anders hebben georganiseerd via de sociale zekerheid. Van mijn inkomen gaat elk jaar een zeer aanzienlijk deel naar de belastingdienst (van mijn samenwonende vriendin overigens ook). Dat zie ik niet alleen als een juridische plicht maar ook als een vorm van dana. Mijn belastinggeld komt via uitkeringen terecht bij mensen die dat nodig hebben, met name werklozen en mensen in de bijstand. Het is mijn ervaring dat Boeddhisten met uitkering vaak vervente aanhangers zijn van het danasysteem, maar als je dan voorstelt om de sociale zekerheid in Nederland af te schaffen zodat mensen aangewezen zijn op de vrijgevigheid van medemensen dan is dat ook weer niet de bedoeling. Terecht natuurlijk. Ik ben een paar keer in Aziatische en Afrikaanse landen geweest waar geen sociale zekerheid is. Ik zou die armoede niet in Nederland willen en betaal daardoor ook graag belasting. Mijn punt is wel dat Boeddhisten wel heel gemakkelijk met twee maten meten ten aanzien van dana. Wel sociale zekerheid want ook zij moeten leven en het leven kost nou eenmaal geld. Maar boeddhistische stichtingen moeten volgens hen op dana gefinancierd worden en retraites moeten gratis zijn. Het lijkt wel alsof het leven daar geen geld kost.
Edel Maex merkt in reactie op het BD artikel Het Nieuwe Kastenstelsel in het Boeddhisme in deze context dan ook terecht op in : “Wat mij steeds weer verbaast is dat het toen en ginder blijkbaar zoveel aantrekkelijker is dan het hier en nu.”
Vaak wordt de discussie ook emotioneel en religieus. Zo lees ik ook: “Weg met de materialistische kanten, drempels en/of verdienmodellen die naar binnen zijn geslopen” en “moge de ware Boeddhisten opstaan.” Moeten bestuurders dan tegen deelnemers die om korting vragen zeggen: “OK, dan krijg je van ons alleen korting als je voortaan je uitkering weigert en ik je drie keer per dag met een bedelnap langs de huizen zie gaan?”
4) Hoeveel vermogen mogen stichtingen die retraites organiseren hebben?
Voor stichtingen met veel retraiteactiviteiten zoals de SIM, Sangha Metta, Noorderpoort, et cetera is een buffer van 25.000 tot 50.000 nodig om niet elke bestuursvergadering de helft van de tijd te besteden aan de vraag: hoe komen we financieel de komende twee maanden door? Veel deelnemers vinden dat veel te veel geld, maar dit is gewoon de financiële realiteit. Er is een buffer nodig (liefst eigen in plaats van vreemd vermogen) om retraites mogelijk te maken.
Als stichtingen een (veel) groter vermogen hebben, dan is de vraag natuurlijk gerechtvaardigd hoe dat vermogen maatschappelijk gezien zo goed mogelijk ingezet kan worden. Zeker ook omdat Boeddhistische stichtingen vaak een ANBI status hebben (Algemeen Nut Beogende Instelling). Het verlagen van retraite prijzen is in mijn ogen dan een hele goede besteding van het vermogen. En dan bedoel ik niet 10 euro korting op een kostprijs van 60 euro, maar mensen met een bijstandsuitkering ook ‘maar’ 10 euro laten betalen (een korting van 50 euro), zodat zij bijvoorbeeld voor 100 euro 10 dagen lang intensief kunnen mediteren.
Stichtingsstatuten bevatten wel bepalingen wat er met het vermogen gebeurd als de stichting ophoudt te bestaan (meestal wegschenken aan stichtingen met soortgelijke doelstellingen). De statuten bevatten geen bepalingen over de inzet van geld dat niet actief wordt gebruikt als de stichting bestaat (in economentaal: dood kapitaal op de balans). De praktijk leert twee dingen. Ten eerste zijn besturen vrij om over de inzet van het dode kapitaal te beslissen. Ze kunnen ook besluiten om het op de plank te laten liggen. Ten tweede blijven stichtingen hun activiteiten vaak tegen kostprijs aanbieden, ook als de stichting een vermogensovermaat heeft.
5) Meditatie als opleiding
De ANBI status geeft stichtingen die retraites organiseren bepaalde financiële voordelen. Het zou mooi zijn als deelnemers aan retraites vanuit de overheid ook voordelen zouden krijgen, bijvoorbeeld door het mogelijk te maken om de kosten voor een retraite aftrekbaar te maken in de belastingaangifte. Bij sommige mindfullnesstrainingen kan dat inmiddels. Voor klassieke retraites is dat veel moeilijker, ook omdat je lang niet altijd een factuur krijgt.
Laatst was er reuring op BD over de vraag of het Boeddhisme als religie wel of niet erkend moet worden. Ik denk dat formele erkenning dit soort zaken in de toekomst makkelijker maakt en dat deelnemers aan een retraite daarvan kunnen profiteren.
Tot slot:
Ik kijk uit naar de komende artikelen in BD over de vraag of retraites nog wel te betalen zijn voor de deelnemers en organisatoren. Ik hoop alleen dat het niet blijft bij de overduidelijke constatering dat het voor een bepaalde groepen mensen een groot probleem is. Wat mij betreft zou het ook moeten gaan over hoe stichtingen hier op een goede en evenwichtige manier mee om moeten gaan, inclusief tips voor alle praktische uitdagen.
Zeshin zegt
Het boeddhisme staat in het westen nog in de kinderschoenen het is nieuw en de (handels)waarde is (nog) niet echt ontdekt. Het handje vol mensen die zich onbaatzuchtig inzetten voor het boeddhisme doen dit vanuit roeping. Het is hun eigenlijk te veel door gebrek aan participerende man/vrouwkracht en hebben er eigenlijk niet veel zin in. Maar er is een roep waar ze geen weerstand aan kunnen geven ,ze piepen: ‘Hallo is er niet iemand anders die het een keertje kan doen.’ Nee er is niemand anders. Iedereen die voor meditatie komt heeft het zelf te druk, ze zijn blij dat ze het maatschappelijk gebeuren even achter zich kunnen laten. Dat dit niet meer dan symptoombestrijding realiseren ze zich niet. Maar wat wil je als de politiek van je vraagt om bij de sportvereniging te helpen als mantelzorger werken, enz. Een boeddhistisch centrum als plek voor ‘wellbeing’ gebruiken is dan begrijpelijk.
In de oosterse landen is er zorg voor de tempel, buren maken de tempel schoon helpen bij festiviteiten, brengen eten mee, enz. In de tempel waar ik mijn training heb gehad sjouwden s’nachts buurtbewoners allerlei goed bedoelde gaven naar binnen. Dozen met aardappels, rettich, rijst, kleding en toen de wasmachine kapot was stond er de volgende dag een groot glimmend apparaat voor het altaar. De tempel is van hun, in oosterse landen hebben ze een WIJ-cultuur. Alles wat ze geven komt hun zelf ten goede. Dat besef is hier misschien wel maar iedereen woont te ver weg, een gezin heeft twee banen om het hoofd boven water te houden, de kinderen moeten naar sport, ballet, muziekles, enz. Wat kun je van iemand vragen? Eigenlijk niks het enige wat ik kan doen is ‘alleen maar geven.’ Niet uit ‘Idiot compassion’ maar er is een roep waar ik geen weerstand aan kan geven, dus doe ik wat ik nog kan. Maar ik hou mijn hart vast als het zover is dat het boeddhisme opeens waarde heeft. Maar ook als trainingsplaatsen verdwijnen, je mist namelijk niet wat je hebt, je mist wat je kwijt bent.