Hans Voerknecht (54) is een van de slachtoffers van de Thaise vipassanaleraar Mettavihari die in Nederlandse boeddhistsiche centra tientallen jaren leerlingen seksueel misbruikte. Eenentwintig mannen hebben zich inmiddels gemeld die zeggen dat ze door de monnik zijn misbruikt. Dertig jaar na het seksueel misbruik vraagt Voerknecht zich, net als zijn naaste omgeving, af hoe het kon gebeuren en waarom hij Mettavihari niet kon stoppen.
Het Boeddhistisch Dagblad sprak vandaag met hem. Over de vernederende ervaringen maar ook over hoe nu verder. Is misbruik binnen boeddhistische organisaties te voorkomen? En, nog belangrijker, wat voor sancties kunnen er dan genomen worden tegen een foute leraar. En welke rechten krijgt de leerling toebedeeld.
Ligmeditatie
Het gebeurde in het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw tijdens een vipassana-bijeenkomst in Groningen. Zo’n vijftien, twintig studenten deden in een ruimte een ligmeditatie. Alle deelnemers op ieder hun eigen mat, ogen gesloten. Voerknecht voelt hoe zijn gulp wordt open gemaakt en ervaart hoe Mettavihari hem met de hand misbruikt. Een dag later opnieuw en weer een dag later weer een keer. Hans weet niet wat hem overkomt, in een andere setting had hij Mettavihari een halt toegeroepen, van zich verwijderd. Maar nu, in de relatie leraar/leerling laat hij het gebeuren. Anno 2015 weet hij nog steeds niet waarom.
Mettavihari weet perfect dat hij zijn gang kan gaan, hij is de leraar, de leerling voor hem op dat moment een instrument. Wie zal de leerling geloven als die zijn verhaal zou vertellen?
Hans: ‘Dat is inderdaad wat er speelde, wat mijn gevoel toen was. Wie zou mij geloven als ik Mettavihari zou beschuldigen? Aan wie moest ik het kwijt. Ik vertelde het onlangs aan een vipassanaleraar die waarschijnlijk als student ook die sessie in Groningen bijwoonde, die mij zei: als ik het gehoord had had ik je waarschijnlijk niet geloofd. Dat was de situatie toen. Misbruik in een zaal vol met mensen. Diezelfde mensen die Mettavihari zouden dekken als ik hem zou beschuldigen.’
Verklaring zoeken
Vorig jaar, na een gebeurtenis in zijn leven, kwamen de gebeurtenissen in Groningen weer boven bij Hans. Hij vertelde zijn ervaringen tegen zijn vrouw en collega’s. Ze reageerden geschokt maar ook vol verbazing. Hoe was dit mogelijk? Achteraf zocht hij naar een verklaring waarom hij Mettavihari toestond hem te misbruiken. En waarom deze monnik juist Hans als slachtoffer uitkoos.
‘Ik vermoed dat hij inschatte dat ik niet zo assertief was. In die tijd leed ik aan een slecht zelfbeeld, kon niet goed een relatie aangaan, mensen zagen mij niet staan. Ik was juist naar die bijeenkomsten gegaan om dat te verbeteren en stak daardoor steeds beter in m’n vel. Tot dat moment. Ik riep niet, verweerde mij niet. Dat is misbruik in zijn pure vorm, het uitoefenen van macht. Ik bevroor als het ware, kon niet vluchten. Het is een kwestie van niets doen en wachten tot het voorbij was. Buiten, in de gewone wereld, had ik dit gedrag van Mettavihari nooit toegelaten, Ik dacht lange tijd dat ik de enige was, hield mijn mond. Later dacht ik, als ik me wel verweerd had was anderen niet hetzelfde overkomen.’
De gebeurtenissen in Groningen leidden niet meteen tot een breuk tussen Voerknecht en het boeddhisme. Tot hij tijdens een vipassanaretraite in het West-Brabantse Huijbergen opnieuw door Mettavihari seksueel werd misbruikt. Maar nu had hij op papier leefregels voor tijdens de retraite uitgereikt gekregen, waarin stond dat seks tijdens de retraite niet toegestaan was. Het lijkt bizar, maar toen pas werd het misbruik van de Thaise monnik hem in alle omvang duidelijk.
Hans: ‘Toen vertelde ik wel aan een medeleerling wat Mettavihari met mij had gedaan. Die reageerde in de zin van dat dat gebeurde in het kader van de training. Toen dacht ik: dit is het nu wel. Mijn vertrouwen in het boeddhisme en vipassanatraining verdwenen. Maar ik bleef zwijgen. Ik dacht als ik hier een punt van ga maken krijg ik te maken met mensen die Mettavihari gaan dekken. Je hoort verhalen van mensen die levenslang bezig zijn om aan de bel te trekken. Vervreemden van hun vrienden, hun omgeving. Dat was het mij niet waard. Tot ik onlangs hoorde dat ik niet het enige slachtoffer van Mettavihari was, maar een van de inmiddels eenentwintig. Toen ben ik naar buiten getreden met mijn verhaal.’
Impact van macht
Ik ben er de laatste week veel mee bezig. Ik kwam erachter hoeveel impact macht heeft, voor gedegene die het niet en wel heeft. Mettavihari wist dat hij er mee weg kwam en door kon gaan, niemand zou hem stoppen. Ik begrijp best dat mensen denken: hoe is dit mogelijk. Waarom heb je het niet gestopt. Het misbruik is mij vier keer overkomen, in een ander geval is een slachtoffer volgens zeggen veertig keer misbruikt. Als je dit mij zou vertellen, zonder dat ik dit ervaren heb, zou ik ook denken: de pot op.’
Merkte je in de houding van Mettavihari een verandering jegens jou na het misbruik?
‘Op de derde dag van de bijeenkomst in Groningen hield hij een lezing en presenteerde daarin het begrip rapture, een staat van vervoering. Dat was duidelijk voor mij bedoeld, zo probeerde hij het te verpakken als en onderdeel van de training.
Ik heb lang nagedacht hoe ik mijn ervaringen kan gebruiken om dit soort situaties te voorkomen. Ik heb wel een boodschap maar wil ook mijn privé en de mensen om mij heen niet benadelen. Ik zoek naar een balans daarin. Mettavihari kwam uit een klein vissersdorp, mediteerde zich suf in een klooster en had een gemankeerde seksuele ontwikkeling. Gelofte of geen gelofte, celibaat of niet, seks werd voor hem belangrijk. Niet zo gek ook, het is een drive voor leven. Mettavihari viel op mannen, ik denk niet dat hij de gay scene in Amsterdam bezocht. Als dat uit zou komen was hij zijn baantje kwijt. Daardoor werd hij een wandelende tijdbom. En vergreep hij zich aan zijn leerlingen.
Als je mensen verplicht het celibaat aan te gaan is er iets goed mis. Hormonen zijn niet te bedwingen. Het kan zijn dat het een oefening is, het bedwingen van die lusten. Maar je ziet wat daar in de praktijk van komt. Ik ben een verkeersdeskundige. In de verkeersveiligheid is er veel controle. In de boeddhistische centra is ook de veiligheid in het geding. Maar zodra er sprake is van spiritualiteit en religie, trekt de overheid zich terug. Dat moet veranderen.
Het had mij geholpen als ik het misbruik bij een onafhankelijke instantie had kunnen melden. Dat er een meldplicht was en een instantie die de melding zou onderzoeken. Ik vraag me af of Mettavihari dan zijn gang was blijven gaan als hij wist dat dit hem boven het hoofd hing. Ik pleit voor de aanstelling van onafhankelijke vertrouwenspersonen, waar gedupeerden met hun klachten terecht kunnen. Een soort arbodienst die het onafhankelijk van de boeddhistische organisaties voor die mensen opneemt. Dat leerlingen tijdens een cursus getraind worden in wat hun rechten zijn.
Visitatiecommissie
Leraren zouden regelmatig door een visitatiecommissie bevraagd moeten worden over hun ervaringen, een soort functioneringsgesprek. Ook hoe het met de seksuele behoeftes en ervaringen gaat. Die commissie toetst, houdt de belangen van de trainees in de gaten. Het belangrijkste vind ik de plicht om misbruik te melden en te registreren. Niet alleen eigen interne regels maken maar fouten en incidenten melden bij een onafhankelijke instantie. En met naam en toenaam noemen als de leraren de fout in gaan en hun bevoegdheid afnemen om les te geven. Ik kan morgen een bord op de deur zetten: Hans, vipassanaleraar. Er is niemand die mij controleert. Er wordt niet of nauwelijks gescreend, terwijl het hier toch gaat om een vorm van geestelijke gezondheidszorg.
De leraar zou zich daar meer bewust van moeten zijn. Door een ethische code te tekenen en op schending sancties zetten, een beroepsverbod. Leerlingen moeten actief misbruik melden, er is geen vrijblijvendheid op dat punt. En een antecedentenonderzoek naar de leraar en tussentijdse gesprekken over zijn functioneren zouden verplicht moeten zijn.
Ik heb er geen spijt van dat ik met mijn verhaal naar buiten ben gekomen. Natuurlijk heb ik niet te illusie dat het misbruik beëindigd wordt. Het zijn niet alleen maar zielige gemankeerde mensen die het overkomt. Het kan iedereen overkomen.’
Henk zegt
Vandaar dat het zo belangrijk is dat mensen zoals Hans Voerknecht zo dapper zijn om met hun verhalen naar buiten te blijven komen. De kracht van seksualiteit in de meest rauwe vorm, het misbruik, is zeer groot. Het overschrijdt grenzen, juist die van mensen die kwetsbaar zijn. Men ziet dat in allerlei vormen van religie (met de religie in kwestie heeft misbruik als zodanig niets te maken), maar ook in de jeugdzorg (ben ik zelf ooit slachtoffer van geweest) en op andere plaatsen waar kwetsbaren in de klauwen kunnen vallen van misbruikers, zoals sportkleedkamers, zwembaden enz. Mensen – slachtoffers – die de moed opbrengen om met hun verhaal in de openbaarheid te treden dragen zo iets bij aan een betere wereld. Bovendien kan het ze helpen om hun eigen ervaringen te verwerken.