Greenpeace onderzoekt vanaf 2 mei het onderwaterleven in een stukje Nederland waarover eerder veel ophef is ontstaan: de Klaverbank. De organisatie legde er in 2011 grote keien op de bodem om het vissers moeilijk te maken nog langer te vissen in dit op papier beschermde gebied. Tot woede van de visserijsector en het betrokken ministerie, dat Greenpeace zelfs voor de rechter sleepte. De overheid verloor.
Samen met wetenschappers en een groep duikers keert Greenpeace nu terug naar de stenen om te onderzoeken hoe de omgeving er intussen uit ziet. Een steen leidt tot leven. Zeeleven kan op een harde ondergrond goed groeien en vissen kunnen zich in deze beschermde omgeving voortplanten.
Het gebied ligt zo’n 160 km ten noordwesten van Den Helder en is uniek. Zo herbergt het de Dodemansduim, het enige koudwaterkoraal dat in de Nederlandse wateren voorkomt.
Vanwege de bijzondere eigenschappen is de Klaverbank door de overheid uitgeroepen tot Natura2000-gebied. In de praktijk stelt deze beschermde status echter niets voor. De maatregelen, die slechts voor delen van het gebied zijn vastgesteld, zijn nog steeds niet ingevoerd. Dat betekent dat zelfs schadelijke bodemsleepnetten ongestoord kunnen huishouden, waarbij het kwetsbare bodemleven in één haal wordt verwoest.
Het Greenpeace-actieschip Arctic Sunrise is de basis voor het onderzoek dat ruim een week duurt. Het schip is uitgerust met een sonar en onderwatercamera, om ook het effect van vissersschepen op de zeebodem in kaart te kunnen brengen. Greenpeace sluit niet uit dat er organismen worden gevonden waarvan niemand wist dat ze in de Nederlandse Noordzee voorkomen. Onze Noordzee wordt maar weinig onderzocht, wat deze onderzoeksmissie uniek maakt.