De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) nam bewust risico door consumenten niet in te lichten over miltvuur, stelt voedselwaakhond foodwatch. Zij diende in oktober 2014, nadat een partij rundvlees uit voorzorg van de markt werd gehaald, een verzoek in op basis van de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) om openbaar te krijgen welke producten mogelijk besmet waren. De NVWA weigert vooralsnog om die informatie bekend te maken, vanuit de angst dat bedrijven onevenredig benadeeld zouden kunnen worden.
Uit overige communicatie in de zaak die wel openbaar werd gemaakt, blijkt de NVWA zichzelf tegen te spreken: miltvuur is zo gevaarlijk voor de consument, dat er geen enkel risico genomen mag worden. NVWA heeft het vlees daarom tot aan de schappen teruggeroepen. Toch werden consumenten niet ingelicht over welke producten mogelijk nog in hun vriezer lagen (of liggen), terwijl daaraan hetzelfde risico verbonden was.
Op 10 oktober 2014 maakte de NVWA bekend dat een partij rundvlees uit voorzorg van de markt werd gehaald. De reden was dat twee van de verwerkte karkassen afkomstig waren van een Slowaakse veehouderij waar naderhand miltvuur is vastgesteld. Dat is een infectieziekte waarbij de gezondheidsgevolgen voor mensen zeer ernstig kunnen zijn. Wanneer je door het eten van de bacterie ziek wordt, is de kans op overlijden vijftig procent. Dat stelt het Bureau Risicobeoordeling (BuRo), die de NVWA adviseerde om dit vlees, en het vlees van runderen die met dit vlees in aanraking zijn gekomen, van de markt te halen. Een gevaar voor de volksgezondheid kon volgens het BuRo immers niet worden uitgesloten. Toch werden consumenten niet ingelicht om welke producten het ging, terwijl ze het vlees mogelijk al in huis hadden gehaald. foodwatch diende daarom op 16 oktober een WOB-verzoek in om de informatie te achterhalen en ontving op 23 januari een reactie van de NVWA.
Woorden stroken niet met daden
Net als bij de voorgaande (paarden)vleesschandalen weigerde de NVWA om de namen van betrokken eindproducten openbaar te maken, vanuit de angst dat bedrijven onevenredig benadeeld zouden kunnen worden. Wel ontving foodwatch documenten waaruit meerdere keren blijkt dat de autoriteit vond dat er geen enkel risico genomen mocht worden. Bijvoorbeeld in de brief van 16 oktober die de NVWA naar alle afnemers stuurde: “De gevolgen van miltvuur zijn dermate ernstig dat zelfs een heel kleine kans daarop niet aanvaard kan worden. (…) Daarom dient uit voorzorg de hele partij vernietigd te worden.” En in de nota van 4 november aan staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken: “Gezien de risico’s die met miltvuur gepaard gaan, heeft de NVWA besloten geen risico te nemen…” In het situatierapport van het Centraal Veterinair Instituut wordt zelf het worst case scenario gemeld: “Mensen overlijden direct na het eten van (besmet) rundvlees”.
“Het vlees is teruggeroepen, maar een deel is alsnog bij consumenten terecht gekomen en zij zijn niet ingelicht of opgeroepen het vlees weg te gooien. Kortom, de woorden van de NVWA stroken niet met de genomen acties en er is bewust een risico genomen,” stelt Hilde Anna de Vries, woordvoerder foodwatch. “Het is onacceptabel dat de NVWA keer op keer de belangen van bedrijven boven die van consumenten plaatst.”
foodwatch gaat in bezwaar
Volgens foodwatch zijn naast de consument, ook de voedselindustrie en de NVWA zelf niet geholpen bij geheimzinnigheid. De voedselwaakhond pleit ervoor dat overheidsdiensten als de NVWA verplicht worden consumenten direct te informeren over betrokken eindproducten bij elk nieuw schandaal dat aan het licht komt. Op 26 februari is foodwatch in bezwaar gegaan tegen de beslissing van de NVWA om de namen van de betrokken producten niet openbaar te maken. Bezorgde consumenten kunnen via de foodwatch-website een e-mail naar de NVWA en de verantwoordelijke ministeries sturen met de vraag alsnog openbaar te maken welke producten mogelijk besmet waren.
Bron foodwatch