De eenzijdige focus op meditatie binnen de moderne boeddhistische stromingen is van recente datum en heeft geen precedent in de historie van het boeddhisme. Dat vindt Robert Sharf, professor boeddhisme aan de universiteit Berkeley. Die stromingen zelf zijn ontstaan in Japan en Zuidoost-Azië onder duidelijke invloed van westerse filosofie en beginnende psychologie.
Ze zijn dus modernistisch (Europees-Amerikaans) beïnvloed, zelfs nog voordat ze het Westen bereikten. Er is geen twijfel over de ontwikkeling van wat aanvankelijk ‘protestants boeddhisme’ en later ‘modern boeddhisme’ heette en uiteindelijk ‘boeddhistisch modernisme’ wordt genoemd. Het zijn verschillende aanduidingen voor zgn. ‘verwesterde’ varianten van boeddhisme met een eenzijdige nadruk op de rationeel-filosofische, psychologische en meditatieve aspecten van boeddhisme.
‘Meditatie’ is het belangrijkste kenmerk van de moderne boeddhistische stromingen. De vrij extreme identificatie van boeddhisme met meditatie lijkt inderdaad een recente ontwikkeling, die begon in Zuidoost-Azië en is versterkt na de export van zen en vipassana naar de VS en Europa.
De echt opvallende vernieuwing is dat zowel meditatie als bestudering van de klassieke boeddhistische teksten steeds meer een zaak van leken werd, terwijl dat voor de 19e eeuw vrij exclusief domein was van ‘religieuze specialisten’ (monniken en priesters). Waarom gebeurde dat?
Dominantie
Het betoog van Sharf bevestigt dat de westerse varianten van boeddhisme gedomineerd worden door de vertegenwoordigers van slechts enkele, zeer actieve oosterse ‘exporteurs’. Voor zenboeddhisme was bijvoorbeeld Daisetz T. Suzuki, Japans zen-professor, een belangrijke figuur in de verspreiding van zen naar ‘het Westen’. Dergelijke brugfiguren hebben onvermijdelijk hun eigen inkleuring gegeven door de accenten die zij hebben gelegd. In het geval van Suzuki gaat het om de sterke focus op satori, het zen-begrip voor de boeddhistische verlichting.
Sharf wijst daarmee op het gevaar van eenzijdigheid, vertekening en vervorming door dergelijke beperkte interpretaties die het fundament zijn geworden van westers boeddhisme. Hierbij komt natuurlijk ook nog het simpele gegeven dat aan de ontvangende kant weinig tot geen kennis en ervaring bestond t.a.v. het boeddhisme als religieuze en filosofische stroming en ook de historische en culturele context van herkomst wezensvreemd was voor westerlingen. Het verschil in referentiekader moest wel leiden tot vertekening.
Hier legt Sharf waarschijnlijk de vinger op een gevoelige plek: de gretigheid van het ontvangende publiek en de gretigheid om aan die behoeften tegemoet te komen, is een gevaar op zich. Enerzijds door de vertaling (interpretatie) door –een beperkt aantal- exegeten naar voor dat nieuwe publiek begrijpelijke begrippen, en anderzijds het begrijpen en inpassen van die vertaling door dat publiek in hun eigen bestaande begrippenkaders.
Herbronning
Sharf pleit voor een bredere herbronning, een kritische evaluatie van wat wij hier in het Westen zijn gaan zien als boeddhisme. Zodoende kan een beter en rijker begrip ontstaan voor de volle breedte en diepte van boeddhisme als één van de oudste religieuze stromingen. Hij waarschuwt daarbij voor overhaaste conclusies, juist omdat die (kennis-)basis nog zo smal is.
Westers boeddhisme wil op eigen benen staan, maar Sharf laat zien dat het nauwelijks één been heeft om op te staan, en mogelijk zelfs nauwelijks grond. Het westerse boeddhisme verliest echter steeds meer z’n naïviteit en z’n onschuld. In die zin is het artikel van Sharf (uit 1995!) en zijn pleidooi voor meer –wetenschappelijk- onderzoek, heel goed te begrijpen als een symbool van emancipatie van westers boeddhisme. Wat minder eerbiedig gesteld is er sprake van puberteit: het zoeken naar eigen identiteit en het bijbehorende afzetten tegen (geestelijke) vaders (en moeders), met de bijbehorende ongenuanceerdheid die pubers eigen is.
Er zit echter een vreemd contrast in Sharf’s artikel: enerzijds laat hij zien dat boeddhisme een verzamelnaam is voor een groep religieuze verschijnselen die zich al ruim tweeduizend jaar verandert en aanpast aan omstandigheden van tijd en plaats. En anderzijds dat het boeddhisme zich vanaf eind negentiende eeuw ontwikkelde om precies dat te doen wat het al ruim tweeduizend jaar doet, maar nu opeens een ‘modernisme’ wordt genoemd met een duidelijke afkeurende beoordeling.
Gemankeerd boeddhisme
Het boeddhistisch modernisme is voor Sharf een gemankeerd boeddhisme: verwaterd, vervormd, karikaturaal. Dit is wellicht typerend voor de worsteling van westerse wetenschappers en beoefenaren (en gelovigen!) met de boeddhistische erfenis. Zij lijken allen op zoek naar een eigen boeddhistische identiteit, maar tegelijkertijd is er een puristisch, haast fundamentalistisch streven naar het oorspronkelijke, ‘ware’ boeddhisme.
Een kernthema dat Sharf bekritiseerd is de modernistische focus op de religieuze of meditatieve ervaring: de boeddhistische verlichting. De vraag die opkomt is deze: ziet Sharf onderscheid tussen ‘religieuze/mystieke/ meditatieve ervaring’ en ‘enlightenment’/‘awakening’? En zo ja, wat voor onderscheid ziet hij? Indien ze niet identiek zijn: waar zit het verschil? Indien ze wel identiek zijn, dan lijken ze voor hem beiden virtueel en gaat boeddh-isme (lees: ontwaak-isme) helemaal nergens meer over dan een reeks lege rituelen en holle filosofische bespiegelingen.
Niet dat boeddhisme als religie daardoor zinloos zou zijn. De zin van rituelen zit volgens Sharf niet in de ‘verborgen’ of ‘geheime’ of ‘diepere’ inhouden ervan, maar in de naakte uitvoering ervan in een culturele gemeenschap. Het ritueel verwijst naar niets anders dan naar zichzelf en de deelnemers ervaren het uitvoeren ervan als zinvol en dat is het dan ook. Het vraagteken dat Sharf zet bij ‘verlichte’ boeddhistische meesters past zeker in de moderne context waarin deze regelmatig in een kwaad daglicht komen te staan wegens financieel en seksueel wangedrag. In die zin heeft Sharf een trend gezet om westerse boeddhisten wakker te schudden uit een volgzame, dogmatische sluimer.
Stefan van Weers volgt de master Teaching Religious Diversity aan de VU. Deze tekst is een ingekorte versie van het essay dat hij schreef in het kader van zijn studie. Bron Nieuw WIJ.
Eddy zegt
“In die zin heeft Sharf een trend gezet om westerse boeddhisten wakker te schudden uit een volgzame, dogmatische sluimer.”
Kennelijk zijn niet westerse boeddhisten dus minder volgzaam en minder dogmatisch? Lijkt me erg sterk.
Kees Moerbeek zegt
Misschien vinden de lezers van BD dit ook interessant. Het gaat over de dominante rol van meditatie in het westerse boeddhisme en hoe dat gekomen is. Namelijk uit bittere noodzaak om het boeddhisme te vernieuwen en daardoor te laten overleven, tegen de verdrukking in van westers imperialisme en kerstening in de 19e en eerste helft 20e eeuw.
http://www.vriendenvanboeddhisme.nl/html/westers_boeddhisme.html
Als westerlingen een modernistische hybride vorm van boeddhisme aanhangen, die breekt met de (vooral devotionele) traditie, hoe kan dat dogmatisch zijn en getuigen van een volgzame houding?
Het weggooien van het boeddhistische kind met het boeddhistische badwater (als daarvan sprake is) lijkt mij juist ondogmatisch en vere van volgzaam.
Nic Schrijver zegt
Het getheoretiseer gaat helaas voorbij aan de persoonlijke ervaringen van meditatie beoefenaars.
Ik kan uit eigen ervaring zeggen dat mediteren uiteindelijk leidt tot meer vertrouwen in het leven zoals het is , dat het inzicht geeft in mijn leven dat het is zoals het is. Het mededogen en vertrouwen groeit.
Wat maakt mij het dan uit of het Boeddhisme zus is of zo.
De innerljjke ervaring van groeiend vertrouwen vind ik een van de grootste plus punten.
Kees Moerbeek zegt
‘Getheoretiseer’ heeft een negatieve connotatie, alsof nadenken nutteloos, zinloos zou zijn. ‘Nadenken’ is net als voelen een onderdeel van wat het is om volwaardig mens te zijn, Nic.
Gelukkig zijn mensen van nature nieuwsgierig en willen graag dingen weten. Gelukkig, omdat dit talent het ons mogelijk maakt om te overleven en meer dan dat. Dankzij ‘nadenken’ gaat het met de mensheid beter dan ooit te voren in de wereldgeschiedenis. Helaas gaat de aandacht vaak uit naar de zwarte kant van onze verstandelijke vermogens.
Zonder het getheoretiseer van de Boeddha was er geen Dharma geweest :-)
MacMahan, die over boeddhistisch modernisme schrijft, toont aan dat de taal (jargon) die boeddhisten nu gebruiken als ze het hebben over meditatie (wat het is, wat er gebeurt en de effecten) niet de taal van de Boeddha is, maar grotendeels die van Freud. Ook als we het over het ‘ik’ of ‘zelf’ hebben, komt Freud om de hoek kijken. Voor wie het interesseert is dat interessant, maar een ander mag het ‘getheoretiseer’ noemen :-)
Nic Schrijver zegt
Sta even stil bij het feit dat ‘getheoretiseer’ een negatieve connotatie heeft Kees.
Dat heb ik er niet ingestopt.
:-)
‘omdat dit talent het ons mogelijk maakt om te overleven’
Als het louter om overleven gaat dat kun je ook in een grot bij een vuur. Leef!
‘Zonder het getheoretiseer van de Boeddha was er geen Dharma geweest :-)’
Je weet ook niet wat er zonder Dharma wèl was. :-)
‘niet de taal van de Boeddha is, maar grotendeels die van Freud.
We kennen de taal van Freud beter hier in het Westen dan die van Boeddha. Wie weet is het dezelfde taal?
Zie hier hoe je denken je keer op keer een loer heeft gedraaid!
Met vriendelijke groet,
Nic
‘
Kees Moerbeek zegt
Heden ten dage is wetenschap niet meer dan een ‘mening’ en getheoretiseer heeft een zeer negatieve betekenis gekregen, alsof nadenken onzinnig is. Maar goed, je denkt er anders over.
Zonder nadenken zou er geen geen elektrisch licht, geen stromend water, geen brood enz….. Zonder al dat waren we er allang niet meer geweest en waren we opgevreten door ziektekiemen, leeuwen, hyena’s of doodgegaan aan honger e.d. Dat weet je zelf ook, omdat dit in sommige streken nog steeds gebeurt.
Wat de taal van de Dharma betreft en Freud is het natuurlijk duidelijk dat deze wereldbevolking vanochtend geboren is, alles uitgevonden in een dag en een grote samenzwering :-))) Klinkt wereldvreemd, maar zulke mensen zijn er die dit denken.
Deze wereld, dit bestaan is een grote Matrix-film en ook het boeddhisme houdt het in stand :-))))
https://www.youtube.com/watch?v=UM5yepZ21pI
Nic Schrijver zegt
En weer terug maar je ademhaling.
Probeer hem tien keer te volgen.
In..uit..
:-)
Met vriendelijke groet,
Nic
Kees Moerbeek zegt
ha 1,
ha 2,
ha 3,
ha 4,
ha 5,
ha 6
…
mag ik mijn lachen ook terug tellen?
10 ha,
9 ha.
….
:-)
Je bent me er eentje, Nic.
Positief denken van Herman Finkers
https://www.youtube.com/watch?v=6Xq221RRSWQ
Anne zegt
Theoretiseren is wat mij betreft het zo in theorie opsluiten van welke kennis dan ook dat welke waarde en waarheid er van onttrokken wordt en er alleen maar semi intellectueel geklets overblijft. Wat mij betreft een uitstekend woord voor dit artikel.
Ik lees het en kan niet meer denken dan “Ach de arme schat studeert vergelijkbare godsdienstwetenschappen en heeft een boekje gelezen van iemand dat hij heel goed vond en dat nu tot zijn bijbel verklaard”.
De enige confrontatie die er in zit is mijn eigen vergelijkbare houding als jong mens toen ik een dergelijke studie volgde.
Sjoerd zegt
In de westerse benadering van persoon(lijkheid), ego, zelf en vergelijkbare termen om de manifestatie van de individuele mens in te vatten wordt allang niet meer terug gevallen op het stoommachine model van S.Freud. tegenwoordig zoeken we meer de benadering in procestermen in combinatie met enerzijds de bio-psycho-sociale netwerken die de mens in haar plaats daarin definiëren en anderzijds de inzichten uit de moderne zelfpsychologie en de kennis over de genetische make-up die een al dan niet niet invloedrijke rol speelt.
Freud, met zijn corrupte documentatie en verhalen is gelukkig passé.
Ik durf de stelling aan dat het verschil in betekenisveld tussen Oost en West steeds meer vervaagd.
Kees Moerbeek zegt
Ach ja, Sjoerd. De stoommachine was in zijn tijd een revolutie, zo ook het gedachtengoed van Freud en voor ons in 2015 allebei primitief en achterlijk. Zo kun je ook naar de wereld en zijn bewoners kijken.
Ga je mee met het sterreschip Aarde met zijn bewoners? :-)
https://www.youtube.com/watch?v=gAKiWvjfCiQ
Sjoerd zegt
Kees, de stoommachine is nog steeds niet achterlijk.
Wat betreft jouw opinie over Freud kan ik geen zinnig woord zeggen.
Joop Ha Hoek zegt
We gaan de naam veranderen in Boeddhistisch Showblad.
Sjoerd zegt
De leegte van alle verhalen en vooronderstellingen blijft zo leeg als alle skanda’s. Ondanks de naam.
Anne zegt
met glossy rapportages over de belevenissen, roddels en huwelijken van bekende boeddhisten
Jan Musho zegt
Wanneer ‘het Boeddhisme’ van einddoel tot middel wordt, is het ware Boeddhisme bereikt. Die poortloze poort wens ik Kees Moerbeek van harte toe.
Kees Moerbeek zegt
‘Het boeddhisme’ bestaat niet, wel het Palicanon en allerlei tradities en scholen, die zich beroepen op dat canon. Ik zoek geen ware leer.
Wat betreft je wens: MU ;-)
Sjoerd zegt
Ach Kees, die pali canon, tradities en scholen zijn ook leeg, helemaal leeg! Ze bestaan niet echt, het is maar een manier van spreken.
De woorden dekken de lading net zomin, als de kaart de werkelijkheid.
Kees Moerbeek zegt
Ik neem aan dat leeg inhoudsloos, betekenisloos is. Ik hoef je niet uit te leggen dat woorden een verwijsfunctie hebben. Een woord is niet het ding, maar verwijst ernaar. Omgaan met taal zit ieder mens ingebakken. Er zijn boekenkasten volgeschreven over wat taal is. Ik ben een universitair opgeleide taal-/letterkundige. Schrijven is mijn broodwinning.
Je reactie doet me ten eerste denken aan het effect van het taalgrapje: ‘Wie dit leest is gek.’ Immers, wat je schrijft is volgens je eigen maatstaf leeg, ‘maar’ een manier van spreken.
Ten tweede, Sjoerd, ik leef in deze wereld, in dit bestaan en hier kunnen mensen met elkaar communiceren, zo goed of slecht als het gaat. Mijn wereld is ook een wereld waarin de boeddhismes en het Palicanon voor mensen een betekenis hebben, mensen geboren worden en dood gaan e.d.
‘De woorden dekken de lading net zomin, als de kaart de werkelijkheid.’
Dat moeten we maar aannemen, Sjoerd. We kunnen immers niet bepalen welke lading en hoeveel lading woorden wel dekken. Je gaat er van uit dat wat geldt voor een kaart, ook geldt voor woorden. Ook dat kunnen we niet weten, Sjoerd, en moeten aannemen. Het zijn inmiddels een boel zaken, die we moeten aannemen.
In zen zeggen wij dat zaken van leven en dood serieus zijn :-)
Nic Schrijver zegt
Een handleiding is ook het apparaat niet maar een begeleiding om met het apparaat om te gaan.
Zo kun je geschriften van het acht-voudige pad gebruiken voor je leven om je tegemoet te komen maar het gros moet je toch zelf doen omdat leven oneindige variaties heeft.
Kees Moerbeek zegt
Inderdaad, Nic.
In die zin is een handleiding niet inhoudsloos of betekenisloos, of ‘maar’ een manier van spreken. Integendeel.
Dat je met een handleiding voor het gebruik van een elektrische grasmaaier geen Ikea-meubel in elkaar kunt zetten in deze wereld, lijkt me evident. Dat dit in een andere wereld wel het geval zou kunnen zijn, heeft niet zoveel zin als je op deze wereld de Ikea-kast in elkaar wilt zetten :-)
Wat je opmerkt over het achtvoudige pad lijkt me ook juist. Het pad is niet ‘maar’ een manier van spreken.
Nic Schrijver zegt
‘In zen zeggen wij dat zaken van leven en dood serieus zijn :-)’
Let vooral op die smiley op het einde!
Kees Moerbeek zegt
Inderdaad, Nic. Serieus nemen en toch niet dood gaan van sjagrijn. Het bestaat heus.
Nic Schrijver zegt
Ik denk dat humor een heel belangrijke menselijke eigenschap is die wat mij betreft wel meer mensen serieus mogen nemen.
Met vriendelijke groet,
Nic