Een boeddhistische herwaardering van Jezus zou een manier kunnen zijn om gevolg te geven aan de oproep van leraren als Thich Nhat Hanh en de Dalai Lama om mogelijkheden voor bevrijding vooreerst te vinden in de vertrouwde vormen van ons eigen culturele erfgoed.
Onlangs had ik de eer en het genoegen de here Jezus te ontmoeten, heel persoonlijk en direct. Het was een volkomen onverwachte ontmoeting, een die mij met stomheid sloeg en een diepe indruk op mij heeft achtergelaten.
Tijdens meditatie rees een beeld op. Het was alsof ik naar een kaarsvlam keek waarvan het schijnsel zich vermengde met het licht dat binnenviel door een gebrandschilderd raam.
In die waas van schittering toonde zich een lichtwezen dat de gestalte aannam van, nee, nu eens niet van mijn goede vriend Amida, maar van Jezus. Zijn aanwezigheid was onmiskenbaar. Een gloed van liefde, de hand uitgestoken. Te zeggen dat ik hem ontmoette, is de taal van achteraf. Reconstruerend zou ik eerder zeggen dat het voelde alsof zijn presentie de mijne omsloot; ‘ik’ was deel van hem.
Beladen thema
Wat moet je met zo’n ervaring in een tijd en omgeving waarin gevoel voor de diepte van de Dharma maar al te vaak bekneld zit tussen enerzijds de behoefte aan snelle spirituele zelfverheffing, en anderzijds de aandrang bevestiging te zoeken bij koning wetenschap? En waarin door de erfenis van kerk en geloof alles wat maar zweemt naar christendom een beladen thema is voor veel boeddhisten?
Er gewoon over schrijven maar. Je kunt willen duiden, je kunt willen psychologiseren. Borrelde er bij deze voormalige zoon van het rijke roomse leven uit het opslagbewustzijn een oude herinnering op? Er zullen vast mensen zijn die verkiezen het zo te willen zien.
Zelf ben ik hier anders in komen te staan sinds het boeddhisme mijn verstaanshorizon steeds verder heeft omgewoeld. De trinitas van weleer, de drieëenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest, heb ik al een half mensenleven geleden achter mij gelaten. Deze heb ik de afgelopen jaren, geleidelijk en aarzelend, verruild voor de trikaya, de boeddhistische driegeledingsleer die probeert te verklaren hoe Shakyamuni (alias Siddharta Gautama) zich verhoudt tot de wereld der verschijnselen en tot het domein waarin bodhisattva’s en reine landen hun eigen bestaan leiden.
Verbeelding en visioen
Met het achtervoegsel -kaya wordt zoiets aangeduid als lichaam, uitgestrektheid of sfeer. De historische manifestatie van de Boeddha in de persoon van Siddharta Gautama, deze vorm van oneindige leegte, wordt nirmanakaya genoemd.
Dharma heeft de dubbele betekenis van de leringen van de Boeddha, maar ook die van de door hem ontdekte ‘natuurwet’ van de werkelijkheid, het voorwaardelijk ontstaan, wat zoveel betekent dat alle fenomenen die aan ons verschijnen opkomen en ondergaan, afhankelijk van oorzaken en condities. Van die kant beschouwd kun je, als ware het met de ogen van een boeddha, in de werkelijkheid de werking zien van de Dharma, of de werkelijkheid zelf opvatten als Dharma. Dit aspect van de werkelijkheid heet dharmakaya, de uitgestrektheid van de boeddhistische natuurwet in tijd en ruimte.
Het sluitstuk van de trikaya vormt de sfeer die wordt genoemd sambhogakaya. Dit is de naam voor de ervaringswereld waarin boeddha’s en bodhisattva’s leven in hun reine landen, een veld van waarneming dat van oudsher toegankelijk heet te zijn voor wie zich, in diepe meditatie verzonken, openstelt voor de zeggingskracht van verbeelding en visioen.
Wij, die makkelijk praten over het onderbewuste alsof dit werkelijk bestaat, dienen ons te realiseren dat we in dit duiden van onze tijd hetzelfde zoeken en tasten naar woorden tegenkomen voor wat het boeddhisme van eeuwen her benoemde als sambhogakaya.
Verlichting
In de geschiedenis van het boeddhisme wordt de sfeer van de sambhogakaya vaak geassocieerd met licht en verlichting. Het is het verblijf van verlichte en bijna verlichte wezens, zoals Amida en Kanzeon, en mensen die een glimp van verlichting opvangen hebben er een inkijkje in.
Amida, de boedda niet alleen van oneindig leven maar ook van onmetelijk licht, is hier te vinden. Als er één figuur is die in aanmerking komt voor het predikaat lichtwezen, dan is het Amida wel. Is het te veel te veronderstellen dat met andere bodhisattva’s ook Jezus zou kunnen leven in de sfeer van de sambhogakaya en hieruit onder de juiste condities naar voren treedt en zich als lichtwezen aan een sterveling presenteert?
Ik durf deze vraag inmiddels wel bevestigend te beantwoorden. Zenboeddhisten hebben de geschiedenis door in Amida Boeddha een uitdrukking gezien van onze ware aard, onze boeddhanatuur. Je komt deze voorstelling tegen bij Bassui (veertiende eeuw) en bij D.T. Suzuki (twintigste eeuw). Jezus die je de hand reikt, is dat niet eveneens een uitnodiging om thuis te komen bij jezelf, om precies te zijn: bij je lege zelf?
In tweeduizend jaar christendom heeft de orthodoxie zich de Jezusfiguur toegeëigend en hem bij herhaling grondig door de wringer van het dogma gehaald. Maar sinds de vondst van fragmenten van het Thomas-evangelie op half vergane papyrusrollen in het midden van de twintigste eeuw, hebben we weer kunnen kennismaken met een Jezus die spreekt als een boeddhistische leraar en zegt dat we waarheid niet buiten onszelf moeten zoeken, maar in onszelf, in het hier en nu. Zo bezien verdient hij een plaatsje tussen de klassieke bodhisattva’s in het boeddhistische pantheon.
Vertrouwde vormen
Een boeddhistische herwaardering van Jezus zou een manier kunnen zijn om gevolg te geven aan de oproep van leraren als Thich Nhat Hanh en de Dalai Lama om mogelijkheden voor bevrijding vooreerst te vinden in de vertrouwde vormen van ons eigen culturele erfgoed. Wie als boeddhist of boeddhistisch sympathisant bij christendom een gevoel van afwijzing bespeurt, doet er goed aan dit gevoel terdege te onderzoeken.
Wie weet wat er gebeurt wanneer de donkere wolken optrekken? Wat als in de heldere lucht van het hemelgewelf zich niet de grondeloze leegte openbaart, maar er een uitgestoken hand verschijnt? Is dat een reden om als boeddhist deze ervaring te verwerpen of op de vlucht te slaan? Ik zou zeggen: nee, juist niet.
Sjoerd zegt
Een persoonlijk document, Jules.
Tegelijk schiet door mij heen ‘Meister Eckhard’s God ontmoeting op een moment als hij alles, zelfs God, achter zich heeft gelaten.
En was er in de tijd rond het ontstaan van het Thomas-evangelie ook geen sprake van de restanten van een boeddhistische gemeenschap in Alexandrie?
Ik vind het ontroerend, zoals jij van jouw ervaring verhaalt en tegelijk probeert te duiden.
H.groet, Sjoerd
Jules Prast zegt
Dank voor je sympathieke reactie, Sjoerd!
Nic zegt
Ook ik kom uit een rooms katholiek nest.
Wat me ontzettend tegen stond was de doodse sfeer bij het opzeggen van gebeden. Mensen sliepen zelfs in de kerk.
De kennis leek bij de priester te liggen. Er kwamen later incidenteel wel wat gelegenheden waar er wat discussie mogelijk was maar de meeste dingen leken vast te liggen.
Ik kijk naar wat het katolicisme deels met mijn moeder heeft gedaan.
Ze zei ooit dat ze bang was gemaakt voor God, voor mannen etc..
De praktische uitvoering van het rooms katholieke geloof daar heb ik slechte ervaringen mee.
Hoe anders was het toen ik 25 jaar geleden met zen in aanraking kwam. Een op zichzelf eenvoudige methode om te zitten. De praktische besprekingen, informele gesprekken.
Het beoefenen van za-Zen leverde ook een groter concentratie op. Niet perse een doel van za-zen maar ik kon daar wat meer mee.
Ik wilde weten wat die duidingen als ‘satori is als de weerspiegeling van de maan in het water’ of ‘ Wat is het geluid van een klappende hand ? betekenden.
Dat trok me aan en de cultuur van het katholicisme dreef me weg. Vooral het niet open zijn, de rigiditeit van de leer of het niet kunnen herkennen van het katholicisme in het dagelijks leven of wat daarmee te doen.
Later ben ik steeds meer Boeddhistische teksten gaan lezen. Het viervoudige pad is voor mij gewoon een praktische handleiding.
Ik vind het makkelijker om Boeddhistische begrippen te duiden en vaak vind ik het positiever.
Hoeveel verschil maakt het als je denkt te zijn belast met erfzonde of dat je een diamant bent in het web van Indra ?
Paula zegt
De erfzonde als al het karma dat we om ons heen zien? De vervuiling, armoede, oorlog maar ook kunst, vrede en vriendschap.
Jules, je gedeelde ervaring en inzicht is prachtig. Ik heb je stuk aan enkele vrienden doorgestuurd.
Ik kan me voorstellen dat een mystieke Christus ervaring je doet terug denken aan het katholicisme. Maar ik begrijp Nic’s reactie daarop ook.
Een synthese vinden tussen mystieke ervaringen, Zen, katholicisme, en Oosterse en Westerse wijsheid, doet Willigis Jager. Hij is zowel een Benedictijner monnik, Zen-meester en mysticus.
Nic zegt
Ik wil zeker geen afbreuk doen aan de column van Jules verre van.
Ik kan zijn columns altijd zeer waarderen.
Deze column zette me aan het denken waarom ik zoveel energie investeer in Boeddhisme en niet in het geloof waarin ik ben opgegroeid.
Daar kwam mijn reaktie uit voort.
( Kreeg uit je reaktie op een of andere manier de indruk dat ik de column niet zou waarderen. Kan ook mijn misinterpretatie zijn, wilde toch duidelijk maken dat dat niet het geval is)
Paula zegt
Nic, geen zorgen, dat las ik niet in je reactie.
Paula zegt
Deze vergat ik toe te voegen voor meer informatie.
http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Willigis_Jäger
Nic zegt
Wouw, voor mij een zeer toepasselijk stuk.
Bedankt.
Paula zegt
Nic, ik ken Nederlandse mensen die Williger Jager hebben ontmoet en zijn boeken hebben gelezen. Neem gerust contact op als je dieper in deze bron wilt duiken. Je kunt mijn email vinden op mijn website mindfuldrawing.com
Nic zegt
Dank.
Hester zegt
Hoi…
Al jaren zet ik Jezus in mijn rijtje Boddhisattva’s, als ik mijn meditatie en gebeden doe… Leuk om dit te lezen!
Jules Prast zegt
Dank, allen, voor jullie bijdrage aan de dialoog en de tips!