Het ontbreekt de NVWA aan betrokkenheid bij de belangen van de consument. Dat is de conclusie die voedselwaakhond foodwatch vandaag trekt na de hoorzitting met de NVWA, waarin foodwatch opnieuw vraagt om openheid over de betrokken afnemers en eindproducten van het paardenvleesschandaal dat in 2013 speelde.
De NVWA riep toen 50 miljoen kilo vlees terug uit de schappen, maar er werd niet aan consumenten gevraagd om verdachte producten terug te brengen naar de winkel. Openheid over betrokken producten kwam er ook niet. Volgens foodwatch heeft de NVWA ten onrechte het idee dat transparantie de reputatie van de vleessector schade zal berokkenen en negeert zij duizenden verontruste consumenten die willen weten of het product dat in hun vriezer lag veilig was.
Achtergrond
De hoorzitting is een onderdeel van de WOB-procedure (Wet Openbaarheid Bestuur) die foodwatch momenteel bij de NVWA heeft lopen. Daarin vraagt foodwatch om de gegevens van de betrokken afnemers en de eindproducten waarin het onveilige vlees van vleesverwerker Willy Selten is verwerkt. Eerder wees de NVWA dit verzoek af, omdat zij betrekkingen met andere staten en de reputatie van bedrijven boven de belangen van de consument stelt. foodwatch ging in bezwaar en lichtte dat bezwaar vandaag tijdens een hoorzitting toe. Voor meer informatie, zie hier.
NVWA negeert consument
“Wat erg opviel tijdens de hoorzitting was dat de NVWA in haar visie de consument volledig leek te zijn vergeten. De autoriteit stelde zelfs dat het ‘gevaar was geweken omdat de producten uit de handel waren gehaald’. Wat de NVWA hier negeert, is dat er ook producten bij consumenten in de vriezer lagen”, aldus Meike Rijksen, campagneleider bij foodwatch.
De NVWA heeft echter nooit kunnen garanderen dat het vlees van Selten veilig was. Sterker nog, de NVWA betoogde in een procedure tegen de curator van Selten dat het vlees onveilig was, omdat er het voor de gezondheid van mensen gevaarlijke paardengeneesmiddel fenylbutazon was aangetroffen. De rechter oordeelde in deze procedure dat er een duidelijk risico voor de voedselveiligheid aanwezig was, omdat er mogelijk ongedocumenteerd vlees was gemengd met regulier vlees.
Gebrek aan betrokkenheid
De NVWA beslist voor de consument dat deze geen belang heeft bij openheid, bleek tijdens de hoorzitting. De NVWA beschikt over circa 1.800 meldingen van betrokken bedrijven, maar weigert deze openbaar te maken. Volgens de overheidsinstantie zijn uit deze meldingen geen herkenbare eindproducten te herleiden en zou het openbaar maken van de meldingen leiden tot meer verwarring en angst bij consumenten. Onzin, stelt Meike Rijksen: “Consumenten hebben wel zeker baat bij die informatie en willen die ook. Duizenden consumenten vroegen via onze e-mailactie om openheid. Niet alleen resulteren sommige meldingen wel in herkenbare eindproducten, maar consumenten, journalisten en organisaties zouden een betrokken bedrijf kunnen opbellen en vragen: wat heb je met het verdachte vlees gedaan? Bovendien zal transparantie juist het vertrouwen van een consument in de NVWA en in het systeem kunnen herstellen. In onze ogen had het op de weg van de NVWA gelegen om, net zoals dat in Engeland gebeurt, zelf actie te ondernemen en openbaar te maken om welke afnemers en producten het gaat. Maar ze heeft dat duidelijk niet gedaan”.
Transparantie belangrijk voor goede marktwerking
Volgens foodwatch zijn naast de consument, ook de voedselindustrie en de NVWA zelf niet geholpen bij geheimzinnigheid. Dit werkt juist voedselschandalen in de hand. Wanneer transparantie de norm wordt zal dit het vertrouwen in zowel leveranciers als het systeem ten goede komen. Het zal dan immers duidelijk worden welke bedrijven zich netjes aan de regels houden en zich melden, en welke bedrijven de wettelijke voorschriften aan hun laars lappen.
Vervolgstappen
Naar verwachting zal staatssecretaris Dijksma van Economische zaken voor 2 mei 2014 een beslissing maken om de gegevens wel of niet openbaar te maken. Deze datum kan echter met 6 weken worden uitgesteld.