‘Evam me sutam’, aldus heb ik gehoord.
Deze woorden werden uitgesproken door Ananda, de neef en persoonlijke verzorger van de Boeddha. Volgens de traditie had hij een uitzonderlijk geheugen en reciteerde hij, tijdens het eerste concilie dat vlak na de dood van de Boeddha werd gehouden, alle leerredes.
Evam me sutam is dan ook, traditiegetrouw, de aanhef van elke sutta in de Pali-Canon.
Sutta-Nipata vers 239-252) Dit twaalf verzen tellende sutta vinden we terug in de Sutta-Nipata als onderdeel van de Khuddaka-Nikaya, de verzameling van korte teksten. (1) Volgens de overlevering zou de Boeddha aan een brahmaan het relaas hebben gedaan van een dialoog tussen Kassapa (een Boeddha uit de voortijd) en een brahmaan, Tissa genaamd, die zijn belangrijkste leerling zou worden. Tissa had gezien dat de ascetisch levende Kassapa een rijke maaltijd met vlees van de koning geaccepteerd had. Daarover kritisch ondervraagd antwoordde Kassapa dat aan het eten van vlees geen luchtje zit, maar wel aan onethisch handelen.
(De brahmaan Tissa:) “Wie gierst, wilde planten en bonen, bladgroente, wortels, klimplantvruchten; eerlijk verkregen, als voedsel nuttigen, vertellen geen leugens uit verlangen naar genot. Door te eten wat goed klaargemaakt, goed bereid, door anderen gegeven, zuiver en overvloedig is, genietend van rijstgerechten, neemt men tot zich, Kassapa, besmette kost waar een luchtje aan zit.”
[trefwoorden in dit tweede vers zijn ‘overvloedig en genietend’ en dit in tegenstelling tot het eerste vers waar de maaltijd van een asceet sober en plantaardig wordt omschreven. Wel wordt de maaltijd in beide verzen omschreven als ‘eerlijk verkregen’ en ‘door anderen gegeven’. ‘Besmette kost waar een luchtje aan zit’ is een omschrijving van het Pali woord ‘amagandha’ wat letterlijk ‘geur van rauw vlees (hebbend); vieze geur, kadavergeur, rotte geur, stinkende substantie’ betekent. Deze uitdrukking komt in de volgend verzen terug en heeft daar de figuurlijke betekenis van iets dat niet klopt, niet juist is; dus iets waar een luchtje aan zit.]
“Besmette kost is niet geschikt voor mij”, zo spreek je, nakomeling van Brahma, terwijl je van rijstgerechten geniet met vlees van vogels, goed bereid. Ik wil je, Kassapa, deze vraag stellen: van welke aard is dan voor jou besmette kost?” (Kassapa:) “Doden van levende wezens, moorden, hakken, boeien, stelen, liegen, frauderen en bedrog; nutteloze studies, gaan naar andere vrouwen; daar zit een luchtje aan, niet aan het eten van vlees! Wanneer mensen hier hun lusten botvieren, verzot zijn op lekkere dingen, aangetast door onreinheid, nihilistisch van visie, wetteloos, moeilijk te peilen; daar zit een luchtje aan, niet aan het eten van vlees!
[door ‘nihilistisch van visie’ wordt verwezen naar de tien ontkenningen, zoals die worden aangetroffen in de leer van sekte leider en tijdgenoot van de historische Boeddha, Ajita Kesakambali. Deze ontkent, onder andere, het effect van goede en slechte daden, het bestaan van deze en een andere wereld, de mogelijkheid dat asceten en brahmanen de volmaaktheid kunnen bereiken, etc. (zie voor een volledige opsomming o.a. de Sandaka-Sutta MN 76).]
Wanneer ze ruw zijn, meedogenloos, lasteren, hun vrienden kwaad doen, harteloos en arrogant, niet vrijgevig zijn en wie dan ook niets geven; daar zit een luchtje aan, niet aan het eten van vlees! Woede, arrogantie en weerspannigheid, verstoktheid, bedrog, jaloezie en grootspraak, trots en verwaandheid, omgang met slechte mensen; daar zit een luchtje aan, niet aan het eten van vlees! Die slecht van zeden zijn, hun schulden afwijzen, lasteraars, rechtsverdraaiers, wolven in schaapskleren zijn, de vuigste lieden die hier hun euveldaden bedrijven; daar zit een luchtje aan, niet aan het eten van vlees! Noch vlees en vis noch vasten noch naaktheid, kaalheid, vervilt haar, vuil of ruwe vacht noch het dienen bij het offervuur of de vele ascese in de wereld voor onsterfelijkheid; noch hymnen, plengingen, het brengen van de offers van het seizoen, reinigen een sterveling die de twijfel niet te boven is gekomen.
[Hier wijst de Boeddha een aantal, in zijn tijd onder asceten gangbare praktijken – waarvan aangenomen werd dat ze lichaam en geest reinigden – af (zoals o.a. vasten, vervilt haar hebben en ruwe kleding dragen, het uitvoeren van vuurrituelen, het zingen van hymnen, het brengen van offers…).] Waakzaam bij wat binnenstroomt, de zinnen overwonnen moet hij leven; standvastig in de Dhamma, zich verheugend in oprechtheid en mildheid. Hechtingen te boven gekomen, alle leed achter zich latend klampt de wijze zich niet vast aan het geziene en gehoorde.” [De Verhevene somt hier praktijken op die wel leiden tot ontwaken: het bewaken van de zes poorten (de vijf zintuigen plus het denken), het achter zich laten van begeerte aan wat dan ook, vertrouwen hebben in de Dhamma, zich verheugen in een ethisch gedrag, het loslaten van wat in deze zintuiglijke wereld (samsara) bindt en niet vasthouden aan eigen of door anderen verkondigde opinies.] [Volgende verzen werden later door de samenstellers van de Canon als afsluiting toegevoegd.]
Zo verkondigde de Verhevene keer op keer dit onderwerp. Hij die de Veda’s grondig kent [de brahmaan], begreep dit. Met uiteenlopende verzen illustreerde de Wijze wat in een goede reuk staat, ongebonden en moeilijk te doorgronden is. Hij hoorde het goed gesproken woord van de Boeddha, dat in een goede reuk staat, alle leed verdrijft. En deemoedig vereerde hij de Voleindigde. Ter plekke verkoos hij het huis te verlaten en de thuisloosheid in te trekken.
Of om het met de woorden van Godwin Samararatne (Nilambe Meditation Centre, Sri Lanka) in één zin samen te vatten:
“What comes out of your mouth is more important than what goes in.”
1.’Khuddaka-Nikaya’ vert. Jan de Breet & Rob Janssen Asoka 2002
Menno Prins zegt
Vergelijk: ‘Luister, en begrijp Me toch. Niet wat de mond binnenkomt, maakt de mens onrein, maar wat uit de mond komt, dat maakt de mens onrein.’ (Mt 15,10-11). Ene Jezus van Nazareth schijnt dit zo’n kleine 2000 jaar geleden ook gezegd te hebben. Volgens mij zullen alle waarlijk wijze en verlichte meesters zich vergelijkbaar uiten. Ik hoop dat het artikel van André Baets de discussie over wel/niet eten van vlees (door boeddhisten en anderen) zoals enkele weken gevoerd, niet doet oplaaien. Wat dat betreft zou ik er aan willen toevoegen dat ook wat de mens uit de pen laat vloeien, of middels het toetsenbord over de wereld verspreidt de mens onrein kan maken.
Nic zegt
En kunnen diezelfde middelen de mens ook rein maken? :)
Menno Prins zegt
Wanneer je alles letterlijk neemt, waar heeft Godwin Samararatne het dan over? Speeksel? Maaginhoud? Lijkt me van niet. Maar om je tegemoet te komen: ik neem zonder meer aan dat wijze en welgemeende woorden heilzaam kunnen werken, troost kunnen brengen en kunnen bemoedigen. Maar woorden komen nooit vanzelf naar buiten. Ze geven uiting aan wat er in het hart (metaforisch bedoeld) van de mens vooraf is gegaan, en niet aan wat er in de maag plaatsvindt. Overigens en geheel terzijde: ik heb met spuug heel wat schoongemaakt … een beetje op de punt van een zakdoek om er vervolgens chocola, drop, of zelfs bloed (tand door de lip) rond de mondjes van mijn kinderen mee weg te poetsen. Gaat prima! Maar daar gaat het niet om, toch?
Nic zegt
Bedankt voor je respons.
Ik dacht dat spreken vanuit je hart altijd positief bedoeld was maar volgens Mt 15, 19 is dat niet zo.
“19 Want uit het hart komen boze gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster.”
Bedoel je het negatief?
Door de hele kwestie van rein/onrein vroeg ik me ook af :
Hoe weet je of Boeddha reine dingen zegt of Jezus zo je wilt
en
Hoe weet je dat als ontvanger?
Menno Prins zegt
“Het Hart” kan inderdaad ook een “moordkuil” zijn, en vol boosheid. Waar het vol van is, daar stroomt de mond van over. Of Boeddha reine dingen zegt, of wie dan ook, weet ik niet van te voren. Als het heelt, heilzaam is, zuivert enzovoort lijkt het mij aardig rein toe, maar dat zal de praktijk steeds uit moeten wijzen. Juiste spraak (samma vaca)is één van de drie elementen van moraliteit (silakkandha). Het artikel van André Baets eindigde met “What comes out of your mouth is more important than what goes in.” En dat dan in relatie tot wel/niet eten van vlees. Ik heb willen aangeven dat eenzelfde discussie ook heeft plaats gevonden tussen Joden en volgelingen van de rabbi uit Nazareth. Het ging toen onder meer over varkensvlees. Hier wil ik het wat mij betreft bij laten.
Nic zegt
Helder. Dank.
Michael Hoek zegt
Echt weer z’on typisch geval van spirituele smetvrees. Als ik het maar niet doe! Ik wil geen slecht karma!
[…]
Waar denk je dat vlees vandaan komt? Van datzelfde afgekeurde moorden en hakken natuurlijk. Oorzaak en gevolg.
[…]
Koop je ook producten die voortkomen uit een vorm van slavernij? Jij bent niet de slavenhouder dus maakt het niet uit. Dat is namelijk de logica hierachter.
Alles wat slecht is in de wereld kan je zo rechtvaardigen. Als mijn ikje het maar niet doet, als mijn ikje maar geen slecht karma ontvangt.
[…]
Reactie geredigeerd: 3 zinnen met het woord ‘achterlijk’ verwijderd. Let op je taal, alsjeblieft Michael (Paul v. B)
Henk Molenaar zegt
Als de vleeseters toch zo enorm structureel gelijk willen krijgen, niet op basis van logische argumentatie maar nu in het nauw gedreven door een selectieve frase van Kassapa (niet de boeddha Shakyamuni), waarom maakt hun nihilistische visie dan onderscheid in het eten van vlees en eten ze geen mensenvlees? Dat is gemaakt van hetzelfde weefsel!
Omdat ze verzot zijn op lekkere dingen en wellicht niet beseffen dat de dieren op hun dierbaar bordje daar niet gekomen zijn zonder het “Doden van levende wezens, moorden, hakken, boeien”. Laten al die flinke stoere vleeseters op deze site nu zelf eens gezellig een middagje naar slachthuis gaan met hun kleine kindertjes.
Nic zegt
Henk,
Als ik met mijn kind naar een slachthuis ga ga jij dan naar de Maleisische en Indonesische bossen kijken?
In Maleisië en Indonesië leidt de huidige productie van palmolie tot grote problemen voor de natuur. Prachtige diersoorten als de olifant, de neushoorn, orang oetan en de tijger verdwijnen, omdat hun leefgebied wordt bedreigd door oprukkende oliepalmplantages. Maar ook de mensen zijn het slachtoffer.
http://www.wnf.nl/nl/wat_wnf_doet/thema_s/bossen/ontbossing/palmolie/
Stoere vegetarier!
Als je op deze manier de dialoog wilt voeren prima, wil ik best doen. Gezellig vind ik het niet.
Nic
Menno Prins zegt
Mijn hoop blijkt vergeefs geweest. We zitten weer in de sfeer van enkele weken terug. Ik haak onmiddellijk af.
Joop Romeijn zegt
Even een meta-discussiepunt.
Omdat André Baets zelf nooit meedoet aan discussies over zijn bijdragen heb ik eens op zijn eigen website gekeken. Daar is zelfs geen mogelijkheid om te reageren: hij zendt alleen maar ontvangt niet.
Wellicht moet de redactie van BD de mogelijkheid om te reageren bij de artikelen van Baets maar buiten werking stellen. Over ideologische thema’s is discussie toch niet zinvol, daar kan je kennis van nemen of links c.q. rechts laten liggen.
Nic zegt
Joop,
De bijdrage van Menno vind ik een interessante aanvulling.
Opvallend dat teksten uit sutta’s ook in de bijbel te vinden zijn.
Aan of opmerkingen hoeven niet altijd tot discussie te leiden.
Een aanvullende andere invalshoek om ea te kunnen plaatsen vind ik ook interessant om te lezen.
Menno Prins zegt
De wortel van alle gedoe zit in de eerste lettergreep van het woord DIScussie; als in DISharmonie, DISaccoord; DISbalans en DISsociëren. Een discussie is een redetwist. En twisten moeten we – meen ik – niet echt willen. Als twee of meer mensen discussiëren, is het altijd met de bedoeling van tenminste één of meerdere partijen om zelf in de woordenstrijd te scoren en deze uiteindelijk te winnen door “het meeste gelijk” of liefst het “helemaal gelijk” te krijgen. Ik adviseer het BD om discussies te ontmoedigen en om dialogen te bevorderen. Liefst constructieve dialogen. Dus geen strijd meer maar samen van elkaar leren. Ieder kan en mag het oneens zijn met anderen, en eigen inzichten te berde brengen. Alleen niet in een strijd, maar als bouwsteen om gezamenlijk mee te bouwen aan meer inzicht voor ieder. Wij zijn allemaal elkaars leerlingen én leraren. Niemand heeft “gelijk” of “ongelijk”. Leer van elkaar. Denk zelf na. Hamer “de waarheid” er alsjeblieft niet bij een ander in of uit.
Nic zegt
Naast deze opmerking van Menno;
Hoe kun je nog meer een constructieve dialoog met elkaar maken?
Tips van harte welkom!
Paul van Buuren zegt
Praktische tips zijn welkom, hoor. Ik ben helemaal voor meer dialoog.
Daarnaast ben ik er ook voor dat er ruimte is voor dissidente meningen. Geen enkele mening hoort in de reactieruimte te prevaleren.
Ik heb wel heel erg een mening over toon, verdachtmakingen en jijbakken. Deze bederven m.i. de discussie maar zijn onderhevig aan MIJN interpretatie. Hoe kan dat anders?
Sjoerd zegt
Lieve mensen,
Wat zou ik het geweldig vinden als we in ons reageren op bijdrages van schrijvers en lezers onze reacties voor plaatsing leggen langs de lat van het 8-voudig pad.
Op deze manier kan de bijdrage van de een, de compost voor groei zijn van de ander.
Een vriendelijke en liefdevolle toon kan dan duidelijk maken dat wij niet elkaars vijanden zijn, maar gesprekspartners die elkaars bloed niet willen drinken.
Zo kunnen wij in onze reacties het “doden en nuttigen van rauw vlees” achter ons laten en voor elkaar een groeizaam klimaat bevorderen.
Een warme groet voor iedereen en vooral voor jou,
Sjoerd
Kees Moerbeek zegt
‘Getuigen van Prajnaparamita is handelen. Het is niet iets heel bijzonders doen. Het vraagt niet om heldendaden, meestal toch niet. Het drukt zich uit nu op deze plek.’
Waar heb ik dit toch gelezen? Chips, nee, het is niet waar, heus, echt? :-)
Menno Prins zegt
Het lijkt mij wel iets om er een artikeltje aan te wijden. Komt er aan.
nic zegt
Succes, ben zeer benieuwd!
Anna zegt
Waarom toch altijd die drang om te moeten reageren op teksten in het BD en reeds gevoerde discussies over het eten van vlees erbij halen? Geniet nou eens in stilte van door André Baets en anderen gepresenteerde teksten. Achtennegentig procent van de lezers doet dat, maar dat handjevol grote ego’s kan het niet laten om elkaar de loef af te steken. Kijk eens hoeveel kennis we hebben. Mu. André Baets heeft zelfs niet de behoefte om op zijn site reacties onder zijn teksten te plaatsen. De door hem gepresenteerde sutta’s zouden toch voor zichzelf moeten spreken. Tegen mijn eigen kinderen zeg ik: kijken met je ogen en verder handen af. Dat vraag ik ook jullie, Grote Ego’s. Dank je wel.