In 2016 werd bij een grote politieactie aan de Theobaldusweg in Overloon een invalide drugsdealer gearresteerd. De politie nam naast gegevensdragers ook een quad in beslag. “Boeddha heeft niets gedaan”, reageerde zijn vrouw Kristina na de arrestatie.
Kristina hield het voor onmogelijk dat haar man Boeddha een slecht mens was. Mogelijk had ze daar gelijk in. De Overloonse invalide drugsdealer met de quad kan zijn koosnaam eer hebben aangedaan. Deed hij aan liefdadigheid?
Vandaag bezocht ik voor het eerst sinds mijn zesde levensjaar Overloon. Toen was ik met mijn vader in het oorlogsmuseum, nu was de kermis mijn excuus. De kermis was nog niet open, een entreekaartje voor het museum kon ik niet betalen.
Het museum bekeek ik dus alleen van buiten. De dumpshop met munitiekisten en gepoetste koperen granaathulzen reed ik binnen. Er was niemand te bekennen.
Ik weet dat het oorlogsmuseum vooral een materieelshow betreft die nalaat afdoende te benadrukken dat er nooit een tankslag plaatsvond in Overloon. De ‘bevrijding’ van het dorp en een paar dagen later Venray was in werkelijkheid te vergelijken met de slag om Stalingrad.
Het Venrays Museum bereidt een tentoonstelling voor over de bevrijding die hopelijk recht gaat doen aan de historische feiten.
In de Theobaldusweg, waar in 2016 drugsdealer Boeddha was gearresteerd, kon ik zoals ik al vreesde niets bijzonders ontdekken. Schuldige landschappen bestaan alleen in de verbeelding van de kijker. Misschien moet ik een uitzondering maken voor de beek tussen Overloon en Venray die in 1945 rood zag van het bloed.
In Overloon genoot ik het voorrecht kort met zes inwoners te praten. Een behulpzame vrouw wees me de weg naar het Engelse oorlogskerkhof, in de bossen. Het was maar vijfhonderd meter rijden met de rolstoel. Ik gaf de voorkeur aan een kort bezoek aan de legendarische horecazaak Clevers. Daar rook het meer naar boeddhisme (niet per se dat van de drugsdealer Boeddha) dan ik vooraf had kunnen dromen.
Op weg naar huis kreeg ik de zwaarste aanval van fantoompijnen in jaren. Ik passeerde een herdenkingsplek waar een meisje was doodgereden. Gelukkig stond haar portret achter de boom. Een tekst in een plastic mapje verzuimde ik te lezen. De teddyberen maakten nog geen verregende indruk.