“Ik heb ontdekt dat alle ellende voortkomt uit het feit dat een mens niet gelukkig kan zijn alleen in een lege kamer.” Aldus Blaise Pascal (1623-1662).
We houden van heel veel dingen maar daar is “niets” niet bij. En altijd weer jagen we iets na; willen we iets bereiken, willen we iets vergaren, willen we iets hebben. Of iemand.
Het lijkt er op of we zijn opgezadeld met een verlangen dat nooit helemaal bevredigd kan worden. We horen van iets nieuws en zetten onze zinnen daarop. Op de een of andere manier maken we onszelf wijs dat als we dit hebben bereikt of wanneer we dat eindelijk in ons bezit hebben, we volmaakt gelukkig zullen zijn. De reclamejongens spelen daar handig op in. En terwijl we diep van binnen wel weten dat het niet (helemaal) waar is, houdt de jacht ons in beweging. Maar waarheen zijn we op weg?
Is het werkelijk een verlangen dat ons steeds weer verder laat reiken? Of is het de angst voor een leegte waarvoor we weg lopen? Het is waarschijnlijk niet zonder reden dat vermaak ook wel “afleiding” wordt genoemd. Of “vrije tijdsbesteding”. Beide termen komen op me over alsof het leven zelf en de tijd die daar nu eenmaal mee gemoeid is in de eerste plaats als problemen worden ervaren. Waarvan je dus afgeleid moet worden of waar je in het beste geval op een zo’n prettig mogelijke manier doorheen moet zien te komen.
Maar stel nou eens dat het zou lukken niet verder op zoek te gaan naar afleiding. En dat je je om zou draaien om die dekselse leegte waarvoor je op de vlucht bent nu eens wat beter te bekijken en te onderzoeken: is de leegte wel dat griezelige, knagende zwarte gat waarvoor je het tot nu toe gehouden hebt?
De leegte of “het niets” is hard aan een stevige opwaardering toe. Want zonder niets zou het leven niet mogelijk zijn. De materie zelf, de grondstoffen van ons bestaan, de atomen waaruit we zijn opgebouwd, bestaan voor 99,999999(en dan nog véél meer 9’s) % uit niets. Om de kern van protonen en neutronen draaien de elektronen met een enorme snelheid. En zonder al dat niets zou die beweging niet mogelijk zijn; zou de materie niet kunnen bestaan en zou het leven zoals wij dat kennen er niet zijn. Niets is dus onvoorstelbaar belangrijk voor ons en er is onvoorstelbaar meer niets dan er iets is. Waarom zijn wij dan zoveel liever bezig met iets dan met niets? Ik durf te wedden dat er in je agenda veel meer iets staat dan niets. En daar is het niets opeens niet eng meer maar waarschijnlijk bijzonder welkom. Dit zou kunnen helpen ook andere vormen van niets minder eng te vinden en er zelfs van te leren houden.
Pascal zag de oorsprong van ellende in het onvermogen van mensen alleen te kunnen zijn in een lege kamer. Zonder medemens dus. Zonder spullen. En zonder afleiding.
Iemand die het gelukt is te leven in zo’n lege kamer was Nelson Mandela (1918-2013) , de grote leider van Zuid Afrika die zoveel indruk heeft gemaakt door zijn geweldloze en liefdevolle benadering van mensen die verantwoordelijk waren voor zijn jarenlange gevangenschap en voor de onderdrukking van zijn volk. Als zwarte advocaat had hij in zijn jonge jaren echter gekozen voor het geweld tegen de blanke repressie. Toen hij opgepakt en berecht werd, ontliep hij ternauwernood de doodstraf en werd tot levenslang veroordeeld. Uiteindelijk zou hij 27 jaar in de gevangenis doorbrengen.
Jarenlang in een lege kamer kan een mens tot wanhoop, wrok of waanzin brengen. Maar op de een of andere manier is Nelson Mandela er in geslaagd met die leegte te leven. Ik vermoed dat die uiterlijke leegte hem naar zijn innerlijke leegte gevoerd heeft; dat hij die onder ogen heeft durven zien en vervolgens ontdekt heeft dat die leegte niet een beangstigend zwart gat is maar ruimte waar Liefde gedijen kan. Of nog gekker: dat het niets nodig is voor de beweging van Liefde.
Het niets heeft in ieder geval één voordeel: Alles is nog mogelijk! Wees dus niet bang om alleen te zijn in een lege kamer. Wees niet bang voor de lege kamer Diep van Binnen. Het zijn Schatkamers die elkaar over en weer intens verrijken.
Léon zegt
Hoe kom je aan een lege kamer?
Olivier Klepper zegt
De uitspraak van Pascal (Tout le malheur des hommes vient de ne savoir pas demeurer en repos, dans une chambre) zegt niets over het leeg zijn van de kamer! De nadruk ligt op “rusten in een kamer”, in tegenstelling tot rusteloosheid, erop uit trekken etcetera.