er is iets dat groeit
even afneemt en weer aanzwelt
tot het niet meer verder kan
het zou te groot worden
uit mijn naden barsten
nu wacht het als een herfst
van overdaad en rijpe glorie
of wacht het op bewonderende ogen?
of heeft het genoeg aan zichzelf?
of wacht het tot zijn bewoner
lentevierend open splijt?
niemand weet wat het is dat
zo overdadig leeft in mijn hart