In deze column (uit 2012 die ik vanmiddag toevallig herlas) wil ik het vandaag eens hebben over mudita (medevreugde) en het fileermes. En azijn. Wat hebben die nou met elkaar te maken? Ik zal het u proberen uit te leggen. Het is al bijna twaalf jaar geleden dat ik deze tekst schreef maar ik herken nog zoveel zaken. Jullie ook?
Deze week (in september 2012) sprak ik een buitenlandse man die zijn onbegrip uitte over het vermogen van Nederlanders om altijd maar te zeuren. Ze moeten over alles een mening hebben en die ook ventileren. Dat gebeurt in geen enkel ander land in de wereld, alleen in Nederland, zei hij. Hij schudde vol onbegrip zijn hoofd.
Nederland kent een ja-maar cultuur. Er is geen koe zo bont of er is wel een vlekje aan te ontdekken. We heffen voor de zoveelste keer het vingertje en waarschuwen voor de laatste maal de wereld. Om even later de wonden te likken, getroffen door een boycot of andere enge dingen.
Sinds ik voor het Boeddhistisch Dagblad schrijf probeer ik op een ontspannen en positieve wijze contacten te onderhouden met mensen en organisaties die zich bezig houden met het boeddhisme in Nederland en België. Ik stapte er onbevangen op af, blij met een goed gesprek. Maar die onbevangenheid was niet altijd wederkerig. Ik ben erg geschrokken van de angst die er in sommige Nederlandse boeddhistische organisaties- en bij personen heerst om zich vrij te kunnen uiten. Ze zijn bang. Sommige bestuurders zeggen dat het een wonder is dat er nog een bestuur kan worden gevormd, bang als aspirant-bestuursleden zijn om door beroepscritici en scherpslijpers publiekelijk te worden afgemaakt. Ik wist niet wat ik meemaakte.
Wat is er aan de hand? Ze zijn met velen, de criticasters, die altijd wat te zeuren hebben en met het fileermes klaar staan om mensen, situaties en organisaties onder een vergrootglas te leggen, ze te fileren, er azijn in te gieten en nooit de positieve kant van zaken lijken te zien. Zogenoemde sociale media verspreiden haat en angst.
Als ouwe knar in het journalistieke metier ben ik een groot voorstander van persvrijheid, gebaseerd op artikel zeven van de Grondwet. En ik hou al helemaal niet van achterkamertjespolitiek en lijken in de kast. Ik zal zelfs schrijvers die monddood worden gemaakt en niet mijn vriend zijn, ruimte bieden in deze krant om zich te kunnen uiten, ook al ben ik het niet met hen eens. Klokkenluiders zijn mijn beste vrienden. Actievoerders ook. Maar altijd zal ik naar de motivatie van deze mensen kijken. Is die wel zuiver. Of zijn het levenslange beroepszeurders?
Ik heb helemaal niks met mensen die er een dagtaak van lijken te maken om zaken en mensen onder een vergrootglas te leggen, te fileren en maar door blijven drammen, zonder ogenschijnkijk zelf een initiatief te willen ontplooien om zo’n situatie te verbeteren. Zeuren om het zeuren. Hun gelijk willen halen, mensen en dingen de maat nemen. Zichzelf tot ijkpunt uitroepend. Angst zaaien, mogelijk onbewust. Ze onderzoeken dubbele petten, de punten en de komma’s, en zijn daar een meester in. Hun bevindingen worden gepresenteerd in rapportachtige verslagen. Soms zijn ze heel feitelijk, dan weer worden zomaar wat gegevens op een hoop geveegd. De lezer mag zijn conclusie trekken.
Waarschijnlijk is er juridische gezien niks op hun bevindingen aan te merken. We kunnen ze klokkenluiders noemen, deze onderzoekers. Maar een rechter in Breda verbood zelfs het luiden van een kerkklok op de vroege ochtend in Tilburg, mensen kregen er de zenuwen van.
Rotterdammers koesteren de slogan ‘niet lullen maar poetsen’. Heb je kritiek, doe er dan wat aan. Maar niet met een fileermes of een in azijn gedoopte pen. Met een beetje mudita misschien? Ook het goede zien van mensen en organisaties, van hun bestaan genieten. En ja hoor, ook kritisch zijn, met een goede intentie. Op mijn werktafel staat in een klemmetje een kaart van de SVB met de tekst: ‘…Nooit komen uitingen van haat in deze wereld tot rust door haat, maar door ze niet te haten komen ze tot rust, dat is een eeuwige wet.’
Tot zo ver de terugblik naar september 2012.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
Elsbeth Wolf zegt
dankuwel!