Zeven jaar lang verbleef Vlaming Jan De Vlieger in het Sogenji-klooster van zenleraar Shodo Harada Roshi. Opgegroeid in het Oost-Vlaamse Aalter, reisde hij eerder in zijn levenszoektocht door Costa Rica (Midden-Amerika) en de Himalaya (India).
Het Sogenji-klooster is een Rinzai Zen Tempel in het westen van Japan, aan de rand van de stad Okayama, centraal gelegen in Zuid-Japan (het eiland Honshu), op zo’n 160 km van Hiroshima. Sogenji werd driehonderd jaar terug gebouwd. Tweehonderd jaar geleden werd het een dojo, onder Taigen Gisan Zenji. Sindsdien komen mensen uit heel Japan naar Sogenji om er spirituele training te volgen.
In 1982 vroeg de vorige abt om een opvolger en werd Shodo Harada als nieuwe Roshi aangeduid door diens leraar Yamada Mumon Roshi, een van de grote Rinzai Zen leraren van de twintigste eeuw. Yamada Mumon Roshi onderrichtte Rinzai Zen aan zowel zen priesters als leken-beoefenaars. Zijn trainingen waren toegankelijk voor vrouwen en mannen van alle nationaliteiten. Hij ging ervan uit dat alle levende wezens van oorsprong een heldere, pure natuur hadden en dat die door spirituele training opnieuw kon bereikt worden. Zijn hoofdlijnen waren erop gericht om het zelf te vergeten, je ware natuur te zien en door die helderheid en wijsheid alles te doen voor de bevrijding van alle levende wezens.
Harada Roshi, leerling van Mumon Roshi gedurende meer dan twintig jaar, zet dezelfde Rinzai Zen traditie verder in Sogenji door het hele jaar door trainingen te geven aan leken en toegewijden, vrouwen en mannen van alle leeftijden en nationaliteiten. Sogenji is bovendien de enige Japanse dojo die Westerlingen toelaat om er een periode van minstens een jaar te verblijven. Er is evenwel een strenge selectie om toegelaten te worden.
Shodo Harada Roshi (betekent ‘het rechte pad’) legt de nadruk op creatieve en vindingrijke participatie in elk moment van ons leven op een werkelijke manier, geinspireerd en vrijgemaakt door een diepe ademhaling en een mededogende geest, wat ons toelaat vrij te zijn.*
‘Het was zeker geen vakantie in de Sogenji-tempel’, opent Jan het gesprek, terugblikkend of het gisteren was. ‘Iedere dag uit bed om 3.30 uur, en dat terwijl we vaak pas aan slapen toe kwamen om half elf de avond ervoor.’ Doorheen zijn lange verblijf had hij alle taken in het klooster mogen uitoefenen en was hij de persoonlijke assistent/chauffeur geworden van de Roshi, waardoor Jan een bijzondere band had met zijn leraar.
‘Elke bewoner van Sogenji krijgt elke zes maanden een nieuwe taak toegewezen: de eerste taak van iedere nieuwe bewoner van het klooster is de gasten ontvangen en begeleiden. Ook voor mij was dat zo. Na die eerste zes maanden, kon ik de volgende zes maanden in de keuken gaan werken; daarna werd ik voor zes maanden de verantwoordelijke voor de ceremoniën. Daardoor wordt je dagelijkse job je eigen koan. Dat is een heel interessant gegeven’, weet Jan. Het gebruik van koans is heel eigen aan Zen-studie (zowel bij de Rinzai Zen als bij de Soto Zen, red.), waarbij de leraar een te doorgronden inzicht aan de leerling opgeeft, die daarmee dan aan de slag kan in de meditatie.’
Hoe is het zenboeddhisme tot je gekomen?
‘Na mijn humaniora in de sportschool van Meulebeke, trok ik een jaar naar Costa Rica (Centraal-Amerika), waar ik een studie fotografie volgde. Tijdens het jaar, en zeker ook na mijn thuiskomst werd ik opvallend vaak moe, en had ik de ene infectie na de andere. Diagnose CVS werd vastgesteld. Na een zoektocht van twee jaar ben ik ziek en oververmoeid naar de Himalaya vertrokken. Ook op aanraden van een dokter die me vertelde dat een hoogtestage mij goed zou doen. Onderweg naar de Himalaya zat ik drie weken in de burgeroorlog van Kashmir, waar ik in mijn verzwakte toestand toch wat foto’ s probeerde te maken, o.a. voor een Zweedse journalist. Die oorlog heeft mijn leven totaal omgegooid.
Toen ik in de ogen keek van een straatjongen die om eten kwam bedelen, wist ik meteen dat ik mijn leven wilde toewijden om anderen te helpen. De blik van die jongen is voor jaren mijn drijfveer in de meditatie geweest. Vastberaden trok ik verder door India. In de Himalaya verbleef ik lange tijd in een onooglijk dorp waar mensen echt wereldvreemd zijn. Maar weet je wat me daar zo opviel? Die mensen daar waren gelukkig, en vrij, ondanks hun barre levensomstandigheden! Hoe zij me daar bijgestaan hebben, dat kan je niet geloven. Ik was er nog zieker geworden en kreeg er nog hepatitis E bij. De mensen stonden me bij, dag en nacht. De intenties die ik daar ervaren heb, daar heb ik geen woorden voor.
In India heb ik ook mijn eerste stappen in boeddhisme en meditatie gezet: ik volgde er enkele heftige sesshins (retraites, red.), in een ruimte die kon doorgaan voor een stal, bij vriestemperaturen, met één maaltijd per dag, een hele dag in meditatie. Het was op z’n minst gezegd intens. Ondanks mijn fysieke toestand voelde ik energie tot in de toppen van mijn tenen. Heel bijzonder. De ene ontmoeting bracht de andere mee en op een dag vertelde iemand me over zenleraar Shodo Harada Roshi, in het Sogenji-klooster. Het werd mijn volgende bestemming.’
En dan die eerste ontmoeting met Shodo Harada Roshi, de enige Japanse zenleraar die Westerlingen toelaat in zijn klooster: welke indruk maakte dat?
‘Harada Roshi is een fantastische meester. Als je voor hem gaat zitten, hoef je niets te zeggen. Hij weet gewoon wat er gaande is en zal zelf steeds krachtig in zijn gevoel blijven. Een van de eerste keren dat ik in choka (ochtendgezangen) zat, begon hij ineens te zingen, met zijn duidelijke krachtige stem, in drie verschillende tonen! Ik heb er hele bijzondere momenten mogen beleven. Je moet ook weten dat er acht zenleraren uit de hele wereld bij Harada Roshi komen. In Amerika, waar hij meer gekend is, wordt hij ‘the teacher ’s teacher’ genoemd. Dat zegt toch genoeg.’
En wat met de taal? Had je enige kennis van het Japans?
‘Helemaal niet. De eerste keren is er natuurlijk een vertaler bij, wanneer je bij Shodo op gesprek gaat. Maar na een tijd kon ik zonder vertaling wel begrijpen wat Shodo mij wilde duidelijk maken. Ik hoefde niet exact te weten wat hij zei en kon de betekenis gewoon aanvoelen, omdat hij daar zo goed in is, in weten wat er is, wie er voor hem zit.
Als abt kon hij ook zeer onverwacht handelen, in die zin dat ik als assistent soms het raden had naar hoe hij bepaalde ceremoniën wilde uitvoeren; of de ene keer was het zo, een andere keer wilde hij het weer anders. Ook als hij voordrachten geeft, weet je nooit op voorhand hoe het zal zijn. Op die manier houdt hij zijn studenten scherp en zorgt hij ervoor dat ze niet in een routine vervallen en de concentratie verliezen, maar iedere moment weer aandachtig zijn om te kunnen omgaan met moeilijk situaties.’
Dat laatste hebben we zelf kunnen ervaren bij Harada Roshi’ s vorige bezoek aan de Zen Sangha in Gent (juni 2013), waar hij een voordracht gaf over de spiritualiteit van Rinzai Zen. De uiteenzetting leek niet te stoppen: Harada Roshi breidde zijn betoog steeds uit. We konden zien dat hij er van genoot om onze aandacht als het ware uit te rekken. Hijzelf leek onvermoeibaar.’
Zenboeddhisme in het Westen
Het is Harada Roshi’s leraar geweest, Mumon Roshi, die hem had opgedragen om Rinzai Zen naar het Westen te (helpen) brengen. Naast zijn taak als abt van het Sogenji-klooster is hij ook abt van Tahoma-san Sogenji-klooster in Washington. Tijdens zijn laatste bezoek aan Europa, zette hij tevens ‘zijn stok tegen de muur’ van het zenklooster Hokuozan Sogenji (Asendorf – Duitsland). Daarmee is het eerste Europese zenklooster in de lijn van de Japanse Rinzai Zen nu officieel geopend. Hokuozan is – naast Indozan in India en Tahoma in de Verenigde Staten – nu het derde aan Sogenji gelieerde klooster buiten Japan. De dagelijkse leiding is er in handen van Sabine ShoE Huskamp die zelf reeds meer dan twintig jaar zen beoefende onder Shodo Harada Roshi. Hokuozan moet uitgroeien tot de ontmoetingsplek van Rinzai Zen studenten in Europa. Door de centrale ligging is het klooster vanuit ieder Europees land makkelijk bereikbaar.
Het valt ook op dat de interesse voor Rinzai Zen sterk toeneemt in Oost-Europa. Bij zijn toespraak in Hokuozan bevestigde Harada Roshi dat meer en meer mensen wakker worden en op zoek gaan naar verandering, en zich gaan bevragen over echt geluk, een vraag waar wetenschap geen antwoord op geeft. Hij sprak de wens uit dat spirituele training ons tot een betere wereld zonder haat kan brengen, tot een dieper en echter bewustzijn van waaruit we anderen kunnen dienen en blijvend ondersteunen.
Een opvallend verschil tussen meditatie in het Oosten en het Westen, is dat Oosterlingen gewend zijn om volgens vele regels te handelen en te leven, terwijl wij als Westerlingen vaak op voorhand al gespannen zijn, wanneer ons opgedragen wordt hoe we iets moeten uitvoeren. Wanneer ze aan meditatie beginnen, schieten veel mensen meteen in het denken. Ze vragen zich af wat ze zitten te doen, en of ze het wel goed doen. En dat is niet de juiste manier van mediteren. Als we te veel met vorm bezig zijn, zit het niet goed. Ikzelf heb dat sterk kunnen ervaren toen ik hoog in de bergen van de Himalaya zat, afgesloten van de wereld, zonder enige vorm in meditatie. En dus weet ik dat die vorm niet nodig is om tot inzicht te komen. Meesters als Hotei, en ook Mumon Roshi, hebben zich op een bepaald moment ook ontdaan van de vorm: ze lieten een lange baard groeien, verlieten hun klooster en gingen terug onder de mensen. Ook in andere spirituele tradities kunnen we dat zien. Spirituele meesters zien wat geest en wat gevoel is, ongeacht de ideologie. Met denken kan je niet vechten. Het denken moet ‘voelen’ worden. Meditatie is bovendien een traag en heel geleidelijk proces, en de juiste begeleiding is ook heel belangrijk.’
Je terugkomst naar België was onvoorzien: na zeven jaar in Sogenji, kreeg je kanker en meteen het advies om terug te keren naar België voor een goede medische opvolging. Intussen is die ziekte onder controle en ben je aan de beterendehand. Hoe kan je die spirituele levenshouding en meditatie hier in België aanhouden? Lukt dat en hoe doe je dat?
‘Ik houd vooreerst de wijze woorden van Harada Roshi in gedachten, dat ‘zen in action is ten thousand times more strong than sitting zazen’. Dat om te beginnen al, want het is inderdaad zo: in het dagelijks leven is het minder makkelijk om de richtlijnen van de meditatie die je in een klooster ervaart toe te passen en zoveel tijd alleen maar zittend op een meditatiekussen te spenderen. Je raakt makkelijk afgeleid en er is altijd wel iets interessanter te doen…
Zen is een deel van mij geworden om naar de diepte van mijn zelf te gaan. Als jonge kinderen al wordt ons afgeleerd om ons gevoel te volgen: we worden voortdurend berispt en terecht gewezen. Door spirituele training kunnen we opnieuw contact maken met die oprechte gevoelens en een waarachtige betekenis geven aan ons leven.
Hier terug in België ben ik ook nog meer trainingen gaan volgen, o.a. bij Ivo Van Orshoven, om mensen te kunnen begeleiden. En dat is wat ik in de toekomst ook wil gaan doen, zen in action: mensen opvangen en begeleiden in hun spirituele zoektocht. Dat moet daarom niet per definitie zenboeddhisme zijn, ook andere spirituele tradities kunnen prima resultaten leveren om tot bewuste inzichten te komen.’
*(in de zesde editie van de Giesbaergske Koleuren Gazette publiceerden we eerder een artikel over Shodo Harad Roshi, red.).
Tekst en foto’s: Wim Schrever, hoofdredacteur Giesbaergske Koleuren Gazette.
Bron www.giesbaergskekoleurengazette.be
Sobhanandi zegt
Kan het zijn dat Jan de Vlieger het onderwerp was van een documentaire op de Belgische TV vorig jaar? In de documentaire werd een moeder gevolgd die haar zoon op ging zoeken in een Japans klooster waar hij al lange tijd verbleef. Ze ging ook 3 weken mediteren in hetzelfde klooster. Het was ook Harada Roshi die ze ontmoette.
wim schrever zegt
Jawel, dat was Jan in de reportage die Annemie Struyf toen maakte.
Jan vertelde ons dat het heel uitzonderlijk was dat ze toen toestemming kreeg om te filmen in het klooster en om Harada te interviewen.
Edel Maex zegt
Net wat ik nodig had, een leraar waar ik zelfs niets meer hoef tegen te zeggen.
Jan De vlieger zegt
Beste …
Ja inderdaad, die zin greep me ook aan. Voor mij voelde het alsof hij uit de context gerukt was er gericht was op parentificatie, dat is inderdaad niet de bedoeling van contact met de begeleider. Ik mag en zal ook zeker nooit in naam van Shodo Harada Roshi spreken.
Ik maak het vaak mee dat er na een interview of een opname geknipt of bewerkt wordt, om de inhoud “aantrekkelijker” te maken. Ik heb het leren loslaten; woorden worden nu eenmaal vaak verkeerd begrepen. Wim Schrever en ik hebben het gedaan vanuit ons hart en daar ben ik blij om.
En ookal voel ik zelf dat die zin waar kan of mag zijn, voor mij is Shodo Harada Roshi een man die mij helpt verdiepen rond de vragen : “Wie ben je, wie voelt die pijn, wie is het die zit te mediteren, wie is het?” En ben ik diegene die al dan niet die ervaring beleeft en uit in sanzen of ernaast.
Vaak is er in een levens proces pijn en/of verdriet. In het bijzijn van Shodo Harada Roshi voel ik zo veel begrip een open hart en empathie, die ervoor zorgen dat ik mezelf voel ,dat ik me eerlijk kan uiten, kan huilen en het echt laten… Geen oordeel, geen verwachtingen… Echt mooi.
Ik heb zelf reeds veel opleidingen gevolgd en ook beleefd: helende reizen, regressietherapie, Rebirthing, familieopstellingen, psychoanalyse,… Ik ben na acht jaar Oosten gefascineerd om te zien hoe men hier de mensen naar hun ware IK begeleidt. En ik zie dat er vaak een zeer gelijkaardig proces plaatsvindt. Je komt tot jezelf en een deur opent. Door culturele en sociale verschillen is het vaak onherkenbaar, maar als je je durft open te stellen, en als je wat geluk hebt met een begeleider die zijn hart heeft gevonden… Dan komt het allemaal neer op één zijn met jezelf, anderen,…
Mijn beleving is dat er, in alle soorten paden, fantastische begeleiders en technieken zijn die je de weg naar je eigen “zijn’ kunnen wijzen, tot je die begeleiders niet meer nodig hebt.
We are all students ,
We are all teachers ,
Jan Sozen De Vlieger.
Sjoerd zegt
Hier valt niets aan toe te voegen, verder zwijgen en doorgaan betekent dat voor mij.